Home » Artikelen » Commentaar en achtergrond » Antisemitisme: wat het is en hoe het te bestrijden

Antisemitisme: wat het is en hoe het te bestrijden

De storm van beschuldigingen tegen Jeremy Corbyn en anderen rond antisemitisme is uiteraard politiek gemotiveerd. Maar het leidt ook tot vragen over hoe antisemitisme kan gedefinieerd worden en hoe we het kunnen bestrijden. Het zorgt voor een hernieuwd debat over Zionisme en Israël, zowel het beleid van de opeenvolgende Israëlische regeringen als het bestaan van de staat Israël. Judy Beishon van de Socialist Party bekijkt antisemitisme in een historische en actuele context. Ze benadert dit en de ‘Joodse kwestie’ vanuit een marxistisch standpunt.

Dossier uit het magazine ‘Socialism Today’

Eén van de kortste en eenvoudigste definities van antisemitisme is vijandigheid of vooroordelen tegenover Joden als Joden. De graad ervan verschilt sterkt, van kwetsende opmerkingen tot vandalisme, gewelddaden en moorden. Alle gevallen van antisemitisme moeten veroordeeld en beantwoord worden.

Hoe sterk staat antisemitisme vandaag in Groot-Brittannië? De Community Security Trust heeft weet van 1.382 incidenten in 2017, het hoogste aantal sinds de metingen begonnen in 1984. Gelukkig waren er geen incidenten van ‘extreem geweld’, omschreven als ernstige lichamelijke schade. In de meeste gevallen ging het om verbale of geschreven opmerkingen.

Een parlementair rapport uit 2016 over antisemitisme stelde vast dat het aantal vaststellingen van antisemitische haatmisdrijven in Engeland en delen van Wales een toename kenden tussen 2010 en 2015. Er werd echter aan toegevoegd dat niet zeker is “of er een reële toename is dan wel een groter aantal gevallen dat gerapporteerd wordt.”

De afgelopen jaren waren er veel vermeende incidenten van antisemitisme die toegeschreven werden aan de linkerzijde van Labour. Het ging doorgaans niet om incidenten waarbij er sprake was van vijandigheid tegenover het joodse volk, maar toch werden ze opgenomen in de verslagen van incidenten, naast reële en ernstige gevallen die moeten veroordeeld worden. Vorig jaar waren er slechts 24 gerechtelijke veroordelingen van antisemitisme. Dit wil evenwel niet zeggen dat er niet meer veroordelingen mogelijk zijn.

Het parlementair rapport uit 2016 herhaalt op het einde de lastercampagne tegen Labour onder Jeremy Corbyn. Maar eerder in de tekst staat: “Het grootste deel van antisemitische misdrijven is historisch, en nu nog steeds, toe te schrijven aan individuen die verbonden zijn met (of geïnspireerd door) extreemrechtse partijen en politieke activiteiten.” Het rapport verwijst naar cijfers die “suggereren dat ongeveer drie kwart van alle politiek gemotiveerde incidenten van antisemitisme uit extreemrechtse hoek komen.”

De politie merkte op dat parlementslid Luciana Berger 2500 anti-Joodse tweets had ontvangen op drie dagen tijd. Berger gebruikte deze antisemitische campagne tegen haar om de linkerzijde van Labour aan te klagen. Maar het parlementair rapport moet opmerken dat de “vloedgolf aan berichten verbonden was met een campagne tegen haar door een in de VS gebaseerde neonazistische website.” Het rapport merkte ook op dat Groot-Brittannië “één van de minst antisemitische landen van Europa is.”

Er waren gevallen van vandalisme op Joodse kerkhoven en van fysiek geweld, maar het ging nooit zo ver als in Frankrijk waar er in 2015 vier Joodse mensen vermoord werden in een winkel in Parijs. In datzelfde jaar werd een Joodse man in Kopenhagen doodgeschoten voor een synagoge. In Duitsland is er volgens rapporten van de politie een toename van het aantal antisemitische incidenten en gewelddaden.

