Home » Artikelen » Tijdens normalisering van bezetting en belegering breekt nieuwe oorlog uit

Tijdens normalisering van bezetting en belegering breekt nieuwe oorlog uit

De dramatische ontwikkelingen in Israël en de Gazastrook sinds dit weekend – met tot hiertoe meer dan duizend doden – schokken de wereld. Dit kan het begin zijn van verdere instabiliteit en escalatie van de oorlog. Hieronder een eerste vertaalde verklaring van het secretariaat van de Socialistische Strijdbeweging (ISA in Israël-Palestina), oorspronkelijk gepubliceerd in het Hebreeuws op zondag 8 oktober.

Artikel door de Socialistische Strijdbeweging (ISA in Israël-Palestina)

De oorlogscrisis die zaterdagochtend uitbrak, met een verrassingsaanval van Hamas van ongekende omvang (Operatie Al-Aqsa Vloed), die is voortgezet met een naar verwachting nog bloediger aanval van de regering Netanyahu (die de officiële staat van oorlog heeft afgekondigd), blijft gruwelijke gebeurtenissen veroorzaken onder gemeenschappen aan beide kanten van het hek. Dit is op een schaal die alleen maar erger wordt voor de inwoners van de Gazastrook, die al gebukt gingen onder de Israëlisch-Egyptische belegering. Netanyahu beloofde “wraak” die de “stad van het kwaad in een stad van puin” zou veranderen.

Tegelijkertijd stijgt het dodental als gevolg van het bloedbad dat plaatsvond onder honderden inwoners van de steden en gemeenschappen in het zuiden van het land, en door willekeurig raketvuur, inclusief onder bedoeïenengemeenschappen die geen schuilplaatsen hebben. Ondertussen heeft de militaire escalatie zich uitgebreid naar de grens tussen Israël en Libanon, met raketbeschietingen van Hezbollah, wat een waarschuwing lijkt te zijn tegen een mogelijke Israëlische invasie in Gaza. De crisis kan zich wekenlang blijven ontwikkelen en zelfs ontaarden in een regionale oorlog.

Schok, verdriet en angst overheersen nu onder de bewoners van het zuidelijke district en andere districten van Israël, en niet alleen onder de Joodse bevolking, en in de Gazastrook nog meer, te midden van de bombardementen, terwijl de bewoners niet eens schuilkelders of raketwaarschuwingssystemen hebben. De Socialistische Strijdbeweging (ISA in Israël-Palestina) is solidair met de gewone mensen, met de familieleden van de doden en met de gewonden uit alle gemeenschappen, aan beide kanten van het hek, en met de ontvoerde burgers. Op het moment van schrijven, is het gerapporteerde aantal doden gestegen tot boven de 700 in het zuiden, uit verschillende nationale gemeenschappen, en 500 in de Gazastrook. Dit alles terwijl de regering Netanyahu brutale collectieve straffen promoot, waaronder het afsluiten van de elektriciteit en het tot puinhopen reduceren van gebouwen in Gaza. Dat komt neer op staatsterrorisme.

De ongekende schaal van ontvoeringen, van tientallen mannen en vrouwen naar de Gazastrook, had voor Hamas als doel om de reactie van het Israëlische regime in te dammen en om te dienen als onderhandelingsmiddel voor de vrijlating van Palestijnse gevangenen. De ontvoering van de burgers, waaronder kinderen en oudere vrouwen, moet veroordeeld worden: zij zijn niet verantwoordelijk voor het brute beleid van het Israëlische regime in de Gazastrook en tegenover de Palestijnen. Dit beleid, dat massale opsluiting omvat, met een militair proces of helemaal zonder proces, inclusief van kinderen en van Palestijnse inwoners die proberen te demonstreren en zich te verzetten tegen de militaire bezetting, is uiteraard wat de motivatie voor de ontvoeringen in de eerste plaats heeft aangewakkerd. Nu zou een militaire interventie in een poging om de gijzelaars te bevrijden een groot aantal doden met zich meebrengen. Van de regering moet worden geëist dat ze een snelle en alomvattende gevangenendeal toestaat in het kader van een staakt-het-vuren.

