Oorlog gaat meestal gepaard met grote voedseltekorten. “De tweelingzus van oorlog is honger,” merkte Clara Zetkin (Duitse Marxist) al op. Europa kende tijdens beide wereldoorlogen massale hongersnood. Het conflict tussen Rusland en Oekraïne is dan wel kleinschaliger, maar als twee van de grootste voedselexporterende landen in oorlog verwikkeld zijn, heeft dit wereldwijde gevolgen. Beide landen samen waren in 2019 goed voor voor meer dan 30% van de wereldwijde export van graan en 64% van zonnebloemolie. De impact van deze oorlog op de voedselproductie kan langdurig zijn, want de meest vruchtbare regio bevindt zich net aan de frontlijn, waar veel landbouwgrond vernield wordt.
Artikel door Kim uit maandblad De Linkse Socialist
Bovendien produceert Rusland 13% van de mondiale meststoffen. Die dreigen door sancties in Rusland vast te geraken. Brazilië importeert 25% van haar meststoffen uit Rusland en moet daar een alternatief op vinden wil ze haar oogst van sojabonen op hetzelfde niveau bewaren. Brazilië is ’s werelds belangrijkste producent van sojabonen. Die worden naast vegetarische doeleinden veelvuldig gebruikt als veevoeder. De oorlog heeft dus ook een impact op voedselproducerende landen ver weg van het conflict.
Niet enkel oorlog bedreigt de voedselproductie. Er zijn de gevolgen van speculatie. Bovendien houdt de klimaatverandering lelijk huis. Het westen van de Verenigde Staten kent al heel de lente een enorme droogte: grondwaterreserves raken uitgeput en waterputten komen leeg te staan. Californië produceert in een normaal jaar meer dan een derde van alle groenten evenals tweederde van alle fruit en noten in de VS. Dit jaar liggen tienduizenden hectares landbouwgrond er leeg bij wegens een gebrek aan water. Ook het zuiden van de VS kent een langdurige droogte, met een verlaagde graanopbrengst tot gevolg. Elders in de VS hebben overstromingen geleid tot het verlaat inplanten van graan, wat ook daar zal leiden tot een lagere opbrengst. Alles tezamen genomen zal de oogst in de VS dit jaar dik tegenvallen en dat zal vanaf de herfst van dit jaar of ten laatste vanaf 2023 bijdragen tot grotere voedseltekorten.
China kende het voorbije jaar eveneens een reeks overstromingen, die de landbouw geen deugd hebben gedaan. De landbouwproblematiek in China werd enorm verergerd door het zero-covid beleid. Landbouwers hadden geen toegang tot meststoffen en soms zelfs geen toegang tot hun velden. Drie van de zwaarst getroffen provincies zijn samen goed voor 20% van de Chinese graanoogst.
De dalende oogsten en voedselvoorraden leiden in sommige regio’s tot een angst voor tekorten, met protectionistische maatregelen tot gevolg. Zo besloot Indonesië eerder dit jaar om de export van palmolie te verbieden. India legde de export van tarwe stil. Zulke protectionistische maatregelen vergroten alleen maar de (angst voor) tekorten op de wereldmarkt.
Een tekort aan voedsel zal leiden tot een verdere stijging van de voedselprijzen. De supermarkt is op een half jaar tijd 11% duurder geworden, volgens een onderzoek van VRT-journalist “De inspecteur” Sven Pichal. Als diverse oogsten dit jaar effectief minder opbrengen, dan kunnen de voedseltekorten de komende maanden nog verder oplopen.
Vooral Noord-Afrika en het Midden-Oosten dreigen grote slachtoffers te worden van een wereldwijde voedselcrisis. Deze regio’s produceren te weinig voedsel en zijn daarom erg afhankelijk van import. Egypte voert normaliter 80% van haar tarwe in vanuit Rusland en Oekraïne, Libanon 60%, Somalië 100%. Hoge voedselprijzen speelden een belangrijke factor in het ontstaan van de Arabische Lente zo’n 10 jaar geleden.
Het klimaat verandert ook in België. Lange periodes van droogte worden afgewisseld met momenten van soms zeer intense regenval, met gevaar op overstromingen zoals vorige zomer. Gelukkig volgde er na de droogte in maart en april heel wat regen in mei, zoniet dreigde er ook hier een tegenvallende oogst.
Een socialistisch beleid zou een planmatige benadering verdedigen om de landbouwproductie op lange termijn op peil te houden. Daarbij moet het regenwater beter en langer bijgehouden worden. Nu gaat het meeste water van zeer intense regenbuiten verloren. Het grootste deel vloeit naar de zee zonder door de bodem opgenomen te worden. Er zijn grote infrastructuurwerken nodig en een andere ruimtelijke ordening om daar verandering in te brengen.
Daar zien we vandaag echter niets van. De regering bijvoorbeeld beperkt zich tot het financieren van onderzoek naar gewassen die beter tegen de droogte kunnen (vooral droogtebestendige aardappelen) en een aanpassing van de bouwvoorschriften enkele jaren geleden om bij nieuwbouw en verbouwingen in betere neerslagopvang te voorzien. Dit is absoluut onvoldoende om ons voor te bereiden op de klimaatverandering.
Onder het kapitalisme slagen de regeringen er niet in om de klimaatverandering tegen te gaan, of om tijdig aanpassingen uit te voeren die ons daarop voorbereiden. Een ander maatschappelijk systeem is nodig om de noodzakelijke maatregelen te kunnen nemen – een socialistisch systeem.