Home » Internationaal » Afrika » Soedan: contrarevolutie steekt zijn lelijke kop op

Soedan: contrarevolutie steekt zijn lelijke kop op

Analyse door Serge Jordan, Committee for a Workers’ International (de internationale organisatie waarvan Socialistisch Alternatief de Nederlandse afdeling is)

Op maandag 3 juni, voor zonsopgang, hebben het militaire regime en zijn misdadigers een aanval ingezet op de sit-in, die sinds 6 april buiten het militaire hoofdkwartier in de Soedanese hoofdstad Khartoem plaatsvond en die het middelpunt vormde van de voortdurende opstand die de dictatoriale president Omar al-Bashir ten val bracht.

Deze contrarevolutionaire actie werd uitgevoerd door veiligheidstroepen en een reeks reactionaire milities, in het bijzonder de zogenaamde ‘Rapid Support Forces’ (RSF). Deze gewelddadige paramilitaire troepen werden in 2013 officieel opgericht om de praetoriaanse garde van al-Bashir te worden. Het zijn nakomelingen van de inheemse Janjaweed-militie, die een beruchte reputatie heeft opgebouwd met massamoorden, verkrachtingen, plunderingen en talloze andere wreedheden tijdens de oorlog in Darfoer, meer dan tien jaar geleden.

De RSF-milities voerden deze methoden rechtstreeks in het hart van de hoofdstad in en gingen op een moorddadige plundertocht door de stad. Ze staken de tenten bij de sit-in in brand, verkrachtten vrouwen, scheerden de hoofden van demonstranten, geselden ze met zwepen, ze volgden ongewapende burgers op straat om ze af te ranselen en te beroven, ze schoten met scherp op ziekenhuizen, ze plunderden winkels, … Er was soortgelijk geweld, maar dan op kleinere schaal, in Port Sudan, Sinar, Atbara en vele andere plaatsen. Videobeelden op sociale media getuigen van aanhoudend geweld door de RSF-milities in Khartoem en andere steden.

Het Soedanese artsencomité schat het voorlopige dodental op meer dan honderd, bovenop de vele honderden gewonden. Waarschijnlijk is het werkelijke aantal doden door het bloedige optreden van maandag veel hoger. Een geloofwaardige bron met connecties met het veiligheidsapparaat meldde aan een Soedanese journalist dat “sommigen werden doodgeslagen en in de Nijl gegooid, sommigen meerdere malen werden neergeschoten en in de Nijl gegooid en anderen werden machetes in stukken gehakt en in de Nijl gegooid. Het was een bloedbad.” Sinds maandag zijn er ongeveer 40 lijken uit de rivier gehaald.

Angst voor revolutie

Door middel van deze barbaarse repressie heeft de militaire junta, die zich na de val van al-Bashir de macht heeft toegeëigend, getracht terreur onder de massa’s te zaaien en een zware slag toe te brengen aan de revolutionaire strijd die het land sinds december 2018 schokt. Het gebruik van verkrachting is er bijvoorbeeld op gericht de geest van verzet van de vele Soedanese vrouwen te breken nadat ze steevast vooraan stonden in revolutionaire mobilisaties en een sleutelrol hebben speelden bij het trotseren van de vernederingen door het oude regime.

Voor de repressie van maandag bezochten het hoofd van de zogenaamde ‘Transitional Military Council’ (TMC), generaal Abdel Fattah al-Burhan, en zijn plaatsvervangend generaal Mohamed Hamdan Dagalo, leider van de RSF, Caïro, Riyadh en Abu Dhabi. Vermoedelijk om groen licht, hulp en advies te krijgen van al-Sisi, de slachter van de Egyptische revolutie, en van de reactionaire vorsten in de Golf, de belangrijkste regionale steunpilaren van het TMC, voor de moorddadige aanval van maandag. Allemaal dromen ze van het herstel van een meedogenloze dictatuur in Khartoem die de Soedanese revolutie bloedig kan stoppen en meteen de revolutionaire verleidingen in hun eigen achtertuin kan tegengaan. Bovendien willen ze dat het Soedanese regime kanonnenvoer blijft leveren voor hun oorlog in Jemen.

