Home » Artikelen » Strijd loont: 14 euro per uur komt er aan de UGent

Strijd loont: 14 euro per uur komt er aan de UGent

Aan de UGent keurde de Raad van Bestuur van 5 februari 2021 de principebeslissing goed om de laagste lonen aan de universiteit te verhogen tot een minimum van 14 euro per uur. De beslissing is een overwinning voor een strijdbare en volgehouden campagne die twee jaar geleden gelanceerd werd door ACOD UGent, in samenwerking met het Vrouwenstakingscomité aan de universiteit. Het is een opsteker voor de nationale campagne Fight for €14 en het bewijs dat een goed georganiseerde en volgehouden strijdbare campagne succesvol kan zijn.

Door Tim Joosen, delegee ACOD-UGent

In de verantwoording voor de beslissing werd expliciet verwezen naar de campagne van ACOD, die ook op heel wat publieke steun kon rekenen binnen de universitaire gemeenschap. Over de exacte modaliteiten van de verhoging wordt de komende maanden sociaal overleg georganiseerd, maar dat de laagste lonen worden opgetrokken, is nu al duidelijk.

Voor het UGent-personeel in de laagste loonschaal zoals het personeel in de studentenresto’s en cafetaria’s, gaat het om een loonsverhoging van ruim 10%, de laagste lonen gaan er zo’n 100 euro netto per maand op vooruit. Hoewel het gaat om een relatief beperkte groep (bij de start van de campagne zaten zo’n 100 personeelsleden onder 14 euro per uur, vandaag zijn het er nog een 70-tal), is het vooral ook een sterke symbolische overwinning, die alleen maar mogelijk was dankzij de strijdbare campagne die er rond gevoerd werd.

Tijdens de campagne werd de eis rond het optrekken van het minimumloon gekoppeld aan de vraag naar statutarisering van het personeel van de studentenresto’s, en het insourcen van het schoonmaakpersoneel. Op die manier werd het draagvlak voor de actie breder. De drie eisen samen zouden voor het personeel in de slechtste statuten een enorme verbetering van de loon -en arbeidsvoorwaarden betekenen.

ACOD UGent begon in mei 2019 met sensibiliseringsacties. In oktober van dat jaar volgde een massale petitieactie bij UGent-personeel en studenten, die op 14 oktober werd afgetrapt met een grootschalige actiedag waar een 70-tal personeelsleden en studenten aan deelnamen. Uiteindelijk haalde de petitie ruim 4.000 handtekeningen op.

Vanaf het begin was het duidelijk dat een petitie weliswaar een goed actiemiddel is om in discussie te gaan met studenten en personeel, maar dat zelfs het ophalen van een groot aantal handtekeningen niet voldoende zou zijn om de eisen ingewilligd te zien. De petitie toonde wel het draagvlak bij personeel en studenten, maar er was meer nodig om een echte krachtsverhouding op te bouwen.

Daarom werd vanaf begin januari 2020 gemobiliseerd voor een echte stakingsactie op 8 maart 2020 (eigenlijk op 9 maart, aangezien 8 maart een zondag was). Deze actie op Internationale Vrouwendag werd samen met het Vrouwenstakingscomité aan de UGent georganiseerd. Vooral binnen de resto’s en cafetaria’s, de kinderdagverblijven en in de schoonmaak werd gestaakt. Een solidariteitsactie op het middaguur aan het stakingspiket aan het rectoraat bracht zo’n 300 stakers en sympathisanten samen. Omdat staken ook loonverlies betekent voor de laagste inkomens, werd een solidariteitsfonds opgericht waaraan personeel en studenten een bijdrage konden doen: zo werd uiteindelijk ruim 3.000€ steun opgehaald. Dat geld werd gebruikt om diegenen die het financieel moeilijker hadden een extra vergoeding uit te betalen bovenop hun stakersvergoeding. Dit alles toonde hoe groot het draagvlak was voor de actie.

De vaststelling van een breed draagvlak bracht het universiteitsbestuur ertoe om toegevingen te doen. Nog voor de staking van 9 maart 2020 werden onderhandelingen opgestart, maar er werden geen concrete toegevingen gedaan waardoor de stakingsdag gewoon doorging.

In mei 2020 ging de Raad van Bestuur concreet in op één van de drie eisen van de campagne: er werd principieel toegezegd dat het personeel van de resto’s, cafetaria’s en kinderdagverblijven statutair benoemd zou kunnen worden. In september 2020 voerde de Raad van Bestuur het debat over de insourcing van de schoonmaak: het was de eerste keer sinds de uitbesteding eind jaren 1990 dat een dergelijk thema op de agenda kwam. Uiteindelijk besliste de Raad om de insourcing voorlopig niet goed te keuren, maar wel om de aanbestedingsvoorwaarden zo aan te passen dat nieuwe onderaannemers gevraagd werd om de loon -en arbeidsvoorwaarden te verbeteren om ze zo dicht mogelijk te laten aansluiten bij die van de UGent. Deze nieuwe aanbestedingsprocedure loopt nog tot eind maart 2021. Indien de schoonmaaksector niet ingaat op de vragen rond betere arbeidsvoorwaarden, komt de insourcing opnieuw op de agenda.

In februari 2021 tenslotte stemde de Raad van Bestuur principieel in met het optrekken van de laagste lonen. Hiermee zijn dus alvast twee van de drie eisen van de campagne ingewilligd, en is de derde eis in behandeling. Trouwens: de verhoging tot 14 euro per uur werd in de Raad van Bestuur unaniem goedgekeurd: ook de vertegenwoordigers van VOKA, UNIZO en N-VA in de Raad stemden in. Dit toont aan dat zelfs de rechterzijde kan gedwongen worden tot toegevingen.

Deze ervaring aan de UGent geeft aan hoe de ABVV-campagne Fight for €14 concreet kan ingevuld worden, en hoe er successen kunnen geboekt worden. Door in bedrijven te organiseren, te bouwen aan een krachtsverhouding en de eis te linken aan andere verbeteringen van de werkomstandigheden, kan er een beweging opgebouwd worden waarmee we overwinningen boeken. Het was opvallend dat veel personeelsleden aan de UGent blij waren dat er met de Fight for 14€ campagne iets concreet gedaan werd op de werkvloer. Uiteraard zijn de condities op het terrein in elke sector en in elk bedrijf anders, maar syndicalisten kunnen zeker een manier vinden om ook in hun eigen bedrijf deze campagne ingang te doen vinden.

Scroll To Top