Dit jaar is er veel aandacht voor de Eerste Wereldoorlog. De omstandigheden waarin die oorlog ten einde kwam, genieten minder belangstelling. Meer nog: de Duitse Revolutie is amper bekend, terwijl in het proces van revolutie en contrarevolutie in Duitsland de krijtlijnen voor het verdere verloop van de 20e eeuw werden uitgezet. Hebben we er vandaag nog iets aan om terug te kijken naar die revolutie? Wij denken van wel: het potentieel van revolutie in een ontwikkeld kapitalistisch land in tijden van oorlog en crisis werd ermee aangetoond.
De Duitse Revolutie was het resultaat van oorlogsmoeheid en versnelde het einde van de Wereldoorlog. Het falen om de revolutie door te trekken tot een socialistische breuk maakte dat het kapitalisme kon standhouden en Sovjet-Rusland geïsoleerd in de greep van een opkomende stalinistische bureaucratie bleef. Dit alles opende de weg voor het fascisme en de Tweede Wereldoorlog. Vandaag wordt wel eens verwezen naar de jaren 1930. Om die periode te begrijpen, zijn de lessen van de Duitse Revolutie essentieel. Hieronder enkele centrale elementen, voor een vollediger beeld verwijzen we naar het nieuwe boek van Marxisme.be: ‘1918-1923: revolutie in Duitsland’.
Op 11 november vieren we de 100ste verjaardag van het einde van de Eerste Wereldoorlog. Vier jaar lang werd een slachting aangericht onder jonge soldaten uit heel de wereld. De oorlog zorgde voor vernieling en ellende. Het aanvankelijke enthousiasme voor de oorlog maakte al gauw plaats voor een groeiend ongenoegen ertegen. De uitzichtloosheid ervan leidde tot opstandige bewegingen. De ketting brak het eerst in zijn zwakste schakel: Rusland. Maar het revolutionair proces zal zich niet tot Rusland beperken: onder meer in Duitsland waren er vanaf januari 1918 steeds meer protestacties en stakingen. De oorlog bracht revolutie voort.
Zoals in elke revolutionaire beweging ontstonden nieuwe instrumenten om de strijd te organiseren. Er doken overal, tot in het bezette Brussel toe, arbeiders- en soldatenraden op. Onder druk van de revolutionaire beweging was de sociaaldemocratische SPD verplicht om de keizer af te zetten, de republiek uit te roepen en een reeks sociale hervormingen door te voeren. Dezelfde partij die in 1914 voor de oorlogskredieten stemde en daarmee het bankroet van de Tweede Internationale aankondigde, moest op 11 november de wapenstilstand afkondigen. De revolutie maakte het voortzetten van de oorlog onmogelijk. Veel arbeiders en soldaten zagen de SPD nog steeds als hun partij en hoopten dat de socialistische verandering door deze partij zou gerealiseerd worden. De SPD-leiding daarentegen had een ander project: met hervormingen van boven een verdere revolutionaire explosie van onderuit ondermijnen. De zwakke positie van de revolutionaire krachten maakte dat de SPD daar voorlopig mee wegkwam, ook al moest de partij veel moeite doen om nieuwe bewegingen de kop in te drukken. Dat is de reden waarom Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht, de revolutionaire voortrekkers in Duitsland, werden vermoord in januari 1919.
In oorlogen wordt het perspectief van revolutie en massabewegingen vaak niet gezien. Wie associeert Syrië of Afghanistan vandaag met de mogelijkheid van een revolutionaire beweging? Weinigen wellicht. Oorlog stelt niet automatisch de kwestie van revolutie. Maar het maakt de keuze wel duidelijker: de barbarij van (burger)oorlog verderzetten of stappen zetten naar een machtsovername door de meerderheid van de bevolking. De golf van opstanden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika in 2011 toonde het potentieel van massaprotest.
Overal ter wereld is er vandaag een roep naar verandering. In de VS is socialisme onder jongeren populairder dan kapitalisme. Hoe kunnen we breken met uitbuiting, onderdrukking en dus met het kapitalisme? De Duitse Revolutie biedt belangrijke lessen over het belang van eenheid in actie, een revolutionair programma en een socialistisch perspectief.
Revolutie en contrarevolutie
Het revolutionair proces tussen 1918 en 1923 kende verschillende ogenblikken waarop een socialistische maatschappijverandering mogelijk was. Deze werden niet benut, waardoor het kapitalisme kon standhouden en de prille Sovjet-Unie geïsoleerd bleef. Dit maakte de opgang van de stalinistische bureaucratie in Rusland mogelijk.
De poging van de rechterzijde om na het neerslaan van de revolutionaire bewegingen in 1919 zelf in het offensief te gaan met een staatsgreep onder leiding van Wolfgang Kapp, had een omgekeerd effect. De zweep van de contrarevolutie bracht het revolutionaire potentieel terug op het voorplan. Een algemene staking met 12 miljoen deelnemers legde het land plat: de coupplegers vonden zelfs geen drukkerij om de aankondiging van hun machtsgreep officieel bekend te maken. Deze immense stakingsbeweging – en later die in 1923 – stelde de kwestie van de macht. De leiding van de Communistische Partij (KPD) zag het momentum echter niet, of zag het pas toen het voorbij was.