We roepen op tot een protest om de oorlog en het beleid van collectieve bestraffing en “verdeel en heers” te stoppen, om te weigeren deel te nemen aan een wraakaanval op de inwoners van Gaza, en om te strijden voor een diepgaande verandering in de realiteit van het leven in Gaza, inclusief het einde van de bezetting en belegering. Ook de oproepen tot een proteststaking en marsen van woede op de Westelijke Jordaanoever kunnen helpen bij het opbouwen van een noodzakelijke strijd om de status quo aan te vechten – de dictatuur van bezetting en belegering die aan hen is opgelegd – terwijl ze zich voorbereiden op zelfverdediging en bescherming van de Palestijnse demonstranten en inwoners.

De militaire escalatie in het nationale conflict kwam niet uit het niets. De zogenaamd ‘volledig rechtse’ regering onder leiding van Netanyahu, Ben Gvir en Smotrich opereerde met volle kracht, niet alleen tegen het massale verzet tegen het plan van een ‘legale staatsgreep’ waarmee de regering zichzelf wil versterken, maar ook om het beleid van de bezetting, belegering en de politiek van nederzettingen die aan miljoenen Palestijnen zijn opgelegd te verankeren. Dit gaat gepaard met een arrogante claim dat de “conflictbeheersing” onder controle was en een cynische bewering dat de regionale vrede wordt bevorderd door het normalisatieproces tussen Israël en Saoedi-Arabië onder het toekijkend oog van de VS.

De acute en wijdverspreide oorlogscrisis die zich nu heeft ontvouwd kwam na twee ronden van militaire escalatie sinds de vorming van de regering en na jaren waarin de frequentie van de conflictronden toenam als een uitdrukking van de toenemende instabiliteit van de bezetting en belegering. De huidige escalatie heeft uitzonderlijke kenmerken die een nieuwe fase van confrontatie markeren.

Verrassingsaanval van Hamas

Hamas, waarvan de Israëlische kapitalistische bezettingsregeringen tot op de dag van vandaag beweren dat het “afgeschrikt” is (onlangs nog verklaarde de nationale veiligheidsadviseur van Israël, Tzachi Hanegbi, dat “Hamas zeer, zeer terughoudend is”), doorbrak tijdelijk de grenzen van de militaire blokkade met een troepenmacht van vele honderden gewapende mannen, sommigen zelfs over zee en met paragliders. Deze troepen namen het hoofdkwartier van de Gazadivisie van het Israëlische leger over, namen militaire voertuigen in beslag en barricadeerden zichzelf in een politiebureau in de zuidelijke stad Sderot. Daarnaast namen ze, naast elementen van partizanenoorlog tegen militaire troepen, een aantal Israëlische gemeenschappen gedurende lange uren (tot meer dan een dag) over en namen ondertussen ook hun toevlucht tot terroristische daden: lukrake moorden op burgers, waaronder deelnemers aan een muziekfestival, en het ontvoeren van tientallen burgers.

Binnen enkele uren bereikte Hamas zijn politieke doelen, toen het, naast een toonbeeld van geweld, erin slaagde om een complicerende factor toe te voegen voor de “normalisatie” tussen Israël en het Saudische regime, en voor de Palestijnse Autoriteit. Hoewel dit niet de eerste inval is van de militaire vleugel van Hamas voorbij het hek rond de Gazastrook, is het wel de grootste militaire aanval die Hamas tot nu toe heeft uitgevoerd, met een ongekend niveau van vaardigheid en durf, die gepaard ging met een retoriek die de operatie als een bevrijdingsmaatregel zag.

In de eerste uren maakten nogal wat inwoners van de Gazastrook gebruik van de tijdelijke onderbreking van het beleg om het hek over te steken en, al was het maar voor even, met een gevoel van verrukking buiten het grootste gevangenkamp ter wereld te wandelen. Voor veel inwoners van Gaza en veel Palestijnen is het een teken van kracht tegen de macht die hen gevangen houdt als ze door het belegeringshek kunnen stappen. Het is een teken van kracht tegen een beleid dat hun leven vertrapt en hun nationale onafhankelijkheid ontzegt en elke mogelijkheid beperkt om toegang te krijgen tot het gebied waar hun familie vandaan kwam. Dit alles wekt sympathie op voor de strijdkrachten van Hamas, die in deze context gezien worden als een beschermingsmacht.

