Home » Artikelen » Gaat het socialisme in tegen de menselijke natuur? Enkele vaak voorkomende vragen en antwoorden

Gaat het socialisme in tegen de menselijke natuur? Enkele vaak voorkomende vragen en antwoorden

De wereld is een puinhoop. Oorlog, armoede en onderdrukking zijn de dagelijkse realiteit voor miljarden mensen. 1,2 miljard mensen moeten rondkomen met minder dan 1 dollar per dag. Iedere dag sterven meer dan 16.000 kinderen als gevolg van honger en aanverwante oorzaken (VN Human Development Report 2005). De oorlogen in Irak en Libanon zijn slechts de meest recente frappante voorbeelden van de crisissen waarmee de mensheid te maken krijgt.

Archieftekst uit 2006 

De basis voor dit lijden is het economisch, sociale en politieke systeem van het kapitalisme. Dat systeem heeft ervoor gezorgd dat grote multinationale bedrijven konden ontstaan op basis van harde concurrentie waarbij de bedrijven maar één doel hebben: winst maken op korte termijn. Daartoe willen ze hun macht en middelen vergroten, wat de kost daarvan ook is voor mens en milieu.

Bedrijven en imperialistische machten hebben de wereld overgenomen. Maar miljoenen arme en onderdrukte mensen – van Libanon tot Irak, van Venezuela tot Mexico – gaan daar tegen in. Zelfs hier in de VS zagen we elementen van verzet met acties rond migrantenrechten of de anti-oorlogsbeweging.

Veel mensen die actief zijn in deze strijdbewegingen zoeken naar een alternatief op de miserie van het kapitalisme. Veel van hen, zeker in Latijns-Amerika, beginnen daarbij naar socialisme uit te kijken. Toch wordt vaak gesteld dat socialisme niet realistisch zou zijn omdat het tegen de menselijke aard zou ingaan. We proberen op enkele vragen te antwoorden.

Zijn mensen niet enkel te motiveren met geld? Zou socialisme hard werken en vernieuwing niet afremmen?

Eigenlijk is het net het kapitalisme dat de motivatie en de creativiteit van de meerderheid van de bevolking, de arbeidersklasse, afremt. Er is niets meer demotiverend dan iedere dag 8 tot 12 uur hetzelfde repetitieve werk te moeten verrichten in een poging om alle rekeningen op het einde van de maand te kunnen betalen.

De Amerikaanse socialist Eugene Debs stelde: “[Mensen] schrikken niet terug van werk, maar wel van slavernij. Wie vooral voor een ander werkt, doet dit omdat het verplicht is. Dergelijk werk is in essentie slavernij.”

Wie meer dan 40 uur heeft gewerkt en nog tal van andere elementen van druk heeft ondergaan, heeft doorgaans geen tijd of energie meer om creatieve mogelijkheden en talenten te ontwikkelen. Onder het kapitalisme worden arbeiders bovendien niet aangemoedigd om hun werk beter te organiseren. In een puur competitieve markteconomie betekent een grotere productiviteit meteen ook dat wordt afgedankt waardoor de overblijvende arbeidskrachten efficiënter worden uitgebuit en aldus zorgen voor grotere winsten en een lagere algemene levensstandaard voor de werkenden.

Als de arbeiders hun werkplaatsen collectief zouden bezitten en beheren in een democratisch socialistische economie in de plaats van bevelen te moeten volgen van een baas, dan zouden ze wel gemotiveerd zijn. Iedere innovatie zou betekenen dat er minder lang wordt gewerkt of dat de levensstandaard stijgt. En als alle jobs een degelijk loon en zekerheid zouden bieden, dan zouden mensen eerder een carrière zoeken die ze graag willen doen en niet zozeer om het even welke job doen die economische veiligheid biedt. Het zou de productiviteit ten goede komen.

Zijn mensen niet te egoïstisch en inhalig opdat socialisme zou werken?