De timing van deze dramatische gebeurtenissen is inderdaad niet toevallig. De inspirerende revolutionaire strijd van de Soedanese massa’s bereikte vorige week een nieuwe dimensie met een stevige tweedaagse algemene staking die het land volledig tot stilstand bracht. Het succes van die staking, die de enorme potentiële macht van de arbeidersklasse liet zien, maakte de generaals en de bezittende klassen in de regio duidelijk bang. De revolutie heeft onder andere een nieuwe impuls gegeven aan onafhankelijke activiteiten van de arbeidersklasse, met de wederopbouw van onafhankelijke vakbonden die ooit door het regime van al-Bashir werden vernietigd. Werkenden begonnen te tonen dat ze een ernstige sociale kracht zijn om rekening mee te houden en dat ze het fundament waarop de politieke en economische macht van de junta is gebouwd, kunnen bedreigen.

Helaas was er een gebrek aan vastberaden leiderschap over wat moest volgen na de twee dagen van algemene staking, die de macht van de generaals deed wankelen. Onmiddellijk na het einde van de algemene staking gingen de militaire heersers over tot een tegenoffensief om de meest dynamische en iconische uitdrukking van de revolutie aan te vallen. De TMC-leiders verklaarden dat de sit-in een bedreiging was voor “de veiligheid van het land” en bijgevolg moest stoppen. De pro-regeringsmedia gingen draaiden overuren om de vreedzame sit-in af te beelden als een nest losbandige drugssmokkelaars en kleine bandieten. Dit was een poging om de repressie ervan en het komende bloedbad te rechtvaardigen.

De overblijfselen van het oude regime en hun internationale geldschieters hebben hun activiteiten zorgvuldig gepland. De kantoren van Al Jazeera in Khartoem werden op 31 mei gesloten en de journalisten van Al Jazeera mochten geen verslag uitbrengen uit Soedan. Om verdere berichtgeving te beperken, werd het internet op maandag in het hele land gesloten – en sindsdien is het niet meer hersteld. Regelmatige legereenheden werden naar hun kazerne gestuurd en velen van hen werden van hun wapens ontdaan, zodat ze het vuile werk van de huurlingen van de RSF niet konden hinderen. Later werden er scènes gemeld van soldaten die hulpeloos snikten terwijl het bloedbad zich aan het ontvouwen was.

Dit staat in tegenstelling tot de krokodillentranen van de westerse regeringen, tranen die hun onthutsende hypocrisie niet kunnen goedmaken. De EU heeft in de loop der jaren miljoenen in de RSF gepompt om de migratie van Soedan naar Europa te beteugelen. Het Witte Huis en veel Europese regeringen hebben het Saoedische regime gesteund en voorzien van de wapens die gebruikt werden om demonstranten en andere onschuldige burgers in de straten van Soedan neer te schieten.

Geen onderhandelingen meer met bloeddorstige generaals…

We moeten alle politieke lessen trekken uit wat gebeurd is om ervoor te zorgen dat het bloed van de martelaren van 3 juni en de daaropvolgende dagen niet tevergeefs is gevloeid. Voor dit bloedbad hebben het CWI en zijn aanhangers in Soedan reeds consistent gepleit tegen de illusie van een compromis met de generaals van het oude regime, die de macht met geweld grepen om de revolutionaire golf te stoppen.

Een verklaring van Socialistische Alternatief Soedan op 23 mei legde uit: “Waarom zou een revolutie die met bloed, zweet en tranen een einde maakte aan het bewind van Al Bashir, uiteindelijk onderhandelen over een machtsdeling met een deel van het onderdrukkende apparaat dat zijn heerschappij zo lang heeft beschermd en ervan geprofiteerd? De militaire machthebbers zijn op geen enkele manier van plan om de macht af te staan. Ze zullen het toneel niet verlaten, tenzij ze daartoe gedwongen worden door de kracht van de massale revolutionaire actie – de enige taal die ze begrijpen.”

