De ongeziene militaire reactie van het regime in Teheran op de provocerende Israëlische aanslag op Iraanse generaals in het consulaat in Damascus doet vrezen voor een kettingreactie die een regionale vuurzee doet ontbranden. Netanyahu en de ministers van het ‘oorlogskabinet’, die verantwoordelijk zijn voor een historische bloedige crisis en die het initiatief namen voor de moordaanslag die in de eerste plaats leidde tot de gebeurtenissen, kloppen zichzelf op de borst voor de grootschalige onderschepping van de aanval. Ultranationalistische Israëlische politici, van Itamar Ben-Gvir en Bezalel Smotrich tot Miki Zohar en Tali Gottlieb, roepen openlijk op tot een regionale oorlog.
Door Shahar Ben Horin en Yasha Marmer van Socialistische Strijdbeweging (ISA in Israël-Palestina). Artikel geschreven op zondag 14 april.
De Iraanse actie heeft voorlopig de aandacht afgeleid van de catastrofe die zich in Gaza voltrekt en heeft het kamp van het Westerse imperialisme rond het Israëlische kapitalisme opnieuw geconsolideerd. Biden benadrukte nogmaals dat de Amerikaanse steun voor het Israëlische regime “ijzersterk” is. De G7 sloot zich bij hem aan in een veroordeling en een dreigement om de sancties tegen het regime in Iran op te voeren. Tegelijk probeerde de G7 druk te zetten op de Israëlische regering om een verdere escalatie te vermijden vanuit de angst om de controle over de gebeurtenissen te verliezen. De G7 herhaalde een hypocriete oproep om een staakt-het-vuren in Gaza te bevorderen.
In Gaza meldden de bewoners ondertussen een van de rustigste nachten in de afgelopen gruwelijke zes maanden. Nu concentreerde de Israëlische oorlogsmachine zich immers voor een keer op de Iraanse aanval. De genocidale aanval van het rechtse Israëlische regime op Gaza, waarbij de gruweldaden van 7 oktober op cynische wijze worden uitgebuit, gaat echter nog steeds door. Dit gebeurt met verminderde intensiteit, maar zonder dat er zelfs maar een akkoord is over een tijdelijk staakt-het-vuren. Ondertussen zijn er twee reservebrigades gemobiliseerd voor extra aanvallen in Gaza en blijft de dreiging van een Israëlische invasie in Rafah in de lucht hangen. Het dodental heeft het onvoorstelbare cijfer van 33.000 overschreden en er woedt een afschuwelijke hongersnood.
De Iraanse delegatie bij de VN verklaarde dat het incident wat Teheran betreft voorbij was, tenzij “het Israëlische regime nog een fout maakt.” Washington maakte duidelijk dat het een Israëlische aanval op Iraans grondgebied niet zou steunen, maar de regering Netanyahu-Ganz dreigde op voorhand dat ze militair zou reageren met een aanval op Iraans grondgebied indien er een aanval vanuit dat Iraans grondgebied zou uitgaan. Er werd gemeld dat de hoofden van het Israëlische leger en de Mossad mogelijke aanvalsplannen hadden goedgekeurd.
Een reeks sabotage- en moordaanslagen op Iraans grondgebied werd de afgelopen jaren toegeschreven aan de staat Israël, maar deze keer waarschuwde het Ayatollah-regime op voorhand dat een dergelijk scenario zou worden beantwoord met een militaire escalatie op grotere schaal. De wekelijkse vergadering van de Israëlische regering werd geannuleerd en er werd gemeld dat het kleinere ‘oorlogskabinet’ bijeenkwam om te beslissen over een ‘antwoord’. Het lijkt er echter op dat er onenigheid was over de mogelijkheid van een onmiddellijke militaire reactie. Er is een matigende druk op het Israëlische regime om de tijd te nemen om de hernieuwde publieke steun te behouden die het van Washington en zijn bondgenoten heeft gekregen. De boodschap van het ‘oorlogskabinet’ is echter dat er een antwoord komt.
