De recente gebeurtenissen in Oekraïne tonen eens te meer aan dat de arbeidersbeweging internationaal een duidelijk programma moet hebben om het recht op zelfbeschikking te waarborgen. We publiceren een uitgebreid dossier over de nationale kwestie in Oekraïne door Walter Chambers van International Socialist Alternative. In het laatste deel kijken we naar de achtergrond van de nasleep van Euromaidan, de recente gebeurtenissen en tot slot een socialistisch standpunt.
Een staatsgreep?
Na de vlucht van Janoekovitsj werd een “interim-regering” gevormd – een coalitie tussen het rechtse Volksfront, de pro-Europese neoliberalen van Batkivsjtsjna en de extreemrechtse partij Svoboda (Vrijheid). Deze laatste bekleedde de posten van vice-premier voor humanitaire zaken, minister van Ecologie, minister van Landbouw en, gedurende één maand, minister van Defensie. Het duurde minder dan zes maanden omdat, in de woorden van premier Jatsenjoek, de leden niet gezien wilden worden “als besparingspolitici en daarmee politieke belangen boven het lot van het land hadden gesteld.” Bij de daaropvolgende verkiezingen in oktober 2014 haalden de extreemrechtse partijen Svoboda en Rechtse Sector respectievelijk 4,7% en 1,8%.
Het Kremlin beschrijft wat er gebeurde als een staatsgreep, georkestreerd door het VS-imperialisme. We mogen niet anders verwachten van deze rechtse autoritairen, die denken dat zij het door God gegeven (uiteraard Russisch orthodox) recht hebben om te dicteren hoe landen als Oekraïne leven. We verwachten niet anders te horen van de Russische chauvinistische ‘Communistische’ Partij. Maar in de afgelopen periode hebben organisaties die beweren ‘marxistisch’ te zijn, deze uitleg overgenomen. Zo lazen we: “De staatsgreep vond plaats op 22 februari 2014” (In Defence of Marxism website) of nog: “Sinds een bloedige staatsgreep een pro-westers regime aan de macht bracht in 2014” (Socialistworld website). Door mee te stappen in het Russische narratief kiezen deze groepen eigenlijk kant in de strijd tussen imperialistische blokken.
Het resultaat van EuroMaidan opende echter nog meer problemen. Net zoals het imperialisme was tussengekomen in de EuroMaidan protesten [net zoals de imperialistische machten altijd probeerden in te grijpen in revolutionaire opstanden, niet in het minst tijdens de Russische revolutie zelf], probeerde ook het Russische imperialisme te redden wat het kon uit de nederlaag van hun Janoekovitsj.
De annexatie van de Krim
De eerste stappen werden gezet op de Krim. Velen rechtvaardigen de overdracht van de controle aan Rusland met het argument dat dit van oudsher een Russische regio was. Dit is historisch niet juist en het is evenmin een marxistische benadering. De Krim was historisch gezien een deel van het Ottomaanse Rijk. De Russische bevolking werd pas in 1944 een meerderheid, toen Stalin en masse meer dan 200.000 Tataren deporteerde, en minstens 50.000 anderen, waaronder Bulgaren, Grieken en Armeniërs. Na de dood van Stalin droeg zijn opvolger Nikita Chroesjtsjov de Krim over van de Russische Sovjet Federatie naar de Oekraïense. De overdracht rechtvaardigen met een verwijzing naar de “historische traditie” is het aanvaarden van de stalinistische, ondialectische, definitie van een natie, waarbij een natie wordt voorgesteld als “een historisch gevormde stabiele gemeenschap van mensen, op basis van een gemeenschappelijke taal, grondgebied, economisch leven en psychologische samenstelling, gemanifesteerd in een gemeenschappelijke cultuur.”
Wij zijn het eens met Lenins benadering die een natie niet zag als een starre historische entiteit, maar als iets wat zich kan ontwikkelen in de loop van de tijd, door gebeurtenissen … Zonder dergelijk inzicht is het bijvoorbeeld niet mogelijk om de kwestie Israël-Palestina te benaderen.
Pas na 1989, toen Gorbatsjov het regime begon te liberaliseren, konden veel Tataren naar hun vroegere vaderland terugkeren. Toen Oekraïne in 1991 onafhankelijk werd, had de Krim in Oekraïne een speciale status als ‘Autonome Regio’. In 2014 bestond de meerderheid van de Krimbevolking (68%) uit etnische Russen, de rest was hoofdzakelijk Oekraïens en Tataars. Hoewel een deel van de jonge Krimbevolking in Oekraïne werd geassimileerd, de taal leerde enzovoort, gebruikten bijna alle Krimbewoners in het dagelijks leven de Russische taal.