Begin april was de eerste reactie van de demonstranten op de aankondiging van de oprichting van het TMC de slogan: “De revolutie is net begonnen.” Daaruit bleek dat veel mensen niet bereid waren om in de valkuil van de daders van de militaire staatsgreep te lopen. Helaas was dit niet zozeer het geval voor de leiders die namens hen het woord voerden, georganiseerd in de Forces for the Declaration of Freedom and Change (FDFC), die ermee instemden te onderhandelen met de generaals van Al Bashir.

De FDFC is een brede alliantie van de oppositie. In die alliantie speelt de Soedanese Beroepsvereniging (SPA, een netwerk van beroepsverenigingen dat een grote autoriteit heeft onder arbeiders en activisten voor zijn organiserende rol in de beweging) een grote rol. Maar er zitten ook rechtse oppositiepartijen in, partijen die ingebed zijn in de burgerlijke Soedanese elite, zoals de Nationale Umma-partij en de Soedanese Congrespartij.

Deze laatste partijen hebben een lange erfenis van toegevingen aan het regime van Al-Bashir; ze hadden nooit vertrouwen in de massabeweging, maar wilden er wel gebruik van maken om toegang te krijgen tot een lucratieve carrière in een toekomstige kapitalistische regering. De leiders van de Umma-partij hebben de oproep tot de algemene staking van vorige week openlijk afgewezen. Nu steunen ze het recentste politieke manoeuvre van TMC: de aankondiging van verkiezingen binnen negen maanden. Verkiezingen onder de huidige omstandigheden, met de militaire en veiligheidskliek die alles onder controle houdt, zouden uiteraard niet meer zijn dan een autoritaire maskerade.

Door pragmatisch te proberen de eenheid van de oppositie onder leiding van de FDFC te waarborgen, hebben de leiders van de SPA zich ten onrechte verbonden aan een doodlopende strategie. Ze hebben geprobeerd de eisen van de revolutionaire beweging te verzoenen met de cynische ambities van de contrarevolutionaire militaire leiders. Alle aanhangers van de SPA moeten eisen dat de SPA nu de banden verbreekt met al die pro-kapitalistische krachten en leiders die op de kap van de revolutionaire beweging een akkoord willen sluiten met de militaire slachters.

De FDFC-onderhandelaars dachten dat ze de corrupte en wrede junta konden sussen en hen ervan overtuigen om een “redelijker” standpunt in te nemen door de macht te delen in een hybride soevereine instantie, bestaande uit militaire en civiele vertegenwoordigers. Verscheidene weken werden verspild in vruchteloze onderhandelingen met de TMC. Deze onderhandelingen zorgen voor verwarring in de beweging werpen en waren verontrustend voor vele activisten. Zoals veel demonstranten zich duidelijk bewust waren, zaten de generaals niet aan de onderhandelingstafel om hun macht ruimhartig op te geven, maar om tijd te winnen, de oppositie voor de gek te houden met vage beloften en te wachten op de juiste gelegenheid om hun toevlucht te nemen tot geweld tegen de massa’s op de straat.

