Tussen 6 en 18 november is er de COP27. De VN koos Sharm-el-Sheikh in Egypte als stek voor haar jaarlijks rondje loze beloftes. Die locatie kozen ze niet toevallig. Het dictatoriale regime van al-Sisi heeft heel wat expertise in het bloedig onderdrukken van protest. Vorig jaar zakten meer dan 100.000 activisten af naar Glasgow om te protesteren tegen de inactie van bedrijven en politici. Dit jaar willen wereldleiders en CEO’s graag ongestoord hun jaarlijks rondje greenwashing afwerken.
Door Koerian uit maandblad De Linkse Socialist
Voor al-Sisi, die grote sommen neertelde voor het organiseren van de COP, is dit een ideale manier om zijn regime te greenwashen en de aandacht af te leiden van de massale mensenrechtenschendingen in Egypte. Terwijl afgevaardigden in hun strakke pakken, met kleurrijke badges aan gesponsorde lintjes van zakenlunch naar inspiratiesessie trekken, kwijnen 60.000 politieke gevangen weg in Egyptische cellen. Kritiek op klimaatbeleid wordt hardhandig de mond gesnoerd. Zelfs academici die werken rond ecologie, kunnen hun onderzoek niet publiceren. Het regime verhoogde de hotelprijzen in Sharm-el-sheikh, zodat het voor grassroots organisaties onmogelijk wordt om af te zakken.
Decennia van protest
Protest tegen klimaatverandering is natuurlijk niet nieuw. In 2009 waren er massale protesten tegen de COP15 in Kopenhagen. Het jaar erna werd er een alternatieve ecologische top georganiseerd met vakbondsleiders, milieu-activisten en de brede linkerzijde in Cochabamba, Bolivië. In 2015 was er ondanks de terroristische aanslagen in Parijs een paar weken ervoor, brutale politierepressie nodig om gigantische protesten te vermijden.
We weten al lang dat kapitalistische productie onze planeet richting apocalyps aan het duwen is. IPCC-rapport na IPCC-rapport worden de vooruitzichten slechter. Natuurrampen worden endemisch, het aantal klimaatvluchtelingen neemt jaarlijks met tientallen miljoenen toe. De schuldigen zijn ook al lang gekend. 100 bedrijven zijn verantwoordelijk voor 71% van de uitstoot. De protesten tegen BP na het lek in Deep Water Horizon kerfden dat in 2010 al vast in het collectieve bewustzijn. Terwijl de Britse olie bleef drijven, zonk de illusie dat eender welke COP verandering kon brengen.
Zoekend bewustzijn
Toch heeft ecologisch protest en het maatschappelijk bewustzijn rond ecologie sindsdien een hele weg afgelegd. Tot voor een aantal jaar werd de woede over klimaatverandering vooral gekanaliseerd door het middenveld, door vzw’s en NGO’s, met de steun van groene partijen. Een komen en gaan van platformen, samenwerkingen en burgerinitiatieven probeerden het ongenoegen te capteren. De mobilisatie naar de COP21 gebeurde door Climate Express, de klimaatmarsen worden georganiseerd door een alliantie van middenveldorganisaties als Bond Beter Leefmilieu, 11.11.11 en de vakbonden die zich de Klimaatcoalitie noemen. Op een gegeven moment trachtte ‘The Shift’ het middenveld en de privé samen te brengen rond klimaat.
De eisen die deze platformen en organisaties stellen, bleven erg beperkt. Voor de klimaatmars van 23 oktober pleitte de Klimaatcoalitie voor “een ambitieuze visie ondersteund door alle Belgische overheden, een huisvestings-/energie pact, minder en efficiënter verbruik van energie en het belasten van de uitzonderlijke overwinsten van energiereuzen.” Het is de eerste keer dat de Klimaatcoalitie eisen heeft en dat is een stap vooruit. Het programma reflecteert een toegenomen zoektocht naar collectieve oplossingen voor het klimaatprobleem, ook bij het meer traditionele klimaat-middenveld.
Het systeem op de schop
Om te redden wat er klimaatgewijs nog te redden valt, is meer nodig. Het hele systeem, waarbij fabrieken, grondstoffen en de rest van onze economische productie in private handen zijn, moet op de schop. Zo lang winsten voorgaan op klimaat, kunnen we vervuiling niet aanpakken. Een klimaatmars met meerdere tienduizenden deelnemers, geeft een ideaal platform om strijdbare eisen, als de nationalisatie van de energiesector, te populariseren.
De scholieren die in 2019 staakten voor het klimaat voelden dit aan. ‘System Change, not Climate Change’ werd een belangrijke slogan. De individuele oplossingen (‘als we allemaal samen recycleren, lossen we stapje voor stapje het probleem op’) werden van tafel geveegd. Groen, dat bij uitstek wordt gezien als de politieke vertegenwoordiger van individuele oplossingen voor het klimaatprobleem, slaagde er niet in om electorale winst te boeken na de grootste klimaatbeweging in de Belgische geschiedenis.
De beweging slaagde er echter niet in om zich te verankeren in comités op werkplekken, scholen en universiteiten. Week na week staken, zonder duurzame aanwezigheid of democratische organisatiestructuren houdt niemand vol. De oriëntatie van Anuna De Wever en co op het politieke establishment en de bedrijven met onder andere ‘CEO’s for future’ gaf het finale nekschot.
Koopkracht en klimaat: één strijd
Sindsdien kijkt een deel van de klimaatbeweging richting directe actie, als vorm van protest die de hoogdringendheid van het probleem weerspiegelt. Eerst gaf Extinction Rebellion daar uiting aan, nu Code Rood. De bezetting van de Total-site in Feluy in het weekend van 8 oktober, wees duidelijk op de oorzaak van het klimaatprobleem: grote vervuilende bedrijven. Het maakt de link tussen sociale en ecologische kwesties. Dezelfde bedrijven die grote winsten boeken op vervuilende gasturbines, kolencentrales en gevaarlijke kerncentrales duwen vandaag miljoenen mensen in energiearmoede. Duidelijke, verenigende eisen als beter en betaalbaar openbaar vervoer en investeringen in sociale huisvesting maken de link met sociaal beleid. Ecologische strijd is arbeidersstrijd. De steun van Code Rood aan de staking van Total-arbeiders in Frankrijk – voor een loonsverhoging van 10% – is in die zin enorm belangrijk. Het betekent dat minstens een deel van de klimaatbeweging zich oriënteert op de de georganiseerde arbeidersbeweging en op de beweging voor meer koopkracht.
Om voor altijd komaf te maken met klimaatverandering, kunnen we niet anders dan de bedrijven die ze veroorzaken aanpakken. Dit kan niet zonder komaf te maken met het privaat bezit van energie-, transport-, staal- en andere vervuilende bedrijven en deze te nationaliseren. De mensen die het best weten hoe die bedrijven te controleren en hoe er een groene transitie te verwezenlijken, zijn diegenen die er werken. De acties van Code Rood in België of Ende Gelände, dat in Duitsland al jaren actie voert aan bruinkoolmijnen, wijzen in de juiste richting. Productie plat leggen, vervuilers in hun portemonnee raken, is de enige manier om verandering te bekomen. De beste manier om dit te doen is met stakingen, directe acties die veel efficiënter zijn dan guerrilla-acties.
Een goed georganiseerde klimaatstaking rond de eis tot nationalisatie van alle vervuilende sectoren kan heel snel verandering teweeg brengen. Wanneer de vakbonden met zo’n plan zouden komen, kunnen ze de woede rond koopkracht en klimaat verenigen.