De acties waarbij standbeelden van Leopold II besmeurd of beschadigd worden, lokken heel wat reacties uit. Er zijn heel veel meningen hierover: van voorstellen om de standbeelden te laten staan met uitleg erbij zodat de misdaden niet vergeten worden tot het weghalen van de beelden om ze in een museum te plaatsen. Opmerkelijk is dat er amper iemand is die het publiekelijk opneemt voor Leopold II.
Door Geert Cool van de LSP, (Linkse Socialistische Partij) onze zusterorganisatie in België
De enige standpunten in die richting komen vreemd genoeg uit Vlaams-nationalistische hoek. Conservatieven, zoals de nieuwe ‘huisideoloog’ van N-VA Joren Vermeersch, hebben een probleem met de Belgische monarchie, maar het kolonialisme van Leopold II proberen ze wel te verdedigen. Hieruit spreekt een bijzonder neerbuigende houding tegenover onder meer de Afrikaanse bevolking, die als minderwaardig wordt voorgesteld. Racisme is niet altijd beperkt tot platte verwijten, soms wordt het vernuftiger gebracht. Daarom is het echter niet minder afschuwelijk.
In 2018 haalden aanhangers van de neonaziclub Schild&Vrienden op Pukkelpop uit naar zwarte aanwezigen. Ze riepen slogans als ‘Handjes kappen, de Congo is van ons.’ Toenmalig Leuvens KVHV-voorzitter (én S&V-aanhanger) Maxime Goris publiceerde een opiniestuk in studentenblad Veto waarin hij het kolonialisme verdedigde. Hij stelde daarin dat het kolonialisme zorgde voor infrastructuur, onderwijs, rechtspraak en een einde aan stammengeweld. Na de onafhankelijkheid van Afrikaanse landen waren er slechte omstandigheden door de “incompetentie en corruptie van Afrikaanse leiders.” Dezelfde redenering zien we nu bij Joren Vermeersch van N-VA.
Het gaat niet om nieuwe standpunten, maar een herformulering van de oude koloniale argumenten. Er wordt voorbijgegaan aan de beschavingen die bestonden voor het kolonialisme alsook aan de productieverhoudingen van het kapitalisme, zowel bij de expliciet koloniale overheersing als bij de neokoloniale variant ervan na de formele ‘onafhankelijkheid.’ De maatschappij wordt als het ware uitgeschakeld, alles wordt herleid tot het werk van individuen waarbij de witte kolonisatoren voorgesteld worden als de brengers van beschaving. N-VA’er Joren Vermeersch op Twitter: “Wanneer richten we een monument op voor alle Belgen die tijdens de kolonisatie het leven gelaten hebben in een poging om onderwijs, gezondheidszorg en menselijkheid naar Congo te brengen?”
Dat de bouw van infrastructuur gericht was op het efficiënter maken van de koloniale plunderingen en op bloedige wijze gebeurde, wordt niet vermeld. In een opiniestuk voor De Standaard (15 juni) geeft Ludo De Witte, auteur van het uitstekende boek ‘De moord op Lumumba’, het voorbeeld van de aanleg van de spoorlijn Matadi-Kinshasa tussen 1923 en 1932: hiervoor werden 60.000 dwangarbeiders in 8.000 vrouwen en kinderen aangevoerd, waarvan er 7.000 stierven. Was dit de ‘menselijkheid’ die de kolonisatoren brachten? Overigens was dit in de periode nadat Congo ‘Vrijstaat’ overgegaan was van persoonlijk koninklijk bezit naar Belgisch koloniaal bewind.
Alle interventies van de kolonisatoren waren gericht op de eigen winsten, waarbij de lokale bevolking als inwisselbaar werkinstrument werd gezien. De repressie en de vele doden zijn voor de verdedigers van het kolonialisme wellicht slechts ‘collateral damage’. Helemaal zeker weten we dat niet: ze zwijgen immers in alle talen over dat geweld. De slogan die op Pukkelpop geroepen werd, geeft wel een indicatie: het afkappen van handen werd expliciet verdedigd.
Bij de corruptie van Afrikaanse leiders vandaag wordt evenmin een link gelegd met neokoloniale plundering waarbij multinationals het continent leegzuigen. Kortom, de maatschappelijke context wordt door de moderne verdedigers van het kolonialisme volledig weggegomd om de conclusie van witte superioriteit te kunnen trekken.
