In september 1990 verscheen in Vonk nummer 103 een dossier over het leven en werk van Leon Trotski. Het ging om een vertaling van een artikel door Phil Frampton uit de Britse Militant. Aanleiding was de 50ste verjaardag van de moord op Trotski.
Op 21 augustus laatstleden was het precies 50 jaar geleden dat Leon Trotski vermoord werd. Trotski was de architect van de opstand van Oktober 1917 in Rusland. Hij organiseerde het Rode Leger in de daaropvolgende burgeroorlog en was Lenins onmisbare medestander. In het onderstaande artikel van Phil Frampton dat oorspronkelijk verscheen in het Britse marxistische blad Militant van 17 augustus ’90 wordt echter ingegaan op de belangrijkste bijdrage van Trotski voor de internationale arbeidersbeweging. Dit leverde hij in een periode waarin hij politiek geïsoleerd stond en met een handvol medestanders een bittere strijd voerde tegen het stalinisme, een strijd die hem uiteindelijk het leven zou kosten.
Zonder Lenin, die in de vorm van de Bolsjewistische partij het massa-instrument voor de revolutie opbouwde, zou er waarschijnlijk geen overwinning geweest zijn in 1917. Zonder Trotski’s klassieker “De Verraden Revolutie” (voor zover we weten spijtig genoeg niet verkrijgbaar in het Nederlands nvdr.*) zou de wereld decennialang verstoken zijn gebleven van een samenhangende analyse van het stalinisme dat nog steeds –zij het aan een zijden draadje – over een derde van de wereldbevolking heerst.
Van de overlevende Bolsjewistische leiders van 1917 was Trotski de enige die niet capituleerde voor de “theorieën” van Stalin, die nu door de bureaucratie veroordeeld worden.
Aan kapitalistische zijde zijn de geleerde professoren – ondanks hun zogenaamde oppositie tegen het stalinisme – na meer dan 70 jaar nog steeds niet in staat om door te dringen tot de fundamentele processen van het stalinisme.
Trotski werd in 1929 voor de derde keer verbannen uit de Sovjet-Unie. De vorige malen was dat echter het resultaat van zijn revolutionaire activiteit tegen het tsarisme. Hij vergeleek dan ook de situatie met de jaren van tsaristische reactie van 1908-11, die aan een revolutionaire storm vooraf gingen.
Hij zag zijn rol als “fundamenteel hetzelfde – het vrijwaren van revolutionaire tradities, het behoud van contacten tussen de meest bewuste elementen binnen de partij, de analyse van de zich ontwikkelende gebeurtenissen van Thermidor [bureaucratische reactie, PF], de voorbereiding op de toekomstige revolutionaire golf op wereldvlak en in de Sovjet-Unie.”
Hij begreep dat hij “herleid was tot het interpreteren van gebeurtenissen en tot het trachten te voorzien van de toekomst.” Bijna onmiddellijk zette de verbannen Trotski zich aan het schrijven van zijn Geschiedenis van de Russische Revolutie. Dit was geen academische studie. Het was een handboek over de cruciale rol van een marxistische leiding in de arbeidersbeweging.
Het was een krachtig tegengif voor de verdraaiingen van de geschiedenis door de bureaucratie teneinde de positie van de kliek rond Stalin te rechtvaardigen. Niettemin blijft het ook voor ’s werelds historici een gezaghebbend werk, volgens de Britse Times zelfs een “historische klassieker”.
Rond dezelfde tijd schreef Trotski “Mijn leven” als een vastlegging van zijn revolutionaire activiteiten en een weerlegging van de stalinistische verdraaiingen. Indien Trotski niet meer klassieke historische studies schreef, dan was dat omdat hij ertoe gedreven werd het nieuwe tijdperk van kapitalistische crisis te analyseren dat ingetreden was met de crash van Wall Street van 1929.
“Frankrijk waarheen” en zijn “Spaanse geschriften” (geen van deze werken zijn in het Nederlands beschikbaar **) zijn verzamelingen van materiaal dat hij schreef ten behoeve van de Internationale Linkse Oppositie binnen de Communistische Internationale (Comintern). Trotski ijverde voor de opbouw van deze Linkse Oppositie.
Eerst trachtte hij de beste krachten van de Comintern voor zich te winnen. Maar waarom, indien Trotski het bij het rechte eind had, won hij niet meer dan enkele duizenden activisten ervan voor de Oppositie?
