8 maart is de Internationale Vrouwendag, waarop overal ter wereld de strijd voor vrouwenrechten wordt opgevoerd. Meer artikels in de aanloop naar 8 maart in verschillende landen zijn te vinden op de ROSA site www.rosainternational.org
Verklaring van International Socialist Alternative (ISA) en ROSA International
Terwijl 2019 een jaar van massale opstand was, waarin vrouwen en vooral jonge vrouwen – en hun eisen – een integraal onderdeel vormden en vaak in de frontlinie stonden, en hoop creëerden voor vrouwen over de hele wereld, vormen de pandemie en de zich ontwikkelende economische crisis die er in 2020 door werd veroorzaakt, een reële bedreiging voor de verworvenheden die vrouwen in de afgelopen decennia hebben bekomen.
Verwijzend naar de toename van huishoudelijke taken en de zorg voor het gezin, verklaart Anita Bhatia, adjunct-uitvoerend directeur van UN Women: “De pandemie zou 25 jaar van toenemende gelijkheid tussen mannen en vrouwen teniet kunnen doen.” Er bestaat een “reëel risico dat men terugkeert naar de genderstereotypen van 1950.” (BBC, 26 november)
Meer onbetaald werk, minder betaald werk – de financiële onafhankelijkheid van vrouwen ligt onder vuur
Vóór het uitbreken van de pandemie verrichtten vrouwen gemiddeld drie keer meer onbetaald werk dan mannen. Die ongelijkheid is het afgelopen jaar alleen maar toegenomen. “Nog verontrustend is het feit dat veel vrouwen eigenlijk niet meer aan het werk gaan. Alleen al in de maand september zijn in de VS ongeveer 865.000 vrouwen uit de beroepsbevolking gestapt tegenover 200.000 mannen, en het grootste deel daarvan kan worden verklaard door het feit dat er een zorglast was en er niemand anders in de buurt was,” legt Bhatia verder uit.
De Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) suggereert dat het equivalent van 140 miljoen voltijdse banen verloren kan gaan door Covid 19, waarbij de werkgelegenheid van vrouwen 19% meer gevaar loopt dan die van mannen. De schade is enorm in de informele sector, waarin wereldwijd 58% van de vrouwen werkzaam is. Volgens UN Women hebben informele werkers gemiddeld 60% van hun inkomen verloren. Maar liefst 72% van de huishoudelijk werkers, voor 80% vrouwen, is hun baan kwijtgeraakt, terwijl deze banen geen basisbescherming voor werknemers bieden, zoals betaald verlof, opzegtermijn of een ontslagvergoeding.
“Maar zelfs in de formele sector lijkt het virus de ongelijkheid te vergroten, zo bleek uit het rapport [van UN Women], waarbij vrouwen in Bangladesh zes keer meer kans lopen om betaalde werkuren te verliezen dan mannen.” (The Telegraph, 26 november). Volgens een censusonderzoek in september 2020 hebben bijna 7 miljoen Amerikanen geen werk vanwege de kinderopvang. “Omdat vrouwen gemiddeld minder verdienen dan mannen, is het vaak de moeder die een stapje terug doet. Vrouwen verliezen waardevolle vaardigheden gedurende de tijd dat ze niet werken, wat het vinden van een baan in de toekomst moeilijker kan maken en de gezinsfinanciën kan schaden, aldus analist Malik van Center for American Progress.” (Bloomberg, 30 september)
Uit cijfers in India blijkt dat de alarmerend lage participatie van vrouwen in de beroepsbevolking van voor de pandemie – slechts 20% – zelfs nog is verergerd. In april en mei hebben ten minste 4 op de 10 vrouwen hun baan verloren: 39% tegenover 29% van de mannen, volgens het Centre for Monitoring Indian Economy.
Volgens officiële gegevens zal in Brazilië meer dan de helft van de vrouwelijke bevolking ouder dan 14 jaar buiten de arbeidsmarkt vallen. De arbeidsparticipatie bedroeg 45,8%. Volgens gegevens van het Algemeen Register van Werknemers en Werklozen werden in 2020 230.200 nieuwe vacatures ingevuld door mannen, terwijl vrouwen 87.600 banen verloren. Van april tot december werden 94.900 jobs voor vrouwen geschrapt.