Toen tijdens de eerste dagen van de nieuwe post-Euromaidan regering werd voorgesteld om de wet van 2012 in te trekken en zo de status van de Russische taal te degraderen, werden veel Krimbewoners ongerust. Hun bezorgdheid werd niet zozeer gevoed door de vrees voor het neoliberale beleid van de nieuwe regering, maar omdat zij bang waren voor discriminatie van hun taal en nationale rechten.
President Poetin onthulde later dat hij in de nacht waarin Janoekovitsj zijn nederlaag aanvaardde en Oekraïne ontvluchtte, 22-23 februari 2014, een vergadering van de Russische Veiligheidsraad had voorgezeten en had aangekondigd dat “we moeten beginnen te werken aan de teruggave van de Krim aan Rusland.” Tot dan toe was de grootste betoging op de Krim pro-EuroMaidan geweest, voornamelijk door Krim-Tataren. Op 26 februari werd een pro-Russische betoging voor het parlement van de Krim in aantal overtroffen door de betoging die door de Tataarse gemeenschap werd georganiseerd. De toenmalige Krimpremier Anatolii Mohyliov de nieuwe regering in Kiev erkende en beloofde dat zijn regering eventuele nieuwe wetten zou uitvoeren, eisten de betogers nieuwe verkiezingen.
In Sebastopol was zich echter een ander proces aan het ontwikkelen. Hoewel het toen een Oekraïense stad was, had de Russische Zwarte Zeevloot er zijn hoofdkwartier. Naast de tienduizenden Russische marinemensen waren nog veel meer mensen in de stad voor hun werk afhankelijk van de vloot. Er ontstonden betogingen tegen de regering in Kiev met een sterke betrokkenheid van pro-Russische krachten. Sprekers spraken over de “fascistische regering” in Kiev en richtten “verdedigingseenheden” op.
In de hoofdstad Simferopol werd op 27 februari het parlement binnengevallen door gewapende soldaten zonder insignes, Mohyliov werd uit zijn ambt ontheven en een nieuwe premier werd verkozen door de parlementairen die door soldaten bedreigd werden. De nieuwe premier was Sergej Aksjonov, een radicale pro-Russische zakenman die, naar verluidt, aan het hoofd stond van de maffia op het schiereiland en zijn eigen paramilitaire troepenmacht had opgebouwd om zijn zakelijke belangen te bewaken. Of de soldaten nu, zoals algemeen wordt aangenomen, ‘ontkenbare elementen’ waren onder leiding van het Kremlin, of leden van de strijdkrachten van Aksjonov maakt weinig verschil: deze regeringswisseling opende de weg naar het referendum dat iets meer dan twee weken later werd gehouden en waarin de Krim een eenvoudige keuze werd geboden: aansluiting bij Rusland.
Socialistisch Alternatief, ISA in Rusland, nam op dat moment een zeer duidelijk standpunt in. Wij waren volledig gekant tegen de pogingen van de nieuwe regering in Kiev om de taal- en nationale rechten in te perken en haar neoliberale beleid voort te zetten. Maar we waarschuwden ook dat het recht op zelfbeschikking alleen kan volgen op een echt democratisch en open proces, zonder pogingen om de rechten van nationale minderheden te beperken.
Uit opiniepeilingen van februari 2014 bleek nog steeds dat slechts een minderheid van de Krimbevolking voorstander was van hereniging met Rusland, maar als marxisten begrijpen wij dat het bewustzijn snel kan veranderen naarmate de gebeurtenissen zich voordoen. Het lijdt geen twijfel dat veel Krimbewoners tegen de tijd van het referendum hun mening hadden bijgesteld.
Dit was echter geen democratisch referendum. Het was een twee weken durende campagne waarin de mogelijkheid om voor de status quo te stemmen ontbrak, de onderdrukking van elke vorm van oppositiecampagne wijdverbreid was met maatregelen tegen elke tegenstander en, het meest dramatisch, een ongelooflijk eenzijdige campagne die werd gedomineerd door beweringen van het Kremlin dat Oekraïne een naziregime was geworden. Dit was een voorbeeld van de ondemocratische verkiezingen die de norm zijn in Poetins Rusland. Het Kremlin beweerde dat bij een opkomst van 83% maar liefst 97% voor aansluiting bij Rusland had gestemd. De werkelijke situatie bleek later toen een intern verslag per ongeluk op de site van het Kremlin werd geplaatst: 60% stemde voor aansluiting bij Rusland bij een opkomst van 50%. Dat lijkt een veel realistischer inschatting, gezien het feit dat 30% van de Krimbevolking op dat moment Tataars of Oekraïens was.
