Home » Artikelen » Sociaal werker: “We staan vaak machteloos omdat er niet genoeg middelen zijn”

Sociaal werker: “We staan vaak machteloos omdat er niet genoeg middelen zijn”

De dood van een 14-jarig meisje blijven de gemoederen beroeren. Ze was het slachtoffer van een groepsverkrachting. Haar familie zocht hulp maar botste op wachtlijsten en tekorten. Ze stapte zelf uit het leven. De woede is groot en moet omgezet worden in actieve strijd voor echte antwoorden: meer middelen voor efficiënte zorg zonder wachtlijsten, campagnes tegen seksisme en seksueel geweld, verzet tegen een samenleving waarin de verkrachtingscultuur zo sterk aanwezig kan zijn. We spraken met sociaal werker Wouter.

Artikel van de Linkse Socialist (ISA België)

De feiten kwamen voor velen als een schok. Was dit ook het geval in de sociale sector?

“Ja, misschien zelfs nog harder. We zijn natuurlijk net als iedereen geschokt en voelen mee met het leed van de familie en de omgeving van het slachtoffer. Dit komt des te harder aan omdat de hulpverlening een rol had kunnen spelen, maar vandaag vaak machteloos staat omdat er niet genoeg middelen zijn.

“Dat meisje en haar familie zochten hulp, maar niemand kon haar helpen. Voor ons als hulpverleners weegt dit emotioneel zwaar. We komen het helaas meer en meer tegen: een oplossing bieden voor de ene groep, gaat ten koste van een andere groep. Op het einde van de rit blijft het gevoel dat we in het algemeen tekortschieten en niet de nodige hulp bieden. Dan staan we machteloos. In dit geval met de gekende dramatische gevolgen.”

Wat had er dan moeten gebeuren?

“In de eerste plaats is het allerbelangrijkste natuurlijk dat slachtoffers geholpen worden, dat ze overal terechtkunnen en dat hun vragen meteen opgepakt worden. Dat zou het allerminste moeten zijn, maar zelfs dat is nu niet gebeurd. Er zijn kleine stapjes vooruit gezet in de opvang en begeleiding van slachtoffers van seksueel geweld. De Zorgcentra na Seksueel Geweld in Gent, Brussel en Luik hebben de drempel een beetje verlaagd om klacht in te dienen. De regering belooft om dit uit te breiden, maar dat is onvoldoende om het probleem aan te pakken.

“Er moet opgetreden worden tegen seksueel grensoverschrijdend geweld. Dat dit vandaag dikwijls zonder gevolg blijft, is onaanvaardbaar. Er moet bovendien sneller en preventiever opgetreden worden voordat er zich dergelijke feiten voordoen. Dat betekent onder meer aandacht voor potentiële daders of mensen die zo’n probleem ontwikkelen, maar ook voor de maatschappelijke context waarin bijvoorbeeld de verkrachtingscultuur zo sterk kan zijn.

“Tot slot kunnen we de vraag stellen: wat moet er met de mensen gebeuren die zo’n feiten stellen? Voor hen is er onvoldoende gespecialiseerde hulp om te voorkomen van nieuwe slachtoffers. Overal blijken dus schrijnende tekorten op vlak van beschikbare hulpverlening.”

De familie van het slachtoffer klaagt over tekorten en wachtlijsten in de zorg. Dat wordt al jarenlang aangeklaagd. Vlak voor de pandemie werd nog betoogd aan het kabinet van Beke tegen besparingen in de sociale sector. Is er sindsdien iets veranderd?

“Er zijn kleine stukjes bijgekomen voor het sociaal werk waardoor een aantal besparingen deels teruggeschroefd zijn. Dat is op zich positief en een gevolg van het protest en de solidariteit. Maar het volstaat totaal niet om de besparingen van de afgelopen jaren volledig te compenseren. Bovendien waren er toen al tekorten en is het aantal hulpvragen veel groter geworden. Er is een toename van huiselijk geweld, seksueel grensoverschrijdend gedrag, psychische problemen … Onder jongeren is dat nog meer het geval. De wachtlijsten voor psychologische of psychiatrische hulp zijn enorm.

“Kortdurende crisisopvang in de psychiatrie of in het welzijnswerk zijn vandaag gewoon niet mogelijk omdat ze volzet zijn! Nochtans maakt dit een verschil en had het ook in deze zaak in Gent een rol kunnen spelen. Crisisopvang neemt de verschrikkelijke feiten niet weg, blijft beperkt tot symptoomaanpak, maar het kan jongeren in een crisissituatie mogelijk wel stabiliseren. Als er iemand nog twijfel had of er tekorten zijn in de hulpverlening, dan zou die nu wel weg moeten zijn.