Er is een verschil tussen egoïsme en eigenbelangen. Het valt niet te betwijfelen dat mensen proberen om de eigenbelangen te verdedigen, de strijd voor socialisme is daar een onderdeel van. Socialisten komen op voor een degelijk minimumloon voor iedereen, gratis en degelijke gezondheidszorg, onderwijs, betaalbare huisvesting,… Dit alles zou de levensstandaard van de meerderheid van de bevolking serieus opkrikken.

De geschiedenis van de vakbeweging heeft aangetoond dat de arbeiders de macht hebben om ons leven te verbeteren indien er wordt samengewerkt en niet door wanhopige pogingen te doen om als individuen succesvol te zijn in een systeem dat er niet op gericht is om onze belangen te verdedigen.

Ironisch genoeg zijn het dezelfde pro-kapitalistische ideologen die beweren dat mensen te “egoïstisch” zouden zijn voor socialisme die tevens stellen dat de werkenden de buikriem maar moeten aanspannen in het algemeen belang als er wordt overgegaan tot afdankingen of besparingen.

Eigenbelang is echter niet het enige dat ons drijft. Kijk maar naar het grote aantal mensen dat een vorm van vrijwilligerswerk doet. Volgens het Bureau of Labor Statistics waren er in 2005 zo’n 65 miljoen Amerikanen betrokken bij een of andere vorm van vrijwilligerswerk.

Na de orkaan Katrina verzamelden vrijwilligers doorheen het hele land 4,25 miljard dollar om de slachtoffers te helpen, de bedrijven gaven slechts 400 miljoen dollar (Charity Navigator, 8/8/2006). Deze cijfers tonen de enorme opofferingen en solidariteit waartoe werkenden in staat zijn.

Zou het socialisme niet leiden tot een dictatuur zoals in Rusland?

De monsterlijke dictaturen in Rusland, China, Oost-Europa en elders hadden niets te maken met oprecht democratisch socialisme. Tegelijk is het voor socialisten vandaag belangrijk om de ervaring van de Russische revolutie te bestuderen om de redenen voor de bureaucratische degeneratie te begrijpen. Deze redenen moeten in de specifieke historische omstandigheden worden gezocht, niet in de menselijke natuur.

De Russische revolutie van oktober 1917 was het werk van de arbeidersklasse die het kapitalisme omver wierp en begon te bouwen aan een nieuwe socialistische samenleving. De Sovjetunie kende aanvankelijk de meest democratische regering die de wereld ooit had gezien: gewone arbeiders en boeren beheerden de samenleving doorheen arbeidersraden (die “sovjets” werden genoemd). Het was een van de eerste landen ter wereld waar vrouwen mochten stemmen en andere wettelijke rechten hadden zoals het recht op abortus. De Sovjetunie legaliseerde homoseksualiteit.

De bolsjewistische leiders, Lenin en Trotski, stelden steeds dat het onmogelijk was om socialisme in één land op te bouwen, zeker in de onderontwikkelde en semi-feodale omstandigheden van Rusland. Ze stelden dat de Russische revolutie enkel zou overleven indien het zou gevolgd worden door revoluties in de machtige kapitalistische landen van West-Europa.

De belangrijkste imperialistische machten erkenden dat de Russische revolutie geen puur lokaal gegeven was, maar een wereldwijde bedreiging voor het kapitalisme. Dat was de reden waarom ze samen met Russische kapitalisten en grootgrondbezitters overgingen tot een bloedige burgeroorlog om de nieuwe Sovjet-regering omver te werpen. 21 landen, waaronder de VS, Frankrijk, Groot-Brittannië en België, vielen Rusland binnen om de contrarevolutie te steunen.

Een beslissend element voor de overwinning van de Bolsjewieken in de burgeroorlog was de golf van revoluties in Europa en de rest van de wereld als gevolg van de Russische revolutie en de oproep van de Bolsjewieken om in opstand te komen tegen Wereldoorlog I. De revolutionaire opstanden in Duitsland en doorheen Europa zorgden voor het einde van de oorlog en verplichtten de heersende klassen om hun troepen uit Rusland terug te trekken om verdere opstanden in eigen land te voorkomen.