De huidige economische crisis raakt werkende mensen over de hele wereld, en het onevenredig grote effect ervan op vrouwen kan langdurige achteruitgang met zich meebrengen. UN Women waarschuwt dat de toename van de armoede vrouwen het hardst zal treffen, vooral vrouwen tussen 25 en 34 jaar. “In 2021 zullen er naar verwachting wereldwijd 118 vrouwen tussen 25 en 34 jaar in extreme armoede leven voor elke 100 mannen tussen 25 en 34 jaar in extreme armoede, en deze verhouding zou kunnen stijgen tot 121 arme vrouwen voor elke 100 arme mannen in 2030.”
De plotselinge vloedgolf van massale structurele werkloosheid zal een vrouwelijker gezicht krijgen dan ooit tevoren. Dit zal veel vrouwen in armoede en afhankelijkheid storten. Zoals we in de jaren 1930 zagen, kan het echter ook leiden tot vastberaden strijd rond eisen voor sociale steun en sociale zekerheidsstelsels – met een goede kans om toegevingen te winnen – en op langere termijn tot strijd voor een kortere werkweek zonder verlies van loon.
Economische depressie zal de schaduwpandemie van gendergeweld verergeren
De eerste lockdown in China liet een enorme toename van huiselijk geweld zien. Met de verspreiding van de pandemie werd dit een internationaal kenmerk. In 2019 meldden volgens UN Women 243 miljoen vrouwen tussen 15 en 49 jaar (18%) dat zij in het afgelopen jaar seksueel en/of fysiek geweld hadden ervaren door een intieme partner, oplopend tot 30% wanneer dit over een heel leven wordt gemeten. In 2020 is dit aanzienlijk toegenomen, in regio’s als Zuidoost-Azië is het volgens de Wereldgezondheidsorganisatie gestegen tot naar schatting 40%.
Een blog van de Wereldbank, gepubliceerd op 1 oktober 2020, wijst erop dat het aantal moorden door huiselijk geweld in het VK meer dan verdubbeld was in de eerste twee maanden van de lockdown. Onderzoek in de VS toonde een toename aan van huiselijk geweld, evenals een toename van de ernst van de gemelde verwondingen. In Kameroen en Nigeria staan vrouwelijke werknemers meer bloot aan seksuele intimidatie en misbruik, aangezien het verlies van economische kansen vrouwen nog meer in de informele sector heeft gedreven, waar hun kwetsbaarheid groter is. In India onthulden vrouwengroepen dat er druk wordt uitgeoefend op meisjes om het kindhuwelijk te heroverwegen, omdat de toegang tot onderwijs en bestaansmiddelen onzeker is.
Uit een in oktober gepubliceerde studie van het VN-trustfonds voor de strijd tegen geweld tegen vrouwen blijkt dat alle soorten geweld tegen vrouwen en meisjes tijdens de pandemie zijn toegenomen. Dit is vooral het geval voor huiselijk geweld, waarbij heel wat vrouwen thuis opgesloten zitten met mishandelende partners. Deze toename wordt aangewakkerd door gezondheid en geldzorgen, waardoor spanningen ontstaan die nog worden verergerd door de krappe levensomstandigheden, terwijl de sociale diensten, de zorg en de steun voor slachtoffers ook vóór de lockdowns al grotendeels ontoereikend waren.
UN Women wijst ook op een toename van onlinegeweld overal waar vrouwen toegang hebben tot technologie. Vóór de pandemie gaf 1 op de 10 vrouwen in de EU aan sinds haar 15e het slachtoffer te zijn geweest van cyberpesten. Het gebruik van onlineplatforms is het afgelopen jaar aanzienlijk toegenomen: miljoenen vrouwen maken regelmatig gebruik van videoconferenties om te werken of te studeren. Verschillende deskundigen spreken over een toename van online stalking, pesterijen, seksuele intimidatie en seksspeurtochten.
Er is maar één manier om te voorkomen dat de positie van vrouwen wordt teruggedrongen: organiseren en terugvechten!
Tegelijkertijd toonde de vrouwenbeweging een opmerkelijke veerkracht en was de rem die door de ontwikkeling van de pandemie werd gezet van zeer korte duur. Eind januari behaalden activisten in Argentinië een overwinning in hun jarenlange en massale strijd voor legale abortus tot 14 weken.
Ondanks een hoog infectierisico en lockdown-beperkingen reageerden Poolse vrouwen massaal op de nieuwe stap in de richting van een totaal verbod op abortus, waarbij zij meer steun kregen van bredere lagen in de samenleving dan voorheen. Deze strijd zal doorgaan en toekomstige protesten tegen de rechtse Poolse regering zijn verzekerd van de strijdkracht van vrouwen.
