De Amerikaanse invoerrechten voor staal en aluminium hebben wereldwijd tot bezorgdheid geleid. Deze maatregelen zijn in essentie een nieuwe uitdrukking van een wereldwijde politieke en economische crisis.
Dit artikel door Per-Ake Westerlund verscheen in het Zweedse socialistische weekblad ‘Offensiv’ op 14 maart, een week voordat de Amerikaanse regering een stap verder ging en voor 50 miljard dollar invoerrechten oplegde voor Chinese goederen, zogenaamd als antwoord op de diefstal van intellectuele eigendom.
“Handelsoorlogen zijn gemakkelijk te winnen,” schreef Trump op Twitter naar aanleiding van het opleggen van invoerrechten voor staal en aluminium. Zelden voorheen nam een wereldleider een lichtzinniger houding aan over ernstige conflicten. Economen zijn het er wereldwijd quasi unaniem over eens dat de acties van Trump de economie niet ten goede zullen komen, ook de Amerikaanse niet. Dit standpunt wordt ook gedeeld door meer dan 100 Republikeinse parlementsleden.
Maar voor Trump gaat het over politiek. Hij is het symbool van een nieuwe nationalistische, rechtse populistische koers die ook gevolgd wordt door leidinggevende politici in een groeiend aantal landen. Zijn acties moeten ook gezien worden als een manier om de aandacht af te leiden van crisissen in eigen land. Trump zegt de slogan ‘America First’ door te voeren om zijn trouwe aanhangers te behouden. Als hij nu stelt dat protectionisme jobs zal creëren die ‘gestolen’ werden door andere landen, dan herhaalt hij slechts wat hij in zijn verkiezingscampagne in 2016 zei.
De invoerrechten voor staal en aluminium zijn nog relatief beperkt. De waarde ervan is beperkt tot 2% van de Amerikaanse import. Maar de gevolgen kunnen vernietigend zijn als de EU tegenmaatregelen neemt en het Witte Huis vervolgens terugslaat. Als Trump ernstige invoerrechten op Chinese goederen invoert (zoals hij ondertussen deed), dreigt het een hardere confrontatie te worden.
Dit gebeurt in een situatie waar het toegenomen nationalisme de tegenstellingen tussen de imperialistische machten en blokken al heeft verscherpt, maar ook binnen de blokken zoals in de EU.
Als direct effect van de invoerrechten zijn er stijgende prijzen. In het Zweedse dagblad Dagens Nyheter waarschuwde professor Lars Magnusson voor een gelijkaardige ontwikkeling als begin jaren 1930, toen een handelsoorlog de economische crisis uitdiepte. “Je kan je inbeelden dat de invoerrechten leiden tot werkloosheid en lagere groei. Maar dan is er ook een worst case scenario: het pessimisme neemt toe, de beurzen storten in.” Magnusson wijst er ook op dat het besparingsbeleid na de financiële crisis van 2008-09 de basis legde voor het populisme.
De crisis van kapitalistische globalisering
De crisis van 10 jaar geleden, de grote recessie, doorprikte de mythe dat het kapitalisme een nieuwe stabiele fase was ingetreden. Twee decennia van kapitalistische globalisering en neoliberalisme eindigden in de ergste economische crisis sinds de jaren 1930. Privatiseringen en deregulering onder leiding van hedgefunds, grote banken en speculanten hadden geleid tot een enorme zeepbel die barstte.
Het enorme ongenoegen als gevolg van de crisis en de sterk toegenomen ongelijkheid creëerde ruimte voor rechtse populisten als Trump. Tegelijk toonde de brede steun voor de linkse kritiek van Bernie Sanders op Wall Street, een steun die zeker onder jongeren sterk was, de enorme mogelijkheden voor een nieuwe, strijdbare, democratische en socialistische partij voor de werkenden en de gewone mensen.
Kapitalistische politici hebben geen antwoorden. Het protectionisme zal evenmin als het neoliberalisme leiden tot meer welvaart en veilige jobs. Toen George W Bush in 2002 invoerrechten op staal invoerde, een mildere variant dan vandaag onder Trump, leidde het tot het verlies van 170.000 jobs in de Amerikaanse industrie waar staal gebruikt werd. De invoerrechten maakten staal en dus ook de afgewerkte producten duurder, wat leidde tot een beperktere verkoop.
Vandaag werken er 140.000 arbeiders in de Amerikaanse staalsector en in de industrie waar staal gebruikt wordt zijn er 17 miljoen werkenden. Dat is waarom ook Amerikaanse kapitalisten negatief reageerden op de invoerrechten. Het gaat onder meer om brouwerijen en anderen die aluminium blikjes gebruiken. De grootste lobbygroep voor de wapenindustrie, de Aerospace Industries Association, stelde dat de kosten voor de sector, die goed is voor 2,4 miljoen werknemers, met 2 miljard dollar zullen toenemen. Zelfs de grootste lobbygroep van de grote bedrijven, de US Chamber of Commerce, uitte ‘grote bezorgdheid over het toegenomen risico op een handelsoorlog.’