Woensdag hield Generaal Burhan een televisietoespraak waarin hij zei dat de TMC bereid was om de onderhandelingen te hervatten. Deze oproep werd gedaan toen zijn handlangers op straat schoten, sloegen en moorden, en uren voordat de veiligheidstroepen een prominente politicus van de oppositie, Yasir Arman, leider van de Soedanese Volksbevrijdingsbeweging Noord (SPLMN), arresteerden. De woordvoerders van de FDFC hebben terecht verklaard dat ze alle politieke contacten met de Militaire Raad zouden stopzetten en de onderhandelingen zouden opschorten omdat ze van mening zijn dat “de junta niet langer in aanmerking komt om met het Soedanese volk te onderhandelen.” Maar dat was het nooit eerder! Vanaf het prille begin was de TMC niets anders dan het zenuwcentrum van de contrarevolutie, bestaande uit beruchte corrupte oorlogsmisdadigers en oude regeringsaanhangers, die een revolutie probeerden te kapen die een directe bedreiging vormde voor hun wrede heerschappij en hun uitbuitingssysteem. Vanuit hun standpunt was het aftreden van Al-Bashir en andere topfunctionarissen slechts een middel om de essentiële fundamenten van de oude staatsmachine te behouden en hun eigen posities te beschermen, posities waaruit zij belangrijke privileges en economische rijkdom putten.

Heldhaftig verzet

Ondanks de omvang van het geweld van het regime, toonden de demonstranten die maandag verjaagd werden van hun actie voor het ministerie van Defensie een enorme heldhaftigheid. Ze bleven demonstreren en wierpen barricades op in de straten van Khartoem en de naburige stad Omdurman. In wijken in de hele hoofdstad stroomden mensen de straten op om te protesteren tegen de acties van de junta. Ze barricadeerden de straten met bakstenen, verbranden banden en blokkeerden bruggen. Op dinsdag verschenen er video’s op sociale media met beelden van bewoners die de Eid al-Fitr gebeden achter hun barricades uitvoerden.

Volgens een CWI-aanhanger die in Khartoem woont, hebben de demonstranten vanaf woensdag 5 juni de meeste wegen in de stad gebarricadeerd, hoewel sommige barricaden sindsdien met geweld zijn verwijderd. Boze jongeren verzetten zich regelmatig in hevige straatgevechten tegen RSF-patrouilles die rondzwerven en mensen terroriseren. Er weerklinken nog steeds geweerschoten en er vinden nog meer moorden plaats. Op dinsdagavond probeerden de veiligheidstroepen de sit-in van Port Sudan voor de 101ste infanteriedivisie uit elkaar te kloppen, maar dat lukte niet. Ondertussen gingen arbeiders van Port Sudan in staking en werd de burgerlijke ongehoorzaamheid doorgezet. De demonstranten sloten de meeste hoofdwegen en een aantal buurten af met wegversperringen en bandenvuur.

Op dinsdag, woensdag en donderdag waren er kwade marsen, massale demonstraties en wegblokkades in verschillende delen van het land toen het nieuws van het bloedbad in Khartoem bekend raakte. Woensdag waren er massale demonstraties in Zalingei in Centraal Darfoer, El Geneina in West-Darfoer en Nyala in Zuid-Darfoer. Demonstranten trotseerden traangas en er werd met scherp geschoten. Ze riepen slogans voor de val van de militaire junta.

Delen van de arbeidersklasse hebben uit protest tegen de acties van de militaire junta het werk neergelegd. Het gaat onder meer om de arbeiders van de olievelden in West-Kordofan. Afgelopen maandag waren de interne en externe vluchten op de internationale luchthaven van Khartoem gestopt, terwijl de Soedanese pilotenvereniging aankondigde unaniem voorstander was van burgerlijke ongehoorzaamheid zou en alle vluchten zou stoppen. Milities van het regime dwongen de werkenden onder bedreiging van hun leven om terug aan de slag te gaan. Luchthavenpersoneel werd thuis bezocht om onder bedreiging met geweren aan de slag te gaan. Een man die dit weigerde, werd voor de ogen van zijn familie doodgeschoten.

De dreiging van een dergelijke brute contrarevolutie moet worden beantwoord met massale, georganiseerde collectieve actie en zelfverdediging door de revolutionaire massa. Terwijl milities terreur, verkrachting en slachting verspreiden, is de organisatie van de fysieke verdediging van de revolutie een kwestie van leven of dood geworden. In alle werkplekken, gemeenschappen en buurten moeten verdedingscomités worden opgericht en deze moeten met elkaar in verbinding staan om hun acties te coördineren en elk wapen dat ze kunnen vinden, inclusief geïmproviseerde wapens, te centraliseren.