Nadat ze alle macht naar zich hadden toegetrokken in de Sovjet-Unie, genoten Stalin en zijn aanhangers een enorme autoriteit bij de arbeiders omdat ze zich voordeden als de leiders van de partij die in de revolutie van 1917 had geleid. Stalin was hun dunne band met Oktober. Onder het mom van de “Verdediging van de Sovjet-Unie”, slaagde hij erin via maneuvers om de leiders van de Communistische partijen volledig naar zijn wensen te laten handelen.
De arbeiders die de Communistische Internationale hadden opgebouwd zouden er niet gemakkelijk mee breken, ook niet met haar leiders. De meerderheid zou slechts van het bankroet van het stalinisme overtuigd worden door bittere ervaring. Anderzijds werd de verderfelijke rol van de bureaucratie ook verborgen door de snelle vooruitgang van de Sovjet economie en door het gevaar van een kapitalistische interventie.
Het debacle in Duitsland, waar de machtige KPD (Communistische Partij) eigenlijk de weg opende voor de machtsovername van Hitler in 1933, overtuigde er Trotski uiteindelijk van dat de Communistische Internationale, net als het regime in de Sovjet-Unie, niet meer voor hervorming vatbaar was.
De stalinistische leiding maakte van het wetenschappelijk socialisme een farce. Ze schilderde Trotski af als een paniekzaaier vanwege zijn aandringende waarschuwingen voor het gevaar van een machtsovername door de nazi’s. Hitler zelf, het eraan voorafgaande kapitalistische Bruning-regime, de reformistische sociaaldemocratische SPD en Trotski werden allemaal afgeschilderd als varianten van het fascisme! De KPD stelde zelfs: “Indien Hitler aan de macht komt, zullen wij de volgende zijn!”
De geschiedenis van de arbeidersklasse kent geen grotere tragedie dan de verplettering van de machtigste arbeidersbeweging van Europa door de laars van het fascisme, en dit zonder het minste gevecht. Tot het laatste moment baseerde Trotski zich op de lessen van de Russische Revolutie – die van het eenheidsfront, nl. dat verschillende arbeidersorganisaties samen moeten vechten voor de verdediging van hun democratische rechten, en dat enkel een beslissende tussenkomst van de arbeidersbeweging erin zou slagen de boeren en de middenklassen voor zich te winnen, die anders naar het fascisme zouden uitkijken voor een uitweg.
In plaats daarvan trad de KDP op sommige momenten samen op met de nazi’s om de “sociaal-fascistische” SPD te bevechten. Indien de KDP aangetoond had dat ze bereid was een einde te maken aan het kapitalistische systeem dat de middenklassen aan het verpletteren was, dan zou dit de contrarevolutie hebben kunnen doen omslaan tot een revolutie.
Eens te meer werden de waarschuwingen van Trotski bewaarheid. Doch hij was er zich van bewust dat het effect van de nederlaag in Duitsland een versterking zou zijn van het gevoel van isolatie in de Sovjet-Unie en dat ze de vrees voor een imperialistisch militair offensief zou vergroten. Datgene wat de Sovjet-Unie verzwakte, leek de gewapende bureaucratie te versterken die zich opwierp als de verdediger van de staat.
De marxistische beweging werd teruggeworpen, zoals dat het geval geweest was in 1914 toen de sociaaldemocratische leiders “trouw” hun “eigen” heersende klassen gesteund hadden in de Eerste Wereldoorlog. Opnieuw was het noodzakelijk om de krachten van het marxisme van vooraf aan op te bouwen, beginnende met individuen en kleine groepen.
Internationaal zette Trotski er zijn aanhangers onophoudelijk toe aan om de weg te vinden naar de politiek meest bewuste arbeiders, om deel te nemen in de arbeidersorganisaties en de juistheid van het marxistische programma in actie aan te tonen.
Tijdens zijn verblijf in Noorwegen in 1936 schreef Trotski “De Verraden Revolutie” als een “wetenschappelijke beoordeling van wat er eigenlijk gaande was in het land van de Oktoberrevolutie”.