Aan de andere kant kan het Israëlische regime cynisch gebruik maken van de massale schade onder Israëlische burgers om de mythe te voeden dat de blokkade van de Gazastrook een ‘defensief’ beleid is. Het zal ‘legitimiteit’ mobiliseren voor het doden en vernietigen op grote schaal in de Gazastrook. De twee miljoen inwoners van de Gazastrook leven in omstandigheden van extreme armoede en nood, waarbij 63% lijdt onder voedselonzekerheid, zonder schoon water, zonder basisinfrastructuur en zonder bewegingsvrijheid. Het Israëlische regime buit existentiële en veiligheidszorgen onder de Joodse arbeidersklasse politiek uit om onder meer onderdrukking en aanvallen op Palestijnen te promoten. Tegelijk creëerden de dagelijkse aanvallen en de verwoesting en het verdriet als gevolg van de Israëlische bombardementen de politieke mogelijkheden voor Hamas. Ze konden gebruik maken van een stemming van wanhoop onder delen van de Palestijnse bevolking, om zelfs voor reactionaire acties van willekeurige aanvallen op de burgerbevolking steun te vinden.

Aangezien de bloedige balans tussen Israëlische en Palestijnse slachtoffers er vaak een is van extreme asymmetrie – met tientallen Palestijnse doden voor elke Israëlische dode – kunnen de zeldzame momenten waarop een enigszins ‘gelijkere’ numerieke balans wordt weergegeven, op zichzelf de wanhopige steun voor Hamas versterken. Het kan de indruk wekken dat het in staat is om “een prijs te vragen”, om wraak te nemen, of zelfs om afschrikking op te bouwen, of een militaire macht die de bezetting en belegering kan verslaan.

De Hamasleiding weet dat ze zeker niet in staat is om de sterkste militaire macht in de regio militair te verslaan. Zoals typisch is voor een macht met een rechts, pro-kapitalistisch politiek programma – dat politieke onderdrukking, aanvallen op de arbeiders en armen, onderdrukking van vrouwen en LGBTQ personen en religieuze dwang toepast – vertrouwden de leiders van Hamas door de jaren heen op hun afhankelijkheid van de genade van regimes in de regio en imperialistische machten, en zelfs op afspraken van “coëxistentie” met Israël. Hamas streeft echter naar een perceptie van overwinning door middel van een militaire uitdaging – in tegenstelling tot de Palestijnse Autoriteit en de Arabische regimes – in een patroon dat lijkt op dat van Hezbollah. Die laatste liet in 2006 de grenzen van de regionale macht van Israël zien en dreigde in het verleden Israëlische gemeenschappen over te nemen zoals Hamas nu heeft gedaan.

Dreigen met een ‘beslissende militaire overwinning’

De regering-Netanyahu, die beweerde bewezen te hebben in staat dat ze de agenda in het nationale conflict volledig kan dicteren en elk verzet kan ‘afschrikken’, is nu geconfronteerd met een dramatisch (zij het gedeeltelijk) verlies van controle over de gebeurtenissen en probeert het initiatief terug te winnen met militaire middelen. Er wordt gedreigd met een langdurige en verreikende aanval op de Gazastrook – in wezen om de bestaande orde van bezetting en belegering, die de aanleiding vormde voor de huidige crisis, te beschermen.

Minister van Defensie Galant dreigt om “de nek van Hamas te breken.” Dit was in feite vergelijkbaar met Netanyahu’s dreigement tijdens de verkiezingscampagne van 2009 om een zogenaamde “beslissende militaire overwinning” te behalen. Zelfs daarvoor hebben Israëlische regeringen Hamas-leiders vermoord en Hamas-troepen aangevallen. Maar tussen de bloedvergieten en het “herstel van afschrikking” is de relatieve militaire capaciteit van Hamas, hoewel beperkt, zodanig toegenomen en ontwikkeld dat het Israëlische regime gedwongen is om er meer rekening mee te houden, terwijl het standaard vertrouwt op zijn ‘afspraken’ met de Hamasregering in de Gazastrook om de bestaande orde te behouden en te handhaven. Een poging van het Israëlische regime om Hamas militair te verslaan, dreigt niet alleen Hamas uit te schakelen maar ook op grotere schaal destabiliserende gevolgen te veroorzaken. Dat is waarom de regering-Netanyahu vagere termen gebruikt.

