Home » Artikelen » Afghanen staan onzekere toekomst te wachten na val marionettenoverheid

Afghanen staan onzekere toekomst te wachten na val marionettenoverheid

In slechts een week had de Taliban meer dan tien provinciale hoofdsteden veroverd op de (voormalige) regering van Ashraf Ghani, President van de Islamitische Republiek Afghanistan. De islamitische fundamentalisten liepen gewoon over het Ghani regime heen, sinds de laatste Amerikaanse soldaten in juli dit jaar Afghanistan verlieten. Van de buitenlandse troepenmacht van ooit 130.000 (ISAF) zijn nu alleen nog 600 Turken en 300 Britten over. Op 15 augustus bereikte de Taliban de hoofdstad Kabul waarna de Afghaanse overheid op de vlucht sloeg, samen met 20 jaar Amerikaanse bemoeizucht.

Artikel door Jorein Versteege

Afghanistan kent verschillende regimes, van emiraten tot koninkrijken, een burgerlijke republiek, een stalinistische volksrepubliek, een theocratisch regime en een islamitische republiek. Die laatste is op 15 augustus gevallen met de derde val van Kabul de hoofdstad. Het stalinisme kwam aan de macht in april 1978. Dit regime werd geleid door de Volksdemocratische Partij van Afghanistan (PDPA). Nur Muhammad Taraki was de eerste voorzitter van de Revolutionaire Raad van de Democratische Republiek Afghanistan. In oktober 1978 voerde Taraki de rode vlag in en maakte het officieel dat zijn land nu een marxistisch-leninistische (stalinistische) koers zou varen.

Voorzitter Taraki was van de Khalq fractie. Die geloofde in een rechtlijnige stalinistische koers met veel revolutionaire symboliek. De Afghaanse driekleur werd vervangen door een rode vlag en de staat ging het atheïsme verspreiden. Vrouwen kregen gelijke rechten, dwang huwelijken werden afgeschaft. Hoewel onder de bevolking in de steden hier zeker wel steun voor te vinden was, waren de Afghanen op het platteland radicaal tegen. Vooral de stamhoofden zagen hun machtspositie verdwijnen toen de staat ook de grond collectiviseerden. De totalitaire Khalq duldde ook geen tegenstak. Zelfs binnen de PDPA werden gematigde stalinisten van de Parcham fractie vervolgd en op sektarische wijzen buiten gesloten.

Ook binnen de radicale Khalq was een machtsstrijd tussen voorzitter Taraki en Hafizullah Amin. Die laatste greep in september 1979 de macht. Nur Muhammad Taraki werd een maand later vermoord door mannen van Amin. De Sovjet-Unie was daar niet van gediend, ze waren niet te spreken over Hafizullah Amin. Ondanks pogingen lukte het de moordenaar niet om de situatie in Afghanistan te de-escaleren. Anticommunistische opstanden ontstonden overal in het land, het Afghaanse Nationale Leger was niet in staat om die tegen te houden. Erger, veel soldaten liepen over en sloten zich aan bij de opstandelingen.

In december 1979 viel de Sovjet-Unie, de Democratische Republiek Afghanistan binnen. Hafizullah Amin werd door KGB commando’s vermoord en de PDPA werd onder controle van de gematigde Parcham fractie geplaatst. Babrak Karmal werd de marionet van de Sovjets. Hij herintroduceerde de Afghaanse driekleur en voerden een gematigd-stalinistsich bewind. Het imperialistische westen zag haar kans en wist dat deze Karmal erg onpopulair was. Via Pakistan stuurde de Amerikanen wapens naar rebellenleiders Mohammed Omar, Gulbuddin Hekmatyar en Ahmad Shah Massoud. Dankzij deze wapens kon de Mujahideen (islamitisch verzet) het Sovjet leger bevechten.

