De verkiezingsuitslag had de arbeidersklasse al niets te bieden. Wat betreft de gevolgen van de uitslag voor de vorming van een regering geldt hetzelfde. Het is in ieder geval niet verstandig dat Groen Links in een kabinet stapt met de VVD. Het lot van de PvdA hangt als een teken aan de wand. Na de PvdA zou GL worden leeggezogen door de combinatie van belastingverlagers voor het bedrijfsleven en 130 km rijders die de VVD nu eenmaal is. Ook CDA en D66 zouden daar aan meewerken. Groen Links is al een keer misbruikt door de VVD toen er steun moest komen voor een nieuwe missie in Afghanistan. Het lage zetelaantal van 4 in de vorige periode was daaraan te danken. Maar zelfs als doorgaat, komt er een groen neoliberalisme aan de macht dat de werknemers van Nederland niets te bieden heeft. En als het niet doorgaat een christelijk getint neoliberalisme waarvoor hetzelfde geldt. VVD, CDA, D66, GL of de CU, ze zullen een nieuwe kille deken van dunheid over Nederland leggen. Daarom is 1 mei nodig als dag van actie en staking als waarschuwing voor een nieuwe regering, hoe die er ook uitziet.
Artikel door Pieter Brans, Amsterdam
Ironisch genoeg zijn vooral de grotere ondernemers voorstander van voortzetting van het neoliberalisme met een groen randje. Het VNO heeft zich al in die richting uitgesproken. Er valt tenslotte best wat te verdienen aan de ‘verduurzaming’, de verkoop van zonnepanelen, windmolens, elektrische auto’s, allemaal goeie handel. Helaas voor de voorzitter van het VNO, toch de onderkoning van Nederland, zit het er niet zo in. De Nederlandse politiek is zo volgestouwd met rechtse elementen, dat deze “frisse” groenliberale aanpak waarschijnlijk toch te weinig draagvlak heeft. Zelfs als er een kabinet komt van VVD, CDA, D66 en GL dan zal het groene er niet echt van af spatten.
Onder grote ondernemers en bij delen van de media circuleert al langer de gedachte dat een wat modernere groene koers, een loonsverhoging en een verbetering van de positie van de werknemer eigenlijk goed zijn voor de economie. Maar het spreekt vanzelf dat zij zich neerleggen bij de praktijk dat er geen instituties zijn, zoals politieke partijen of een sterke vakbeweging die dat kunnen realiseren. Bij kleine ondernemers spelen dit soort afwegingen geen rol. Zij staan bloot aan de concurrentie van andere kleine ondernemers, houden de loonkosten liefst zo laag mogelijk, willen de mogelijkheid behouden om snel van werknemers af te komen en milieumaatregelen zien zij al snel als een extra last.
Hun houding sluit veel meer aan bij het relatief reactionaire klimaat dat in Nederland over de jaren in de officiële politiek is gegroeid. Het is natuurlijk geen wonder dat de eerste regeringsvariant die VVD verkenner Schippers onderzoekt de favoriet is van de grote ondernemers. Maar het ziet er wel naar uit dat de gewone rechtse variant met ondersteuning van christelijke partijen meer kans maakt. Want de VVD moet voorzichtig zijn. Het gedoogkabinet met Wilders was een misser, wel behaalde de partij daarna het hoogste aantal zetels ooit. Het kabinet Rutte II was een ramp voor de PvdA, maar ook een tegenslag voor de VVD. Die ging van 41 naar 33. Een volgende klap zou voor de VVD hard aankomen.
De VVD heeft moeite om zowel de grote als de kleine ondernemers te bedienen. Economisch zullen de ‘grote jongens’ zich toch wel redden, politiek kan de VVD waarschijnlijk met een gewoon rechts kabinet beter uit de voeten. Als de VVD te veel naar ‘links’ schuift, groeit Wilders weer…en je hebt niet altijd het geluk van een Turkse interventie…
Voortzetting neoliberaal beleid
Voortzetting van het neoliberale beleid was al zeker. Het gaat nu om een ‘groen’ of een christelijk randje. Maar welke weg het ook opgaat, zo’n kabinet gaat misschien minder bezuinigen dan het vorige, maar oplossingen van problemen van werkende mensen zal er niet van komen. De slijtage van Rutte en de VVD zal doorgaan. De verf van Samson en de PvdA ging er direct al af toen de inkomensafhankelijke ziektekostenpremie door de Telegraaf c.s. uit het formatieakkoord werd getrokken. De verf op Rutte III blijft ook niet lang zitten. Alle partijen in zo’n kabinet zullen er minder uitkomen, dan ze er in gaan.
De burgerlijke partijen hebben niet echt een idee van hoe het verder moet. In alle gevallen gaat het om het voortzetten van het neoliberale beleid, slecht de randjes verschillen. Ook een kabinet zoals de SP dat voorstaat, zonder de VVD, zou geen fundamenteel verschil maken. Een rood randje is nog geen socialisme. De komende tijd staan wij voor een verlenging van de crisis van het kapitalisme en een verlenging van de crisis binnen de arbeidersbeweging.