De mobilisatie van de Israëlische gevestigde partijen uit de “oppositie”, die zich inzetten voor politieke steun aan het beleid en de militaire operaties onder leiding van de bende van Netanyahu en Ben Gvir, benadrukt hun verantwoordelijkheid voor de huidige situatie. De voorstellen van Lapid en Gantz om opnieuw in de regering te stappen met Netanyahu onder het mom van de oorlogscrisis – Lapid wil de ministers van extreemrechts vervangen, terwijl Gantz bereid is hen in de regeringscoalitie op te nemen – bewijzen op zichzelf dat de verschillen tussen de partijen over kernpunten uiteindelijk klein zijn.

Netanyahu, wiens regering tot de huidige crisis steunde op een uitgesproken minderheid van het Israëlische publiek, greep de kans om een brede coalitiedeal te promoten met de partijen van Lapid en Gantz, zonder te breken met de extreemrechtse partijen. Dit komt overeen met het belang van de heersende klasse om te proberen de ‘avontuurlijke’ invloed van de extreemrechtse ministers in reactie op deze gebeurtenissen te beperken. Het is ook in overeenstemming met de druk die de laatste tijd vanuit Washington is gekomen om een normalisatiedeal met het Saoedische regime mogelijk te maken. Netanyahu is echter bang om zich te ontdoen van Ben Gvir en Smotrich, omdat hij met hen concurreert om een vergelijkbare basis van steun.

De kern van de “mislukking”: het gevoerde beleid

De vraag “wie heeft het eerste schot gelost” in de dynamiek die tot de huidige escalatie heeft geleid, kan verschillende antwoorden oproepen gezien de voortdurende escalatie van de nationale spanningen. Deze vraag gaat in ieder geval voorbij aan de fundamentele oorzaken van oorlog. Ook de vraag naar het “falen van de inlichtingendienst” van het Israëlische leger, 50 jaar na de oorlog van 1973, leidt af van het belangrijkste punt: het fundament van de crisis is de handhaving van de bestaande orde waarin het Israëlische kapitalisme, met de sterkste militaire macht in de regio, bezetting en annexatie oplegt en miljoenen Palestijnen hun basisrechten ontzegt, waaronder het recht op zelfbeschikking. De politieke steun van kapitalistische regeringen uit het westerse imperialistische blok voor de militaire acties van de regering Netanyahu biedt nu speelruimte voor de voortzetting van het bloedbad en illustreert een fundamentele verdediging van de status quo van de bezetting. De persoonlijke veiligheid van gewone mensen aan beide kanten van het hek interesseert hen niet alleen niet, maar wordt door hen geschaad.

Al sinds de vorige regering Bennet-Lapid is het aantal Palestijnse doden sterk toegenomen en  werden de records van 20 jaar geleden gebroken. Palestijnse huizen op de Westelijke Jordaanoever werden in versneld tempo verwoest; aanvallen door de staat en kolonisten gericht op het ontwortelen van Palestijnse gemeenschappen gingen door, samen met een toename van religieus-nationalistische provocaties door joodse rechtse elementen die een religieuze oorlog met staatssponsoring rond de Al-Aqsa moskee promoten. De economische crisis verergerde de snelkookpan van het leven onder de bezetting. De regering Netanyahu-Ben Gvir heeft zich echter nog harder verzet tegen elke concessie aan de Palestijnen en geprobeerd elk idee van Palestijnse onafhankelijkheid te begraven.