Het meeste antisemitisme komt uit extreemrechtse hoek. De electorale groei van een aantal extreemrechtse partijen in verschillende Europese landen – mogelijk door een gebrek aan duidelijke linkse alternatieven – is een gevaar dat ernstig moet genomen worden. De meeste van deze partijen vermijden formeel om een antisemitisch beleid voor te stellen, maar ze omvatten leden en leiders die neonazistische en antisemitische standpunten hebben verdedigd en daarmee een reële dreiging vormen voor Joodse mensen.

Antisemitisme heeft eeuwenlang in verschillende varianten bestaan. Wat zijn de belangrijkste vormen vandaag? Het is ofwel gebaseerd op vooroordelen uit het verleden, of het gaat om gevallen waarbij de Joodse bevolking verantwoordelijk wordt geacht voor de misdaden door de Joodse regering of voor het bestaan van Israël.

Antisemitisme in de geschiedenis

Voor de Middeleeuwen was migratie door Joden vooral het resultaat van invasies of veroveringen waar verschillende bevolkingsgroepen onder gebukt gingen, over tal van achtergronden en religies heen. Tegen het einde van de Middeleeuwen waren er echter veel gevallen van vreselijke antisemitische moorden en uitwijzingen van Joden.

De Belgische trotskist Abram Leon, die op jonge leeftijd omkwam in Auschwitz, schreef een verhelderend boek: ‘Hoe het jodendom de geschiedenis kon overleven’ (oorspronkelijke titel: ‘De Joodse kwestie: een marxistische interpretatie’). Hij legt daarin uit hoe de Joden in de Middeleeuwen in Europa vaak een specifieke socio-economische rol opnamen, in het bijzonder als handelaars, financiële tussenpersonen en administrators. Toen de feodale economieën aftakelden, volgde geweld. “In Europa bloeide de handelseconomie, de steden groeiden, net zoals de coöperatieve nijverheden, de joden werden progressief uit hun economische positie verdreven. En dit ging gepaard met een woest gevecht gevoerd door de inlandse kooplieden.”

Het feit dat Joden afgesloten werden van centrale handelsrollen, dwong hen in andere rollen, waaronder het verkopen van kleine goederen en het lenen van geld aan de boeren. Dit maakte dat de onderdrukte laag die op het land werkte Joden ging vereenzelvigen met hun lijden onder het feodalisme waarbij Joden een zondebok werden. Het resultaat was een grote migratie van Joden in de 15e en 16e eeuw naar oostelijk Europa, in het bijzonder Polen en het Ottomaanse Rijk. Zo wilden ze brutale vervolging en massale uitwijzing uit westelijk Europa ontlopen.

In oostelijk Europa kwamen er andere vormen van horror. De Joden probeerden productieve rollen op te nemen in de ontwikkeling van de kapitalistische industrie. De zwakte van de kapitalistische ontwikkeling in Oost-Europa – een ontwikkeling die tegengehouden werd door het West-Europees imperialisme – zorgde ervoor dat de Joden, zoals Abram Leon het omschrijft, “klem zaten tussen het aambeeld van de feodaliteit in vrije val en de hamer van het kapitalisme in verrotting.”

In een situatie van economische crisis, met breed verspreide werkloosheid en armoede, was het nuttig voor de regimes om de verantwoordelijkheid door te schuiven naar de Joden. Deze regimes zagen toe op vreselijke pogroms op het einde van de 19de eeuw in het tsaristische rijk, waaronder het door Rusland bezette Polen. Het leidde tot een nieuwe golf van Joodse emigratie naar tal van bestemmingen in heel de wereld. Het grootste aantal trok naar de VS, waar de Joodse bevolking aangroeide van 230.000 in 1880 tot 1,5 miljoen in 1904.

In die periode werden heel wat activisten van Joodse achtergrond een integraal onderdeel van de arbeidersbeweging. Ze werden deel van de gezamenlijke strijd. Denk maar aan Rosa Luxemburg in Polen en nadien Duitsland, of Leon Trotski in Rusland. Er was ook een laag van Joden die betrokken was bij massastrijd maar een graad van afscheiding behield van de belangrijkste arbeiderspartijen. Dit was in het bijzonder het geval met de Bund, de Algemene Unie van Joodse Arbeiders in Litouwen, Polen en Rusland, een organisatie die in 1897 werd opgezet. Lenin, nadien samen met Trotski een centrale leider van de Russische Revolutie in 1917, gaf geen kritiek op het bestaan van de Bund, maar wel op het programma ervan dat burgerlijk-nationalistische neigingen vertoonde.

