Een komeet staat op het punt al het leven op aarde uit te roeien – dit was het basisidee van niet één maar twee Hollywoodfilms die in 1998 werden uitgebracht. Deep Impact werd als ‘realistischer’ beschouwd dan Armageddon, maar beide waren fantasieën uit de jaren negentig, toen meer mensen vertrouwen hadden in het politieke establishment en academici het ‘einde van de geschiedenis’ hadden afgekondigd. In beide zien we een verenigd menselijk ras, geleid door wijze en welwillende Amerikaanse politici, dat de nodige actie onderneemt om zichzelf van de ondergang te redden.
Door Manus Lenihan van de Socialistische Partij – ISA in Ierland
Eind 2021 keken velen van ons naar Don’t Look Up, een film met hetzelfde uitgangspunt. Maar deze is een stuk levensechter. Don’t Look Up begrijpt dat de strijd niet ‘mens vs steen’ is. Als soort hebben we de middelen om de asteroïde te vernietigen. Maar onze heersende klasse is te verrot en te nutteloos om dat te doen. Armageddon ging over een grote rots, maar Don’t Look Up gaat over politiek, de media, wetenschap, samenzweringstheorieën, de pandemie en klimaatverandering.
Hieronder zal ik het hebben over de plot, terwijl ik spoilers zal vermijden. Het verhaal volgt Kate (Jennifer Lawrence), een Amerikaanse studente die de asteroïde ontdekt, en Mindy (Leonardo DiCaprio), haar professor. Nog steeds wankelend van de ontdekking dat de wereld op het punt staat te vergaan, worden ze verder teruggeslagen door het feit dat de media en de Amerikaanse president (Meryl Streep) zich er niets van aantrekken. Het verhaal over de dodende asteroïde moet zich een weg banen in de nieuwscyclus tussen een echtelijke breuk van een beroemdheid en de voordracht van een pornoster-cowboy voor het Hooggerechtshof.
Nadat ze genegeerd zijn, worden Kate en Mindy geconfronteerd met ontkenning. De wetenschap wordt in twijfel getrokken, het water wordt vertroebeld, Kate en Mindy worden door uiterst rechts als “marxisten” bestempeld. De kijker zal denken aan debatten rond Covid en klimaatverandering.
Na ontkenning komt coöptatie. Kate betaalt een zware prijs omdat ze niet bang is om de machinaties van tech-miljardairs en politici aan de kaak te stellen – het etiket ‘marxist’ zou er wel eens niet al te ver naast kunnen zitten. Maar Mindy wordt verleid door roem. Hij laat zijn eigen geloofwaardigheid als wetenschapper gebruiken als vijgenblad voor een roekeloos en hebzuchtig project. In een zin die we al van duizend politieke uitverkopers hebben gehoord, houdt hij vol dat het beter is om “in de kamer” te zijn waar de beslissingen worden genomen. Zelfs als hij geen echte inspraak heeft en de beslissingen de verkeerde zijn.
In een scène legt het hulpje van de president (Jonah Hill) op een bijeenkomst in Trump-stijl uit dat de wereld verdeeld is in ‘jullie, de arbeidersklasse’, ‘wij, de coole rijken’, en, met een walgend gezicht, ‘zij’. ‘Zij’ verwijst naar de hoogopgeleide ‘slimme’ mensen.
De film maakt dit bizarre, betuttelende, elitaire wereldbeeld natuurlijk belachelijk. Maar op andere momenten lijkt de film te zinspelen op een soortgelijke boodschap. Herhaaldelijk zien we de personages er ernstig voor pleiten dat we luisteren naar wetenschappers, naar de ‘gekwalificeerde mensen’. Don’t Look Up is op deze punten bekritiseerd omdat het de mensen zou afschilderen als goedgelovig, luisterend naar charlatans in plaats van naar ‘gekwalificeerde mensen’. Van de oorlog in Irak tot de financiële crisis en de opioïde epidemie, is er nochtans een reële basis voor het wantrouwen van mensen voor ‘gekwalificeerde mensen’.
Maar elders snijdt de film het gevaar aan om te klinken als een welgestelde Covid-uitschelder. Wanneer Mindy en twee Nobelprijswinnaars hun naam verbinden aan een roekeloos en hebzuchtig plan, worden we eraan herinnerd dat wetenschappers, net als ieder ander, kunnen worden gerekruteerd in dienst van doelen die tegen de wetenschap en de mensheid zijn.
Het overweldigende gewicht van de woede en de spot van de film valt echter op de heersende klasse: grote bedrijven, politici, de media. Mark Rylance zet een ijzingwekkende prestatie neer als Peter Isherwell, een personage dat de belichaming is van grote tech-kapitalisten als Musk en Bezos. Hij is verontwaardigd als hij een ‘zakenman’ wordt genoemd, want in zijn ogen is hij niets minder dan een technologie-messias.
Regisseur Adam McKay’s eerdere films als Anchorman (2004) en Step Brothers (2008) waren flauwe, leuke films met meer lachwekkende momenten. De slotcredits van The Other Guys (2010), waarin de geschiedenis van financiële schandalen op een rake manier werd uitgesponnen, lieten doorschemeren dat de regisseur zijn zinnen op de politiek had gezet. Daarna kwam The Big Short (2015), een komedie die de wortels van de financiële crisis uitlegt. Don’t Look Up borduurt hierop voort met een meer epische en waanzinnige satire.
Het is een cynische en pessimistische film, met name pessimistisch over het vermogen van onze gebroken en verrotte heersende klasse om ons te redden, en cynisch over onze sociopathische tech-miljardairs en hun redderscomplexen. Maar het is niet cynisch over de mensheid in het algemeen. De latere scènes, met hun ontroerende en gevoelige menselijke momenten, zijn een eerbetoon aan hen die in actie komen, zelfs als de zaken er somber voorstaan. Vergeleken met gevierde satirische films als Dr. Strangelove of Network, is Don’t Look Up verrassend optimistisch.