Home » Artikelen » Energiesector nationaliseren: OK, maar hoe?

Energiesector nationaliseren: OK, maar hoe?

Zelfs de kapitalisten zijn het erover eens dat meer staatsinterventie noodzakelijk is geworden. De verdediging van hun belangen vereist een zekere herovering van de controle over deze strategische sector. Vandaar de “subsidieoorlog” in Europa, waarin de rijkste landen het voortouw nemen. Dit heeft geleid tot de invoering van energieprijsplafonds via overheidssubsidies aan private bedrijven om het verschil met de groothandelsmarktprijs te dekken. Dit verzacht de rekeningen van bedrijven en huishoudens, maar de rekening voor de aldus ontstane staatsschuld wordt gepresenteerd aan de arbeidersklasse. 

Aangepast artikel door Boris Malarme uit de Linkse Socialist 

Zelfs voorstanders van de vrije markt erkennen dat “de liberalisering van elektriciteit en gas een faliekante mislukking is,” om de voormalige baas van Engie Electrabel, Jean-Pierre Hansen, te citeren. Dit was al duidelijk vóór de huidige prijsexplosie. De invoering van vrije marktconcurrentie heeft niet alleen geleid tot een stijging van de prijzen (+64,41% tussen 2007 en 2019 voor elektriciteit volgens de Belgische: Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, CREG), maar ook tot een verslechtering van de werkgelegenheid en de kwaliteit van de dienstverlening. Zoals het Europees Verbond van Vakverenigingen (EVV) in een recente studie (gepubliceerd in 2019) aanklaagt, is de liberalisering ook een obstakel voor het koolstofvrij maken van de sector.

Het alternatief van het EVV voor de vrije markt bestaat uit een terugkeer naar de situatie van voor de liberalisering van de sector. De vakbondsfederatie pleit voor regulering en de oprichting van lokale publieke energiebedrijven naast de private bedrijven. Dit is reeds het geval in Duitsland (Hamburg Energie) of het Verenigd Koninkrijk (Robin Hood Energy in Nottingham).

Hetzelfde voorstel werd gevolgd door gevestigd links (SP in Nederland, PVDA in België) in haar strategie om respectabel over te komen bij de heersende klasse. De Partij van de Arbeid van België ging zorgvuldig elke aanval op de private eigendom van het kapitaal uit de weg ten gunste van een model van co-existentie van openbare en private ondernemingen in een gereguleerde markt. In dit model van publiek-private samenwerking blijven de overheidsbedrijven onderworpen aan de concurrentie op de markt en dus aan de logica van de winstgevendheid. Kijk maar hoe Proximus en Bpost, waarin de overheid 51% van de aandelen bezit, werken. Wat is het verschil met private bedrijven?

De eis tot nationalisatie van Engie Electrabel in Belgie werd dus opgeschort. Dit bleef niet zonder gevolgen. Stel je voor hoeveel beter we er nu zouden voorstaan als de vakbonden en de PVDA stelselmatig elke gelegenheid hadden aangegrepen om het idee van nationalisatie van de hele sector te populariseren en te bespreken hoe dat te bereiken. We zouden veel beter voorbereid zijn op de uitdagingen vandaag.

Als we ons beperken tot de energieleveranciers wordt het echter moeilijk om te voorkomen dat de lasten voor de gemeenschap zijn en de winsten voor de privé, zoals dit gebeurde met de banken die tijdens de crisis van 2008/09 zijn gered. Leveranciers kopen energie tegen de productieprijs van de laatste (duurste) eenheid van een gasgestookte centrale. Wanneer ze aan vaste contracten met de consument moeten voldoen, komen ze in de problemen.

Dus vervangen ze de vaste contracten door variabele contracten die, samen met de enorme speculatie, onze rekeningen veranderen in horrorfacturen voor gezinnen en handelaren die de kosten niet kunnen doorrekenen, in tegenstelling tot grote bedrijven. Deze beperking verklaart waarom de regering al een financiële redding voorziet in de vorm van een staatsgarantie voor noodlijdende energieleveranciers (vergelijkbaar met wat in 2009 voor de banksector werd gedaan). Deze garantie dekte 70% van de door de banken geleende bedragen voor een periode van zes tot twaalf maanden, naargelang de omvang van de bedrijven.

Als het erom gaat private leveranciers te redden door schulden te collectiviseren, gaat de regering meteen plat op de buik. De enorme winsten vloeien ondertussen naar producenten als Total, BP, Shell, Exxon, Engie … Deze moeten in publieke handen komen. Hun aandeelhouders hebben al genoeg geprofiteerd van recorddividenden. De hele energiesector (productie, transport, distributie, onderzoek) moet worden genationaliseerd zonder compensatie, tenzij voor de zeer kleine aandeelhouders op basis van bewezen behoeften.

De nationalisatie van de hele energiesector moet gepaard gaan met de nationalisatie van de hele financiële sector om een einde te maken aan de speculatie en om een financieringsbron voor een groene transitie en betaalbare rekeningen te garanderen. Dit zou de nodige middelen vrijmaken voor massale investeringen in groene energie voor huishoudens en kleine handelaren en in de isolatie van gebouwen als onderdeel van een rationele en ecologische planning van de economie.

Om bureaucratisch wanbeheer te voorkomen, moet dit gebeuren onder leiding en controle van de werknemers zelf. Dit impliceert de oprichting van comités op de werkplaatsen met democratisch gekozen vertegenwoordigers van het personeel, de vakbonden en de gemeenschap als geheel (met inbegrip van de plaatselijke gemeenschap en de consumenten).

Scroll To Top