Wij staan volledig achter het recht van de bevolking van de Krim om over de eigen toekomst te beslissen, maar verzetten ons tegen een aansluiting bij de Russische Federatie. We waarschuwden dat zo’n aansluiting bij het kapitalistische en autoritaire Rusland de nationale kwestie niet zou oplossen en, indien het tijdelijk economische voordelen opleverde, deze voordelen slechts erg tijdelijk zouden zijn. We waarschuwden dat het zou leiden tot een patriottische golf en een versterking van het autoritarisme in Rusland zelf, en ook op de Krim. In de nasleep van het referendum werden oppositieleden inderdaad uit de Krim verdreven en veel Oekraïners en Tataren die tegen Rusland gekant bleven, verlieten de regio. Voor het referendum was twee derde van de Krimbevolking etnisch Russisch. Tien jaar later was dat al drie kwart van de bevolking omdat Oekraïners en Tataren vluchtten. Linkse activisten, feministen, LGBTQI+ activisten en anderen kregen te maken met toenemende repressie.
De Donbas
De situatie in Zuid- en Oost-Oekraïne was veel complexer. Donbas is het gebied dat de regio’s Donetsk en Loegansk omvat [niet te verwarren met de huidige republieken Donetsk en Loegansk]. Bij de laatste volkstelling vóór EuroMaidan waren 58% van de bevolking van Loegansk en 57% van de bevolking van Donetsk etnische Oekraïners, minder dan 40% waren etnische Russen. Toch sprak respectievelijk 69% en 75% Russisch als eerste taal.
Het Kremlin en zijn aanhangers presenteren hun acties in de regio als het verdedigen van de rechten van de Russische bevolking, maar in werkelijkheid hebben zij de kwestie gebruikt in een poging om voet aan de grond te krijgen in Oekraïne, om te voorkomen dat het land en de belangrijke industriële basis in Donbas onder westerse invloed zouden komen te staan. De aanvankelijke bezorgdheid van een deel van de bewoners van Donbas over de mogelijke aantasting van hun taalrechten sloeg in 2014 al snel om in de vrees dat Russische interventie tot oorlog zou leiden. Zij verwezen naar de nachtmerrie van de oorlog van het voormalige Joegoslavië.
Het Kremlin en zijn medestanders gebruikten de volkomen begrijpelijke angst van de inwoners van Donbas voor het agressieve beleid van de regering in Kiev om een militaire operatie te rechtvaardigen, niet om de rechten van de Russische bevolking te verdedigen, zoals zij beweerden, maar in een poging om de gewapende inname van heel Zuid- en Oost-Oekraïne te voltooien, misschien ook van Moldavië, met andere woorden die regio die in de tijd van de tsaren ‘Novorossija’ werd genoemd.
Voor de eenheid van de arbeiders om hun rechten te verdedigen
Zoals meermaals gezegd zijn wij tegen elke beperking van taalrechten en steunen we de rechten van regio’s als Donetsk en Loegansk op autonomie, als de meerderheid van de werkende bevolking dat wil en tot uitdrukking brengt in een democratische stemming.
Wanneer de rechten van een groep arbeiders worden bedreigd vanwege hun nationaliteit, in dit geval met pogingen om de Russische taal te discrimineren, en vanwege de dreiging van fascistische groeperingen zoals de Rechtse Sector, bestaat de enige echte bescherming uit eengemaakte multi-etnische actie van de werkende klasse. Dat moet indien nodig gepaard gaan met het oprichten van comités voor zelfverdediging onder de democratische controle van de arbeidersklasse. Als dat in Donbas was gebeurd, zou dat een krachtig voorbeeld zijn geweest voor de arbeiders in de rest van Oekraïne, en de basis hebben gelegd voor een echte politieke strijd van de arbeidersklasse om een einde te maken aan de heerschappij van de oligarchen, en om de imperialistische en kapitalistische krachten te verdrijven die de nationalistische conflicten in Oekraïne aanwakkerden.
Het potentieel hiervoor bestond zeker in Donbas: honderdduizenden mijnwerkers en andere industrie-arbeiders hadden een trotse geschiedenis van verzet tegen het fascisme en tegen pogingen om hen op te splitsen langs nationale scheidslijnen. Helaas werd de vakbond op dat ogenblik geleid door een Oekraïense nationalist die stelde dat de vakbond zich niet met politiek mocht bezighouden.