Een derde categorie onder Europese Joden op dat ogenblik was de erg kleine minderheid van de zionisten. In plaats van het antisemitisme en het kapitalisme in Europa te bestrijden, verdedigden ze het idee van een Joods thuisland dat elders op de planeet moest ontstaan. Van bij het begin was de benadering van de leiders om de imperialistische machten te overtuigen van dit project. Ze dachten dat die ‘meesters’ hun economische en militaire macht konden gebruiken om het zionistische doel te bereiken.

Theodor Herzl, een Jood uit Wenen, was de centrale stichter van het moderne zionisme. Hij beoogde een wederzijds gunstige relatie met het imperialisme. In 1896 liet hij zijn ogen al op Palestina vallen. Hij verklaarde: “Voor Europa zouden wij daar een bolwerk tegen Azië vormen, we zouden een vooruitgeschoven post van beschaving tegen de barbarij zijn. We zouden steeds in contact staan met Europa, dat ons bestaan zou garanderen.”

Stichting van Israël

In 1902 bediscussieerden Britse ministers de mogelijkheid om een deel van het schiereiland van Sinai aan de zionisten te geven. In 1903 stelden ze een deel van Kenya voor. De eerste zionisten overwogen ook een stuk grondgebied in Argentinië. Maar ze besloten uiteindelijk om voor Palestina te gaan. Het Britse imperialisme gaf hier aan toe in de Verklaring van Balfour van 1917 waarin het stelde “positief te staan tegenover de vestiging in Palestina van een nationale thuis voor het Joodse volk.”

De zionisten verhoogden de druk door Joodse emigratie naar Palestina aan te moedigen. Maar het was de verschrikkelijke holocaust van de Duitse nazi’s die het plan uiteindelijk kracht bijzette. Het beleid van het Britse imperialisme was niet rechtlijnig, maar had al bijgedragen tot een toegenomen Joodse kolonisatie in Palestina. Toen de wereldmachten in 1947 een VN-resolutie stemden om Israël op te richten – een beslissing die betekende dat een opdeling van het land werd opgelegd – werd de basis gelegd voor de stichting van Israël in mei 1948.

Naast de druk van het zionisme was dit ook uit zelfbelang. De grootmachten bekampten elkaar voor invloedssferen. Stalin was aanvankelijk voorstander van de creatie van Israël en hielp het bewapenen via Tsjecho-Slowakije, in de hoop dat hij Israël zou kunnen gebruiken tegen de door het westen gesteunde Arabische regimes. De westerse kapitalistische machten zagen een Israëlische staat onder hun invloed als een potentieel belangrijke geopolitieke pion tegen de dreiging van een Arabische revolutie, waarvan gevreesd werd dat dit de regio naar de Sovjet-Unie zou leiden. Ze wilden bovendien geen grote toestroom van Joodse vluchtelingen in hun eigen landen – de toegang tot Joden werd al sterk aan banden gelegd sinds de jaren 1930.

Daarnaast vormden zionistische terreurdaden in Palestina een probleem voor het Britse imperialisme. Er kwamen Britse soldaten om en de infrastructuur en instellingen werden verwoest. Een vleugel van het Koning David Hotel in Jeruzalem werd in 1946 opgeblazen waarbij 91 doden vielen.

Trotski verwees in december 1938 naar de “gigantische omvang van het kwaad dat het Joodse volk werd opgelegd.” Hij verwees naar de opkomst van antisemitisme en waarschuwde: “Het is gemakkelijk in te beelden wat de Joden te wachten staat bij het uitbreken van de komende wereldoorlog. Maar zelfs zonder oorlog zal de volgende ontwikkeling van de reactie ongetwijfeld leiden tot de uitroeiing van de Joden. Meer dan ooit is het lot van het Joodse volk – niet alleen het politieke maar ook het fysieke lot – onlosmakelijk verbonden met de emancipatorische strijd van de internationale arbeidersklasse.” Trotski riep op tot “gedurfde mobilisaties van de werkenden tegen reactie, voor het opzetten van arbeidersmilities en direct fysiek verzet tegen fascistische bendes.”