De klassenverschillen binnen de strijdkrachten en de revolutionaire sympathieën die nog steeds bij veel gewone soldaten bestaan, moeten ook onverwijld worden benut. De dreigende muiterij in de lagere rangen van het leger was een van de belangrijkste redenen voor de haast van de junta om zich te ontdoen van Omar Al Bashir. De SPA en de revolutionaire comités zouden publieke oproepen moeten doen aan de soldaten en jonge officieren om alle bevelen van de militaire raad te weigeren, om in opstand te komen tegen hun commandanten, om hun eigen comités democratisch te kiezen en zich aan te sluiten bij het revolutionaire volk om hen te helpen bij de jacht op en de ontwapening van alle milities, en om alle moordenaars, verkrachters en martelaars te arresteren en te berechten.

De oproepen van de SPA tot “volledige burgerlijke ongehoorzaamheid; de sluiting van alle hoofdstraten, bruggen en havens; en een open politieke staking op alle werkplaatsen in de publieke en private sector” gaan in de goede richting. Terwijl deze oproep tot “alomvattende staking” op zondag van start moet gaan, is er al sprake van een ontwikkeling ervan – hoewel het met de Eid-feestdagen moeilijk is om de omvang ervan in te schatten. In ieder geval hebben de massa’s niet de luxe om te wachten. Onmiddellijk en doortastend optreden is nodig om de huidige aanval van de contrarevolutie te verslaan. Barricades op straat, stakingsacties met verdedigingscomités op de werkvloer, bezettingen van strategische locaties en infrastructuur, zijn de manier om het huidige offensief van de reactionaire junta, haar milities en veiligheidstroepen te verlammen en een vastberaden revolutionair tegenoffensief te beginnen.

Weg met de TMC – Macht aan de arbeiders en het revolutionaire volk!

In de loop van de revolutionaire strijd kreeg een verreikend proces van organisatie van onderuit vorm in de wijken en op de werkplekken, in lokale gebieden en bij de sit-in protesten. In feite is dit het ontwikkelen van een situatie van “dubbele macht”: het uitdagen van de oude staatsmachine van de generaals en de overblijfselen van het oude regime, door de groei van de embryo’s van een nieuwe samenleving in de vorm van lokale revolutionaire comités. Met deze lokale comités als basis kan een nieuwe revolutionaire staatsmacht worden gebouwd, die de militaire kliek en zijn verschillende aanhangsels kan uitdagen. Buurt-, stakings- en werkplaatscomités kunnen, indien veralgemeend, vertegenwoordigers kiezen in lokale, regionale en nationale raden en in naam van de revolutie strijden voor politieke macht.

Om de breedst mogelijke steun en energie te mobiliseren voor deze strijd, moet niet alleen opgekomen worden voor echte democratie in Soedan, maar zijn ook antwoorden nodig op de dringende sociale en economische kwesties die de massa’s dagelijks voelen: de strijd voor brood, banen, fatsoenlijke lonen, huisvesting, land, toegang tot onderwijs en gezondheidszorg, vervoer en sociale voorzieningen. Als een dergelijk programma consequent wordt beargumenteerd, kan het bijdragen aan verdeeldheid onder de meest onderdrukte en vervreemde jongeren die door de regeringsmilities worden opgepikt en nu bewapend worden om de beweging te onderdrukken.