Ongeveer 350 drones, ballistische raketten en kruisraketten werden gelanceerd op Israëlische doelen en baanden zich tussen zaterdag en zondag (13-14 april) urenlang een weg vanuit Iran, Irak, Jemen en Syrië. De overgrote meerderheid werd onderschept, zoals van tevoren moet zijn ingeschat in Teheran. Dit gebeurde door een combinatie van legers, waaronder die van Israël (60%), de VS, het VK, Frankrijk en Jordanië, waarbij ook gesteund werd op informatie van onder andere Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten. De aanval was weloverwogen en ging gepaard met een waarschuwing vooraf, maar was niettemin een waarschuwing voor de dreiging van een acute militaire escalatie. Het luchtruim van de landen Israël, Egypte, Jordanië en Libanon bleef urenlang gesloten en er werd aangekondigd dat het Israëlische onderwijs voor één dag werd stilgelegd.
Er was een melding van lichte schade aan de infrastructuur op de Israëlische luchtmachtbasis Nevatim bij Arad. Een 7-jarig meisje uit het “niet-erkende” Bedoeïenendorp in de buurt van Al-Fura’a raakte levensgevaarlijk gewond toen ze in het hoofd werd geraakt toen granaatscherven via het dak van haar huis binnendrongen. Er waren meldingen van de onderschepping van ballistische raketten op een aantal locaties, waaronder boven Jeruzalem (waaronder boven de Al-Aqsa moskee), en in de omgeving van Tel Aviv, de (geannexeerde) Golanhoogten, en voornamelijk in het zuiden, waaronder Dimona (vlakbij een kernreactor). Ongeveer 100 korteafstandsraketten werden door Hezbollah gelanceerd op de grens tussen Israël en Libanon. Uren eerder namen Iraanse commandotroepen de controle over van een schip voor de kust van de Verenigde Arabische Emiraten, gedeeltelijk eigendom van de Israëlische magnaat Eyal Ofer, vermoedelijk ook als onderdeel van hun reactie.
Biden’s waarschuwing schrikt Khamenei niet af
De herhaalde waarschuwing van Biden aan Khamenei om het “niet te doen”, kon niet voorkomen dat dit machtsvertoon na twee weken van dreigementen toch plaatsvond. Het regime van de Ayatollah schoof op in de bereidheid om de dictaten van het VS-imperialisme op een weloverwogen manier te schenden. Dit is ingegeven door de erkenning van de complicatie van het historisch bloedbad in Gaza voor Washington en het duidelijke belang van de VS bij het beperken van militaire interventie en het afremmen van een regionale escalatie. Dit is de eerste keer dat het Iraanse regime rechtstreeks militair optreedt (met uitzondering van cyberoperaties) tegen Israëlische doelen vanaf Iraans grondgebied en niet via marionetten. Dit is een poging om een nieuwe situatie te creëren en een prijs te vragen voor de Israëlische aanvallen op de belangen van het Iraanse regime.
Het Iraanse regime zelf bevindt zich in een diepe crisis, zelfs na het neerslaan van de laatste golf van opstanden in 2022. Het blijft hypocriete en holle ‘anti-imperialistische’ en ‘pro-Palestijnse’ retoriek gebruiken om steun te verwerven. Het is redelijk om aan te nemen dat er onder de massa’s over de hele wereld die geschokt zijn door de gruweldaden in Gaza, ook mensen zijn die sympathie voelen voor elk regime dat het Israëlische regime en Washington uitdaagt. Het gaat echter om een onderdrukkend regime dat niet tussenkomt in het belang van de Palestijnse of Iraanse massa’s, maar vanuit de eigen ambities van de heersende elite in Iran en haar bondgenoten. Het maakt gebruik van het massale gevoel van solidariteit met de Palestijnse bevolking die wordt afgeslacht in Gaza om het eigen draagvlak te verbreden. Alhoewel een deel van de oppositie tegen het Iraanse regime de aanval afdoet als een farce, kan het regime gebruik maken van de huidige fase van eb in de verzetsbeweging en het gebrek aan linkse referentiepunten.
