“De arbeidersklasse is terug.” Dit waren de woorden van Mick Lynch, algemeen secretaris van de spoorbond RMT. En ze kunnen nauwelijks treffender zijn. In december 2022 gingen de meeste werkdagen verloren door stakingen sinds 1989. Nationale stakingen van spoorwegarbeiders brachten het vervoer opnieuw tot stilstand. Postpersoneel staakte tijdens de drukke aanloop naar kerstmis. In een werkelijk historische actie staakte het zorgpersoneel van de NHS – waaronder verpleegkundigen en ambulanciers – uit protest tegen de lage lonen en ter verdediging van de veiligheid van patiënten. Verder voerden onder meer buschauffeurs, vuilnismannen, douanepersoneel, bagagebehandelaars en rijexaminatoren actie in de maand december.
Artikel door Claire Laker-Mansfield – Socialist Alternative, ISA in Engeland, Wales & Schotland
Deze stakingen hebben categorisch elk idee ontkracht dat de arbeidersbeweging iets uit het verleden is. Het Britse nieuws wordt gedomineerd door updates over stakingen en de reactie van de regering op vakbondsacties. Premier Rishi Sunak heeft geprobeerd zijn Conservatieve Partij – die vorig jaar één lange crisis kende – te verenigen rond een harde aanpak van vakbonden en aanvallen op de rechten van werkenden. Tegelijkertijd zijn er tekenen dat hij en zijn regering achter de feiten aanhollen.
Het momentum en het initiatief liggen bij de vakbeweging. De inflatie en de crisis van de kosten van levensonderhoud treffen de werkenden langs alle kanten. De arbeidersklasse ziet instinctief de noodzaak in om terug te vechten. Het feit dat nieuwe groepen werkenden in strijd komen – vooral het zorgpersoneel – versterkt het vertrouwen van de groepen die al het langst strijden, zoals bij het spoor en de post. De oproep tot een algemene staking vindt brede weerklank. De werkenden begrijpen dat coördinatie de sleutel is en dat eenheid kracht is.
Het cruciale belang van het veralgemenen en escaleren van de actie wordt nog duidelijker door de aankondiging van nieuwe aanvallen op het stakingsrecht. De regering heeft de inzet opnieuw verhoogd. Onze beweging moet reageren door alle krachten te bundelen.
Sunak kondigde zijn voornemen aan om nieuwe draconische wetten in te voeren tegen belangrijke groepen werkenden die in actie gingen. Er zullen ‘minimumdienstniveaus’ worden voorgesteld voor het spoor, de zorg, het onderwijs en de douane. Dergelijke ondemocratische maatregelen zijn bedoeld om de effectiviteit van toekomstige stakingen te beperken, in het bijzonder van werkenden die in de huidige actiegolf vooraan staan.
Maar deze nieuwe aanvallen gaan gepaard met een aarzelende aanpak van de loononderhandelingen. De publieke steun voor de stakingen blijft sterk. De steun voor het zorgpersoneel in het bijzonder is overweldigend – meer dan twee derde van de bevolking steunt de acties van de verpleegkundigen volgens peilingen. De gok van Sunak was dat, naarmate de tijd verstreek, de publieke stemming zou verzuren en de vijandigheid tegenover de stakers zou toenemen. Maar tot nu toe is dit niet uitgekomen. Onder Tory parlementsleden en ministers neemt de spanning toe over hoe zij de geest terug in de fles kunnen krijgen. Voor Sunak is de vraag hoe met de stakingen om te gaan een steeds groter probleem, in plaats van de vraag waaromheen zijn partij kan worden verenigd, zoals hij had gehoopt.
