Home » Artikelen » Myanmar. Interview met Khaing Zar, voortrekster van textielbond en vakbondsfederatie

Myanmar. Interview met Khaing Zar, voortrekster van textielbond en vakbondsfederatie

“We zetten strijd tegen dit terroristisch militair regime door. We kunnen deze strijd niet alleen winnen, we hebben internationale steun nodig”

Wereldwijd zijn werkenden en jongeren onder de indruk van het vastberaden verzet in Myanmar tegen de militaire machtsovername en de brutale onderdrukking die daarop volgden. De arbeidersklasse heeft een centrale rol gespeeld. International Socialist Alternative sprak hierover met Khaing Zar, een voortrekster van de vakbond van textielarbeiders en nationaal penningmeester van de Confederatie van Vakbonden van Myanmar.

ISA: Dank u dat u de tijd neemt om met ons te praten. Wij waren bijzonder onder de indruk van het onmiddellijke verzet tegen de staatsgreep waarin de werkende klasse – zorgpersoneel, textielarbeiders, … – een zeer actieve rol speelde. Dit leidde tot het opzetten van de Civil Disobedience Movement (CDM). Kan u uitleggen hoe dat gebeurde en welke rol uw vakbond bijvoorbeeld speelde?

Khaing Zar: Ja, als vakbond hadden we onmiddellijk een vergadering van het uitvoerend comité, dat is ons centraal orgaan, om te beslissen hoe te reageren op de staatsgreep. We besloten om niet met de militairen samen te werken. We hebben een verklaring uitgegeven om dat uit te leggen, en we hebben onze leden georganiseerd om deel te nemen aan de betogingen tegen de militaire staatsgreep.

ISA: Vorig jaar was er een grote protestbeweging in Wit-Rusland. De arbeiders waren zeer actief in hun verzet tegen het regime, maar ze waren niet onafhankelijk georganiseerd. In Myanmar was er wel sprake van een onafhankelijke organisatie van de werkende klasse, onder meer in de zorg en de textielsector?

Khaing Zar: We hebben natuurlijk onze eigen organisatie. Onze leden wilden weten wat ze moesten doen en wachtten op onze beslissing. Dus op 2 februari, de dag na de staatsgreep, waren ze klaar om te handelen.

ISA: Vorige week zouden de scholen weer openen, maar naar verluidt boycotten veel studenten ze. Is dat zo, en zo ja waarom?

Khaing Zar: De studenten en scholieren willen niet naar school vanwege het militaire bewind. Bovendien was er een bomaanslag op een school waarbij twee jongeren gewond raakten, waardoor veel ouders ongerust waren over hun kinderen. Kinderen op de kleuterschool of de lagere school, die niet politiek bewust zijn, gaan niet naar school omdat hun ouders zich zorgen maken.

ISA: We begrijpen nu dat de economische situatie in het land heel slecht is, veroorzaakt door de staatsgreep en verergerd door Covid. Hoe is de situatie voor de arbeidersklasse en voor uw leden in de textielindustrie?

Khaing Zar: Na de militaire staatsgreep hebben bijna 200.000 kledingarbeiders en 500.000 bouwvakkers hun job verloren. Veel van onze leden verliezen hun job, vooral de leiders van de vakbond. Omdat ze hebben deelgenomen aan de betogingen, worden ze nu opgejaagd door het leger. Veel van onze leden en heel wat vakbondsleiders zijn moeten onderduiken. Zij verliezen dus hun job. Maar het zijn niet alleen onze leden. Honderdduizenden anderen verliezen hun job omdat op 14 maart grote industriegebieden zoals Hlaing Thar Yar en Shwepyitha door het leger werden aangevallen, waardoor vele, voornamelijk Chinese, fabrieken werden gedwongen te sluiten. De reden hiervoor was dat er in deze zones grote betogingen waren geweest die door het leger met harde hand werden neergeslagen. Hierdoor kwamen 150.000 arbeiders in slechts één zone zonder werk te zitten. Daarna heeft het leger de staat van beleg afgekondigd voor beide zones. De arbeiders moeten maar terugkeren naar hun dorpen, zij kunnen niet meer aan het werk vanwege deze aanvallen en omdat het vervoer naar deze zones is stopgezet. Na een week zijn de fabrieken weer open gegaan, maar nog steeds kunnen de arbeiders niet terugkomen. Hetzelfde gebeurt nog steeds: elke dag zijn er bomaanslagen in de industriezones. Het leger doet ook brutale huiszoekingen.

