De opmars van de M23-beweging in het oosten van Congo met de inname van Goma en Bukavu, de Oegandese troepenaanwezigheid in de provincie Ituri en het noorden van de provincie Kivu, vluchtelingenstromen naar het westen van het land en naar Burundi. Oost-Congo wordt eens te meer ondergedompeld in horror. Er kwamen een half miljoen vluchtelingen bij, terwijl er al 8 miljoen ontheemden waren in Congo.
Artikel door de Linkse Socialistische Partij
De ineenstorting van de staat, het mislukte fusieproces van het leger, het gebrek aan openbare diensten, armoede en gebrek aan toegang tot land vormen de basis voor de communautaire spanningen tegen de achtergrond van een wereldwijde strijd om toegang tot grondstoffen. In Noord-Kivu zit er onder meer goud en diamant in de grond, naast tin, wolfraam en coltan, een belangrijke grondstof voor smartphones en computers. Een deel van de coltanmijnen is al langer in handen van M23, dat de coltan exporteert via Rwanda. Langs de andere kant zijn ook Congolese politici en militairen betrokken bij de grondstoffenhandel.
De door de Rwandese staat gesteunde M23-beweging, onderdeel van de de Congo-Rivier Alliantie (AFC), veroverde Goma en Bukavu, respectievelijk de grootste steden van Noord-Kivu en Zuid-Kivu. Tienduizenden sloegen op de vlucht. Het zwakke regime van Tshisekedi slaagt er niet in om de nationale soevereiniteit in het hele land te herstellen, in het bijzonder in het oosten. Het Oegandese regime maakt van de zwakte gebruik om in naam van strijd tegen jihadistische groepen een militaire aanwezigheid op te bouwen. Het Burundese leger dat tegen M23 vocht, staat onder druk om zich terug te trekken terwijl M23 oprukt naar de grens met Burundi. Het Rwandese regime van Kagame werd door Europese machten en de VS lange tijd voorgesteld als een modelstaat, maar nu dreigt zelfs bondgenoot Trump met sancties. In het verleden is er onder druk van de internationale solidariteit verschillende keren gedreigd met sancties. Maar deze hebben weinig effect gehad, gezien de strategische rol die Rwanda speelt voor het imperialisme.
“Ergste moet nog komen”
De grootste slachtoffers van het oorlogsgeweld en de honderden milities zijn de massa’s in Oost-Congo. Naast de verwoesting van hun gemeenschappen met het oog op mijnbouw en de uitbuiting, onder meer met kinderarbeid in de mijnen, is er de constante dreiging van geweld tussen milities en oorlogsmisdaden. Verkrachtingen en moordpartijen werden de afgelopen jaren onderdeel van het dagelijkse leven. De huidige escalatie van het oorlogsgeweld komt bovenop de enorme dodentol van 6 miljoen slachtoffers door burgeroorlogen en buitenlandse interventies sinds 1996. De VN Veiligheidsraad waarschuwt dat “het ergste mogelijk nog moet komen.”
Na de val van het regime van Habyarimana in Rwanda in 1994 vluchtte een groot deel van de leden van dat regime naar Oost-Congo, net als duizenden mensen die betrokken waar bij de genocide en hun families. Daar genoten ze bescherming van Frankrijk en werden ze verwelkomd door het Mobutu-regime, dat de kaart van de communautaire spanningen speelde. Tegenstanders van de dictatuur van Museveni in Oeganda organiseerden zich in milities die voet aan grond kregen in de regio.
Dit legt de basis voor communautaire spanningen die de grenzen in de regio overschrijden. De aanwezigheid van deze groepen wordt door Kagame en Museveni gebruikt om militair tussen te komen, en om hun toegang tot de grondstoffen en rijkdommen in Congo veilig te stellen. Zo was de export van goud in 2023 goed voor 37% van alle exportinkomsten van Oeganda, waarbij het meeste van dat goud uit Congo komt. Professor Kristof Titeca (UA): “Museveni kan dat geld goed gebruiken om zichzelf politiek te handhaven: bijna de helft van de Oegandezen is jonger dan 15 en om een soort Arabische omwenteling te voorkomen, is economische stabiliteit cruciaal voor hem.”
De wereldwijde koers voor toegang tot grondstoffen giet olie op het vuur. De imperialistische machten zijn uitdrukkelijk medeplichtig en spelen een rol in het hertekenen van de regionale kaart op basis van hun eigen grondstoffenbelangen.