Onder de Iraanse oppositie was er doorheen de jaren ook een verscheidenheid aan verwarde en rechtse stemmen. Dat is ook nu het geval met delen die tegenover de propaganda van de Ayatollahs de kant van het Amerikaanse imperialisme, het Israëlische regime en een terugkeer van de monarchie onder de Sjah verkiezen. Dat weerspiegelt geen steun van de Iraanse massa’s voor de Israëlische bezetting, zoals de heersende klasse van Israël hoopt. Het toont vooral in welke mate de linkse stemmen die een echt alternatief voor het regime vormen worden onderdrukt.
Gevaar van een regionale vuurzee
Tijdens de Golfoorlog van 1991 viel een door de VS geleide coalitie Irak binnen. Het VS-imperialisme streefde er na de val van het stalinisme en de historische koude oorlog naar om zichzelf op te werpen als de exclusieve ‘politieagent van de wereld’ die de regionale orde vorm zou geven. Het Israëlische regime gehoorzaamde toen de opdracht van de VS om zich militair afzijdig te houden om de deelname van Arabische landen aan de door de VS geleide aanval niet te ondermijnen. Het Israëlische regime hield zich daar zelfs aan toen Iraakse Scud-raketten in Israël landden. Vandaag staat het Amerikaanse imperialisme wereldwijd en in de regio veel zwakker. Dit werd aangetoond toen de Golf-monarchieën voor de Iraanse aanval eisten dat de Amerikaanse militaire bases op hun grondgebied in dit stadium niet zouden worden gebruikt voor een rechtstreekse aanval tegen Iran. Ze eisten dit uit vrees voor een regionale oorlog. Zelfs de regering-Trump zag zich destijds genoodzaakt om rekening te houden met de publieke terughoudendheid in de VS en een verzwakte economische en geopolitieke positie. Ook die regering nam afstand van het idee van een nieuwe oorlog in het Midden-Oosten. Het Israëlische kapitalisme bevindt zich in een minder geïsoleerde positie in de regio, maar wordt geconfronteerd met een algemene ‘veiligheids’-crisis, zonder een duidelijke exit-strategie. Ondanks een diepe strategische afhankelijkheid van het Amerikaanse imperialisme kan het proberen om zijn belangen veilig te stellen, zelfs zonder de toestemming van Washington. Dit is een belangrijke factor die het risico van een regionale uitbarsting vergroot.
Bij de aanslag in Damascus op 1 april werd onder meer Mohammad Reza Zahedi (Hassan Mahdawi) gedood. Hij was commandant van de Quds Force van de bewakers van het Iraanse regime in Syrië en Libanon. Dit was de meest prominente dood die het Iraanse regime trof sinds de Trump-administratie in 2020 generaal Soleimani vermoordde. De regering-Biden klaagde dat ze niet van tevoren op de hoogte was gebracht. Desondanks blokkeerde de trojka van de Amerikaanse, Britse en Franse delegaties in de VN ‘Veiligheidsraad’ (op 3 april) een officiële veroordeling van de aanslag op het Iraanse consulaat, een veroordeling die werd voorgesteld door de Russische delegatie. In een reactie op de Iraanse aanval, verklaarde het Kremlin dat er sprake was van het recht op zelfverdediging. Het conflictproces in de regio versterkt de relaties tussen Rusland en Iran, terwijl beide regimes in de regio steun proberen te winnen bij de massa’s die boos zijn over het bloedbad, de gedwongen uithongering en de vernietiging in Gaza.
De beslissing van de Israëlische rechtse regering om Iraanse generaals en activisten van de Palestijnse Islamitische Jihad te vermoorden, wetende dat dit kan leiden tot een militaire escalatie in de regio, kwam er toen de druk van Washington en zijn bondgenoten in het Westen en de regio voor een staakt-het-vuren in Gaza sterker werd. Er was tegelijk een dynamiek van voortdurende escalatie van de confrontaties tussen het Israëlische leger en Hezbollah, met herhaalde dreigingen van een uitgebreide Israëlische aanval op Libanees grondgebied. Tienduizenden inwoners aan beide zijden van de grens tussen Israël en Libanon zijn al zes maanden uit hun huizen verdreven. De regering-Biden stond symbolisch toe dat op 25 maart een resolutie in de VN Veiligheidsraad werd goedgekeurd waarin werd opgeroepen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren. Na de moord op de hulpverleners van World Central Kitchen in Gaza, enkele uren na de moord in Damascus, verhoogde de Amerikaanse regering haar publieke druk op Israël. Dit werd vergezeld van een impliciet ultimatum aan Israël om zich aan haar discipline te houden. Deze druk leidde tot meer vrachtwagens met hulpgoederen in Gaza – een minimale verlichting in het gebruik van het barbaarse wapen van uithongering tegen de bevolking – maar niet tot een staakt-het-vuren.