Jammer genoeg hebben deze revoluties niet geleid tot het omverwerpen van het kapitalisme. Dat was omdat er in tegenstelling tot Rusland geen massale revolutionaire partij was die in staat was om de revoluties tot hun logische conclusies te leiden. In de plaats daarvan werden de massale arbeiderspartijen in Europa gecontroleerd door reformistische leiders die een beslissende rol speelden in het redden van het kapitalisme.

De Sovjetunie sloeg de pogingen van de contrarevolutie af maar bleef wel geïsoleerd. De bloedige burgeroorlog liet vernietigingen achter alsook een uitgeputte bevolking, werkloosheid en honger. Dat was de basis voor de opkomst van een conservatieve, bureaucratische kaste. De bureaucratie rond Stalin kon haar macht consolideren in de jaren 1920 en 1930 en maakte een einde aan de democratische rechten die de arbeidersklasse had afgedwongen.

De vele revoluties die volgden in de neokoloniale wereld en in Europa namen vervolgens Rusland als voorbeeld en de Sovjetregering slaagde er in haar stalinistische model te exporteren naar China, Oost-Europa en elders.

Is het kapitalisme een onderdeel van de menselijke aard?

De heersende klasse wil ons doen geloven dat het kapitalisme of de klassensamenleving het onvermijdelijke resultaat is van de menselijke aard. Biologie kan bepaalde elementen van ons gedrag bepalen, maar de menselijke aard is geen permanent onveranderlijk gegeven dat op magische wijze uit de lucht is komen vallen. Hoe we handelen, hoe we ons verhouden tot de wereld en tot elkaar, ontwikkelt in een relatie tot en met de veranderende materiële omstandigheden van de samenleving en onze verhouding tot de natuurlijke wereld.

Gedurende miljoenen jaren hebben mensen in egalitaire nomadische jager-verzamelaarsamenlevingen geleefd. Voedsel, onderdak en alles wat nodig was om te overleven werd gelijk gedeeld in de samenleving. Het was pas na de agrarische revolutie, toen de nomadische stammen zich vestigden om gewassen te verbouwen, dat een overschot aan rijkdom werd gecreëerd waardoor voor het eerst in de geschiedenis een heersende klasse kon ontwikkelen.

Verschillende heersende klassen hebben sindsdien beweerd dat het de “menselijke aard” was die ervoor verantwoordelijk was dat de ene mens een slaaf was en de andere een koning die door God was aangesteld om over alle anderen te heersen.

Door de huidige moderne technologie voor de belangen van iedereen in te zetten, zou het socialisme de materiële basis creëren om de menselijke cultuur fundamenteel te veranderen. In de plaats van een samenleving die inhaligheid en egoïsme beloont, zou een socialistische samenleving gelijkheid en rechtvaardigheid centraal stellen.

Beslissingen zouden democratisch worden genomen, niet door om de vier jaar een andere rijke figuur te verkiezen, maar door op regelmatige basis gewone werkenden te verkiezen op massale bijeenkomsten en rechtstreekse verkiezingen. Diegenen die macht uitoefenen, zoals managers of publieke vertegenwoordigers, zouden worden verkozen en permanent afzetbaar zijn. Ze zouden niet meer verdienen dan een gemiddeld loon van de mensen die ze vertegenwoordigen.

Een kortere arbeidsweek waarbij het beschikbare werk wordt verdeeld, het voorzien van de basisbehoeften van de meerderheid van de bevolking zou de vrouwen en mannen bevrijden en toelaten om eindelijk de controle over hun eigen leven in eigen handen te nemen. Ontdaan van alle hindernissen voor de ontwikkeling van hun creatieve en intellectuele mogelijkheden, zou dit leiden tot een explosieve ontwikkeling van het immense creatieve potentieel van de mensheid.

Print Friendly, PDF & Email
Scroll To Top