Confrontatie met de EU?
Het protectionisme van Trump is officieel tegen China gericht, maar de maatregelen treffen ook enkele bondgenoten van de VS. In 2017 was de EU goed voor 21,4% van het ingevoerde staal in de VS en Zuid-Korea voor 9,6%. Canada (17,6%) en Mexico (8,6%) werden buiten de maatregel gehouden omdat de VS het Noord-Amerikaans vrijhandelsakkoord NAFTA met deze landen heronderhandelt.
China staat pas op de 11de plaats van de staalimport in de VS en is slechts goed voor 2% van de Amerikaanse import. Van alle Chinese staalexport gaat slechts 0,2% naar de VS. Inzake aluminium is China de vierde grootste exportateur naar de VS. Maar in waarde is het slechts goed voor minder dan 1% van de Chinese export naar de VS: 3,1 miljard dollar op een totaal van 462 miljard.
Trump ging ervan uit dat wie een grote export naar de VS kent de unilaterale invoerrechten zomaar zal aanvaarden. Deze maatregelen zijn echter ook gericht tegen de EU, de belangrijkste handelspartner van de VS met een handelsoverschot van 151 miljard euro, en ook de belangrijkste militaire bondgenoot. Dit kon een ongewoon sterke eerste reactie vanuit Brussel niet vermijden.
De Europese Commissie stelde een lijst van 100 producten voor als mogelijkheden voor 25% invoerrechten. Het ging onder meer om bekende producten als Levi’s jeans en Harley Davidson motorvoertuigen, maar ook appelsienen, bonen en lippenstift. De totale waarde betrof 2,8 miljard dollar, minder dan de helft van de Europese export van staal en aluminium naar de VS.
De Europese commissaris van handel, de Zweedse liberale Cecilia Malmström, merkte op: “We hopen nog steeds dat het er niet van komt. En als het doorgaat, hopen we dat de EU zal vrijgesteld worden.” Die hoop op een vrijstelling baseert zich op het feit dat Canada en Mexico vrijgesteld worden van de invoerrechten. Australië werd na een telefoongesprek tussen Trump en de Australische premier Turnbull eveneens uitgesloten.
Het antwoord van Trump op de Europese lijst bestond uit de dreiging om invoerrechten op te leggen op auto’s uit de EU. Hij had het eerder over een invoerrecht van 35%. Dat zou echter op heel wat obstakels van de geglobaliseerde productie botsen. De Duitse automobielsector stelt dat de helft van de productie in Amerikaanse fabrieken voor export naar andere landen is. Zo is de grootste fabriek van BMW die in South Carolina waar in 2017 371.000 auto’s van de band rolden.
Trump voerde de druk op de EU op door concessies aan te bieden in ruil voor lagere tarieven door de EU. Het is echter onduidelijk welke lagere invoerrechten Trump juist wil van de EU. Europese landen vrezen ook dat staal dat niet langer in de VS kan verkocht worden naar Europa zal komen. De Franse handelsminister Lemoyne merkte op: “We komen in een tijdperk waarin de handelsoorlog zijn tanden begint te bloten.”
Wereldhandelsorganisatie aan de kant geschoven
De vraag is wat er nu met de Wereldhandelsorganisatie en de regularisering zal gebeuren. Zuid-Korea en Japan dreigden om de Amerikaanse staalheffingen voor de WHO te brengen. Maar die organisatie heeft veel autoriteit verloren naarmate de conflicten toenamen. Drie jaar geleden mislukte de laatste poging om een nieuw wereldwijd akkoord te sluiten, de zogenaamde Doha ronde.
De staalheffingen van Trump leveren nieuwe zorgen op voor de WHO, zeker nu het Witte Huis ‘nationale veiligheid’ als een van de redenen voor de heffingen aanbrengt. Dit gebeurde met een wet uit 1962 die zelden werd gebruikt. De Europese Commissie stelt dat het ingaat tegen de regels van de WHO.
Als de WHO de invoerrechten goedkeurt, zet het de deur open voor andere regeringen om gelijkaardige argumenten te gebruiken. Als de VS een zaak voor de WHO hierover verliest, is het erg waarschijnlijk dat Trump zal beslissen om uit de WHO te stappen.
China: de “belangrijkste vijand”
De belangrijkste vijand van Trump inzake handel is ongetwijfeld China. Zijn handelsverantwoordelijke, Peter Navarro, is een beruchte tegenstander van China en omschrijft de Chinese export als een ‘invasie.’ Economische nationalisten hebben hun invloed in het Witte Huis verder versterkt toen financieel adviseur Gary Cohn, een voormalige topman van Goldman Sachs, ontslag nam uit het Witte Huis.