Indien Marx en Engels het Communistisch Manifest schreven teneinde de arbeidersklasse voor te bereiden op de omverwerping van het kapitalisme, dan is de Verraden Revolutie een manifest voor de arbeiders in de stalinistische staten. Niet verkrijgbaar voor de Sovjetarbeiders gedurende een halve eeuw, zal het een enorme impact hebben op allen die actief betrokken zijn in de strijd tegen het stalinisme en tegen de kapitalistische restauratie. In dit boek stelt Trotski dat de macht en de voorrechten van de bureaucratie hun oorsprong vonden in de achterlijkheid van de Sovjet-Unie ten tijde van de revolutie en in haar gedwongen isolatie na de nederlaag van de revolutie in de rest van Europa. Het socialisme kan zich niet ontwikkelen in een primitieve maatschappij van tekorten. Daarom hadden Lenin en Trotski altijd de revolutie in de ontwikkelende landen van Europa als sleutel beschouwd tot de ontwikkeling van de Sovjet-Unie zelf. Op dat ogenblik zou moderne technologie beschikbaar geweest zijn in eenieders voordeel.
In een maatschappij van tekorten moet men echter in de rij aanschuiven. De verhouding van de bureaucraten tot de arbeiders was als die van de politieman tot de rij. Onvermijdelijk zal de politieman ervoor zorgen dat hijzelf eerst en best bediend wordt.
De bureaucraten probeerden de omvang van hun privileges voor de massa’s te verbergen. Kritiek werd steeds harder uitgeschakeld. Trotski beschuldigde Stalin ervan revolutionaire idealen op te offeren aan privileges en van de Sovjet staat om te vormen tot “het meest gecentraliseerde, despotische en bloeddorstige apparaat.”
Trotski argumenteerde dat het systeem van bureaucratisch bevel als middel tot ontwikkeling van de economie vreemd was aan het socialisme. Een geplande economie heeft behoefte aan arbeidersdemocratie zoals een lichaam zuurstof nodig heeft. Onder het kapitalisme gebeurt de toewijzing van middelen op basis van de winst. “Een socialistische economie,” schreef Trotski, “moet door haar aard zelf, de belangen van de producenten en de noden van de verbruikers als drijfveer hebben.” Maar “de heersende kaste kan geen producenten en consumentendemocratie toelaten, om de eenvoudige reden dat ze zowel de producenten als de verbruikers meedogenloos berooft.”
Ondanks de bureaucratie, ging de planeconomie met sprongen vooruit, met groeipercentages van meer dan 10% per jaar. Vanuit haar hoofdkwartier, waarbij ze vrees als een wapen gebruikt, kan de bureaucratie slagen in de betrekkelijk ruwe taak van het aanleggen van een basisinfrastructuur in een achterlijke economie. Doch de kwantitatieve opbouw van de economie brengt steeds meer complexe taken met zich mee – vandaag moeten één miljoen goederen in de Sovjet-Unie voorzien worden van een prijskaartje. Dat vergt een steeds grotere nadruk op de kwaliteit.
Kwaliteit kan echter niet verkregen worden via de brutale methode van bureaucratisch bevel. De economische en sociale ontwikkeling zélf, zou in toenemende mate de bureaucratische elite onthullen als een obstakel voor verdere vooruitgang.
Trotski waarschuwde ervoor dat de bureaucratie, die haar eigen bevrijding bewerkstelligd had, de sociale verworvenheden van de revolutie slechts zou vrijwaren in zoverre ze de arbeidsklasse vreesde. Het dilemma van een overgangsmaatschappij, waarin het privébezit van de productiemiddelen afgeschaft was, maar waar de bureaucratie de weg naar het socialisme blokkeerde, zou slechts opgelost kunnen worden door ofwel een terugkeer naar arbeidersdemocratie, ofwel een herstel van het kapitalisme.
Vermits de bureaucratie haar privileges nooit zou opgeven zonder strijd, moeten de Sovjet-arbeiders een nieuwe, politieke revolutie organiseren. Ze zouden de beperkingen op de staatsmacht moeten herinvoeren, zoals die door Lenin werden voorgesteld in 1917. De uitbreiding van de macht door de Sovjets (arbeidsraden), samengesteld door democratisch verkozen, afzetbare vertegenwoordigers die niet meer betaald worden dan het gemiddelde loon van de arbeiders. Andere maatregelen zijn de instelling van een rolbeurt voor administratieve taken, geen staand leger maar een bewapend volk en democratisch beheer van de industrie door de arbeiders.
Om de Sovjet arbeiders opnieuw op het strijdtoneel te brengen, dacht Trotski, was er nood aan “een nieuwe revolutionaire dageraad in het Westen of het Oosten”.
Een dergelijke kans deed zich voor in de vorm van de Spaanse revolutie van 1931-37. Na de Duitse catastrofe, besloot de Sovjet bureaucratie echter dat er voor de verdediging tegen de Nazi-dreiging, vriendschapsrelaties nodig waren met de kapitalistische democratieën in Europa, vooral met Frankrijk en Groot-Brittannië. Alles wat hen ook maar enigszins zou afschrikken, moest vermeden worden. Dat gold ook voor een overwinning van de Spaanse arbeidersklasse.