In elke grote opstand van de laatste twee jaar hebben vrouwen, en vooral jonge vrouwen, een essentiële rol gespeeld, vaak in de voorste gelederen van de strijd. Dat was opnieuw duidelijk bij de opstanden in Thailand en Wit-Rusland. Hun specifieke eisen zijn organisch samengesmolten met de economische en sociale eisen van bewegingen tegen de enorme ongelijkheid die overal al voor de pandemie aanwezig was en er alleen maar groter door is geworden. Ze gingen samen met de politieke eisen om regeringen af te zetten die verantwoordelijk zijn voor zowel deze groeiende ongelijkheid als voor de rampzalige aanpak van de pandemie, waarbij de belangen van de kapitalistische klasse prevaleren boven de belangen van de massa’s.
Voor veel werknemers in sterk vervrouwelijkte essentiële diensten als de gezondheidszorg en het onderwijs was het van meet af aan duidelijk dat de decennialange besparingen en onderfinanciering van hun sectoren, met inbegrip van commercialisering en privatisering, een enorme impact hadden op het vermogen om deze gezondheidscrisis het hoofd te bieden, niet alleen wat het aantal sterfgevallen betreft, maar ook door de onmogelijke arbeidsomstandigheden en de enorme offers die van het personeel werden gevraagd. Reeds vóór Covid-19 waren deze sectoren overal ter wereld betrokken bij de strijd tegen de gevolgen van het neoliberale beleid op de arbeidsomstandigheden en op de kwaliteit en toegankelijkheid van hun dienstverlening. Hun steun in de samenleving is enorm gegroeid. In deze essentiële diensten zal de strijd worden voortgezet om ervoor te zorgen dat er geen terugkeer komt naar het “normale” van vroeger: onderbetaald, ondergewaardeerd en overwerkt zijn.
De rampzalige aanpak van de pandemie wordt nu herhaald met de vaccinatie. Door het trage tempo van de vaccinatie en de ongelijke verdeling bestaat er een reëel gevaar dat COVID-19 ons leven nog lange tijd zal beheersen, aangezien zich steeds nieuwe varianten blijven ontwikkelen. Het vrijgeven van het octrooi en het verspreiden van de technologie en de know-how om ervoor te zorgen dat het vaccin overal kan worden geproduceerd, zou een logische en noodzakelijke stap zijn, maar dit botst met de belangen van Big Pharma. Om het vaccin in de hele wereld met voldoende snelheid te kunnen distribueren, moet er een gezondheidsdienst worden opgericht die in staat is universele kwaliteitszorg te bieden, met voldoende infrastructuur, personeel en middelen. De huidige vaccinatieproblemen wijzen op dezelfde noodzaak als de hele aanpak van deze gezondheidscrisis: we moeten fundamenteel af van de logica die private winsten laat voorgaan boven menselijke behoeften.
Er moet dringend massaal worden geïnvesteerd in openbare, voor iedereen toegankelijke gezondheidszorg van hoge kwaliteit. Overal ter wereld hebben gezondheidswerkers gevochten voor meer middelen voor hun sector en op veel plaatsen hebben zij extra investeringen en het soort loonsverhogingen gekregen waarvan men in de periode vóór Covid-19 alleen maar kon dromen. Onder druk van de strijd op de werkvloer in de sector en de massale steun voor gezondheidswerkers in de samenleving hebben de federale en regionale regeringen in België ongeveer 3 miljard euro vrijgemaakt, waarvan het grootste deel naar loonsverhogingen en bonussen is gegaan; in Frankrijk hebben de gezondheidswerkers 7,5 miljard euro gekregen in het loonakkoord van afgelopen zomer. Enorme bedragen, maar lang niet genoeg om de tekorten in de infrastructuur en de lage personeelsbezetting aan te pakken. Het probleem van de commercialisering en privatisering blijft ook op tafel liggen en zal deel uitmaken van de strijd in de komende jaren: nergens is het aantal sterfgevallen zo hoog als in de gecommercialiseerde residentiële zorg.