De VS heeft een handelstekort met China voor een waarde van 375 miljard dollar op een totale handelswaarde van 635 miljard dollar. De wederzijdse afhankelijkheid van de twee grootste economieën ter wereld maakte dat China de grootste industriële producent werd, terwijl de goedkopere producten de prijzen drukten in de VS, dat in staat was om de grote tekorten in stand te houden.
De groeiende Chinese economie en invloed op de wereld vormen een uitdaging voor het VS-imperialisme. Het staatskapitalisme en imperialisme van Peking werden na de crisis van 2008-09 als stabieler dan het Amerikaanse neoliberalisme gezien, ook al bouwt China een grote schuldenberg op.
Vorig jaar begon de Amerikaanse regering al een onderzoek naar China en intellectuele eigendommen (handelsmerken, patenten, culturele werken, …). Het resultaat van dat onderzoek zal wellicht leiden tot nieuwe invoerheffingen voor Chinese goederen, obstakels voor Chinese bedrijven die Amerikaanse bedrijven opkopen en voor samenwerking tussen Amerikaanse en Chinese bedrijven.
Onder de Amerikaanse kapitalisten en politici is er rond die voorstellen meer bezorgdheid dan over de staalheffingen. Ze vrezen een echte handelsoorlog en dalende productie als gevolg van het beleid van Trump. Na zijn bezoek aan Peking vorig jaar verklaarde Trump dat China beloofde om het Amerikaanse handelstekort met een miljard dollar te verminderen – op een totaal van 375 miljard dollar.
De strategie van Trump om met elk land te onderhandelen, betekent dat de VS alleen handelt in plaats van zich bijvoorbeeld met de EU tegen China te positioneren.
Spook van de jaren 1930
Veel economen vergelijken met het protectionisme en de handelsobstakels die tot de Grote Depressie van de jaren 1930 leidden. Na de beurscrash in oktober 1929 nam het Amerikaans Congress in juni 1930 de Smoot-Hawley Act aan met invoerheffingen op 100 producten. Andere regeringen volgden met gelijkaardige maatregelen. De wereldhandel daalde met twee derden tussen 1929 en 1934. De heffingen waren niet de reden van de crisis, de reden was het kapitalistische systeem zelf. De tegenstellingen tussen staten, de klassenstrijd, de dalende winsten en een grote speculatieve zeepbel leidden tot de crisis. De invoerheffingen maakten de crisis erger.
De wereldeconomie zal dit jaar sterker groeien dan in gelijk welk jaar het afgelopen decennium. Hierdoor kan een crisis veraf lijken. Maar het is zeker in zo’n situatie dat de alarmbellen moeten afgaan, stelde de bekende econoom Stephen King van HSBC Bank. Hij stelt dat de Aziatische crisis van 1997, de ineenstorting van de Nasdaq in 2000 en de globale crisis van 2008 voorbeelden zijn van snelle groei gevolgd door scherpe crisissen. De groei leidt tot financiële zeepbellen, prijsverhogingen en een strakker monetair beleid van regeringen. Een bijkomende factor is dat de centrale banken al erg lage of zelfs negatieve rentevoeten hebben, en dat de overheden zelf grote schulden opgebouwd hebben door de maatregelen waarmee het systeem overeind gehouden werd in 2008-09.
Een handelsoorlog is niet uitgesloten, zelfs indien het niet in het belang van het kapitaal is om het conflict op te drijven. Een groot conflict tussen de VS en China is wellicht onvermijdelijk op langere termijn, maar de heersende klasse in beide landen beseft dat dit ernstige gevolgen zal hebben.
De invoerheffingen van Trump zijn een symptoom van de pogingen van het kapitalisme om aan de eigen crisissen te ontsnappen. Nationalisme en protectionisme kwamen in de plaats van globalisering. Tegelijk creëren ze nieuwe conflicten tussen de kapitalisten en hun politici. Trump botst op enkele van de grootste bedrijven. Deze strijd aan de top is ook een teken van de crisis en van revolutionaire gisting in de samenleving.
Socialisten zijn niet voor vrijhandel maar ook niet voor protectionisme. In beide gevallen betalen de werkenden en hun gezinnen de prijs. Zowel vrijhandel (in de praktijk handel gedomineerd door de zowat 100 echt grote multinationale bedrijven) als protectionisme creëren nieuwe crisissen.
Ons alternatief is een democratisch beheerde geplande economie. Socialisten staan voor echt internationalisme en solidariteit. De winsthonger van het kapitalisme en de uitbuiting van mens en natuur moeten vervangen worden door productie en handel gericht op de behoeften van de samenleving in harmonie met ons leefmilieu. Om dat mogelijk te maken, moeten we bouwen aan strijdbare, democratische, socialistische partijen en bewegingen van werkenden en hun gezinnen.