De overwinning voor extreemrechts is Brazilië is een grote tegenslag voor links. Een pro-dictatuur, pro-marteling, anti-vrouwen, anti-LGBTQ, bevooroordeelde maniakale ex-militair is verkozen als de 42e president van Brazilië. Zijn naam is Jair Bolsanaro, en in zijn inaugurele speech beloofde hij Brazilië te “bevrijden” van “socialisme, verderfelijke waarden, de verzwakte staat en politieke correctheid”.
door Raja, Eindhoven
Hij was lange tijd een marginale politieke figuur en voerde, net als Trump, campagne met de slogan: “Brazilië boven alles, God boven iedereen”. Bolsanaro’s verkiezing werd geholpen door een onstabiel politiek klimaat, de onceremoniële diskwalificatie van de populaire ex-president Lula door de in opspraak gebrachte Hoogste Verkiezingsraad, en vooral door grote financiële giften van big business in Brazilië. Bolsanaro is een uitgesproken anti-communist en een gevaarlijke neoliberaal die grote bezuinigingen en privatiseringen wil doorvoeren. Zijn beleid (zoals mijnbouw en afbraak van het regenwoud) bedreigt ook het overleven van tal van inheemse volkeren in Brazilië. Bij Bolsanaro vind je een gevaarlijke mix van het ergste van drie dingen: economisch neoliberalisme, sociaal conservatisme en autoritair nationalisme.
Hoewel er veel gelijkenissen met Trump zijn (en Trump en Bolsanaro inderdaad hun bewondering voor elkaar hebben uitgesproken), is de algemene politieke situatie in Brazilië in feite veel slechter. Bolsanaro’s verkiezing is in feite een grotere terugslag voor de politieke toekomst van Brazilië, dan de verkiezing van Trump dat was in de VS.
Brazilië kent een geschiedenis van militaire dictaturen. De laatste duurde van 1964 tot 1985. Deze militaire dictatuur, aan de macht gekomen met behulp van de VS (niet verrassend), was extreem wreed. Honderden verdwenen; alle dertien bestaande politieke partijen werden verboden, en linkse groepen en vakbonden zwaar onderdrukt. Eigenmachtige wetten werden doorgevoerd, burgerrechten werden beknot en het regime had een sterke greep op de staat. Het militaire regime staat vooral bekend om zijn schending van mensenrechten en marteling van politieke gevangenen, zowel linkse guerrilla’s, leden van socialistische en communistische partijen, grassroot activisten als radicale studenten. Hoewel het regime in eerste instantie geholpen werd door “mirakuleuze” economische groei, groeide het verzet ertegen onder de massa’s zowel als onder andere delen van de samenleving. Er vond een terugkeer naar democratie plaats. Hoewel dat op zich positief was, bleven de beproevingen een decennium lang voortduren onder een neoliberaal, waarbij inkomensongelijkheid groeide. De sociaaleconomische omstandigheden zorgden er uiteindelijk voor dat de PT (Arbeiderspartij) van Lula het presidentschap won in 2002. De PT slaagde erin om de macht dertien jaar te behouden, waarbij Lula twee termijnen diende en zijn gekozen opvolger Dilma Roussef één.
In het begin was er enorme steun en enthousiasme voor Lula’s PT regering. In tegenstelling tot andere decennia, profiteerden de armste segmenten van de Braziliaanse bevoling in het begin van de economische groei, en er was vooruitgang in het bestrijden van extreme armoede. Echter, de PT weigerde werkelijk socialistische maatregelen door te voeren en ging zelfs over op een pro-kapitalistisch beleid, waarbij de aanval werd ingezet op arbeiders en armen. Grote corruptieschandalen, waarbij Lula betrokken was en waarvoor hij de gevangenis in moest, ondermijnden de steun voor de PT verder. Brazilië zit nu in de ergste economische crisis in honderd jaar. De sociale gevolgen zijn verschrikkelijk; er is een sterke toename van geweld, vori jaar stierven er 70.000 mensen door geweld. Bolsanaro maakt hier op een populistische wijze gebruik van.
Het is in dit politieke vacuüm, met zowel Lula als Dilma in de gevangenis, en de PT op zijn laagste punt ooit, dat Bolsanaro aan de macht gekomen is. Hij heeft gezegd dat de fout van de dictatuur was “om te martelen, en niet te doden” (Dilma is gemarteld in de zeventiger jaren, toen ze een guerilla was). Nadat hij was verkozen, heeft Bolsanaro ex-militairen op regeringsposten benoemd. Zijn haat voor links en socialistische ideeën komt overeen met de ideologie van de militaire dictatuur. Daarom is in veel opzichten de verkiezing van Bolsanaro een terugkeer van het leger in de Braziliaanse politiek; een grote stap terug van de vooruitgang die geboekt is vanaf de negentiger jaren met de strijd van de Braziliaanse arbeiders en studenten.
In deze grimmige situatie is het enige alternatief een verenigd, antifascistisch links met strijd van onderaf, van de rangen van de arbeiders. Extreemrechts profiteerde ervan dat het zich voordeed als iets nieuws en buiten het systeem staand, terwijl in werkelijkheid, zoals hierboven uitgelegd, het een reïncarnatie is van het ergste van Brazilië’s verleden. De laatste fase van de verkiezingscampagne zagen we al een groeiende bereidheid om terug te vechten tegen Bolsanaro, met massademonstraties in Rio en elders. Links moet een radicale, strijdbare rol spelen zodat democratie, solidariteit en socialisme uiteindelijk kunnen winnen.