Hij waarschuwde in dezelfde maand ook dat migratie naar Palestina geen oplossing zou bieden voor de Joden en uiteindelijk een “bloedige val” voor hen kon worden. Dit is tragisch genoeg een correcte voorspelling als we kijken naar de vele Joods-Arabische bloedvergieten in de daaropvolgende decennia. Dit zal aanhouden zolang het kapitalisme in de regio bestaat.

Joodse mensen zouden moeten kunnen leven waar ze willen zonder vervolging en antisemitisme. Moest dat het geval geweest zijn – indien de Russische Revolutie was gevolgd door geslaagde socialistische revoluties in Europa, wat de basis kon leggen voor een democratisch socialistische toekomst – dan had het zionisme niet verder kunnen ontwikkelen. Het zionistische uitgangspunt dat het antisemitisme niet kan verslagen worden, zou compleet ondermijnd zijn en daarmee ook de ‘oplossing’ van een Joods thuisland om eraan te ontsnappen.

De zionistische groei was het resultaat van het falen om tot een socialistische maatschappijverandering te komen, gevolgd door de nachtmerrie van de vervolging van Joden onder antisemitische wetten, pogroms voor en na de Tweede Wereldoorlog en bovenal de verschrikkelijke holocaust.

Een van de betwiste ‘voorbeelden’ van antisemitisme vandaag die door de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) aan de definitie van antisemitisme is toegevoegd, is: “Het ontzeggen van het recht op zelfbeschikking aan het Joodse volk, bijvoorbeeld door de bewering dat het bestaan van een staat Israël een racistisch gegeven is.” Elders verwijst de IHRA in zijn definitie naar ‘de’ staat Israël, maar de term ‘een staat’ heeft natuurlijk een andere betekenis.

De staat Israël werd in Palestina opgezet op basis van een raciale verdeling en gedwongen onteigeningen van de grond van een groot deel van de Arabische bevolking. Wie zich tegen de creatie van deze staat verzette, zoals onze Trotskistische voorgangers, was daar correct in. Maar zij verzetten zich net als Trotski voor hij in 1940 vermoord werd niet tegen het idee van ‘een’ nieuwe staat waarin het zelfbeschikkingsrecht van de Joodse bevolking die dat wenste tot uiting kwam. Trotski dacht echter dat dit niet mogelijk was op basis van het kapitalisme in verval. Hij stelde dat zo’n zionistisch project “een utopisch en reactionair karakter” zou aannemen. Onder het socialisme, met “ondenkbare middelen op alle domeinen”, zou het mogelijk zijn om “de verspreide Joden die dat willen te herenigen in eenzelfde gemeenschap waarvoor een voldoende grote en rijke plaats op aarde zou gevonden worden.”

In 1937 wees de Sovjet-Unie een gebied, Birobidjan, aan voor Joden die daar wilden gaan wonen. Trotski merkte op dat dit gebied onder het stalinisme niet democratisch zou beheerd worden, maar ook: “Geen enkel progressief denkend individu zal zich verzetten tegen het feit dat de Sovjet-Unie een specifiek gebied toekent aan die burgers die zichzelf Jood voelen, de Joodse taal verkiezen boven andere en er de voorkeur aan geven om als compacte massa te leven.”

Karakter van Israël

In 1947-48 waren er massale gedwongen onteigeningen van Palestijnen. In 1967 gebeurde dit opnieuw en daarna volgden 50 jaar van brutale bezetting en toenemende Joodse kolonisatie van Palestijnse grond. De intensiteit van de onderdrukking van de Palestijnen varieerde doorheen de decennia, maar er waren regelmatige cycli van bloedvergieten en de afgelopen maanden is de dreiging van een nieuwe aanval op Gaza terug groter geworden.

De categorie van antisemitisme die alle Joden verantwoordelijk acht voor de misdaden tegen de Palestijnen ontstond met de eerste confrontaties tussen Arabieren en zionisten in Palestina. Het kende een nieuwe opgang bij elke oorlog en elke brutaliteit tegen de Palestijnen. Het is niet verbazingwekkend dat dit vooral het geval was in de Arabische wereld en moslimlanden, waar er sinds de creatie van Israël vaak uitdrukkingen van antisemitisme waren tijdens protestacties. Na 1948 zorgden de brutale reacties in het Midden-Oosten tegen de creatie van Israël voor een massale migratie van lang gevestigde Joodse bevolkingsgroepen in het Midden-Oosten naar Israël.