In de jaren zeventig leek de overwinning van samen leven en eerlijk delen moreel en ideologisch zo vanzelfsprekend dat de versterking van de organisaties van de arbeidersbeweging, toen de FNV en de PvdA, die die verandering tot stand moesten brengen, veel te weinig aandacht kreeg. De arbeidersbeweging was in aantallen overweldigend sterk maar het organiseren van socialistische krachten in de massaorganisaties van de arbeidersklasse werd enorm verwaarloosd.
In de jaren tachtig moest de arbeidersklasse zich verdedigen tegen de opkomst van het neoliberalisme onder Reagan, Thatcher en Lubbers. Kort samengevat: de arbeidersklasse, geleid door figuren die heivast geloofden dat het allemaal goed zou komen met het kapitalisme, verloor. De automatische prijscompensatie ging eraan, de algemene ambtenarenstaking van 1983 werd onder dreiging van rechterlijk ingrijpen verloren. De linkervleugel in de PvdA en de vakbeweging werd naar de achtergrond geschoven.
De jaren negentig waren de hoogtijdagen van het neoliberalisme. Privatisering, ondernemerschap, ruim baan voor de banken, het werd toen allemaal vanzelfsprekend. Er kwam weer protest in de straten, maar de arbeidersbeweging deed opnieuw stappen terug. De PvdA ging als massapartij van de arbeidersbeweging verloren. De achteruitgang van de vakbeweging zette door. De groei van het kapitalisme was onstuimig, het idee van een rem op deze ontwikkeling werd neergezet als onzinnig en verouderd.
De vele tientallen jaren van erosie van de arbeidersbeweging en van de linkervleugel in de arbeidersorganisaties legden de basis voor de onmacht van de arbeidersbeweging toen de grootste crisis van het kapitalisme sinds de jaren dertig in 2007 uitbrak. De situatie van het kapitalisme was ernstig genoeg (veel kapitalisten zelf twijfelden aan het voortbestaan van het systeem), maar het jarenlange gebrek aan klassenbewustzijn, ideeën en klassenorganisatie werkte verlammend.
Nu, tien jaar later, staat het kapitalisme nog volledig overeind. Niet door zijn eigen kracht. De afgelopen jaren heeft het kapitalisme nauwelijks groei laten zien, nergens problemen opgelost, veel problemen zijn verergerd. Maar het staat er nog omdat er geen alternatief lijkt te zijn. In de politiek is de keuze ook in Nederland beperkt: wat meer voor de grote of wat meer voor de kleine ondernemers, wat groener of wat christelijker, wat meer of wat minder EU. Je kunt de stenen van de ruïne wat verplaatsen, maar een ruïne blijft het. Voor de arbeiders dan.
Crisis kapitalisme en crisis arbeidersbeweging
Het is nu wel duidelijk dat het kapitalisme historisch niet gaat verdwijnen omdat het moreel slecht is of omdat het van tijd tot tijd instortingsverschijnselen vertoont. Als dat de sleutelfactor was, was het allang verdwenen. De morele, ideologische aanval leidt tot tientallen jaren of honderden jaren van debat, zonder ooit iets op te lossen. De aanpak van hervormen, de scherpe kantjes eraf, ligt in de historische afgrond. Het idee van het afremmen van de bezuinigingen en verslechteringen, de filosofie van de eeuwige terugtocht, kan ook op de schroothoop, liefst voordat er nog meer organisaties komen te liggen.
In Nederland hebben deze historische ontwikkelingen geleid tot de situatie van vandaag: sterke aanwezigheid van rechts in het parlement, afwezigheid van arbeiderspartijen, een vakbeweging die lijkt te moeten vechten voor een bestaan in de marge (de schijn van zwakte maskeert de enorme objectieve kracht), het schijnsucces van de ZZP’er (de schijn van ondernemerschap verhult het herinvoeren van het stukloon en de dag- of uurarbeider) en een cultuur van plat en klakkeloos nationalisme.
Alleen het concreet organiseren van tegenkrachten, van organisaties die weerstand kunnen bieden en in staat zijn om het kapitalisme te laten verdwijnen, heeft zin. De wederopbouw van de arbeidersbeweging wat betreft klassenbewustzijn, ideeën en programma, het had al lang geleden moeten gebeuren…het uitstel is historisch wel verklaarbaar, maar verder uitstel is zinloos. De analyse van Marx, Engels, Lenin en Trotski, een socialistisch alternatief, brede organisaties die de strijd aandurven, zijn het beste antwoord op Trump, May en Rutte III.
1 mei komt eraan; dat zou een landelijke dag van actie en staking moeten zijn als waarschuwing voor welk nieuw kabinet dan ook met eisen als hogere lonen, meer zekerheid voor de werknemer (M/V), een kortere werkweek met behoud van loon, automatische compensatie van de prijzen, lagere huren, gratis openbaar vervoer en gezondheidszorg, een einde aan de belastingconcessies voor grote bedrijven, een verlaging van de BTW, verhoging van het minimumloon, pensioenleeftijd naar 65 en een einde aan discriminatie en racisme.