Netanyahu toont zich niet alleen onwillig om flexibel te zijn in de onderhandelingen over een staakt-het-vuren in Gaza en een overeenkomst over de uitwisseling van gijzelaars en gevangenen, maar de Israëlische regering als geheel blijft ernaar streven om voorwaarden op te leggen waaronder de voorbereiding van een Israëlische invasie van Rafah en het toestaan van bezettingstroepen in het gebied voor een periode van maanden tot jaren. Deze koers, die een strategische impasse weerspiegelt, is ook gebaseerd op het feit dat er onder het Israëlische publiek nog steeds wijdverspreide steun is voor het idee van een ‘oorlog tegen Hamas’. Deze koers wordt ook tot op zekere hoogte beïnvloed door de manoeuvres van Netanyahu zelf, die wanhopig aan de macht wil blijven.
De leiders van Hamas, die zoals verwacht de Iraanse aanval verwelkomden, weigerden het laatste Israëlische ontwerp voor een tijdelijk staakt-het-vuren omdat ze zich niet neerleggen bij de Israëlische dictaten. Ze zijn zich zeker bewust van het afnemende momentum van de Israëlische aanval, de druk in de Israëlische samenleving om de gijzelaars vrij te krijgen en de toegenomen spanningen tussen Washington en de Israëlische regering. De Hamasleiding hoopte aanvankelijk dat de verrassingsaanval van 7 oktober een georkestreerde ontploffing tegen de Israëlische staat zou ontketenen, maar dit bleek grotendeels onjuist. In overeenstemming met de wensen van Teheran en ook met de druk van het Libanese publiek, vermeed Hezbollah een volledig frontaal conflict met het Israëlische leger. De Houthi’s (‘Ansar Allah’) slaagden er via de blokkade in de Rode Zee wel in om een wereldwijde handelsroute te verstoren, wat leidde tot een beperkte interventie onder leiding van het Amerikaanse leger. Dit had echter geen effect op de bewegingen van het Israëlische regime. De crisis in het proces op regionaal niveau heeft echter een voortdurende expansietrend gevolgd, waarvan de beteugeling afhangt van het stoppen van de aanval op Gaza.
Een evenwichtsoefening voor de Israëlische rechtse regering
De moord in Damascus die leidde tot de Iraanse aanval was een evenwichtsoefening voor het Israëlische regime, dat de banden met het westerse imperialisme herstelde en weer op de agenda zette. Ondanks de krokodillentranen en de toenemende internationale druk van de Westerse regeringen om de Israëlische aanval in Gaza te beteugelen – uit angst voor verstrekkende destabiliserende gevolgen, en in het bijzonder het aanwakkeren van woede en radicalisering op massale schaal – zijn de verschillende tegenstellingen binnen het kamp van het Westerse imperialisme in de afgelopen periode in het niet gevallen bij fundamentele geopolitieke overwegingen. Die overwegingen moeten gezien worden in de context van de wereldwijde inter-imperialistische strijd, tussen het kamp onder leiding van Washington en het kamp onder leiding van Peking.
De massale wapentransporten en economische steun aan de bezettingsmacht die de Palestijnen afslacht, waren zeker niet populair en kostten vooral Biden electorale steun. Ze zijn echter bedoeld om duidelijk te maken dat Washington de ‘baas’ blijft in de regio, vastbesloten om een coalitie van regimes te vormen die in conflict zijn met het Iraanse regime, zijn bondgenoten en proxies, en elke mogelijkheid van versterking van de regionale invloed van het Chinese en Russische imperialisme ten koste van het Westen af te slaan.