Het gebrek aan een collectieve revolutionaire leiding met voldoende inplanting in de samenleving speelde een bijzonder nefaste rol. Dit werd nog vergroot door de moord op Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht. Het bestaan van de Bolsjewistische partij en de leiding door Lenin, Trotski en anderen in Rusland, vormde het grootste verschil met de politiek onervaren KPD in Duitsland. De opbouw van een revolutionaire partij is een werk van langere adem, van uitvoerige voorbereiding waarbij collectief ervaringen opgedaan worden en een leiding zich als een op elkaar ingespeelde ploeg kan vormen. Een vinger kan gemakkelijk gebroken worden; als de vingers zich aaneensluiten tot een vuist, wordt dit moeilijker. Maar dat volstaat nog niet om met de blote handen een plank te breken. Intensieve en langdurige oefening en concentratie maken het gevechtssporters mogelijk om planken en zelfs muren met hun handen te breken. Met de klassenstrijd is het niet anders: het vergt collectieve ervaring, oefening, inzicht in de eigen sterktes en zwaktes, wilskracht en concentratie om met de arbeidersklasse door de muur van het kapitalisme te breken.
De nederlaag in Duitsland legde de basis voor het fascisme en de Tweede Wereldoorlog. Begin jaren 1920 maakte het fascisme nog geen kans. Een poging tot putsch in Beieren eindigde op een fiasco voor Hitler. Na de recessie van 1929, en tegenover het verraad van de erg makke SPD-leiding en de fouten van de stalinistisch geworden KPD-leiding die in de ‘sociaalfascistische’ SPD een groter gevaar zag dan in de nazi’s, werd het wel mogelijk om de nazipartij uit te bouwen tot een massa-organisatie die tienduizenden op de been bracht. Het niet invullen van de hoop op revolutionaire verandering, opende de weg voor de contrarevolutionaire wanhoop. Vandaag kennen we net als in de jaren 1930 economische crisis en bijhorende politieke en sociale instabiliteit en onrust. Maar we komen niet uit een periode van fundamentele nederlagen van de arbeidersbeweging. De voorbije periode was er integendeel eerder één van neoliberale contrarevolutie waarbij nu strijdbewegingen ontwikkelen en de zoektocht naar een alternatief op het kapitalisme aangevat wordt. Het is in die zoektocht dat we ons de lessen van de Duitse Revolutie eigen moeten maken.
Belangrijkste momenten:
- 4 augustus 1914: begin van Eerste Wereldoorlog
- 1916: tegenstanders van de oorlog worden uit de SPD-fractie gezet en vormen een jaar later de USPD (Onafhankelijke Socialistische Partij van Duitsland)
- Januari 1918: stakingsgolf onder de slogan ‘Vrede, vrijheid en brood’.
- November 1918: na een muiterij in de marinebasis van Kiel verspreidt het protest zich. In tal van steden worden raden opgezet. De SPD-leiding ziet zich genoodzaakt om de republiek uit te roepen. De revolutie zet druk om vrede te sluiten en zo een einde te maken aan de Eerste Wereldoorlog.
- Januari 1919: bij acties in Berlijn tegen het afzetten van de linkse politiechef Eichhorn komt het tot een confrontatie met paramilitaire groepen die door de SPD-leiding ingezet worden. Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht worden op 15 januari vermoord.
- Maart 1920: de acties en bewegingen in 1919 worden één voor één de kop ingedrukt waarna de rechterzijde zich sterk genoeg voelt om een staatsgreep te plegen onder leiding van Wolfgang Kapp. Het lokt massaal protest uit: een algemene staking met 12 miljoen deelnemers. De staatsgreep mislukt, maar het potentieel van revolutie wordt niet gegrepen.
- Oktober 1920: de USPD sluit bij de Comintern aan waardoor er nu een massale communistische partij in Duitsland is. Die gaat in maart 1921 over tot het prematuur oproepen tot een gewapende opstand, wat mislukt en harde repressie meebrengt.
- Januari 1923: Franse en Belgische troepen trekken het Ruhr-gebied binnen omdat Duitsland de herstelbetalingen niet kan betalen. Er is massaal protest in het Ruhrgebied en vanaf juni ook daarbuiten, uit protest tegen de hyperinflatie.
- Augustus 1923: Berlijnse fabrieksraden beslissen tot een algemene staking voor het ontslag van de regering. De regering-Cuno neemt meteen ontslag, maar de stakingsgolf verspreidt zich verder. Het potentieel van een escalatie van de strijd wordt niet gegrepen. De regering neemt maatregelen om de inflatie in te dijken, ook al zorgt dit voor werkloosheid. Het revolutionaire momentum is voorbij.
- 1930: na jaren van relatieve stabiliteit tussen 1923 en 1929 volgt de crisis en de politieke instabiliteit met de eerste grote electorale doorbraak van de nazi’s.
- 1933: zonder veel tegenkanting kan Hitler de macht nemen en beginnen met zijn fascistisch beleid van het breken van de arbeidersbeweging.
Boekvoorstellingen
Marxisme.be bracht het boek ‘1918-1923: revolutie in Duitsland’ uit. Het gaat om een bundeling van teksten die het verloop schetsen van wat tussen de Eerste Wereldoorlog en de opkomst van het fascisme in Duitsland gebeurde. Een opmerkelijk hoofdstuk handelt over de Brusselse soldatenraad van november 1918.
Op de Eerste Wereldoorlog en de opkomst van fascisme wordt slechts beperkt ingegaan. Over deze onderwerpen brachten we afzonderlijke boeken uit: ‘Een socialistische kijk op de grote oorlog’ en ‘Trotski over het fascisme.’
In november stellen we het boek over de Duitse Revolutie voor in Antwerpen (28 november), Gent (21 november), Brussel (21 november), Namen (7 november), Utrecht (3 november) en elders. Het boekt telt 154 pagina’s en kost 10 euro (+ 2 euro verzendingskosten).