Uiteindelijk kunnen deze eisen alleen worden ingewilligd als de belangrijkste sectoren van de economie uit handen worden genomen van de corrupte militaire elite en van de binnen- en buitenlandse kapitalistische klasse, die ze voor hun eigen verrijking gebruiken. Zoals The Economist op 27 april opmerkte: “De junta heeft veel te verliezen. Naar schatting 65%-70% van de overheidsuitgaven gaat naar veiligheid, vergeleken met slechts 5% voor volksgezondheid en onderwijs. Families die verbonden zijn met de militaire en veiligheidsdiensten leiden de bedrijven die de Soedanese economie domineren.” Deze bedrijven moeten onder publiek eigendom worden gebracht, democratisch gepland en beheerd worden door de arbeiders en de revolutionaire massa’s.

Een regering van werkende mensen en arme boeren, die een socialistisch beleid voert, zou een einde maken aan de plundering van de economie en de zee van ellende die dit met zich meebrengt, en de contrarevolutie zowel politiek als militair ontwapenen. Een dergelijke regering, die de arbeiders, de arme en onderdrukte bevolking van Afrika en het Midden-Oosten oproept om zich aan te sluiten bij de strijd tegen het kapitalisme en de dictatuur, zou een enorme bron van inspiratie zijn voor de miljoenen mensen die wereldwijd de strijd tussen revolutie en contrarevolutie in Soedan met bezorgdheid volgen.

De toekomst van de Soedanese revolutie is echter zeer onzeker. Het politieke vacuüm dat is ontstaan door de afwezigheid van een massapartij, die de arbeiders en het revolutionaire volk zou kunnen verenigen achter een duidelijk programma en een beslissende weg voorwaarts zou kunnen tonen, weegt zwaar op de beweging. Verslagen over spanningen en botsingen tussen de Soedanese strijdkrachten en de RSF geven aan dat de situatie zeer rommelig kan worden, waarbij elementen van een burgeroorlog vorm kunnen krijgen of zelfs de mogelijkheid van een ‘staatsgreep binnen de staatsgreep’, of van ernstiger botsingen tussen verschillende gewapende groeperingen en milities die strijden om controle. De revolutionaire beweging heeft haar laatste woorden echter nog niet uitgesproken en het is de plicht van alle socialisten, vakbondsleden en linkse activisten over de hele wereld om deze strijd op alle mogelijke manieren te ondersteunen om haar tot een succesvol einde te brengen.

Onze eisen

  • Onmiddellijke mobilisatie ter verdediging van de Soedanese revolutie – voor een algemene staking van het hele land tegen de Raad van de staatsgreep.
  • Voor massale en democratisch georganiseerde zelfverdediging van de revolutie. Bouwen aan stakers- en verdedigingscomités op alle werkplekken, in de straten en de wijken. Ontbinding en ontwapening van de Rapid Support Forces en alle milities van het regime.
  • Verdedig alle democratische rechten, voor de vrijlating van alle politieke gevangenen en mensen die de laatste dagen zijn gearresteerd.
  • Breng het militaire regime neer en arresteer de leiders van het TMC. Voor een regering van werkenden en armen gebaseerd op volkscomités.
  • Voor het recht van het Soedanese volk om zijn eigen toekomst te bepalen – nee tegen de bemoeienis en inmenging van internationale en regionale machten in Soedan.
  • Schrap de middelen voor leger en veiligheidsdiensten – voor een programma van massale overheidsinvesteringen in infrastructuur, gezondheid, werkgelegenheid en onderwijs.
  • Nationalisatie onder controle van de werkenden van alle bedrijven en activa die toebehoren aan de handlangers van het oude regime, militaire en veiligheidsbeambten.
  • Internationale solidariteit van werkenden met de Soedanese revolutie – geen vertrouwen in de Afrikaanse Unie, de Europese Unie en andere imperialistische organen en regeringen.
  • Weg met kapitalisme, uitbuiting en oorlog. Onmiddellijke terugtrekking van alle Soedanese troepen uit Jemen.
  • Voor een vrij, democratisch en socialistisch Soedan, dat het zelfbeschikkingsrecht van alle onderdrukte nationaliteiten en etnische groepen erkent.
Scroll To Top