Wilders en zijn PVV hebben een monsterzege behaald. Betekent dit een ruk naar rechts? Nee, eerder een enorm ongenoegen met de traditionele politiek, een gebrek aan een links alternatief en een slim spel van Wilders om de anti-establishment-stem naar zich toe te trekken. Bij diverse gelegenheden blijkt dat de meeste werkenden en jongeren in Nederland niet rechts zijn. Zo is een meerderheid voor verhoging van het minimumloon, voor een miljonairstaks, voor het afschaffen van subsidies voor fossiele brandstoffen etc. Pas geleden was er nog de grootste klimaatmars ooit in Nederland. De vraag is alleen: wie gaat betalen voor de klimaattransitie? Gewone werkende mensen hebben daar het geld niet voor en daar maakte Wilders gebruik van.
Redactioneel commentaar Socialistisch Alternatief
Ook op het vlak van migratie is er veel bezorgdheid. De wereld gaat van de ene crisis en de ene oorlog naar de andere. Er is een angst bij veel mensen dat zij op moeten draaien voor de ellende in de wereld, dat vluchtelingen hun woning, vaste baan etc. in zullen pikken. Wilders speelde door handig op in door sociale kwesties (AOW weer naar 65, minimumloon omhoog, huurtoeslag omhoog etc.) te koppelen aan migratie. Op die manier zet hij verschillende delen van de werkende klasse tegen elkaar op. Maar wat ons verdeelt, verzwakt ons in onze strijd tegen de echte tegenstander: het grootkapitaal en zijn handlangers. Het is het kapitalistisch systeem dat oorlogen en crises doet ontstaan. Wij vechten voor een wereld waarin niemand meer hoeft te vluchten. Tot die tijd moeten we ons niet mee laten slepen door populisten die voor een asielstop pleiten. Er zijn genoeg middelen in Nederland om iedereen genoeg te geven, ze zitten alleen geconcentreerd in de handen van een kleine rijke minderheid.
De centrale kwestie in alle verkiezingen: gaan de winsten omhoog of de lonen. En ook: gaan de sociale uitgaven van de kapitalistische staat (onderwijs, zorg, woningbouw) omhoog? Of gaan de uitgaven die aan de ondernemers toevallen (subsidies voor grote bedrijven, belastingvoordelen e.d.). omhoog en de belastingen voor ondernemers naar beneden? Bij de verkiezingen in Nederland was vanaf het begin af aan helder dat rechts zou gaan winnen. De oorzaak daarvan is simpel.
De analyse: een dieptepunt in de Nederlandse politiek
Er is sinds het begin van de jaren negentig geen massale arbeiderspartij meer. De werkende bevolking, de arbeidersklasse, zeer divers samengesteld maar allemaal afhankelijk van arbeid om in hun dagelijks levensonderhoud te voorzien, heeft geen brede partij die hun belangen behartigt.
Dat betekent dat verkiezingen alleen nog gaan over welke burgerlijke partij de belangen van de heersende klasse het beste vertegenwoordigt. Omdat de arbeiders de overgrote meerderheid van de samenleving uitmaken is dan van belang welk deel van de arbeidersklasse niet meer stemt en welk deel bereid is om zijn stem aan kapitalistische partijen te geven.
Het politieke landschap verandert voortdurend. Bij de verkiezingen van 1986 was het CDA de partij van de grote ondernemers, de VVD de partij van de kleinere. De laatste jaren was de VVD de belangrijkste partij voor de ondernemers, groter en kleiner. De VVD regeerde met partijen die het kapitalisme steunden, vanaf de PvdA en Groen Links tot de Christen Unie en de PVV. Er rolde hoe dan ook regeringsbeleid uit dat gunstig was voor de winsten en de ondernemers en slecht voor de sociale uitgaven.
In de loop van de afgelopen tien, dertien jaar hebben zich in de kapitalistische maatschappij een lange serie van crises ontwikkeld. Er is de klimaatcrisis, de financiële instabiliteit, er zijn kostbare en verscheurende oorlogen, er is een crisis in de zorg en in het onderwijs, er is ernstige woningnood, het kapitalisme bevindt zich in een fase van multicrisis. Een crisis op alle mogelijke terreinen.
Dat heeft geleid tot verdeeldheid bij de heersende klasse, de ondernemersklasse, de bourgeoisie. Ruwweg zijn er twee groepen ondernemers ontstaan.