Wellicht daarom heeft de dreiging van meer stakingsacties de ministers voor het eerst gedwongen om loononderhandelingen op te starten, nadat ze dit steevast weigerden. Naast de aankondiging van draconische nieuwe wetten heeft de regering op 9 januari voor het eerst in deze reeks geschillen vergaderd met de vakbonden die het personeel in de gezondheidszorg, het onderwijs en het spoor vertegenwoordigen. De regering verklaarde dat er niet over de lonen zou gesproken worden, maar heeft naar verluidt een eenmalige forfaitaire premie voor het zorgpersoneel aangeboden als onderdeel van een poging om het conflict te beëindigen. Dit is geen echt loonaanbod, maar een poging om de situatie onder controle te krijgen. Geen enkele vakbond mag zich tevreden stellen met een eenmalige premie. De minister van Volksgezondheid suggereerde reeds dat een dergelijke premie er enkel kan komen in ruil voor een ‘productiviteitsverhoging’ van het zorgpersoneel. Dit is een schandalig standpunt dat leidt tot woede onder het reeds enorm overbelaste personeel, dat zorg niet ziet als een kwestie van ‘productiviteit’. Toch geeft het feit dat de regering gedwongen is aan tafel te gaan zitten en meer geld aan te bieden – hoe ontoereikend ook – een klein signaal dat de actie werkt. Het maakt duidelijk dat de werkende klasse kan winnen.
De zwakte van de conservatieve regering betekent dat er een mogelijkheid is dat arbeidersstrijd een einde maakt aan dit regime. Het onderwijs is de volgende sector de zich bij het protest aansluit. Er gaan geruchten over een gecoördineerde actiedag in februari. Tot nu toe is er een zekere mate van coördinatie tussen de vakbonden die in actie komen, maar dit gaat niet ver genoeg. Er zijn meer stappen nodig om de beweging te escaleren, onder meer om grote delen van de werkenden die nog niet bij een vakbond aangesloten zijn (in het bijzonder in de private sector) te organiseren.
De lancering van de actiegroep Enough is Enough, een initiatief van de leiding van de Communication Workers’ Union, die onder meer het postpersoneel vertegenwoordigt, bood een mogelijkheid om te laten zien wat er mogelijk is. Veel werkenden waren enthousiast bij de lancering. Helaas is er nog geen duidelijke oproep voor acties dit jaar en ontbreekt het aan focus. We zijn een petitie gestart om Enough is Enough op te roepen om een dag van gecoördineerde stakingen en acties in februari voor te stellen. . In lokale groepen waar onze leden een leidende rol spelen, komen we op voor het initiëren en ondersteunen van acties rond de stakingen op 1 februari, die ambtenaren, leraren en mogelijk nog veel meer groepen zullen omvatten.
De stakingsgolf heeft klassenpolitiek stevig op de agenda gezet. Vakbondsleiders worden dagelijks geïnterviewd op televisie en radio. Dit is een grote verandering in Groot-Brittannië, waar er de afgelopen twee tot drie decennia amper aandacht was voor de arbeidersbeweging. Natuurlijk is het merendeel van deze berichtgeving gericht op het ondermijnen van het protest. Maar ondanks een spervuur van anti-vakbondspropaganda in de mainstream media, vinden de werkelijke problemen die de werkenden aan de orde stellen weerklank bij de meerderheid van de arbeidersklasse, die de actie blijft steunen.
Ondanks die steun blijft de rechtse leiding van Labour weigeren om zelfs maar een hint van steun aan de stakingen te geven. Labour weigerde om zelfs maar een minimale belofte te doen om loonsverhogingen aan te bieden die de inflatie volgen. Nu er bij de volgende verkiezingen een regeringswisseling op til is, onderstreept dit het belang van de ontwikkeling van de organisatie van de achterban en van een brede linkerzijde binnen de vakbonden. Het maakt ook de strijd voor politieke vertegenwoordiging van de werkenden nog relevanter.
De uitkomst van deze stakingsgolf moet nog blijken. De arbeidersklasse voelt voor het eerst in vele jaren haar eigen collectieve kracht. Een overwinning, zelfs indien deze beperkt is, voor een van de belangrijkste groepen werkenden die bij de actie betrokken zijn, kan de situatie in een stroomversnelling brengen en de weg vrijmaken voor een verdere escalatie. Een nederlaag of uitverkoop door weinig strijdbare vakbondsleiders kan voor een terugslag zorgen.
Maar wat het resultaat van de strijd in de komende weken ook zal zijn, de zaken kunnen niet zomaar weer worden zoals ze waren. De algemene wereldwijde crisis van het kapitalisme in combinatie met de ‘bijzondere achteruitgang’ van het systeem in Groot-Brittannië zal de arbeiders naar de piketten en de straten blijven drijven. Dit is de muziek van een nieuwe en tumultueuze toekomst.