Het was een politieke schok. Voor het eerst in de Sri Lankese geschiedenis werden de presidentsverkiezingen gewonnen door een kandidaat van de links-nationalistische JVP (Volksbevrijdingsfront), een partij die zich op het marxisme beroept en in de jaren 1970 ontstond als een pro-Chinese strekking. De crisis van de twee traditionele partijen van Sri Lanka, de conservatieve UNP (Verenigde Nationale Partij), en de SLFP (Sri Lanka Vrijheidspartij), met hun afsplitsingen en hergroeperingen zet zich door. Na de massale protestbeweging in 2022 werd nu voor verandering gekozen. De vraag is echter welke verandering er komt?
Artikel door Geert Cool
Anura Kumara Dissayake won de verkiezingen met meer dan 40%. De JVP vormde een front onder de naam NPP (Nationale Volkskracht). Dissayake was populair als ‘outsider’. Hij is van bescheiden afkomst, terwijl de belangrijkste tegenkandidaten allemaal uit een politieke dynastie komen. Hij was de enige die niet gezien werd als een vertegenwoordiger van een machtspartij. Bovendien was er de complete ineenstorting van de SLPP (Sri Lanka Volksfront) van de familie-Rajapaksa. Zoon Namal Rajapaksa haalde nog amper 2,57%. De SLPP is een afsplitsing van de SLFP, historisch de ”linkse” partij. Heel wat SLPP-kiezers trokken naar de NPP die eveneens als links wordt gezien.
De implosie van de SLPP komt er na de massale protestbeweging van 2022, de Aragalaya (“Strijd”), tegen de corruptie en de harde levensomstandigheden voor de meerderheid van de bevolking. Die beweging leidde tot het ontslag van Mahinda Rajapaksa als premier, Gotabaya Rajapaksa als president en onder meer parlementslid Basil Rajapaksa. Een 50-tal parlementsleden van de SLPP stapten uit de partij om als onafhankelijke te zetelen en hun carrière veilig te stellen.
Bij de presidentsverkiezingen waren er hergroeperingen van parlementsleden van beide voormalige grote blokken achter zowel Sajith Premadasa (Samagi Jana Balawegaya, een afsplitsing van de conservatieve UNP) als Ranil Wickremesinghe (officieel onafhankelijke kandidaat, nadat hij in de vorige parlementsverkiezingen als enige verkozene van de UNP overbleef en na het vertrek van Gotabaya door de Rajapaksa’s aangesteld werd als nieuwe president). Aftredend president Ranil Wickremesinghe moest zich met 17% tevreden stellen met de derde plaats. Enkel Sajith Premadasa hield stand in de electorale strijd met Dissayake en bevestigde daarmee dat zijn SJB de echte opvolger van de UNP is.
Na het faillissement en de schuldencrisis van Sri Lanka in 2022 zijn er zware aanvallen op de levensstandaard van de bevolking. Het IMF eist besparingen en privatiseringen. Alle gevestigde partijen gaan daarin mee. De hoop dat Anura Kumara Dissayake en de NPP anders zijn, is een illusie. Op 1 mei worden afbeeldingen van Marx, Engels en Lenin meegedragen door de JVP, maar voor de economische adviseurs van de nieuwe president wordt in de richting van de werkgevers van de Kamer van Koophandel gekeken. Qua beleid blijft het beperkt tot de belofte van een nieuwe politieke cultuur en de hoop dat bepaalde voorwaarden in het kader van het kredietpakket van het IMF heronderhandeld worden. Zonder een radicale breuk met het beleid dat bepaald wordt door de belangen van de imperialistische geldschieters en de lokale rijken, is het een illusie dat er een einde komt aan de corruptie en de oude politieke cultuur. Met cosmetische aanpassingen komt er evenmin verandering in het dagelijkse leven van de massa’s.
Vijftien jaar na de genocide op de Tamil-bevolking van het noorden en het oosten van het land, blijft de tegenstelling tussen Sinhalezen en Tamils een belangrijke kwestie. De belofte van de Rajapaksa’s dat het brutaal neerslaan van de Tamilbevolking zou leiden tot meer welvaart en stabiliteit voor de Sinhalezen bleek een illusie. De JVP en Anura Kumara Dissayake gingen mee in die retoriek van de Rajapaksa’s. Sinds de jaren 1980 werd het Sinhalees chauvinisme een steeds belangrijker en zelfs centraal onderdeel van de politiek van de JVP. Na de vreselijke tsunami-ramp van eind 2004 stapte Anura Kumara Dissayake op uit de regering omdat die voor de hulpverlening samenwerkte met de Tamil Tijgers in het noorden en oosten van het land. Bij de presidentsverkiezingen van 21 september haalde Anura Kumara Dissayake in Jaffna, de grootste stad van de noordelijke provincie, amper 7%. Over het enorme aandeel van de begroting die naar het leger gaat, zegt de NPP niets.
Voor de verkiezingen trok Anura Kumara Dissayake al naar India om duidelijk te maken dat zijn beleid geen bedreiging zou vormen voor de Indische belangen in Sri Lanka. Die zijn de afgelopen jaren weer toegenomen: heel wat Indische bedrijven proberen een graantje van de privatiseringswoede mee te pikken. De historische anti-Indische opstelling van de JVP (in 1967 opgericht door pro-Chinese dissidenten van de Communistische Partij van Sri Lanka), staat een pragmatische samenwerking met Modi en de BJP vandaag niet in de weg. Kort na de verkiezingen volgde ook overleg met het IMF. Het ziet er niet naar uit dat de nieuwe regering een andere internationale koers zal varen.
De nieuwe president heeft vervroegde parlementsverkiezingen uitgeroepen op 14 november. Zo hoopt hij een parlementaire meerderheid te kunnen vormen, wellicht zal daartoe een coalitie nodig zijn. Alleszins zal het aantal zetels van de NPP toenemen, in 2020 won de JVP slechts 3 van de 225 zetels. Volgens de eerste peilingen worden de parlementsverkiezingen een nek-aan-nek race tussen de NPP en de rechtse partij SJB waarbij geen enkele partij een meerderheid haalt. De vraag is echter hoe de implosie van de twee oude traditionele partijen zich in deze verkiezingen zal vertalen in een politiek landschap dat bijzonder instabiel is.
Het resultaat van de presidentsverkiezingen toont de impact van het massaprotest in 2022, maar ook de beperkingen van een beweging die weet waar ze tegen is maar niet over een duidelijk uitgewerkt alternatief beschikt. Slogans over propere politiek en een nieuwe politieke cultuur zijn sterker als ze gepaard gaan met een analyse van waar corruptie komt en hoe het ingebakken zit in het kapitalisme. Systeemverandering betekent meer dan dat veranderen van de gezichten van de verkozenen, de problemen zijn structureler.
Als de Nationale Volkskracht (NPP) de hoop op verandering niet waarmaakt, wat gezien de volgzame houding tegenover de besparingsdrang van het IMF waarschijnlijk lijkt, dreigen wanhoop en ontgoocheling de boventoon te krijgen. De arbeidersbeweging moet zich nu al organiseren om eigen eisen te verdedigen en een alternatief uit te werken vanuit de werkende klasse en de onderdrukten. De arbeidersbeweging kan daarbij hoop putten uit het voorbeeld van de strijdbeweging die een einde maakte aan het bewind van de familie-Rajapaksa. Zoniet dreigt het gevaar van extreemrechts chauvinisme, rechts-populisme en communautair geweld.