Zeven jaar na de Sovjet invasie was het duidelijk dat de stalinisten niet konden winnen. De PDPA koos voor een nieuwe leider die bereid was om de hele marxistisch-leninistische façade over boord te zetten. Mohammad Najibullah was al leider geweest van de KHAD, de gevreesde Afghaanse veiligheidsdienst. Hij was echter pragmatisch genoeg om zich niet meer te zetten als een atheïstische Marxist. Najibullah deed aan islamitische rituelen en in de grondwet van 1987 sprak het PDPA regime niet meer over socialisme. Een jaar later vertrokken de laatste Sovjet soldaten. 14.453 waren gestorven tussen 1980 en 1988.

Mohammad Najibullah deed enorm zijn best om zonder Sovjet militaire steun overeind te blijven. Hij bood de Mujahideen verschillende vredesinitiatieven aan. Die weigerden keer op keer. De Volksdemocratische Partij van Afghanistan moest helemaal verdwijnen volgens de islamitische rebellen. Dankzij de miljoenen aan dollars en wapens vanuit Washington DC konden 200.000 Mujahideen strijders ook doorgaan met vechten. Het westen moest en zou Mohammad Najibullah vernietigen. In 1990 deed hij een ultieme laatste poging, door zijn regering te omschrijven als islamitisch. Maar ook dat hielp de nu ex-stalinist niet.

Het is wel duidelijk dat de Mujahideen het nooit zonder westerse steun gered hadden. In 1991 bleek dat Najibullah in staat was om de rebellen terug te dringen. Het Afghaanse Nationale Leger bezat tot schrik van het westen nog enige competentie. Het was de val van de Sovjet-Unie die een einde zou maken aan de regering van Najibullah. Want op 25 december 1991 hield de Unie van Socialistische Sovjet Republieken op met bestaan. De Russische Federatie stopte alle monetaire steun, waardoor Najibullah geen geld had om zijn leger te voorzien van brandstof en munitie. Daarnaast nam het aantal overlopers toe.

De genadeklap kwam toen generaal Abdul Rashid Dostum de regering in Kabul in de steek liet. Dostum bezat 20.000 soldaten die loyaal aan hem waren. Hij sloot zich aan bij de Mujahideen en stichtte de Nationale Islamitische Beweging van Afghanistan. Kabul viel in april 1992 en het land werd een islamitische staat. Die staat was echter erg instabiel doordat verschillende islamitische milities met elkaar in oorlog kwamen. De strijd ging vooral tussen de krijgsheren Mohammed Omar, Abdul Rashid Dostum, Gulbuddin Hekmatyar en Ahmad Shah Massoud.

Studenten van de geestelijke Omar noemde zich de Studenten (Afghaans: Taliban). Vanaf 1994 groeide deze Taliban uit tot de sterkste militie en wist in 1996 zelfs Kabul te veroveren op de milities van Hekmatyar en Massoud. De Islamitische Staat van Afghanistan die in 1992 was opgericht bezat in 1996 alleen nog de noordelijke provincies van het land. In de rest van Afghanistan stichtte de Taliban het Islamitische Emiraat van Afghanistan met Mohammed Omar als staatshoofd. Voor de werkende klasse in de steden was komst van de fundamentalisten een grote schok.

Het nieuwe emiraat was totalitair, wreed en vrouwonvriendelijk. Daar hadden de Amerikanen geen probleem mee tot 11 september 2001. Afghanistan bood onderkomen aan Osama Bin Laden die sinds 1996 in het land verbleef met 300 Arabische strijders van Al Qaida. Van de Taliban mocht Bin Laden, Ariana Afghan Airlines gebruiken om strijders, wapens en opium te vervoeren van en naar het midden oosten. Dit is waarom de Amerikanen ervanuit gingen dat de Taliban en Al Qaida hetzelfde waren. Dit is incorrect want de Taliban hebben geen behoefte aan een wereldwijd kalifaat.