De huidige regering van Israël, een rechtse coalitie onder leiding van Benjamin Netanyahu, wordt gekenmerkt door nationalistische reactie, racistisch gestook en aanvallen op democratische rechten. De recent goedgekeurde Nationaliteitenwet is een van de vele wetten in Israël die discriminerend zijn voor niet-Joden. Naast maatregelen die de status van de Arabische taal beperken en de verklaring dat de Israëlische hoofdstad “het volledige en eengemaakte Jeruzalem” is, bevat de wet ook verschillende maatregelen die de banden tussen Israël en de Joodse diaspora moeten aanhalen.

Deze nadruk op een ‘band’ is niet nieuw. Het zionistische verhaal van het Israëlische kapitalisme was lang dat Israël de natiestaat is van alle Joden in heel de wereld. Deze versie wordt formeel bevestigde door de Nationaliteitenwet. Het is een van de manieren waarop de Israëlische heersende klasse nog steeds verwijst naar antisemitisme om het beleid te rechtvaardigen tegenover een internationaal publiek maar ook in eigen land.

Deze campagne om alle Joden met Israël te identificeren – waar een groot aantal Joden niet mee instemt – maakt het moeilijker om in te gaan tegen de vorm van antisemitisme die alle Joden verantwoordelijk stelt voor de acties van het Israëlische regime. De Israëlische journalist Gideon Levy beschrijft deze moeilijkheid kernachtig als hij waarschuwt: “Israël heeft een wet opgemaakt waarin het stelt dat het de natiestaat van de Joodse bevolking is. In andere woorden: alles wat Israël doet, vertegenwoordigt het volledige Joodse volk. Dat heeft een prijs. Als een Israëlische scherpschutter een man zonder benen in een rolstoel doodschiet of een verpleegster, dan is het Joodse volk een partner. Het Israëlische beleid zet aan tot antisemitisme.” En nog: “Alle kritiek afdoen als antisemitisme (…) versterkt antisemitisme en het gevoel dat Joden handelen als bullebakken die gebruik maken van emotionele chantage.” (Haaretz 9 augustus).

De Israëlische heersende klasse maakt op schandalige wijze gebruik van antisemitisme om de eigen misdaden te rechtvaardigen en er wordt geprobeerd om alle Joden hierin medeplichtig te maken. Tegelijk was Netanyahu bereid om de racistische Hongaarse premier Victor Orban te ontvangen, ook al deed die expliciet antisemitische uitspraken. Ook Rodrigo Duterte, de president van de Filippijnen, werd ontvangen. In 2016 verklaarde Duterte dat hij liefst de drie miljoen drugverslaafden in zijn land zou aanpakken op dezelfde wijze als Hitler de Joden aanpakte.

Een aantal linkse organisaties maken terecht een onderscheid tussen de Joodse diaspora en de daden van Israëlische regeringen, maar ze doen dit niet voor de Joodse bevolking in Israël. Het niveau van nationalistisch chauvinisme in Israël is momenteel erg hoog, maar het blijft een klassensamenleving zoals in elk ander kapitalistisch land. De werkende klasse en de middenlagen worden uitgebuit door de superrijke heersende elite. Er is vakbondsstrijd tegen het opvoeren van de flexibiliteit, afdankingen, … Het voorbije jaar waren er grote betogingen tegen corruptie, tegen deportaties, voor LGBT-rechten en tegen de Nationaliteitenwet.

Marxisten kunnen vandaag niet gewoon hetzelfde standpunt verdedigen als bij de creatie van Israël. De afgelopen decennia is er immers een Israëlisch nationaal bewustzijn ontwikkeld en een meerderheid van de bevolking is er geboren. Het is een staat met een van de sterkste legers ter wereld en het beschikt over kernwapens. De Joodse bevolking heeft een ‘belegeringsmentaliteit’ die gevoed wordt door intensieve nationalistische propaganda en constante waarschuwingen voor mogelijke militaire agressie door Iran, Hezbollah en Hamas. De enige weg vooruit voor de Israëlische werkenden ligt in de opbouw van gezamenlijke strijd van Israëlische Joodse en Arabierse werkenden tegen het Israëlische kapitalisme waarbij dit verbonden wordt met de arbeidersstrijd en -organisaties in de Palestijnse gebieden en de buurlanden.