ISA: De situatie van de arbeiders in de industriezones is zeer belangrijk. We hebben ook veel gehoord over arbeiders in de publieke sector, in de steden, over de repressie tegen medisch personeel met arrestaties, en het ontslaan van leraren. Het lijkt erop dat in de Myanmarese revolutie, vergeleken met sommige andere bewegingen in de wereld, de rol van de arbeidersklasse centraler staat, en dus met meer repressie te maken heeft?

Khaing Zar: Ik zou zeggen dat de rol van de vakbonden en arbeiders heel belangrijk is. Er zijn veel leraren, dokters, verpleegkundigen en vroedvrouwen, treinpersoneel … betrokken in de strijd tegen de staatsgreep. Veel arbeiders uit verschillende sectoren sluiten zich aan bij de beweging voor burgerlijke ongehoorzaamheid, CDM. De regering, het militaire regime, probeert hen te dwingen terug aan het werk te gaan. Dat is waarom veel arbeiders opgepakt zijn of met een arrestatiebevel geconfronteerd worden. Velen hebben hun huizen moeten verlaten en zijn ondergedoken. Velen van hen die in de overheidssector werken, wonen in woningen die door de regering ter beschikking zijn gesteld. Nu zetten de militairen hen onder dwang uit hun huizen. Veel van die arbeiders die zich bij de CDM hebben aangesloten, bevinden zich dus in een heel moeilijke situatie. Daarom kan het militaire regime, dat nu al meer dan 100 dagen aan de macht is, het land niet besturen. Dat zullen we niet toestaan, we zullen doorgaan. We moeten de campagne nu opvoeren. Wij organiseren de leraren, laten zien hoe je een vakbond opricht en brengen hen in contact met de internationale vakbonden.

Leerkrachten in de staat Kayin protesteren

ISA: Er is al een paar keer gewezen op de CDM. Speelt die nog steeds een centrale rol in de strijd en hoe gebeurt dit dan?

Khaing Zar: De arbeiders staan nog steeds achter de CDM, zij gaan niet aan het werk omdat ze zich tegen het militaire regime verzetten. Dat komt omdat wij, het volk van Myanmar, zeer slechte ervaringen hebben met het militaire bewind. Ik ben er zeker van dat je weet dat Myanmar vele decennia onder militair bewind stond. Ons onderwijssysteem werd vernietigd, er werd gebruik gemaakt van kinderarbeid en dwangarbeid. Er was geen vrijheid van vereniging. Er waren geen werknemersrechten of mensenrechten. Er waren veel gevallen waarin kinderen als dwangarbeiders bij hun familie werden weggehaald. Dat was een zeer bittere en moeilijke situatie. We willen dus absoluut niet terug naar het militaire regime. Daarom moeten we ons verzetten tegen deze militaire staatsgreep.

ISA: Wij begrijpen de problemen met het militaire bewind, maar de NLD-regering was niet bepaald arbeidersvriendelijk. Evenmin had zij een goede relatie met de nationale minderheden, met name de Rohingya’s. Wat vindt u van de NLD en de regering van nationale eenheid – zullen zij de rechten van de arbeiders verdedigen?

Khaing Zar: Wij zitten in dezelfde situatie als vakbonden over de hele wereld: we krijgen doorgaans geen steun van regeringen. In de nieuwe regering die door de NLD wordt voorgesteld zie ik geen mensen die iets weten over vakbonden. De meeste NLD-leden die nu in functie zijn, zaten in de gevangenis onder het militaire bewind. We hebben tijd nodig om hen in te lichten en te vormen rond de positie van de werkenden. We hebben tijd nodig, maar die hebben we enkel als we betere omstandigheden kennen.

ISA: Bij de verkiezingen die ongeldig verklaard werden door het leger waren er enkele arbeiders en vakbondsleden kandidaat. Wat was hun rol in de verkiezingen?

Khaing Zar: We hadden enkele eigen kandidaten, hoewel we natuurlijk verloren. In de meeste gevallen won de NLD. Natuurlijk wilden de meeste mensen dat de NLD zou winnen, maar we hebben wel mensen nodig die de rechten van arbeiders begrijpen en die de arbeiders in het parlement verdedigen. We zagen in de vorige regering niemand die de arbeidersproblemen begreep, maar we wilden in het parlement vertegenwoordigd worden. Daarom hebben enkele van onze leden aan de verkiezingen meegedaan. We hebben dit gedaan zonder enige coördinatie met de NLD.