Meer vooruitziende lagen van de burgerij willen andere energiebronnen gaan gebruiken, duurzamer produceren en de uitgaven voor onderwijs en zorg op peil willen houden, vooral om de geostrategische positie van het Nederlandse grootkapitaal te handhaven. Andere vleugels van de (klein)burgerij, wiens winsten meer onder druk staan, willen liefst terug naar het vorige, neoliberale tijdperk, met zo weinig mogelijk staatsinmenging. Die willen ouderwets winst blijven maken, geen geld uitgeven voor andere vormen van energie en wil de problemen liefst zoveel mogelijk binnen de nationale grenzen oplossen of opzij schuiven. Zij willen af van multinationale instellingen zoals de EU (dat kost maar geld) en in de VS van federale instellingen.
De burgerij is verdeeld en ze heeft geen alternatief klaar. Op veel plekken verliest ze de controle over de situatie met allerhande (rechtse) populisten die aan de macht komen: Trump in de VS, Bolsonaro in Brazilië, Milei in Argentinië, Orban in Hongarije, Meloni in Italië enz.
Hoe staat de arbeidersklasse hierin? Die heeft door de daling van de lonen in de afgelopen veertig jaar en door de achteruitgang van de werkgelegenheid (slecht betalende banen in de dienstensector i.p.v. goed betaalde en zekere banen in de industrie) geen geld voor extra uitgaven voor verduurzaming of duurder (maar beter geproduceerd) voedsel. In veel landen geven arbeiders voor een deel dan ook steun aan de conservatieve vleugel van het kapitalisme die geen geld wil uitgeven wil voor klimaat en duurzaamheid. Het is de enige kans die arbeiders hebben dat (een deel van) de rekening voor de vernieuwing van het kapitalisme niet bij het komt te liggen. Dat is de kern van het rechtspopulisme.
In de loop van dit jaar kreeg de VVD genoeg van alle compromissen met partijen die staan voor een meer progressieve aanpak van het kapitalisme, vooral D66. Breken op de kwestie van migratie, zoals deze zomer gebeurde, was een openingsbod om over rechts te gaan regeren.
De ironie van de situatie is nu wel dat dit met de huidige verkiezingsuitslag inderdaad gaat gebeuren, maar niet onder de leiding van de VVD. Hoewel het nog niet zo eenvoudig is om een nieuw kabinet in elkaar te steken, is het wel helder dat rechtse partijen in de Tweede Kamer een duidelijke meerderheid vormen. De partijen van de progressieve aanpak van het kapitalisme, PvdA/GL en D66, zijn maar een beperkte minderheid.
In de media is Wilders in de afgelopen periode neergezet als “gematigd”. Dat is dan toch de “gematigdheid” van een wolf in schaapskleren. De PVV is komt consequent op voor het nationalisme van het blanke blonde christelijke Nederland, wil een referendum over een Nexit en is anti alles wat van buiten komt, voor het schrappen van klimaatmaatregelen, wil geen subsidies meer voor cultuur en de publieke omroep en baseert zich in zijn programma op het uitsluiten van bevolkingsgroepen op basis van geloof en afkomst.
Zelfs als dat laatste even tijdelijk in de koelkast gaat met het oog op de coalitievorming, dan kan het er op elk moment weer worden uitgehaald. De burgerlijke rechtstaat geeft arbeiders maar heel beperkte rechten, maar de weinige rechten die er zijn, zijn er niet om naar de politieke behoefte van het moment even aan of uit te worden gezet. Het is en blijft niet alleen een partij die bewust een verdeling schept in eerste en tweederangsburgers, het is ook een partij zonder enige vorm van partijdemocratie. De PVV wil acuut een asielstop invoeren.
De SP lijdt onder Lillian Marijnissen zijn 7e verkiezingsnederlaag. De partij zakt van 9 naar 5 zetels. Het royeren van de jongerenorganisatie Rood en van veel linkse leden heeft het campagnevoeren van de SP verzwakt. De standpunten van Marijnissen: “de SP als waakhond in een coalitie” maakten geen indruk op de kiezer. BIJ1 verdween door interne ruzies en het vertrek van Sylvana Simons uit het parlement en de door interne twisten verscheurde Partij voor de Dieren halveerde. Alles bij elkaar is er van ‘klein links’ in de Tweede Kamer helaas maar heel weinig over. Het zal de komende periode vrijwel ontbreken aan kritisch geluid in het parlement.
De formatie: blufpoker regeert!
Wij hebben geen kristallen bol om de uitkomst van de formatie te voorspellen. Maar we kunnen wel verhelderen hoe de deelnemers aan deze ongelofelijke partij blufpoker zich tot elkaar verhouden en wat hun problemen zijn.
Door het ontbreken van stem uit de arbeidersbeweging domineert rechts het maatschappelijk debat. Maar naarmate rechts groter werd in Nederland en dat is al zo’n 25 jaar aan de gang, raakte het ook steeds meer verdeeld. Feit is ook dat er in 2002 met de opkomst van de LPF en in 2010 grote kansen waren om Nederland nu eens echt over rechts te gaan regeren. Die kansen werden gegrepen, maar het werd een flop.