Samen met onze zusterorganisatie Socialistische Strijdbeweging in Israël/Palestina verdedigen we het recht op zelfbeschikking van de Israëlische Joden – dit onder dwang afwijzen is niet mogelijk en maakt het onmogelijk om het vertrouwen te winnen – maar dit moet samengaan met hetzelfde recht voor de Palestijnen. De enige manier om dit te bereiken is door een democratisch socialistisch Israël en een onafhankelijk democratisch socialistisch Palestina met een hoofdstad in Oost-Jeruzalem.

Aanvallen op Corbyn en de linkerzijde

Lasterlijke beschuldigingen van antisemitisme doken de afgelopen jaren steevast op tegen Jeremy Corbyn en de linkerzijde van Labour. Deze beschuldigingen kwamen uit de hoek van de rechterzijde binnen Labour, de conservatieven, de gevestigde media en een aantal leiders van rechtse Joodse organisaties, in het bijzonder de Jewish Leadership Council, de Board of Deputies en de Jewish Labour Movement. Heel wat beschuldigingen waren gericht tegen prominente Labour-figuren die met de linkerzijde geassocieerd worden, zoals Jackie Walker, Pete Wilsman, Marc Wadsworth en George McManus. Het ging telkens om uitspraken die kritisch staan tegenover het zionisme of het beleid van de Israëlische regering of om kwade reacties op de aanvallen tegen Corbyn.

De ‘feiten’ in deze uitspraken waren niet altijd correct. Zo stelde Ken Livingstone ten onrechte dat Hitler de verkiezingen van 1932 won. De gebruikte taal kan soms terecht bekritiseerd worden. Zo was de woordkeuze van voormalig parlementslid Jim Sheridan ongelukkig toen hij de ‘Joodse gemeenschap’ omschreef als Blairistische samenzweerders, in plaats van te wijzen op de klassentegenstellingen en verschillende politieke posities onder Joden. Maar de context en de motivatie achter de meeste uitspraken waren er geen van antisemitisme. Diegenen die antisemitisme minimaliseren, stellen vaak dat het verschilt van andere vormen van racisme omdat de slachtoffers in een controlerende en samenzwerende positie zitten. Antisemitisme heeft een aantal unieke kenmerken, net zoals andere vormen zoals haat tegen moslims dit hebben.

Iedereen zal wel eens standpunten lezen of horen waarmee hij het grondig oneens is of die als verkeerd en beledigend overkomen. Deze criteria mogen echter niet de norm worden waarmee de vrije meningsuiting aan banden wordt gelegd bij gebrek aan stevig bewijs van racisme, antisemitisme of misbruik. Als er incidenten van echt antisemitisme zijn, moet er altijd gepast tegen gereageerd worden.

Het politieke karakter van de beschuldigingen die Labour antisemitisme toeschrijven, blijkt uit het onderzoek dat aantoont dat er in Labour niet meer antisemitisme is dan in andere partijen. Het parlementair rapport moet dit erkennen. De hypocrisie van het koor dat Labour oproept om de volledige lijst van ‘voorbeelden’ bij de definitie van antisemitisme door de IHRA te erkennen, blijkt uit het feit dat verschillende lidstaten van de IHRA ministers tellen die in het verleden zelf antisemitische of zelfs neonazistische gevoelens naar voren brachten.

Er is geen universeel erkende definitie van antisemitisme. Er is evenmin een akkoord tussen de Israëlische autoriteiten en de Joodse organisaties in heel de wereld over een definitie van het Jood-zijn. Dit is overigens een heet hangijzer in Israël omwille van de gevolgen inzake discriminatie van legale rechten.

Jeremy Corbyn heeft zich verzet tegen het aanvaarden van alle voorbeelden van de IHRA omdat deze ambigue zijn. Zo verklaarde advocaat Geoffrey Bindman: “Een aantal ervan zijn niet noodzakelijk antisemitisch. Of dat al dan niet het geval is, hangt af van de context en van bijkomend bewijs van antisemitische bedoelingen.” De voorbeelden werden volgens een van de auteurs ervan, de Amerikaanse advocaat Kenneth Stern, niet opgesteld als richtlijn voor wat aanvaardbaar gedrag is. Stern wees op incidenten waarbij voorbeelden aangehaald werden om de vrije meningsuiting aan banden te leggen.