In de strijd tegen Franco’s fascistische coup, begonnen de arbeiders de socialistische revolutie door te voeren in die helft van Spanje die gecontroleerd werd door de republikeinse regering. Het land en de fabrieken werden onteigend. Arbeidersmilities werden opgericht teneinde weerstand te bieden aan de krachten van het fascisme. Een burgeroorlog brak uit.
Gebruik makend van de “stakingsbrekende samenzwering” van het Volksfront – het verbond van arbeiderspartijen met “liberale” kapitalistische partijen – werd de revolutie tegengehouden en dan teruggeschroefd. Gehoorzaam stelden de leiders van de Spaanse Communistische Partij alles in het werk om een kapitalistische republiek te vrijwaren.
Stalin stuurde zijn geheime politie, de GPU, om ervoor te zorgen dat elk protest tegen dit laaghartig verraad de kop werd ingedrukt en dat het vuile karwei kon worden opgeknapt. Doch het resultaat van dit verraad was niet de versterking van de positie van de Sovjet-Unie. Zoals Trotski had voorspeld, werd ze integendeel verzwakt door de demoralisatie van de arbeiders en doordat Hitler er een fascistische bondgenoot bijkreeg.
In de Sovjet-Unie zelf vreesde Stalin dat de strijd van de Spaanse arbeiders een inspiratiebron zou worden voor de Sovjet arbeiders om eveneens in actie te treden. Teneinde elke beweging de kop in te drukken nog voor ze begon, ontketende Stalin een ingrijpende zuivering van de communistische partij om al diegenen uit te schakelen die een aantrekkingspool zouden kunnen vormen voor een oppositie.
Deze startte met de Moskouse processen van augustus 1936. Ex-leiders van de revolutie, zoals Kamenev en Zinoviev, geterroriseerd door vrees voor zichzelf en voor het leven van hun gezinsleden, “bekenden” fascistische contrarevolutionairen te zijn onder leiding van Trotski. Trotski stelde: “De generatie van de revolutie, hoewel vernederd en verpletterd, bleef in de ogen van Stalin een bedreiging. Zijn vrees voor de massa’s was groter dan alles en hij mobiliseerde het hele bureaucratische apparaat om hen onder controle te houden.”
De terreur had haar eigen logica. Honderdduizenden mensen werden gevangengezet, vele duizenden werden terechtgesteld. Geschat wordt dat 20 miljoen mensen omkwamen als resultaat van Stalins brutale uitspattingen. Net voor zijn dood gaf Trotski het volgende commentaar: “Het is geen toeval dat 90% van die revolutionairen die de Bolsjewistische Partij opbouwden, de Oktoberrevolutie maakten, de Sovjet staat en het Rode Leger opzetten en leiding gaven in de burgeroorlog, als “verraders” uitgeschakeld werden in de loop van de laatste 12 jaren.”
De bureaucratie had zich eindelijk bevrijd van het Bolsjewisme en verstevigde haar controle over de Sovjet maatschappij. De zuiveringen leidden tot een uitdunning van de militaire Sovjet bevelhebbers. Aldus bereidde de dodelijke greep van de bureaucratie de weg voor de fascistische invasie van de Sovjet-Unie in 1941 voor. Reeds in 1935 had Trotski geoordeeld dat Stalin hem zou proberen te vermoorden “indien er een oorlogsdreiging is, of indien zijn eigen positie in gevaar zou komen.” Dit bleek correct, niet alleen voor Trotski zelf maar ook voor zijn gezin en medestanders.
Stalin begreep dat de Trotskisten bezield waren door een leider die onverzoenlijk was tegenover elk ander doel dan de emancipatie van de mensheid. Datgene wat Lenin en Trotski van anderen onderscheidde was hun bekwaamheid om de methode van het marxisme te hanteren – niet enkel om de ontwikkeling van de geschiedenis te begrijpen, maar ook om de noodzakelijke conclusies te trekken voor de arbeidersklasse en voor hun eigen activiteit, waarbij ze zich stevig in de rangen van de actieve arbeiders plaatsten.
Er zijn diegenen in de Sovjet-Unie van vandaag die beweren dat ze geen verschil kunnen zien tussen Trotski en Stalin. Politiek bewuste arbeiders die het verleden bestuderen zullen eens te meer leren dat er oceanen van bloed liggen tussen de stalinistische bureaucratie en de ideeën van Trotski.