Nu is de kans voor rechts groter dan ooit om een stevig rechts stempel op Nederland te drukken. De definitieve wraak met de progressieve vleugel van de heersende klasse komt in zicht: weg met al die intellectuele lapzwansen met hun latte’s en fietsen in Amsterdam, Utrecht, Nijmegen, Arnhem Groningen en Eindhoven, weg met de Timmermansen, de Klavers, de Jettens van deze wereld. De VVD juichte toen bekend werd dat BIJ1 uit de Tweede Kamer verdween: zelfs dat ene zeteltje werd links nog niet gegund.
Maar al een paar uren na de verkiezingsuitslag stonden de rechtse partijen al weer aan de rand van het Haagse moeras. De VVD wilde een rechts kabinet wel gedogen, maar deed er niet aan mee.
Alle partijen op rechts hebben last van problemen die deze uniek grote kans voor rechts kunnen verpesten.
De PVV, de grote politieke overwinnaar, op de eerste plaats. Wilders heeft hopelijk een grote koelkast. Want de afschaffing van het eigen risico in de zorg, de forse verhoging van het minimumloon, het verlagen van de pensioenleeftijd naar 65, het verlagen van de sociale huren, de BTW op de boodschappen naar 0%, de tandarts weer in de basiszorg (allemaal goede punten trouwens) zullen er helemaal of gedeeltelijk in moeten als hij met de VVD, NSC en BBB wil gaan regeren. Wilders zal die ook met veel plezier in de koelkast steken als hij met een trofee kan gaan lopen om aan zijn achterban te presenteren. Meloni’s grootste verwezenlijking was tot nog toe het afschaffen van een kleine, uiterst geconditioneerde vorm van werkloosheidsuitkering.
Een tweede probleem is dat de PVV geen bak ervaren ministers, staatssecretarissen en bestuurders in huis heeft. Wilders laat in zijn partij vooral jaknikkers toe, geen onafhankelijke figuren. Er is ook geen achterban (geen leden!) die de partij kan aansturen of voeden met ideeën.
De NSC heeft twintig zetels, maar ook zo zijn problemen. Omtzigt kwam naar voren vanwege zijn verdiensten om het Toeslagenschandaal boven water te krijgen (samen met de SP trouwens). Het toeslagenschandaal ging over discriminatie van de overheid van burgers op racistische gronden, weet u nog wel? Het is zee gaan met een partij die de discriminatie van burgers vanwege hun geloof of achtergrond hoog in het vaandel heeft, het probleem is duidelijk. De achterban van NSC lijkt volgens peilingen wel met de PVV te willen regeren en dat is natuurlijk een probleem. Maar of Omtzigt een coalitie wil met een partij die het conflict tussen zijn programma en de Grondwet tijdelijk in de koelkast heeft geplaatst is een grote vraag.
Van alle partijen lijkt de BBB de minste problemen te hebben met een nieuwe rechtse coalitie. Het stikstofbeleid gaat in de vuilnisbak, de immigratie gaat omlaag. Caroline heeft deelname aan een regeringscoalitie eigenlijk al niet meer nodig: via de BBB meerderheid in diverse provincies kan ze het stikstofbeleid al blokkeren. Voor de BBB is regeringsdeelname een extra garantie daarop en een mogelijkheid om de invloed van de EU te verminderen, dus vooruit dan maar.
Ten slotte de VVD. De achterban van de VVD wil de rechtse coalitie. Dat is lastig voor de leiding van de VVD, die de problemen ziet. Na dertien jaar van VVD dominantie in het landsbestuur zou Yesilgüz nu de tweede viool moeten spelen. Deelname aan een kabinet met drie partners die geen ervaring hebben in het landsbestuur, is riskant. Een mislukking van de rechtse coalitie zou ook negatief op de VVD afstralen en dat telt op bij de relatieve nederlaag na de Rutte jaren…
VVD ministers en politici die PVV standpunten overnemen om de kiezer te plezieren en er dus zelf beter van de worden: ja! VVD ministers als de boodschappenjongens voor Premier Wilders en de PVV en bij een mislukking bij de verkiezingen erop worden afgerekend: liever niet. Dat is het probleem van de VVD.
Samengevat: wat betreft sociaal beleid, woningnood en pensioenbeleid wordt het moeilijk voor deze partijen om het eens te worden. Over het verminderen van immigratie kunnen ze het eens worden, maar het feit dat mensen met een migratieachtergrond dan vanzelf de minder gewenste burgers worden leidt tot verdeeldheid. Een referendum over een Nederlandse uitstap uit de EU kan ook heel lastig worden; stel je voor dat de PVV dat wint…De steun aan Oekraïne kan een twistpunt vormen. En ten slotte: zelfs als zo’n kabinet er komt bewijst de ervaring met de LPF en het gedoogkabinet met de PVV dat zo’n kabinet gemakkelijk kan vallen. Het wordt een kabinet van allerlei partijen die allemaal bereid zijn elkaar een loer te draaien als ze er beter van kunnen worden.