“De beperkte extra middelen zorgen voor een beetje zuurstof, maar nemen de tekorten niet weg. Het volstaat niet om ervoor te zorgen dat alle hulpvragen worden beantwoord, terwijl dat toch de bedoeling moet zijn. De middelen zouden moeten vertrekken vanuit de noden van mensen met een geïntegreerd project van massale publieke investeringen in de hele sociale sector. Nu worden kleine investeringen gedaan als reactie op een toename van ernstige problemen. Het blijft bij paniekvoetbal zonder fundamentele verandering. Er wordt enkel gekeken naar het topje van de ijsberg, maar niet naar de onderliggende vulkaan die op uitbarsten staat.”

Kan er überhaupt iets gedaan worden tegen gevallen van seksueel geweld? Komt de zorgsector niet altijd te laat, namelijk als de feiten gebeurd zijn?

“Er moeten in ieder geval verschillende stappen tegelijk gezet worden. Naast de crisisopvang en toegang tot de juiste begeleiding en zorg, is er ook nood aan hulp die ‘eerder’ tussenkomt in de tijdslijn van de probleemwording. Zo kunnen we meer schade voorkomen. Hoe meer preventie, hoe beter.

“Preventie betekent niet een campagne met affiches opzetten, maar zorgen dat er basisvoorzieningen in de samenleving zijn en dit op alle levensdomeinen. Jongeren moeten plaatsen hebben waar ze kunnen praten. In klassen met 15 leerlingen zal dit gemakkelijker kunnen dan als er 30 leerlingen zijn. Probeer als leerkracht dan maar eens problemen op te merken en tijd te nemen om dit op te pakken. Niet alleen onderwijs is belangrijk, ook betaalbare en degelijke huisvesting, financiële stabiliteit thuis of de mogelijkheid om te zijn wie je bent zonder gediscrimineerd te worden. Basisvoorzieningen op al die domeinen zouden al veel spanningen en problemen wegnemen of reduceren. Maar dat vereist fundamentele investeringen en het vrijmaken van de nodige middelen.

“Daarnaast moeten we duidelijk maken dat het gaat om maatschappelijke problemen. De afgelopen decennia was er een psychologisering waarbij sociale kwesties als een individueel probleem werden benoemd. Deze Thatcheriaanse, neoliberale benadering is bij veel mensen binnen gesijpeld waardoor de maatschappelijke context wordt vergeten. Tijdens de pandemie is er bijvoorbeeld een sterke stijging van het aantal pogingen tot zelfdoding, door mensen die financiële problemen kennen en/of emotioneel geïsoleerd zijn. Daar zie je de gevolgen van de afbraak van sociale structuren, maar ook hoe maatschappelijke ontwikkelingen een grote impact hebben op het sociaal welzijn van mensen.

“Bij seksueel grensoverschrijdend geweld is die maatschappelijke context misschien niet altijd zo duidelijk, maar ze is er wel degelijk. Er is het structureel seksisme binnen dit systeem dat verschillen tussen mannen en vrouwen gebruikt en misbruikt. Ook zaken als zich niet goed voelen door financiële druk, emotionele onzekerheid of zich minder verbonden voelen met de samenleving spelen een rol en kunnen leiden tot zo’n ongepast gedrag. In alle lagen van de samenleving, ook in economisch sterkere kringen, spelen machtsverhoudingen en dominante beeldvorming inzake seksisme en racisme een rol. We moeten ons trouwens de vraag stellen hoe het komt dat die beeldvorming dominant geworden is.

“Acute zorg met onmiddellijke opvang, zowel fysiek als geestelijk, gecombineerd met hulpverlening op alle domeinen volstaan niet. Dat zal de toestroom niet stoppen. Basisvoorzieningen in de samenleving ontwikkelen, zijn noodzakelijk. Sociale antwoorden zouden al veel spanningen en problemen wegnemen. Het zou de basis leggen voor een situatie waarin mensen zich beter voelen. Er is meer nodig dan symptoombestrijding, we moeten opkomen voor maatschappijverandering. Seksisme zit ingebakken in het kapitalisme. De strijd voor meer en betere hulp gaat dan ook hand in hand met die voor een andere samenleving. Dat is waarom initiatieven als Campagne ROSA zo belangrijk zijn en alle steun verdienen.”

Scroll To Top