Textielarbeiders in Hengmao protesteren tegen hun ontslag

ISA: Je had het over de noodzaak van internationale steun voor vakbondsactivisten in Myanmar, onder meer om te wegen bij de Internationale Arbeidsorganisatie en andere organen. Onze ervaring is dat de meest effectieve solidariteit tot stand komt wanneer er direct contact is tussen de arbeiders op de werkplekken. Er is in Myanmar een groot probleem met de textielindustrie. H&M is een belangrijke klant. H&M schortte aanvankelijk zijn contract op, maar is nu weer begonnen met inkopen. In Spanje, Chili, Nieuw-Zeeland en ik meen ook in België waren er recent stakingen of andere acties bij H&M. Rechtstreeks contact met de werknemers is altijd nuttig, omdat zij het management onder druk kunnen zetten of het gebruik van goederen kunnen boycotten. Daarnaast is er de export van olie en gas, sectoren waarin werkenden georganiseerd zijn. Het boycotten van leveringen uit Myanmar zou het regime ondermijnen. Zijn er gesprekken in die zin gevoerd?

Khaing Zar: De Internationale Arbeidsconferentie (ILC) staat op het punt te beginnen en daar zullen wij de legitimiteit van het Myanmarese leger aanvechten. Voor het begin van de conferentie hadden wij een vergadering met het Internationaal Verbond van Vakverenigingen (ITUC) om hen te vragen onze oproep op de ILC te steunen en de regering van nationale eenheid (NUG) te erkennen. Alle internationale vakbonden zijn het met ons eens, steunen ons. Op het ILC steunt de arbeidersgroep onze oproep. Zowel de militairen als de NUG hebben delegaties naar het ILC gestuurd en beide hebben zich aangemeld. Het is nu dus aan de IAO om te bepalen wie wordt toegelaten.

Onlangs heeft de Wereldgezondheidsorganisatie besloten Myanmar uit te sluiten van hun jaarlijkse bijeenkomst omdat zij niet konden beslissen wie de legitieme vertegenwoordiger was. We willen niet dat hetzelfde gebeurt met de ILC. De IAO moet het militaire regime verwerpen en de NUG erkennen – we zijn daar nog mee bezig.

Wat de bedrijven betreft, werk ik als voorzitter van de Industrial Workers Federation of Myanmar samen met de merken die in Myanmar actief zijn. Ik was geschokt toen zij aankondigden dat zij het plaatsen van orders zouden verlengen. Vóór deze aankondiging onderhandelden we met hen over een overeenkomst om werknemers te beschermen die hun job kwijtraken door de militaire aanvallen. We leggen nu de laatste hand aan die overeenkomst om arbeiders te beschermen, met name om te benadrukken dat ze niet mogen worden gediscrimineerd vanwege de veiligheidskwestie. Op dit moment is het zo dat als werknemers niet weer aan het werk kunnen, zij na drie of vijf dagen kunnen worden ontslagen zonder compensatie. Wij pleiten ervoor dat werknemers niet zonder vergoeding kunnen worden ontslagen – dat zal na ons akkoord worden toegepast.

Ik maak me grote zorgen over de werknemers die niet hebben kunnen werken, die hun job zijn kwijtgeraakt. Daarom zijn wij in gesprek gegaan met de merken, maar nu zie ik dat zij hun orders in Myanmar hervatten. Daar ben ik het niet mee eens.

Wat de olie- en gasbedrijven betreft, vragen wij om uitgebreide sancties, vooral voor de olie- en gasbedrijven. Wij richten ons op deze sectoren omdat olie en gas veel geld opbrengen voor de militairen, en dat moet onmiddellijk stoppen. Een andere kwestie is die van de verzekeringen: we vragen nu aan de verzekeringsmaatschappijen om niet meer in Myanmar te investeren, want zonder verzekeringen kan geen enkel bedrijf werken. Dat is heel belangrijk, en daar zijn we nu mee bezig.

ISA: Een hefboom op de merken die momenteel niet gebruikt wordt, is die van het personeel van de grote textielmerken. Moet er geen campagne komen onder het personeel van de textielwinkels om jullie strijd te steunen?

Khaing Zar: Ja, daar ben ik het zeker mee eens.

ISA: Vrouwen stonden vooraan in het protest tegen de staatsgreep. Ze werden na arrestaties vaak het slachtoffer van afschuwelijk seksueel geweld. De actieve rol van vrouwen in inspirerend en met ISA en ROSA hebben we informatie daarover verspreid. Hoe ziet u de situatie van vrouwenrechten in Myanmar vandaag?