Het centrale deel van de IHRA-definitie kan daartoe misbruikt worden. Het stelt: “Kritiek op Israël zoals kritiek op gelijk welk ander land wordt geuit, kan niet als antisemitisch gezien worden.” Maar dit suggereert dat unieke elementen, zoals de bezetting van de Palestijnse gebieden, niet kunnen bekritiseerd worden omdat deze kritiek niet van toepassing is op andere landen.

Een van de ‘voorbeelden’ van de IHRA-definitie is: “Vergelijkingen maken tussen het huidige Israëlische beleid en dat van de nazi’s.” Fascisme en zionisme zijn erg verschillende vormen van kapitalisme. Het Duitse fascisme in de jaren 1930 en 1940 was een vorm van kapitalistische contrarevolutie. De sociale basis ervan was de middenklasse, het ging over tot de vernietiging van arbeidersorganisaties en het gebruikt antisemitisme om verdeeldheid te zaaien om de vijandigheid tegenover het kapitalisme in het algemeen te richten op Joodse kapitalisten in het bijzonder om zo meteen ook nationalisme te stimuleren en vijandigheid tegen de ‘Joodse ideologie’ van het marxisme, aangezien Marx en veel leiders van de arbeidersbeweging joodse wortels hadden.

Dit ‘voorbeeld’ werd als excuus gebruikt om beperkingen op te leggen aan een meeting aan de universiteit van Manchester in maart 2017 waar een Joodse overlevende van het getto van Boedapest kwam spreken. De ondertitel van de toespraak was immers gericht tegen de Israëlische regering: “Jullie doen met de Palestijnen wat de nazi’s met mij deden.” Het rechtse verhaal is dat het Israëlische beleid niet kan vergeleken worden met dat van de nazi’s. Tegelijk kan het blijkbaar wel dat Corbyn vergeleken wordt met de nazi’s. Dat was wat parlementslid Margaret Hodge deed toen een onderzoek werd gestart naar haar beledigingen van Corbyn waarbij ze hem een antisemiet had genoemd.

Verschillende Israëlische Joodse commentatoren, inclusief zionisten, hebben de afgelopen jaren vergelijkingen gemaakt tussen de koers van het Israëlische regime en aspecten van het nazisme. Zo werd gewaarschuwd voor exclusiviteit en raciale ongelijkheid. Moeten zij nu ook als antisemitisch bestempeld worden?

Ken Livingstone, die uit Labour is gestapt na een schorsing van twee jaar, werd vanuit een ander oogpunt onterecht beschuldigd van antisemitisme. Met name werd hij aangepakt na zijn uitspraak dat Hitler het zionisme had gesteund. Hitler heeft het zionisme niet gesteund, zoals Livingstone uiteindelijk moest erkennen, maar de nazi-leiders steunden gedurende een korte periode wel Joodse emigratie naar Palestina. Er zijn verschillende voorbeelden van samenwerking tussen nazi’s en zionisten die overigens tot verdeeldheid leidden in de zionistische beweging van de jaren 1930.

Corbyn wordt in het bijzonder geviseerd omwille van zijn jarenlange steun voor de Palestijnse zaak en zijn deelname aan activiteiten hierrond. Het klopt echter dat hij net als een laag van de linkerzijde een aantal politieke beperkingen rond deze kwestie heeft. Dit leidt tot fouten die door rechts aangegrepen worden. Een duidelijke klassenbenadering rond de Palestijnse strijd is noodzakelijk. Het is ook belangrijk dat een socialistische weg naar oprechte bevrijding wordt gepromoot, waarbij het beleid van de leiders van Hamas en Fatah wordt verworpen. Hamas baseert zich op de rechtse politieke islam, Fatah kijkt naar het westers imperialisme om tot een Palestijnse staat te komen.