Waar staat de Nederlandse arbeidersbeweging?
De werkenden in Nederland hebben in de afgelopen periode door middel van actie een aantal overwinningen geboekt, vooral op het front van de lonen. Dat wijst de weg vooruit.
Natuurlijk blijft voor veel zaken actie van vakbonden en belangenorganisaties nodig. De verhoging van het minimumloon was belachelijk weinig, de verlaging van het aantal vluchten op Schiphol zal door actie moeten worden afgedwongen, het klimaatprobleem vraagt om tonnen van demonstraties en harde acties. Oorlogen eisen ook hun aandacht op: het stopzetten van de doorvoer naar wapens naar Israël/Palestina vraagt om actie. Hetzelfde geldt voor de woningnood: woningbouwverenigingen zullen weer moeten gaan doen waar ze voor zijn opgericht.
Het is vooral belangrijk om geen illusies te koesteren in de zogenaamde progressieve vleugel van de bourgeoisie, de ondernemers die naar een meer milieuvriendelijke en duurzame kapitalistische productie streven. Natuurlijk is dat beter dan fossiel produceren. Ook binnen het kapitalisme kunnen er stappen vooruit worden gezet natuurlijk. Maar het blijft productie die is gebaseerd op de uitbuiting van natuur en arbeidskracht. Geen van de bestaande partijen gaat daar iets aan doen.
Wat kan de Nederlandse arbeidersbeweging, wat kunnen socialisten in Nederland dan wel doen in deze situatie? Zijn belangen door middel van stevige strijd voor automatische prijscompensatie en hogere lonen zo goed mogelijk verdedigen. De straat op gaan tegen de groeiende armoede en de woningnood. En op andere terreinen, zoals arbeidsomstandigheden en werkcontracten zoveel mogelijk vooruitgang boeken, voortbouwend op de acties die recent gevoerd zijn. En harder opkomen voor een minimumloon van 16 Euro. Dat werkt door in de uitkeringen. Het belangrijkste is dat actie daarvoor intensiever wordt.
Het is de beste manier om een periode van een knetterrechts kabinet tegemoet te treden. Er is niets nieuws aan zo’n kabinet. Strategische en symbolische investeringen zijn mogelijk maar de rekening zal opnieuw aan de werkende klasse gepresenteerd worden. De arbeidersbeweging hoeft alvast geen cadeaus te verwachten.. Zeker is dat het aantal misstanden in de maatschappij er niet minder op wordt. Een recessie zal de roep om bezuinigingen bij rechtse partijen versterken.
Ook is het nodig om te werken aan de opbouw van een nieuwe democratische arbeiderspartij om die strijd kracht te geven en in de politieke arena te tillen, zodat daar een einde komt aan het totaalmonopolie van burgerlijke partijen.
De oude politiek is van al die jaren Rutte nog niet dood. De oude verdeel en heerspolitiek van Wilders is voor in de plaats gekomen. En NSC is niet meer dan een CDA 2.0. Een nieuwe politiek is nog lang niet geboren. Op de korte termijn is het zaak onze belangen zo hard mogelijk te verdedigen. Het gebrek aan arbeidskrachten en de verwarring bij de tegenstander vergroot onze kansen, als wij een duidelijke koers inslaan.
Een voorbeeld is Schiphol. In de eerste plaats zijn door vakbondsactie de lonen van de bagage afhandelaars de afgelopen tijd sterk gestegen. Het kabinetsbeleid om het aantal vluchten op Schiphol te laten krimpen is onder druk van de VS en de EU al weer snel verdampt. Maar als bewoners zich goed organiseren is het zelfs mogelijk om via de burgerlijke rechter beperkingen aan Schiphol op te leggen, beperkingen die hopelijk nog verder gaan dan die het kabinet Rutte voor ogen had.
De strijd voor de afschaffing van het eigen risico in de zorg, het terugbrengen van de pensioenleeftijd, een minimumloon van 18 Euro, de bouw van betaalbare woningen, gratis openbaar vervoer en nog veel meer zal buiten het parlement gevoerd moeten worden. Dat is de belangrijkste conclusie uit deze situatie.
Het socialisme is het enige antwoord op de verwarring die het kapitalisme nu kenmerkt. Jongeren zijn al aan het radicaliseren tegen het kapitalisme. Gedurende strijd kan die verwarring snel plaatsmaken voor een socialistisch bewustzijn.