Drie dingen staan voorop bij de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014. Eén: VVD en PvdA hebben verdiend een rode kaart gekregen, maar D66 redt het bezuinigingsbeleid, het is nu de grootste partij in Amsterdam, Den Haag en Utrecht. Twee: de PVV deed mee in Den Haag en Almere, maar werd in Den Haag niet de grootste. In Almere bleef de PVV de grootste partij, maar kreeg minder stemmen dan de vorige keer. Wilders pogingen om haat tegen Marokkanen op te wekken, hebben hun doel gemist. En als derde: de SP heeft nu in veel gemeenteraden een sterke positie om de het bezuinigingsbeleid te bestrijden. Er zijn gemeenten waar de SP de grootste partij is, zoals in Heerlen en Nijmegen, maar in veel steden heeft de SP nu een veel sterker platform om het kabinetsbeleid te keren als de partij kiest voor een socialistisch beleid. Dat is misschien nog wel het beste nieuws van deze verkiezingen.
Artikel door Pieter Brans, Amsterdam
Het was van te voren al duidelijk dat, wat de uitslag ook zou worden, het kabinetsbeleid hetzelfde zou blijven, hoe impopulair het ook is. De achteruitgang in vertrouwen in VVD en PvdA was verwacht, maar dank zij D66 kunnen de bezuinigingen op landelijk niveau doorgaan en ook op gemeentelijk niveau worden doorgevoerd. Nu het CDA als kapitalistische partij steeds kleiner wordt, is het wel zo geruststellend voor de bourgeoisie om te weten dat partijen zoals D66 en andere christelijke partijen die rol een beetje kunnen overnemen.
De heersende elite kan gerust zijn: hun beleid van het afwentelen van de crisis op de gewone bevolking, door bezuinigingen, door huurverhogingen, verkoop van sociale woningbouw, het uitkleden van de zorg, kan gewoon doorgaan. Het neoliberale denken blijft stevig verankerd in de Nederlandse politiek, er is voorlopig op alle niveaus wel een meerderheid voor te organiseren, landelijk, provinciaal en in gemeenteraden. Het voortduren van de crisis, de lange duur van de massawerkloosheid (duurt zeker tot 2024!), de blijvende stagnatie van de economie en de huizenmarkt zullen echter aan het neoliberale geloof en het vertrouwen in de burgerlijke partijen blijven knagen.
Wilders heeft opnieuw laten zien dat hij geen enkele vorm van racistische propaganda schuwt om zichzelf politiek vooruit te werken. Hij zegt “minder Marokkanen”, bedoelt dan “minder criminele Marokkanen” en blijkt het dan uiteindelijk over vrijwillige remigratie en uitzetting van criminele Marokkanen te hebben gehad. Deze man mag het niet zeggen maar zegt niets wat niet mag, hij zou een prijs moeten krijgen voor maximale onduidelijkheid. Hij zoekt het op dat moment meest voor de hand liggende doelwit (Marokkanen, Islam, de EU), slaakt daarover wat venijnige kreten en geniet van de aandacht die het hem oplevert. Nuchter bezien: een antwoord op de crisis heeft hij niet. Het gedoe verdoezelt effectief dat de resultaten van de PVV deelname aan de gemeenteraadsverkiezingen zwak waren. In Almere kreeg de PVV minder stemmen en ondanks al zijn gekrakeel en de media-aandacht kwam de PVV in Den Haag niet als grootste uit de bus. Wilders heeft de positie van de PVV als oppositiepartij niet versterkt.
De sterkere positie voor de SP die de verkiezingen in het hele land hebben opgeleverd vormt een stevige basis voor het bestrijden van de bezuinigingen en het verder uitbouwen van de partij. De gemeentes mogen geen uitvoeringskantoren worden van Haags beleid. Waar de SP de grootste partij is (Heerlen, Gennep, Nijmegen, Pekela), maar ook in andere gemeentes waarin de SP belangrijker is geworden kan op deze basis effectiever actie worden gevoerd. De SP heeft hiermee het potentieel om zichzelf tot de belangrijkste oppositiepartij te maken! Zoals een SP-lijsttrekker zei: “Het is onze plicht om de stem van het verzet te zijn!” Dat is inderdaad het beste begin van een grotere ommezwaai.
Maar om de sterkere positie te benutten moet de SP een duidelijk socialistisch beleid voeren. De SP heeft eerder in peiliingen en bij verkiezingen goede scores behaald om daarna weer snel weg te zakken vanwege de teleurstelling bij de kiezers over het gebrek aan een socialistisch alternatief. De partij moet het idee overboord zetten van het sluiten van coalities met partijen die bezuinigingen doorvoeren, landelijk of lokaal. De SP moet campagne voeren tegen de bezuinigingen en zich als doel stellen om de meerderheid te winnen op basisi van een socialistisch programma. Daarvoor moet ook het functioneren van de partij veranderen, er moet een einde komen aan de centralistische top-down benadering en de partij moet strijdbaar en democratisch zijn, zo wordt hij aantrekkelijk voor grotere aantallen arbeiders en jongeren.
Wij stellen actie rond het volgende programma voor:
1) Het stoppen van de bezuinigingen. Wij aanvaarden niet dat de rekening voor het redden van de banken bij de burgers, de arbeiders wordt neergelegd. Onaanvaardbaar; als de banken en financiële instellingen geld blijven eisen, nationaliseren onder controle van de arbeidersbeweging. De staatsschuld is niet onze schuld.
2) Het stopzetten en terugdraaien van de bezuinigingen op de AOW en de pensioenen. Ouderen laten doorwerken bij massale jeugdwerkloosheid is een vorm van waanzin. Geef jongeren een echte pensioenregeling en niet een gokkast voor later!
3) Herstel de VUT, herstel de pensioenleeftijd op 65 jaar en maak de kortingen op de pensioenen ongedaan. Jongeren moeten het recht blijven houden een goed pensioen op te bouwen. De beperkingen van de opbouw moeten van de baan. Ook zzp’ers moeten een redelijk pensioen kunnen opbouwen.
4) Volledige en automatische compensatie van de prijzen in de lonen. De inflatie is nu 3,1%. De koopkracht van de mensen is al sinds 1997 niet meer gegroeid en de laatste jaren zelfs met bijna 6% gedaald. Compensatie van de forse prijsstijgingen, vooral bij de overheid trouwens en het openbaar vervoer bijvoorbeeld, is nodig. Werken en toch arm zijn (en blijven), daar moet een eind aan komen.
5) Arbeidstijdverkorting met behoud van loon: bij een officiële werkloosheid van tegen een miljoen mensen moet de arbeidsduur omlaag om het werk te verdelen. Wij eisen een werkweek van 32-uur met volledig behoud van loon om het werk te verdelen. Tallozen voor tientallen jaren veroordelen tot de schroothoop en armoede, met hun kinderen erbij, is onaanvaardbaar.