Een van de meer recente aanvallen op Corbyn ging over het feit dat hij tijdens een meeting in 2013 stelde dat een specifieke groep van zionisten “de Engelse ironie niet begrijpt.” Corbyn haalde niet uit naar alle Britse zionisten, zoals achteraf beweerd werd, en al helemaal niet naar alle Joodse mensen. Maar in de aanvallen op Corbyn werd steeds vertrokken van het argument dat “antisemitisme en anti-zionisme hetzelfde zijn,” om de voormalige conservatieve partijvoorzitter Lord Feldman te citeren. Volgens rabbijn Ephraim Mirvis kan zionisme niet losgezien worden van het joodse geloof.

Zelfs een oppervlakkige blik op de feiten geeft aan hoe fout deze argumenten zijn. Een aantal religieuze Joodse groepen is fel gekant tegen het zionisme, meer dan 40% van de Britse Joden beschouwt zichzelf niet als zionistisch (City University, 2015). Niet alle zionisten zijn Joods en zionisme is een ideologie, geen ras of religie. Het zionisme omvat verschillende politieke partijen en standpunten, het is geen uniforme ideologie.

Antisemitisme bestrijden

Valse beschuldigingen van antisemitisme dragen niet bij tot het bestrijden ervan, maar zorgen net voor een klimaat van angst en onveiligheid in Joodse gemeenschappen. Daar wordt vervolgens schaamteloos gebruik van gemaakt. Voor de rechtse Joodse organisaties die op deze kar gesprongen zijn, is het doel ongetwijfeld om de Joodse identiteit te versterken en een afbrokkeling van de Joodse gemeenschappen te beperken. Er zijn echter ook veel mensen van Joodse afkomst die geschokt zijn door de lastercampagne. Binnen Labour werd een nieuw netwerk opgezet om ertegen in te gaan: Jewish Voice for Labour. Dergelijke organisaties krijgen echter bijna geen enkele aandacht in de gevestigde media.

Onder druk van de campagne heeft de nationale leiding van Labour besloten om alle voorbeelden van de IHRA-definitie te aanvaarden, slechts aangevuld met een paragraaf waarin de verdediging van de vrije meningsuiting is opgenomen. Toegeven op dit punt zal de beschuldigingen niet stoppen. Het doel van de campagne is immers om Corbyn weg te krijgen. De enige manier om tegen de beschuldigingen in te gaan, is door in verzet te gaan tegen de eisen van de pro-kapitalisten in Labour, ervoor zorgen dat in hun kiesdistricten de leden nieuwe kandidaten kunnen verkiezen en door resoluut op te komen voor een programma in het belang van de werkende klasse. Dat veronderstelt dat de arbeidersbeweging democratisch instemt met eigen gedragsregels.

In de samenleving in het algemeen komt het meest antisemitisme van extreemrechts. Dat speelt in op ongenoegen en een gebrek aan toekomstperspectieven. Het doet dit door vooroordelen en haat te verspreiden. Racistisch of religieus geïnspireerd geweld is illegaal in Groot-Brittannië, net als het aanzetten tot religieus geweld. Maar de politie en de rechtbanken kunnen niet vertrouwd worden om tegen neonazisme in te gaan. Historisch gezien waren het de socialistische linkerzijde van de arbeidersbeweging en de vakbonden die het voortouw namen in de strijd tegen extreemrechts, racisme en antisemitisme. Dat is vandaag niet anders. Het is niet de rechterzijde die deze strijd opneemt. Het versterken van de arbeidersbeweging in de strijd tegen racisme en extreemrechts is de enige manier om effectief tegen potentieel gevaarlijke organisaties in te gaan en om zichtbaar te worden als aantrekkingskracht voor ontgoochelde jongeren die ten onrechte naar extreemrechts kijken voor antwoorden.

Tegen de achtergrond van kapitalistische crisis en verval zal het gevaar van reactie niet verdwijnen. Een zekere aanwezigheid van antisemitisme is daar een nefaste bijwerking van. De oorsprong van antisemitisme ligt in het falen van ongelijke klassensamenlevingen – eerst het feodalisme en dan het kapitalisme – om de noden van alle delen van de bevolking in te lossen. Zoals alle andere vormen van racisme en discriminatie, zal er pas een einde aan komen door het vestigen van socialisme met het publiek bezit van de centrale sectoren en diensten van de economie met democratische planning. Enkel dat zal de basis leggen om voorgoed komaf te maken met antisemitisme.

Scroll To Top