Na 9/11 eiste de Amerikanen dat de Taliban een einde maakte aan Al Qaida en Bin Landen afstonden. Die wouden dat alleen doen als men kon aantonen dat Al Qaida achter de aanslagen zat. Keihard bewijs had men in oktober 2001 nog niet en George W. Bush dreigde met een invasie als de Taliban niet meteen Bin Landen uitleverde. Daarnaast zag Bush een kans om regimeverandering door te voeren. Door de Taliban te verdrijven zou het Amerikaanse imperialisme weer een enorme boost krijgen, zeker na de val van Zuid-Vietnam in 1975. De Amerikanen werden hierin gesteund door de militie van Ahmad Shah Massoud die zich onderwierp aan het imperialisme.

Ahmad Shah Massoud zelf zou de val van de Taliban niet meemaken. Hij was al op 9 september 2001 gedood bij een zelfmoord aanslag. Massoud had het westen nog voor een grote aanslag door Al Qaida gewaarschuwd. De Taliban konden echter geen weerstand bieden tegen het Amerikaanse leger en in december 2001 werd Kabul veroverd. De Noordelijke Alliantie van Massoud kreeg de macht, hun nieuwe leider was Hamid Karzai die uitgeroepen werd tot leider van de interim regering. Hij zou in 2004 ook president van de Islamitische Republiek van Afghanistan worden tot 2014.

Nederland werd gevraagd om soldaten te leveren voor het Karzai regime. Deze soldaten zouden in de provincie Uruzgan voor orde en rust zorgen. Er was veel kritiek op dit NAVO verzoek, zeker vanuit de SP. Ook de PvdA en GroenLinks waren in eerste instantie tegen. Jan Peter Balkenende wist de missie echter te verkopen als een wederopbouw missie, met slechts een politietaak voor de soldaten. Uiteindelijk stemde PvdA en GroenLinks voor, waardoor 25 jonge soldaten hun leven verloren. Want voor veel Afghanen waren de Nederlandse soldaten indringers en bezetters.

In april 2010 werd opnieuw een ‘’politiemissie’’ voorgesteld. Dit keer in de regio Kunduz in het noorden. Ook dit keer kwam de missie tot stand met politieke steun van GroenLinks, die opnieuw koos voor het sturen van soldaten. De aanwezigheid van Nederlandse soldaten leverde geen verbetering op voor de lokale bevolking. Die leden onder het corrupte regime van Hamid Karzai, die enkel en alleen dacht aan het versterken van zijn eigen positie. In 2014 werd hij opgevolgd door Ashraf Ghani, die geen haar beter was voor de werkende klasse van Afghanistan. Hij leidde een corrupte regering in dienst van de Amerikanen.

Nadat de Nederlandse missie beëindigd was bleven na 2015 nog ongeveer 17.000 buitenlandse soldaten in het land, om het Ghani regime te ondersteunen in hun strijd tegen de Taliban. Naast die 17.000 soldaten van de Resolute Support Mission, huurde Ashraf Ghani ook huurlingen in om taken te vervullen die zijn eigen leger en politiemacht niet aankonden. Het probleem van het Afghaanse leger en politiemacht was vooral corruptie, lage gevechtsbereidheid en incompetentie. Afghaanse commandanten was een samenraapsel van voormalige krijsheren die slechts in naam één verenigd leger voorstelde. Dit zien we terug in de figuur Abdul Rashid Dostum, die altijd een eigen agenda gehad heeft.

In de zomer van 2021 trokken die Amerikanen zich echter terug uit Afghanistan. Ze lieten hun enorme Bagram Air Base achter zonder het Afghaanse Nationale Leger te informeren. Die konden zelfs de stroom niet meer inschakelen. De Taliban wist dat hun tijd gekomen was en binnen een maand hadden ze 29 provinciehoofdsteden veroverd inclusief Jalalabad, Kandahar en Kunduz, waar in 2012 nog Nederlandse soldaten actief waren. Kabul werd op 15 augustus bereikt. Het Afghaanse Nationale Leger viel als een kaartenhuis in elkaar. Soldaten, officieren en commandanten sloegen allemaal op de vlucht.