Ze zullen vernemen hoe zijn vier kinderen, Leon, Sergei, Nina en Zina, vermoord werden of naar hun dood gedreven werden door Stalin, hoe zeven van zijn secretarissen vermoord werden, hoe zijn kleinkinderen moordaanslagen overleefden, hoe de GPU zijn medestanders afslachtte, hoe zijn naam besmeurd werd over de hele wereld. Ze zullen de vijf moordpogingen vernemen op een man van 60, die slechts gewapend was met zijn pen.
In 1940 keek Trotski terug op het voorbije decennium, waarbij hij zijn eigen rol bescheiden onderwaardeerde: “in een reactionaire periode als de onze, is een revolutionair verplicht om tegen de stroom in te gaan. Ik doe dat naar best vermogen. De druk van de wereldwijde reactie heeft zich misschien nog het onverbiddelijkst uitgedrukt in mijn persoonlijk lot en in het lot van mijn naasten. Ik zie hierin geen verdienste van mezelf: het is het resultaat van de ineenstrengeling van historische omstandigheden.”
Niet toevallig werd aan de duizenden Trotskisten in de arbeiderskampen van Siberië een bijzonder lot toebedeeld. In Vorkuta, waar ze voor de laatste maal hun volgers massaal en heroïsch uitdaagden, kregen ze elk een stuk brood en marcheerden ze in groep de bevroren toendra in om er doodgeschoten te worden. Zelfs op dat ogenblik zongen ze de Internationale.
Al deze vervolgingen konden de ideeën van de Oktoberrevolutie, zoals belichaamd door Leon Trotski, niet verpletteren. Toen Coulondre, de Franse ambassadeur, tegenover Hitler zijn beklag maakte in 1939 over diens beruchte pact met Stalin, waarschuwde hij: ”Ik hoop dat u zich realiseert dat in geval van oorlog, de echte overwinnaar Trotski zal zijn.” Hitler antwoordde: “Ik weet het.”
Op 21 augustus 1940 schakelde de GPU uiteindelijk de organisator uit van de Oktoberopstand die aan 150 miljoen arbeiders en boeren de macht gaf om zelf de bedrijven en het land te beheren in de Sovjet-Unie.
De geschiedenis bereidt nog steeds voorwaarden en de krachten voor die Trotski’s programma van echte arbeidersdemocratie in de praktijk zullen brengen, en dit zowel in het Oosten als in het Westen. De ineenstorting van de stalinistische dictaturen in Oost-Europa vormt een nieuw begin.
De jonge generatie zal een inspiratiebron vinden in de ideeën en de strijd van Trotski. De misdaden van Stalins handlangers zullen nooit vergeten worden maar eraan herinneren dat de arbeidersdemocratie geen luxe was – haar instelling is een kwestie van leven en dood voor de mensheid.
Het testament van Trotski
“Gedurende drieënveertig jaar van mijn bewuste leven ben ik een revolutionair gebleven; gedurende tweeënveertig ervan heb ik gevochten onder het vaandel van het marxisme. Als ik helemaal opnieuw zou moeten beginnen zou ik natuurlijk proberen enkele fouten te vermijden, maar de grote lijn van mijn leven zou onveranderd blijven. Ik zal sterven als proletarisch revolutionair, als marxist, als dialectisch materialist, en derhalve als onverzoenlijk atheïst. Mijn geloof in de communistische toekomst van de mensheid is niet minder vurig, het is zelfs sterker vandaag, dan het was in de dagen van mijn jeugd.
“Natasha is net van de patio naar het raam gekomen en heeft het wijder opengezet zodat de lucht makkelijker mijn kamer kan binnenstromen. Ik kan de heldergroene strook gras aan de voet van de muur zien, en de stralend blauwe lucht boven de muur, en zonlicht overal. Het leven is mooi. Laten de toekomstige generaties het ontdoen van alle kwaad, onderdrukking en geweld, en er ten volle van genieten.”
(*) Tot op heden is ‘De Verraden Revolutie’ nog niet in het Nederlands verschenen. Maar, goed nieuws! Onze uitgeverij marxisme.be heeft het klaar staan om naar de drukker te versturen. Meer hierover binnenkort.
(**) Het grootste deel van ‘Frankrijk waarheen’ is inmiddels wel in het Nederlands verschenen en maakt deel uit van het door marxisme.be uitgegeven boek ‘Fascisme: wat het is en hoe het te bestrijden’.