Het Kremlin komt tussen
Hierdoor kon het Kremlin de strategie van ‘hybride oorlog’ toepassen, die het voor het eerst in Tsjetsjenië had gebruikt. Het maakte gebruik van de ontevredenheid van een deel van de bevolking in de Donbas-regio over de omverwerping van de regering Janoekovitsj en over de politiek van het nieuwe regime in Kiev. Dit kwam tot uiting in betogingen die begin maart 2014 uitbraken. De grootste daarvan bracht 10.000 mensen bijeen in Donetsk. Toen de spanningen toenamen, namen pro-Russische activisten gebouwen van de lokale overheid in beslag en kondigden de vorming van een militie aan. Soortgelijke gebeurtenissen vonden plaats in Loegansk en enkele andere steden. Leden van de anti-oproerpolitie Berkut, die in Kiev zovelen had gedood, werden geprezen en namen deel aan deze processen.
De nieuwe regering in Kiev gaf blijk van haar reactionaire aard: medio april stuurde de Nationale Veiligheids- en Defensieraad troepen om de regio terug te nemen, te beginnen met de slag om de luchthaven van Kramatorsk en Slavyansk. Ook de pro-Russische strijdkrachten mobiliseerden zich en de oorlog over Donbas begon. Donbas werd in tweeën gesplitst, zowel geografisch als qua bevolkingsaantal, toen de ‘Volksrepublieken’ Donetsk en Loegansk werden opgericht.
Alsof de Oekraïense troepen nog niet erg genoeg waren, behoorden veel van degenen die gingen vechten tot de neonazistische groeperingen die tijdens EuroMaidan een rol hadden gespeeld. Terwijl de NAVO en de EU de mond vol hebben van hun steun aan het Oekraïne van Zelenski, negeren zij het feit dat deze neonazi’s zijn opgenomen in het officiële leger. Extreemrechts haalt nu bij verkiezingen lage scores van slechts een paar procent, maar ondertussen zijn er volledige regimenten, waaronder het neonazistische Azov-bataljan, die wapens en training kregen van Europese mogendheden. Tijdens de oorlogszucht die tot het huidige conflict heeft geleid, berichtten de westerse liberale media over de militaire training van burgers in Kiev zonder ook maar iets te merken van de rol die deze fascistische groeperingen speelden.
Terwijl Kiev deze extreemrechtse groepen tegen Oost-Oekraïne stuurde, was de situatie aan de pro-Russische kant niet beter. Het verzet tegen het beleid van de regering van Kiev werd overgelaten aan gewapende groepen met verborgen, of soms zelfs openlijke steun van het Russische regime. Hoewel deze groepen uit ‘vrijwilligers’ bestonden, waren er veel Russische soldaten “met verlof”, huurlingen en leden van extreemrechts in Rusland bij. Elke twijfel over de aard van deze groepen wordt weggenomen door hun namen: “Russisch-Orthodox bataljon”, de Bulgaarse “Orthodoxe Dageraad”, het “Dodenbataljon”, de “Kozakken Nationale Garde” of door de loyauteit van anderen tegenover het Hongaarse Jobbik, de Servische Tsjetniks etc.
Soms wordt Aleksej Mozgovoj voorgesteld als leider van een links bataljon, maar veel van zijn leden kwamen uit extreemrechtse Europese groeperingen, en hij wilde het herstel van de glorieuze dagen van de Kozakken, als onderdeel van het Russische keizerrijk! Vlak voor zijn dood zei hij bijvoorbeeld: “Als ik morgen in een bar of café een jonge vrouw zie, zal ze worden gearresteerd. Een vrouw moet een moeder zijn, beschermster van het huis. Wat voor moeder zullen ze zijn als ze in bars rondhangen? … Een vrouw moet thuis zitten, taarten bakken en 8 maart vieren. Tijd om je te herinneren dat je een Rus bent. Tijd om de Russische ziel te herstellen!”
Net zoals het Russische regime waar ze marionetten van zijn, kennen de twee ‘republieken’ een pro-kapitalistisch, rechts autoritair regime waar iedereen die zich tegen de autoriteiten uitspreekt wordt vervolgd. De leiding wordt niet door verkiezingen aangesteld, maar door vervanging na moordaanslagen. Als gevolg van de loopgravenoorlog in Donbas, die vóór de escalatie van het conflict in februari acht jaar heeft geduurd en 14.000 doden heeft geëist, zijn meer dan twee miljoen inwoners van Donbas de regio ontvlucht. Het optreden van de pro-Russische milities en het lobbyen voor Russische belangen heeft het resterende deel van de Oekraïense bevolking van zich vervreemd, wat voor een groot deel verklaart waarom er zelfs onder etnische Russen en Russischtaligen nu geen noemenswaardige steun voor de Russische interventie bestaat. Tegelijkertijd heeft de oprichting van de twee republieken in de beginperiode na 2014 het Kremlin geholpen om een massale patriottische golf te ontwikkelen, waardoor het de Russische arbeidersklasse kon afleiden van de veelheid aan problemen waarmee zij werd geconfronteerd.