De ondergang van de Islamitische Republiek Afghanistan van Ashraf Ghani is een grote nederlaag voor het Amerikaanse imperialisme. 2,5 triljard Amerikaanse dollars aan belastinggeld zijn in het Karzai/ Ghani regime gestoken. Washington DC betaalde tot het einde de salarissen van de Afghaanse soldaten. Helaas kwam dat geld eerder in de zakken van de corrupte staatsbureaucratie dan bij de soldaten. Die zaten vaak maanden zonder salaris en hadden dus geen zin om te vechten. Ondanks het vele geld uit het westen leeft 47% van Afghanistan in armoede. Het kapitalisme heeft de Afghanen geen goed gedaan!

Revolutionair socialisten verwerpen natuurlijk de Taliban. Wij geven geen steun aan deze reactionairen puur omdat we anti-imperialistisch zijn. Echter steun geven aan Ashraf Ghani doen wij ook niet. Die gebruikt namelijk de Islam ook als politiek middel om vrouwen en andere critici de mond te snoeren. In 2012 werd nog een reactionaire wet ingevoerd die het vrouwen verbied om zonder mannelijke begeleiding over straat te lopen. Zowel als de Taliban als het voormalige Ghani regime weten hoe ze religieus fundamentalisme kunnen gebruiken om hun rechtse opvattingen te verspreiden.

Op 15 augustus trokken Taliban strijders de hoofdstad Kabul binnen. President Ghani sloeg op de vlucht waarna zijn leger en politiemacht volledig implodeerde. Taliban strijders namen bezit van het presidentiële paleis, hun Islamitisch Emiraat van Afghanistan is weer een feit. Enkele soldaten zijn ondertussen met hun voertuigen gevlucht naar Iran. Politie en leger hebben massaal hun posities verlaten in Kabul. Ondertussen vliegen helikopters op en neer om ambassade personeel te evacueren. Der Untergang is een feit. 20 jaar heeft de Amerikaanse creatie geleefd, hoewel ze eigenlijk nooit levensvatbaar was.

Nederland is altijd behoorlijk slecht omgegaan met Afghaanse vluchtelingen. De regeringen van Balkenende en Rutte hebben Afghanen altijd behandeld als ”gelukszoekers”. Dit terwijl Nederland medeverantwoordelijk is voor het Karzai/ Ghani regime. Een regime gebaseerd op corruptie en enorme schending van de mensenrechten. Daarnaast heeft Nederland altijd veel Afghanen met geweld gedeporteerd onder de leugen dat het land ”veilig” zou zijn. Nu staat Mark Rutte met een mond vol tanden en kan hij Afghaanse vluchtelingen niet meer deporteren.

China en Rusland zien de val van de marionettenregering als een mogelijkheid om hun invloed in de regio te verspreiden. Deze imperialistische regimes zijn geen haar beter dan de Amerikaanse bemoeizucht en denken ook alleen aan het versterken van hun eigen kapitalistenklasse. China is al bereid om de Taliban te erkennen, als die bereid zouden zijn om geen steun te geven aan de Oeigoerse minderheid in Xinjiang. In ruil daarvoor zou Beijing het nieuwe emiraat willen voorzien van grondstoffen.

Gezien de recente geschiedenis van het land en de zwakte van zijn arbeidersbeweging, kan het moeilijk zijn om op korte termijn enige weg vooruit te zien voor arbeiders, boeren en jongeren in Afghanistan. Wat wel duidelijk is dat noch imperialistische interventie, noch heerschappij door islamitische fundamentalisten een uitweg biedt voor de massa’s. Geen van de problemen van het land, waaronder enorme armoede, corruptie, gebrek aan democratische basisrechten en onderdrukking van nationale minderheden, kan worden opgelost op basis van het kapitalisme.

Print Friendly, PDF & Email
Scroll To Top