De open contacten tussen Indonesië, het grootste moslimland ter wereld – dat ernaar streeft lid te worden van de OESO-club – en Israël over de mogelijkheid om de betrekkingen te normaliseren, evenals de voortdurende bevordering van het idee van een toekomstige overeenkomst tussen de VS en Saoedi-Arabië die een defensiealliantie en Israëlisch-Saoedische normalisatie zou omvatten, illustreren de dynamiek van de inter-imperialistische strijd. De bloedige crisis in Gaza was vanaf het begin onderdeel van die strijd tussen de grote blokken en is van invloed op beslissingen in Teheran en Tel Aviv. Daarom hebben de zachte kritieken op de aanval op Gaza en de bezetting in de vorm van juridische en diplomatieke maatregelen, onder druk van de publieke opinie en de internationale solidariteitsbeweging, tot nu toe slechts geleid tot beperkte krassen in de internationale betrekkingen van het Israëlische kapitalisme.
De strijd om het bloedbad in Gaza te stoppen en een regionale oorlog te voorkomen
De situatie blijft uiterst onstabiel. Een nieuwe Israëlische aanval op Iraanse doelen kan ook worden beantwoord met een gecoördineerde interventie met aanzienlijke vuurkracht van de kant van Hezbollah, die gemakkelijk kan aansturen op een catastrofale Israëlische aanval in Libanon. Er kan zelfs een wervelwind van directe confrontaties tussen Israël en Iran ontstaan, wat een meer directe interventie van zowel het Amerikaanse imperialisme als van Peking en Moskou kan veroorzaken. Het stoppen van de aanval op Gaza, de aanvallen en pogroms van militairen en extreemrechtse kolonisten tegen Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever, en het gevaar van een regionale oorlog, blijft een dringende taak.
Voor zover regeringen in het Westen hun toevlucht namen tot toenemende druk voor een staakt-het-vuren in Gaza, was dit het resultaat van angst om de controle over de gebeurtenissen te verliezen en van de ontwikkeling van massale woede en massale strijd. Liberale krachten, ook ter linkerzijde in Israël, die de regering-Biden oproepen om de crisis op te lossen, slaan de bal mis. Washington is de grootste aanstichter van het bloedbad in Gaza en van het proces van regionale confrontatie. De massabetogingen in de hele regio en de wereld, vakbondsacties om wapenleveringen te stoppen, de Palestijnse betogingen en ook de Israëlische betogen voor een “akkoord” en “nieuwe verkiezingen” hebben allemaal druk uitgeoefend op regeringen, inclusief de Israëlische regering, om concessies te doen. Ze wijzen in de richting die nodig is om de wreedheden te stoppen en op te komen voor een uitweg uit de omstandigheden die tot dit punt hebben geleid.
Om de verslechtering een halt toe te roepen, is het noodzakelijk om een strijd op te bouwen met een programma van verzet tegen de Israëlische aanval op Iran, tegen het beleid van moordaanslagen, en om het bloedbad in Gaza te stoppen. Het is nodig om de betogingen te versterken, organisaties op te bouwen om de strijd te bevorderen en georganiseerde acties van arbeiders over de hele wereld en in de regio om een staakt-het-vuren af te dwingen, zich te verzetten tegen de militaire agressie van de rechtse Israëlische regering en tegen de imperialistische interventie in de regio vanuit het westen en het oosten. Omverwerping van de Israëlische ‘bloedregering’ en strijd tegen alle onderdrukkende regimes in de regio is nodig. We komen op voor het einde van de belegering, bezetting, nederzettingen en armoede. De opbouw van socialistische partijen van klassenstrijd in de hele regio moet hiertoe bevorderd worden. Alle noodzakelijke middelen voor de wederopbouw en het herstel van gemeenschappen moeten worden verschaft en dit onder democratische gemeenschapscontrole, in Gaza, de westelijke Negev/Naqab en aan beide kanten van de grens in Libanon, door de onteigening van banken en belangrijke middelen uit de handen van het kapitaal op lokaal en regionaal niveau.
Ja, aan massale strijd voor Palestijnse nationale en sociale bevrijding, en regionale vrede gebaseerd op een gelijkwaardig recht op bestaan en zelfbeschikking voor alle naties, als onderdeel van een strijd voor socialistische verandering.