Door Jeremy Trott, Socialist Action (CWI in Australië)
Australië is in de greep van een extreme bosbrandcrisis. Recordbrekende hittegolven en maandenlange droogte hebben de voorwaarden geschapen voor massale branden in het hele land.
De omvang van de branden is ongekend, de gevolgen zijn wereldwijd voelbaar. Het zijn de grootste bosbranden ooit in Australië. Op het moment van schrijven zijn er bijna 6 miljoen hectare verbrand – meer dan vijf keer de omvang van de branden van 2019 in het Amazonegebied. Vijftien mensen zijn gedood en het dodental zal waarschijnlijk stijgen.
Wekenlang heeft een waas van giftige rook Sydney, Brisbane en Canberra overspoeld. Op de meeste dagen is de luchtkwaliteit slechter dan in Peking. In de eerste twee weken van december werden tientallen kantoren in Sydney geëvacueerd toen brandalarmen afgingen door rook die naar binnen sijpelde. Het aantal oproepen voor ziekenwagens als gevolg van moeilijkheden bij ademhaling nam in deze periode toe met 30%.
Terwijl deze ramp zich ontvouwt, ligt de liberaal-nationale coalitieregering te slapen. Net als keizer Nero, die aan het prutsen was terwijl Rome in brand stond, ging premier Scott Morrison op vakantie naar Hawaï tijdens de noodtoestand, wat leidde tot een wijdverbreide publieke veroordeling. Voor veel mensen vatte Morrison’s vakantie de hardvochtige houding van een regering samen die weigert iets te doen aan de opwarming van de aarde, zelfs als de gevolgen ervan onmiskenbaar worden.
Decennialang hebben wetenschappers en branddeskundigen ervoor gewaarschuwd dat klimaatverandering de bosbranden in Australië zal verergeren. Deze waarschuwingen zijn nu een realiteit. Het bosbrandseizoen wordt langer, met minder regenval en langere, warmere zomers. De omstandigheden zijn zo droog dat de begroeide gebieden bijzonder licht ontvlambaar zijn. Naast een grotere frequentie en intensiteit van de branden, betekent dit dat er minder kans is op kleine, gecontroleerde verbrandingen om het struikgewas onder controle te houden.
Het Australische kapitalisme en zijn politici hebben niets gedaan om zich voor te bereiden op deze situatie. Brandbestrijding op het platteland van Australië wordt voornamelijk uitgevoerd door duizenden onbezoldigde lokale vrijwilligers, die hun tijd – en soms hun leven – meestal zonder compensatie opofferen. De vrijwillige brandweermannen, die steeds middelen krijgen van de overheid, zijn vaak afhankelijk van fondsenwerving door de gemeenschap. Zowel de brandweer van Queensland als die van New South Wales werd kort voor het brandseizoen van 2019 geconfronteerd met besparingen op de middelen. Deze besparingen kosten levens.
Terwijl cruciale brandweerdiensten het met misdadig weinig middelen moeten stellen, is de grootste misdaad van het politieke establishment veruit het klimaatbeleid. Als trouwe lakeien van de hebzucht van de fossiele brandstofindustrie, hebben zowel de Liberalen als Labor de gas- en steenkoolproductie uitgebreid in plaats van snelle maatregelen te nemen voor de overgang naar hernieuwbare energie. Hun tweeledige steun voor de steenkoolwinning in het bekken van Queensland in Galilea is het meest in het oog springende voorbeeld. Ze volgen blindelings de logica van de kapitalistische markt: winst op korte termijn, ongeacht de kosten.
Tijd om terug te vechten!
In december betoogden 40.000 mensen in Sydney de straat uit protest tegen het gebrek aan actie door de federale en lokale deelstaatregering. Deze massale mobilisatie is tekenend voor de sudderende woede in de samenleving. Deze woede moet omgezet worden in een serieuze beweging die in staat is de situatie te veranderen.
Naast meer stakingen van jongeren moeten de vakbonden het voortouw nemen in deze beweging door collectieve actie op de werkplek op te voeren. Er waren al werkonderbrekingen in de bouw, de maritieme sector en onder elektriciens in Sydney, op basis van het risico voor de veiligheid en de gezondheid in het kader van de giftige rook.
Deze kleinschalige werkonderbrekingen moeten worden geëscaleerd tot een nationale staking van werkenden en jongeren om onmiddellijk meer middelen te eisen voor brandweerdiensten en actie op het gebied van klimaatverandering. Een massale staking en protesten om de economie zelfs maar één dag stil te leggen, zouden de regering onder enorme druk zetten.
Uiteindelijk vereist de aanpak van de klimaatcrisis en de desastreuze gevolgen ervan een radicale verandering van de economie. Het is duidelijk dat zolang de rijkdom, de grondstoffen en de industrieën in privébezit zijn, de bedrijven hun eigen winstbelangen boven de belangen van de gemeenschap stellen.
Om deze noodsituatie aan te pakken, hebben we behoefte aan publieke eigendom en controle over de belangrijkste onderdelen van de economie. Als we bijvoorbeeld de grote olie-, gas- en mijnbouwbedrijven in publieke handen brengen, kunnen we beginnen met een geplande overgang naar hernieuwbare energie. In plaats van banen te schrappen, zouden werkenden in die industrieën kunnen worden omgeschoold en ingezet voor duurzame banen elders.
We kunnen niet op de private sector vertrouwen om belangrijke beslissingen te nemen over ons milieu en ons levensonderhoud. Een democratisch socialistisch productieplan, waarbij werkenden in alle sectoren worden betrokken, is dringend noodzakelijk. De klimaatverandering stelt ons voor enorme uitdagingen – het kapitalisme kan die niet aan.