Met de ontwikkeling van populaire protestacties en gewapende conflicten, probeerden de leiders van Hamas en de Islamitische Jihad, onder toezicht van Hezbollah en Iran, om zichzelf voor te doen als effectiever in de confrontatie tegen de bezetting dan Fatah en de Palestijnse Autoriteit. Die laatste verkeert in een acute legitimiteitscrisis door haar feitelijke rol als onderaannemer van de bezetter. Tegenover de nieuwe regering van Netanyahu in Israël kondigden Hamas en de Islamitische Jihad dit jaar aan dat ze als één front zouden optreden in de confrontatie met Israël, ook al verkoos de leiding van Hamas om geen rechtstreeks conflict met Israël aan te gaan bij het oplaaien van de Gazastrook in mei en de invallen in juli op de Westelijke Jordaanoever. Twee weken geleden, op 24 september, kondigden de leiders van Hamas, de Islamitische Jihad en het ‘Volksfront’ tijdens een bijeenkomst in Beiroet echter aan dat ze hun onderlinge coördinatie zouden versterken om de acties als antwoord op de agressie van het bezettingsregime op te voeren.

De crisis in de Gazastrook en de protesten aan het hek

Deze aankondiging kwam midden in een nieuwe reeks Palestijnse protesten aan het hek van Gaza, die werden beantwoord met militaire repressie. Het Israëlische regime vreesde dat de protesten uit de hand zouden lopen. Een ontwikkeling in de richting van een massale strijd vormt een fundamenteler risico voor het regime dan rondes van militaire confrontaties, vooral gezien het toegenomen vermogen van een massabeweging om weerklank en sympathie op te roepen op regionaal en mondiaal niveau, en zelfs om arbeiders en jongeren in de Joodse bevolking te beïnvloeden. Maar in het algemeen vreesde het Israëlische regime destabilisatie en de ontwikkeling van conflicten in andere gebieden, wat Riyad onder druk zou zetten tegen een normalisatiedeal.

Een dergelijke angst voor destabilisatie heeft er de afgelopen maanden ook keer op keer toe geleid dat de hoofden van het militair-veiligheidsapparaat, in coördinatie met Netanyahu en Gallant, ingrepen om de extreemrechtse vleugel in bedwang te houden, in het bijzonder met de pogingen van Ben Gvir om de omstandigheden van Palestijnse gevangenen verder te verslechteren. Op 29 september werd in de Libanese krant Al-Akhbar gemeld dat de Israëlische regering, met Egyptisch-Qataarse bemiddeling, blijkbaar akkoord ging met een “terugkeer naar eerdere afspraken”, met een hernieuwde symbolische verhoging van de Qatarese hulpfondsen voor Gaza, evenals de quota van arbeiders uit de Gazastrook die Israël binnenkomen, de uitbreiding van het visgebied aan de kust van Gaza, en export- en importquota. Blijkbaar werden de Israëlische strijdkrachten hierop omgeleid van de Gazastrook naar de Westelijke Jordaanoever, wat het voor Hamas gemakkelijker maakte om haar plan uit te voeren met het element van militaire verrassing.

Terwijl de door Fatah geleide Palestijnse Autoriteit heeft aangegeven bereid te zijn om mee te werken aan de Israëlisch-Saoedische normalisering, heeft de Saoedische kroonprins Bin Salman laten weten dat zolang niets hem in de weg staat, de voorwaarden van de Israëlische concessies aan de Palestijnen geen breekpunt zullen zijn. Deze insinuatie, samen met de dieper wordende crisis in de Gazastrook, ondanks de ogenschijnlijke afspraken, deed de weegschaal blijkbaar doorslaan voor de Hamasleiding om op een ongekende schaal militair in te grijpen in een poging om de druk op Israël te verhogen door “de vergelijking te veranderen.” Dit was bedoeld om aan te tonen dat het in staat was om met militaire middelen een hogere prijs te vragen, inclusief het verstoren van het normalisatieproces, en om zo een valse politieke indruk te wekken van een stap voorwaarts in de strijd om het beleg en de bezetting te overwinnen.