Khaing Zar: Ik zie dat veel vrouwen de revolutie leiden vanuit hun eigen positie. Ik zie dat in de vakbeweging en NGO’s, niet alleen in mijn eigen vakbond, veel vrouwen de activiteiten leiden. Maar zoals je zegt is seksuele intimidatie breed verspreid. Dat blijkt onder meer uit wat gebeurd is met Saw Myo Aye, één van de leidsters van de ‘Solidariteit van vakbonden in Myanmar’. Ze werd opgepakt en is helemaal niet in orde waardoor ze medische hulp nodig heeft. In de beweging zie ik dat mannen en vrouwen samen strijden. Vrouwen blijven zeker niet achter in het protest!

ISA: We zagen het cijfer dat 60% van de betogers in Myanmar vrouwen zijn?

Khaing Zar: Ja, dat kan wel kloppen.

ISA: We zouden graag wat meer willen weten over de rol van uw vakbond – we begrijpen dat wettelijk gezien vakbonden nieuw zijn, wat het des te indrukwekkender maakt dat ze een belangrijke rol spelen. Ook de rol van de textielarbeiders is zeer indrukwekkend. Hoe heeft uw vakbond zich ontwikkeld?

Khaing Zar: Op dit moment proberen we ons best te doen om arbeiders te steunen die de beweging van burgerlijke ongehoorzaamheid steunen. Zij verliezen hun loon, hun huis. Velen bevinden zich in een moeilijke situatie. Dus via de internationale vakbonden zamelen we al het geld in dat we kunnen krijgen. Telkens als we steun krijgen van de internationale gemeenschap, sturen we steun naar de arbeiders. En we doen wat we kunnen in het land.

Sommige van onze leiders moeten uitwijken naar de bevrijde gebieden waar de National Defence Force (NDF) een basis heeft opgebouwd. Waar onze leden zich organiseren, nemen we deel aan de betogingen met anderen, met andere politieke groeperingen. We proberen arbeiders in verschillende sectoren te organiseren en hen in contact te brengen met internationale organisaties, zodat we alle hulp kunnen krijgen die mogelijk is. Tot slot zou ik jullie om hulp willen vragen, jullie leiders om druk uit te oefenen op de regeringen om de militaire junta niet te erkennen op de ILC. We hebben echt alle internationale organisaties nodig, te beginnen met de VN, om te weigeren deze regering te erkennen, om haar te dwingen weg te gaan.

ISA: Je sprak over hoe slecht het militaire regime in het verleden was. Helaas noemde het zichzelf de Birmese Socialistische Boeddhistische Partij. En, natuurlijk, ISA is een socialistische organisatie. Hoe kijk je tegen socialisme aan?

Khaing Zar: Als vakbondsmilitant vertrek ik van een sociaaldemocratische ideologie en natuurlijk hebben veel partijen in het verleden socialistische en coöperatieve ideeën gebruikt. Ik denk dat de ideeën niet slecht zijn, maar de uitvoering was verkeerd. Ze zijn gecorrumpeerd, zodat de mensen het systeem niet vertrouwen. De mensen zien het niet als een probleem met een partij, maar met het systeem. Als vakbond hebben we plannen om onze leden voor te lichten, om hen de verschillende ideologieën bij te brengen. We hebben het natuurlijk erg druk gehad en hebben dat nog niet kunnen doen, maar onder de leiding hebben we plannen besproken. In 2012 waren we van plan een ideologische opleiding voor onze leidende leden te organiseren. We denken dat dit heel belangrijk is. Er wordt in Myanmar veel gesproken over democratie, maar de mensen begrijpen niet echt wat democratie is. We hebben veel politieke vorming nodig.

ISA: Is er tot slot nog iets wat je wil zeggen?

Khaing Zar: Als we meer kunnen communiceren, kan ik meer informatie delen. Wat de textielmerken betreft, hebben we nu een veilige plaats van waaruit we ons kunnen organiseren. Er zijn veel schendingen; het is heel moeilijk om ervoor te zorgen dat de rechten van de arbeiders worden geëerbiedigd. Maar ik denk wel dat de toeleveringsketens belangrijk zijn voor bedrijven als H&M, Primark, Adidas … Aangezien er problemen zijn met de veiligheid, zoals bomexplosies, huiszoekingen, arrestaties, ontvoeringen en plunderingen in industriegebieden, moeten de merken er samen met hun toeleveranciers voor zorgen dat hun toeleveranciers en fabrieken de rechten van de werknemers volledig eerbiedigen en niemand ontslaan omdat ze om veiligheidsredenen of vanwege communicatieproblemen afwezig zijn op het werk.

We blijven terugvechten tegen het terroristische militaire regime. We kunnen deze strijd niet alleen winnen. We hebben internationale steun nodig. Dan geloof ik dat we zullen winnen.

 

Scroll To Top