Het zomerakkoord van de federale regering toonde dat de bende van Charles Michel volhardt in de meedogenloze politiek van sociale afbraak. Alleen al in de federale openbare diensten gingen er sinds 2015 maar liefst 10.000 voltijdse equivalenten verloren of 13% van het personeel. De samenleving wordt op droog zaad gezet door het besparingsbeleid terwijl er na jaren van chronische onderinvestering grote tekorten zijn. In december 2011 ging de regering-Di Rupo, na een periode van 541 dagen zonder regering, door met het besparingswerk. Op zes jaar tijd zijn de ‘inspanningen’ opgelopen tot meer dan 50 miljard euro.
Verantwoordelijkheid tonen in strijd tegen besparingen, niet in het doorvoeren ervan!
Redactioneel commentaar door Nicolas Croes uit ons Belgische zusterblad ‘De Linkse Socialist’
Sedert 2012 is de stortvloed van asociale maatregelen niet gestopt. Met de regering-Michel werd echter een versnelling hoger geschakeld om de publieke financiën te saneren, de schulden te beperken en nieuwe groei te zoeken. Wat was het resultaat hiervan?
Bij de eerste begrotingscontrole in maart 2012 klopte de rekening al niet. Het begrotingsevenwicht dat voorzien was voor 2015 werd uitgesteld. Er kwamen nieuwe besparingen. En dan opnieuw en opnieuw. Vandaag wordt gezegd dat het begrotingsevenwicht in 2020 moet gehaald worden. De begroting voor 2019 werd eind juli amper opgemaakt of het Federaal Planbureau waarschuwde dat het tekort in 2019 5 miljard euro hoger kan liggen dan aangegeven door de regering. Het tekort is opgelopen tot 8,2 miljard. We kennen het vervolg op die vaststelling: als we hen laten doen, zoeken ze die middelen in onze zakken!
Stop de politiek voor de rijken
De aanhoudende tekorten en misrekeningen zijn niet toe te schrijven aan onkunde. Er is een bewuste politiek in dienst van het grootkapitaal. De dividenden voor de grote aandeelhouders kennen een explosieve groei. Het beleid heeft ervoor gezorgd dat het aandeel van de Belgische bedrijfswinsten dat naar dividenden gaat is toegenomen van ongeveer 50% voor de crisis van 2008 tot ongeveer 75% vandaag (cijfers van CEPAG).
Naast fiscale maatregelen in het voordeel van de werkgevers, waren er tal van maatregelen waarmee sociale verworvenheden werden afgebouwd en waarmee de krachtsverhouding in het voordeel van de werkgevers en grote bedrijven overhelt: aanvallen op zieken, rond arbeidsvoorwaarden, …
De werkgevers zullen niet ophouden om eisen op te leggen aan hun politieke partners. Als de vakbonden hun eisen ernstig nemen, moeten ze echte politieke partners zoeken en steun geven aan politieke programma’s opgebouwd rond de belangen van de werkenden. Banden onderhouden met wie daar niet toe bereid is of met wie het programma bij de minste gelegenheid verraadt, is contraproductief.
De levensstandaard en arbeidsomstandigheden van veel mensen kunnen niet wachten op een ander beleid. De Waalse regionale secretaris van het ABVV, Thierry Bodson, gaf daar uitdrukking aan toen hij opriep tot de vorming van linkse coalities. Die oproep herhaalde hij na de zomer. “We stellen ons niet als formateur op, maar als de dag na de verkiezingen een meerderheid van PS, PTB en Ecolo mogelijk is, dan moet dit een prioriteit zijn voor die drie partijen.” De lokale verkiezingen van 14 oktober vormen een eerste test.
De PS heeft altijd geklaagd dat ze door rechts gegijzeld werd toen ze aan de macht was. Vandaag stelt Elio Di Rupo echter dat hij liever in coalitie zou treden met Ecolo en DéFi (de enige partij die voor de verkiezingen van 2014 al pleitte voor een verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar) dan met de PTB. Bij Ecolo is er absolute radiostilte over dit alles.
Stoutmoedigheid vereist!
De vakbondsacties in september en oktober kunnen de sociale kwesties op de politieke agenda plaatsen en er zo voor zorgen dat de woede ook in de stembus tot uiting komt met een versterking van consequent links. We hopen dat de PVDA op 14 oktober tientallen nieuwe gemeenteraadszetels wint. We hopen vooral ook dat de PVDA zich daarmee niet tevreden stelt en dit aangrijpt om het sociaal verzet vooruit te duwen.
Daarom is het nodig dat verkiezingssuccessen omgevormd worden tot brede bewegingen, naar het voorbeeld van wat France Insoumise met verschillende initiatieven deed in de strijd tegen Macron in Frankrijk. Terwijl de PS in de touwen ligt, is France Insoumise (FI) de belangrijkste tegenstander van Macron en zijn partij En Marche. Dit komt door de stoutmoedigheid van FI dat in de praktijk aantoont dat het verzet tegen rechts zich niet beperkt tot toespraken in het parlement. FI organiseerde massabetogingen om syndicale strijd te ondersteunen en nam initiatieven om mensen te verenigen in de strijd tegen de besparingen. Ondanks heel wat beperkingen kan FI zich op die manier opwerpen als het beste instrument voor sociaal verzet.
Op basis van actieve mobilisatie van de werkenden en hun gezinnen kan de PTB/PVDA meteen na de verkiezingen oproepen tot een front van sociaal verzet met al wie de strijd tegen het besparingsbeleid wil voeren, waarbij elkaars eigenheden gerespecteerd worden. Dat zou ook militanten en activisten die niet tot de PVDA behoren betrekken. Het zou PS en Ecolo bovendien dwingen om kleur te bekennen in de strijd tegen de besparingen.
Mogelijk zal de PTB/PVDA in progressieve coalities op lokaal vlak stappen. Een programma doorvoeren dat echt beantwoordt aan de noden van de bevolking zal onvermijdelijk leiden tot een confrontatie met het financiële keurslijf waarin de regionale en federale regeringen de gemeenten houden. In de jaren 1980 slaagde het gemeentebestuur van Liverpool erin om een uitgebreid programma van publieke investeringen door te voeren. Dit gebeurde door de uitbouw van een front van een twintigtal linkse gemeentebesturen. Met stakingen en massabetogingen werden van de regering-Thatcher extra middelen afgedwongen. Waarom vandaag niet eenzelfde weg uitgaan in ons land?
Thatcher werd de ‘iron lady’ genoemd, onder meer omwille van haar koppigheid. We hebben vandaag een strijdbare linkerzijde nodig die even koppig is en elke kans in het publieke debat aangrijpt om de belangen van de werkenden te verdedigen en opkomt voor een breuk met het kapitalistische systeem. Dat moet gekoppeld worden aan een alternatief van een democratisch socialistische samenleving. Dat is perfect mogelijk. En we hebben sowieso geen andere keuze.