De strijd tegen seksisme in al zijn vormen is voortgezet. In het afgelopen jaar heeft Me Too zich verspreid naar nieuwe regio’s zoals de Balkan en China, waar in de herfst van vorig jaar twee gevallen van huiselijk geweld leidden tot wijdverbreide publieke verontwaardiging op sociale media en het censureren van sociale media. In het geval van Fang, die door haar man en zijn ouders werd doodgeslagen omdat ze onvruchtbaar was, heeft de golf van woede bij het publiek over de milde straf voor de moordenaars de gerechtelijke autoriteiten ertoe aangezet een nieuw proces te beloven. In andere landen zijn we getuige van een tweede golf. In Frankrijk was er “je dis non chef!”, waarbij duizenden horecamedewerkers seksuele intimidatie op het werk aan de kaak stelden, maar ook een specifieke Me Too die aandacht vroeg voor het probleem van incest.
De strijd van werkenden voor gezondheid en veiligheid op het werk kon niet worden gestopt, zelfs niet met de rem die vakbondsleiders erop zetten. Maar terwijl op de meeste plaatsen de strijd zich aanpaste om corona-proof te zijn, barstten bij een directe aanval massabewegingen los, ondanks het risico van besmetting of lockdown-beperkingen. De vrouwen die de afgelopen tien jaar betrokken waren bij de vrouwenbeweging, en de vrouwen die betrokken waren bij de strijd in sterk vervrouwelijkte sectoren als de gezondheidszorg en het onderwijs voor de herwaardering van hun werk of in de detailhandel en de schoonmaak voor fatsoenlijke contracten en lonen, zullen niet zomaar stoppen. We zullen de dreiging van achteruitgang en aanvallen niet zomaar accepteren!
Socialistisch feminisme meer dan ooit nodig!
In het afgelopen jaar hebben afdelingen van ISA en ROSA-groepen een belangrijke rol gespeeld in landen als Ierland, Rusland, Brazilië, Oostenrijk en België bij het vertalen van de woede van vrouwen in actieve strijd op straat, op scholen en op de werkvloer. Wij strijden voor het opbouwen van solidariteit en het betrekken van organisaties van de arbeidersklasse bij de strijd tegen alle vormen van discriminatie, in het besef dat het kapitalisme aan elke vorm van discriminatie ten grondslag ligt. Door te strijden tegen elke aanval en voor elke hervorming of concessie die we in de huidige situatie kunnen krijgen, wijzen we ook op de noodzaak om de maatschappij fundamenteel te veranderen, om ons te ontdoen van de op winst beluste elite die de maatschappij in haar eigen belang regeert ten koste van honderdduizenden mensenlevens.
De protesten van 8 maart vorig jaar hebben ons de prachtige en enorme staking in Mexico en massale betogingen in heel wat landen opgeleverd. Dit jaar zullen veel mobilisaties worden beperkt door het virus en allerhande lockdowns en beperkende maatregelen, maar we roepen iedereen die wil vechten voor een wereld waarin vrouwen niet langer tweederangs burgers zijn en hun rechtmatige plaats in de samenleving kunnen innemen op om deze datum te markeren met acties rond de eisen die worden opgelegd door de vreselijke crisis waarin het kapitalisme ons heeft gebracht.
Daartoe behoort een vaccinatiestrategie om ervoor te zorgen dat er licht is aan het eind van de tunnel: snelle en universele vaccinatie door de gezondheidszorg en de farmaceutische sector in publieke handen, waarbij de werknemers controle krijgen om ervoor te zorgen dat ze functioneren om aan de behoeften van de meerderheid van de bevolking te voldoen. Er zijn massale investeringen nodig om opnieuw een openbare gezondheidsdienst van goede kwaliteit op te zetten die voor iedereen toegankelijk is en die zijn personeel niet als martelaars gebruikt, maar degelijke arbeidsomstandigheden en lonen biedt.
Hetzelfde geldt voor essentiële diensten als onderwijs en kinderopvang. Scholen moesten niet alleen worden gesloten vanwege de ontwikkeling van het virus, maar ook omdat decennia van onderinvestering en besparingen betekenden dat er niet voldoende infrastructuur en personeel was om veilig open te kunnen gaan. Er zijn massale investeringen nodig om veilige scholen te creëren, en ook om veilige manieren te creëren om naar school te gaan door te investeren in openbaar vervoer.