Democratische controle van de sociale meerderheid over de rijkdommen nodig
Strijd voor macht en prestige zorgt ervoor dat oorlogen uitbreken en blijven duren. Strijd en sociale mobilisaties moeten er dan ook op gericht zijn om middelen en rijkdommen (zowel in de grond als wat de arbeidskrachten betreft) te onttrekken aan de multinationals en de verschillende gewapende groepen. Dergelijke massastrijd is mogelijk, dat werd meermaals aangetoond in Congo, onder meer met de strijd tegen een derde mandaat voor Kabila. Eind 2024 en begin 2025 kende Mozambique de grootste massale opstand uit haar recente geschiedenis toen de massa’s protesteerden tegen de inauguratie van Daniel Chapo als president.
Strijdbewegingen zijn een gelegenheid om te bespreken hoe werkenden in de mijnbouwsector zich kunnen verdedigen tegen de uitbuiting door gewapende groepen, en om een beeld te hebben van de collectieve sociale behoeften waarin de mijnbouw in de regio zou kunnen voorzien. Dit vereist de ontwikkeling van organisaties die de beweging structureren. Dit moet niet alleen in de mijnen gebeuren, maar in feite in het hele land en de hele regio. Het beheer en de controle van de geproduceerde rijkdom, en de oriëntatie ervan op de behoeften van de grote meerderheid van de bevolking, is wat nodig zou zijn om aan die behoeften te voldoen.
De klassenstrijd bepaalt het verloop van de geschiedenis. In deze strijd vertrouwen we op de sociale meerderheid die vecht tegen onderdrukking door de minderheid als reactie op de problemen en tegenstrijdigheden van het kapitalisme. Deze aanpak sluit elke sektarische opdeling van de samenleving uit. Er is nood aan een programma gericht op de eenheid van alle uitgebuite en onderdrukte lagen en dat vertrekt vanuit de vaststelling dat alleen de meerderheid van de bevolking een samenleving kan opbouwen waarin aan de behoeften van de hele bevolking wordt voldaan. Het is voor zo’n democratische socialistische samenleving dat wij opkomen.
“Het is geen toeval dat dit offensief er komt nu Trump aan de macht is”
De Linkse Socialistische Partij in België sprak met Alain Mandiki, een vakbondsmilitant afkomstig uit Kivu en auteur van een boek over de genocide van 1994 in Rwanda.
“Dat is wat er ook in Oost-Congo gebeurt met de honderdduizenden vluchtelingen of gevechten met zware wapens waarbij in één stad bijna 3000 doden vielen. De Rwandese staat rechtvaardigt de aanwezigheid van 4000 troepen met het argument dat het de eigen belangen verdedigt. Deze troepen handelen met eenzelfde misprijzen voor elke menselijkheid.”
“Wat in Congo gebeurt wordt mee bepaald door het spel tussen de grootmachten die uit zijn op invloed en toegang tot grondstoffen. Begin vorig jaar sloot de EU een akkoord van economische samenwerking met Rwanda waardoor de exploitatie van bloedmineralen gemakkelijker werd. Daarmee wilde de EU een alternatief bieden voor de Chinese belt-and-road investeringen. Eind vorig jaar sloot de EU een militair samenwerkingsakkoord met Rwanda, dat 20 miljoen euro kreeg voor zijn leger. Die middelen waren zogenaamd bedoeld voor veiligheidsoperaties in Mozambique. Er zijn echter geen garanties dat deze niet gebruikt worden voor het front in Congo.”
“Mobilisatie en internationale solidariteit zijn belangrijk om de imperialistische politiek te stoppen. Enkel de Congolese samenleving en haar organisaties kunnen oplossingen bieden voor de huidige problemen. Internationale solidariteit is noodzakelijk als antwoord op het imperialisme en om de druk op te voeren zodat lokale leiders niet medeplichtig zijn aan het uitmoorden van de bevolking. We moeten ons organiseren om te strijden voor een samenleving waar niet de wet van de sterkste geldt, maar waar de productie democratisch beheerd wordt en gericht is op de maatschappelijke noden van de massa’s.”
“Er is nood aan solidariteit met de bevolking van Kivu, met de bevolking van Congo, maar ook die van Soedan en die van Palestina die gebukt gaat onder een genocide in Gaza.”