Neokolonialisme is onderdeel van het kapitalisme. Bedrijven hebben belangen in Congo, ze maken er winsten en dat is belangrijk voor ‘onze’ economie, zo luidt de logica van het kapitalisme. Dat was de essentie van Congo ‘Vrijstaat’ – de plunderingen onder Leopold II waren niet mogelijk zonder ondersteuning door het grootkapitaal dat er een investeringsopportuniteit in zag. Als de omstandigheden voor de werkenden bijzonder slecht waren, werd de verantwoordelijkheid daarvoor al gauw afgeschoven op de zwarte bevolking zelf. Niet dat protest van de werkenden en onderdrukten tegen uitbuiting gesteund werd uiteraard. Zowel in Congo als in België ging het grootkapitaal op gewelddadige wijze tekeer tegen protest van werkenden.
Het establishment kiest de kant van de (neo)koloniale plunderaars omdat het er zo nauw mee verbonden is. Dat was niet alleen onder Leopold II het geval, tot op vandaag gaat dit door. Amper zes jaar geleden nog besliste de regering om George Forrest tot ‘officier in de kroonorde’ te laten benoemen door koning Filip. Het bedrijf George Forrest International (GFI) staat bekend voor de plundering van de natuurlijke rijkdommen in Congo. Het leverde George Forrest de bijnaam ‘koning van Katanga’ op. Bij de plundering van Congo ging de groep van George Forrest hardhandig te werk. Er wordt niet geaarzeld om het personeel slechte arbeidsvoorwaarden op te leggen en om dubieuze contracten te sluiten. De plunderpolitiek droeg bij tot spanningen in de regio waarbij heel wat dodelijke slachtoffers vielen. De Verenigde Naties stelden in 2002 dat de mijnbouw de lokale bevolking niet ten goede kwam, maar enkel bedrijven zoals de groep rond George Forrest. Nog een feitje: toen prins Laurent in 2011 een bezoek bracht aan Congo werden enkele van zijn hotelfacturen betaald door George Forrest.
Kolonialisme en neokolonialisme zijn onderdeel van het kapitalisme en de bijhorende winsthonger. Conservatieve Vlaams-nationalisten werpen zich op als fervente verdedigers van dit systeem, zeker als ze het kunnen gebruiken om racisme te versterken (of om met dat oogpunt toch minstens de antiracistische beweging aan te klagen). Het is enkel door een breed gedragen beweging uit te bouwen, dat we de moderne kolonialisten in een defensieve positie kunnen dwingen. Dat mag zich niet beperken tot symbolen, zoals de standbeelden. Laten we de discussies rond de symbolen integendeel aangrijpen om het volledige systeem in vraag te stellen. Vandaag gaat de neokoloniale plundering gewoon door, met de steun van het politieke establishment. Heel het systeem is schuldig, roepen Amerikaanse betogers. Hoog tijd om het kapitalisme te bestrijden en te vervangen door een socialistische samenleving!
Naschrift: ook in Nederland zijn standbeelden het doelwit van protesten. Veel van de discussie gaat over de bijdrage die individuen hebben geleverd aan slavernij, slavenhandel en kolonialisme. Maar van belang is dat de standbeelden van Nederlandse “helden” zijn neergezet op het moment dat het kapitalisme ze nodig had in de 19e eeuw, als ondersteuning van het toen nieuwe nationalisme in Nederland. Net als in België betoonde het Nederlandse imperialisme zich in die tijd agressief in de verovering van de laatste delen van Indonesië die nog niet in Nederlandse handen waren, zoals Atjeh. Maar ook in Nederland geldt dat de strijd tegen racisme zich niet moet beperken tot symbolen zoals standbeelden en “Zwarte Piet” bijvoorbeeld. Niet alleen gaat de neokoloniale plundering ook door Nederlandse grote bedrijven gewoon door; terwijl het kabinet nu zegt racisme te willen bestrijden, liggen er ook in Nederland grote actuele vragen.
Wat heeft het kabinet Rutte III de afgelopen drie jaar gedaan aan racisme en discriminatie? En de kabinetten Rutte daarvoor? Hoeveel boetes zijn er uitgedeeld aan werkgevers en uitzendbureaus? Hoeveel verhuurders zijn er veroordeeld? Wat heeft het kabinet gedaan tegen racisme van overheidsorganisaties zoals de Belastingdienst, de politie en andere diensten? En tenslotte: laten we niet vergeten dat een systeem dat gebaseerd is op uitbuiting altijd discriminatie en racisme nodig heeft om zich te handhaven. Het kapitalisme kan niet bestaan zonder racisme.