De strijd tegen gendergeweld is de afgelopen tien jaar over de hele wereld toegenomen. Regeringen hebben gezorgd voor tijdelijke opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld – vrouwen, kinderen, LGBTQI-jongeren – maar er is veel meer nodig. Gendergeweld is niet ontstaan als gevolg van de pandemie en zal niet worden opgelost met tijdelijke maatregelen. Degelijke openbare diensten zoals opvanghuizen, sociale en psychologische hulp voor slachtoffers, opleiding van personeel in alle diensten die met dit probleem te maken hebben, met inbegrip van politie en personeel van het gerechtelijk apparaat, degelijke LGBTQI-inclusieve seksuele voorlichting op scholen waarbij de nadruk wordt gelegd op instemming, het uitwerken van therapie voor daders om recidive tegen te gaan, zijn onmiddellijke eisen waarvoor we moeten vechten om te reageren op het probleem zoals het zich vandaag voordoet.
Maar om gendergeweld te voorkomen moet vastberaden worden gestreden voor de financiële onafhankelijkheid van vrouwen: goede jobs met vaste arbeidscontracten en degelijke lonen voor iedereen, inclusief de strijd voor een minimumloon waarvan men kan leven; arbeidstijdverkorting zonder loonderving om de werkloosheid te bestrijden; openbare diensten om ervoor te zorgen dat vrouwen volledig aan de samenleving kunnen deelnemen door grote delen van wat als huishoudelijke taken wordt beschouwd te collectiviseren; socialezekerheidsstelsels die ervoor zorgen dat mensen die niet kunnen werken een uitkering krijgen die hen niet tot armoede veroordeelt; betaalbare huisvesting die alleen tot stand kan komen door massale investeringen in sociale huisvesting.
De lockdowns hebben het sociale leven tot bijna niets gereduceerd, waardoor enorme geestelijke gezondheidsproblemen zijn ontstaan, aangezien mensen niet bedoeld zijn om altijd alleen te zijn. Hele sectoren, zoals de horecasector, de cultuursector en de evenementensector, maken nu een golf van faillissementen door, die nog zal versnellen zodra de overheidssteun stopt. Deze sectoren zijn van groot belang voor het recreatieve en sociale leven van de mensen, maar zijn in de decennia van neoliberale overheersing bijna volledig geprivatiseerd, waardoor jongeren en gewone werkenden in de steden alleen nog hun eigen vier muren hebben. Steun aan kleine bedrijven in deze sectoren op basis van aangetoonde behoefte moet worden bevochten, net als het creëren van openbare recreatiefaciliteiten om deze diensten aan de bevolking te leveren, maar ook om jobs te scheppen voor een beroepsbevolking die met massale werkloosheid wordt bedreigd.
Om over de middelen te beschikken om een dergelijk programma te bekostigen, strijden wij voor de nationalisatie van de financiële sector en de belangrijkste sectoren van de economie, zodat de middelen die door de internationale arbeidersklasse worden gecreëerd daadwerkelijk worden gebruikt voor een democratische planning van de productie ten dienste van de belangen van de meerderheid van de wereldbevolking. In een kapitalistische maatschappij staat winst voorop, wat leidt tot schaarste en ellende voor brede lagen van de bevolking, met systematische discriminatie van allerlei aard als inherent aspect van de samenleving, maar ook tot vernietiging van het milieu.
Dit zijn eisen die wij op de Internationale Vrouwendag naar voren willen brengen en strijdpunten waartoe wij ons verbinden. Om ze te bereiken hebben we de grootst mogelijke eenheid nodig onder de arbeidersklasse en de onderdrukte lagen in de samenleving: arbeiders, vrouwen, jongeren, mensen van kleur, LGBTQI-mensen en andere onderdrukte minderheden. Om ze allemaal af te dwingen, moeten we de heersende elites, die nog rijker zijn geworden door de enorme crisis die de mensheid vorig jaar heeft getroffen, de macht en de controle ontnemen en de staatsmacht in handen brengen van de meerderheid van de bevolking om die volledig te reorganiseren in dienst van de belangen van de meerderheid en van de planeet. Alleen de arbeidersklasse, verenigd in haar grote verscheidenheid, heeft de potentiële macht in de productie en in de samenleving als geheel om dat te doen.
Wij komen op voor socialisme, een samenleving waarin democratie niet beperkt blijft tot het om de paar jaar kunnen stemmen, maar waar de meerderheid van de bevolking betrokken is bij de besluitvorming over wat er geproduceerd wordt en hoe. Wij roepen iedereen die wil strijden op om zich bij ons aan te sluiten in deze strijd en in het opbouwen van de bewegingen en organisaties die we nodig hebben om te winnen.