Een socialistisch standpunt
In de omstandigheden van het kapitalisme van de 21e eeuw kunnen noch in Oekraïne, noch op de Krim, noch in Donetsk en Loegansk de nationale rechten of de rechten van minderheden gewaarborgd worden. Dat was ook al zo voor de huidige oorlog. Deze rechten worden stelselmatig opgeofferd aan de belangen van het grootkapitaal, de corrupte bureaucratie, de belangen van de militairen, bandieten en krijgsheren. Dit wordt nu nog scherper duidelijker in het conflict tussen de verschillende imperialistische machten.
De cynische, brutale manier waarop het imperialisme te werk gaat is in deze oorlog duidelijk gebleken. Het Russische imperialisme moet onmiddellijk al zijn troepen en militaire middelen uit heel Oekraïne terugtrekken.
De VS en de NAVO zijn maanden bezig geweest met het opbouwen van de sfeer waarin oorlog onvermijdelijk werd. De NAVO is niet, zoals zij beweert, een “defensieve alliantie”, maar heeft sinds haar oprichting op agressieve wijze deelgenomen aan vele oorlogen. Zij heeft de oorlog gebruikt om haar militaire uitgaven drastisch te verhogen, klaar voor nieuwe confrontaties met Rusland, en uiteindelijk met China. Het is best bereid landen als Oekraïne op te offeren zolang zijn imperialistische belangen maar gediend zijn.
In de begindagen van de oorlog hadden velen de illusie dat de NAVO Oekraïne zou beschermen. Dit is een fatale vergissing. Dergelijke imperialistische krachten zullen nooit de rechten van de gewone werkende mensen verdedigen. De arbeidersklasse mag geen vertrouwen hebben in deze imperialistische krachten, en militaristische allianties zoals de NAVO moeten ontbonden worden. Alle buitenlandse strijdkrachten moeten worden teruggetrokken en de begrotingen moeten drastisch worden herschikt om te investeren in zorg, onderwijs en de levensstandaard in het algemeen in plaats van in oorlog.
Als er één les is die uit de huidige oorlog getrokken moet worden, dan is het wel dat in de huidige wereldsituatie, waarin de wereld steeds meer gepolariseerd en gemilitariseerd wordt tussen de verschillende imperialistische belangen, een werkelijk onafhankelijk Oekraïne alleen mogelijk zal zijn als de economie en daarmee alle democratische structuren ontdaan worden van de invloeden van de verschillende kapitalistische machten. Alle natuurlijke grondstoffen van het land, de grootschalige industrie en de banken moeten in publieke handen komen, democratisch gecontroleerd en gepland worden door hen die erin werken en hun producten gebruiken.
Zolang er echter kapitalistische en dus imperialistische krachten in de wereld bestaan, zullen zij, zoals Rusland nu doet, proberen inbreuk te maken op het recht op onafhankelijkheid van andere landen. Geen enkel land kan in zo’n situatie werkelijk onafhankelijk zijn en daarom moet elke onafhankelijkheidsstrijd een internationale strijd zijn – een verenigde strijd van de arbeidersklasse tegen kapitalisme en autoritarisme in alle landen is nodig.
Een door de arbeidersklasse geleide strijd voor bevrijding zou de rechten van alle naties en groepen verdedigen. Als in een land als Oekraïne de bewoners van een bepaalde regio een zekere mate van autonomie of zelfs onafhankelijkheid willen, zouden er niet langer economische of reactionaire hindernissen zijn die dit verhinderen. Dit zou het mogelijk maken een minnelijke en wederzijds aanvaardbare overeenkomst te bereiken. Op dezelfde manier zullen taal- en culturele rechten niet alleen bevrijd worden van beperkingen, maar zullen er ook middelen beschikbaar worden gesteld voor de ontwikkeling van regionale en nationale culturen.
Na het wegnemen van de oorzaken van armoede, uitbuiting en oorlog, namelijk het kapitalisme, zal deze verenigde strijd van de arbeidersklasse de basis leggen voor een nieuwe wereld, gebaseerd op een vrijwillige, gelijkwaardige en democratische federatie van socialistische staten in Europa en over de hele wereld.