Strijd opbouwen voor een uitweg

Het is belangrijk om te benadrukken dat tegenover een belegering, bezetting en een mogelijke militaire invasie, bewoners het recht hebben om aanvallen te bestrijden en zich te organiseren om zichzelf te verdedigen, inclusief door middel van partizanenstrijd. Veel Palestijnen moeten blij zijn geweest om de symbolische vernietiging van een aantal Israëlische militaire voertuigen te zien, gezien de verwoesting en het leed en verdriet waar ze al jaren mee te maken hebben in de Gazastrook. Maar er is een verschil tussen zulk verzet – dat zich op de meest heilzame manier kan ontwikkelen als het deel uitmaakt van een strategie om een massale strijd op te bouwen die nu nodig is, en onder de democratische controle van verkozen actiecomités (wat niet verenigbaar is met het politieke programma en de strategie van Hamas) – en het lukraak schieten op en verwonden van de burgerbevolking, in het bijzonder werkende en arme vrouwen en mannen uit om het even welke nationale gemeenschap. De militaire aanvallen van Hamas op arbeiders en armen bevorderen niet alleen niet de bevrijding van de blokkade en nationale onderdrukking, maar worden politiek gebruikt als een excuus voor het Israëlische establishment om steun te mobiliseren voor nog barbaarsere aanvallen tegen Palestijnen die onder belegering en bezetting staan.

Minister van ‘Nationale Veiligheid’ Ben Gvir kondigde een “noodtoestand in het thuisfront” af, die de bevoegdheden van de politie in de publieke sfeer uitbreidt. Dit kan ook worden gebruikt om de politieke vervolging in het algemeen en tegen Arabisch-Palestijnse activisten in het bijzonder te vergroten. Op de achtergrond zijn er berichten over extreemrechtse activisten die de crisis willen aangrijpen om het nationale schisma verder aan te wakkeren en aanvallen tegen de Arabisch-Palestijnse gemeenschap te bevorderen. Het is noodzakelijk om een gemeenschapsoverschrijdende strijd te organiseren tegen de pogingen van extreemrechts om racistische aanvallen en nationalistische botsingen in de straten van steden te bevorderen, en tegen de regering die deze elementen routinematig koestert en hen meer politieke zekerheid geeft door al haar beleid.

Het feit dat de regering Netanyahu tot aan de huidige crisis het hoofd heeft moeten bieden aan een massabeweging, impliceert het potentieel om later ook een brede protestreactie te ontwikkelen met kritiek op het falen en de verantwoordelijkheid voor deze oorlog. Maar de officiële ‘oppositie’ en de pro-establishment, zelfbenoemde leiders van de massabeweging die handelen namens kapitalisten en generaals die cynisch profiteren van de massastrijd tegen de “legale staatsgreep”, hebben zich aangesloten bij de politieke steun voor de regering en het bombarderen van de inwoners van Gaza, en opgeroepen tot het stopzetten van de demonstraties.

Het is noodzakelijk om nu protest en strijd te bevorderen om de noodzakelijke richting aan te geven om het bloedbad te stoppen en de problemen op te lossen die tot de oorlog hebben geleid. Na de ervaring van de gebeurtenissen in mei 2021 zijn nu daden van protest en strijd nodig – zoals de Palestijnse “waardigheidsstaking” destijds, solidariteitsdemonstraties tussen gemeenschappen op werkplekken en scholen, protestacties, bijeenkomsten van vakbonden om stelling te nemen – tegen de militaire escalatie, tegen de bombardementen in Gaza, tegen de “verdeel en heers” en tegen de voortzetting van de belegering en bezetting. Gezien het beleid van nationale onderdrukking, oorlogsmisdaden en ongelijkheid dat door kapitalistische rechtse regeringen wordt gepromoot, is het noodzakelijk om de horizon van een uitweg op de agenda te zetten, voor de oplossing van de fundamentele problemen, in de context van een strijd voor socialistische verandering in de regio, op basis van het garanderen van gelijke rechten op bestaan, op zelfbeschikking en op een leven met waardigheid en welzijn.

Fundamentele oplossing is nodig

  • Solidariteit met degenen die hun dierbaren hebben verloren en met gewone mensen uit alle gemeenschappen, aan beide kanten van het hek, die geconfronteerd worden met de verschrikkingen van de oorlog
  • De kern van het ‘falen’ : de arrogantie van het ‘conflictbeheersings’-beleid van de regering en de normalisering van de bezetting en belegering leiden tot oorlog
  • Er is nood aan strijd om de verslechtering te stoppen en om een einde te maken aan de belegering, bezetting en armoede, als onderdeel van een strijd voor een fundamentele oplossing voor de eindeloze conflictrondes. Dit vergt socialistische verandering, op basis van het garanderen van gelijke rechten op bestaan, zelfbeschikking, waardigheid en welzijn

Print Friendly, PDF & Email
Scroll To Top