Het protest tegen het hindoenationalistische regime van Nahendra Modi (Bharatiya Janata Party BJP) groeit aan tot fenomenale proporties. Een goed georganiseerd boerenprotest houdt de hoofdstad Delhi in zijn greep. Tegelijk was er op 26 november een goed opgevolgde algemene staking met 250 miljoen deelnemers. Toen Modi voor het eerst verkozen werd in 2014 was dit op basis van hoop op economische vooruitgang voor de meerderheid van de bevolking. Samen met het hindoenationalisme kwamen er echter neoliberale hervormingen die werkenden en boeren hard raken. De economie staat al even onder druk: de groei daalde van 8,26% in 2016 tot 5,02% in 2019 (tot en met het eerste kwartaal van 2020). Covid-19 en de chaotische aanpak ervan zullen in 2020 voor een zware krimp zorgen in een wereldeconomie die gekenmerkt wordt door toenemende spanningen. De anti-Chinese opstelling houdt India bovendien buiten het Aziatische handelsakkoord Regional Comprehensive Economic Partnership (RCEP).
Artikel door Geert Cool – ISA in België
Boeren trekken naar Delhi
Onder de slogan ‘Dilli Challo’ (‘naar Delhi’) trokken duizenden boeren naar de Indische hoofdstad om te protesteren tegen regeringsmaatregelen die de landbouw hard treffen.
In september voerde de regering drie wetten in om de landbouw te liberaliseren. Voortaan is het mogelijk om buiten het door de regering gecontroleerde ‘mandi systeem’ te produceren. Voorheen brachten alle boeren hun producten op de vaste markt in hun regio, waar er prijsakkoorden van toepassing waren met voor heel wat producten minimumprijzen. De overheid controleerde de prijzen en de productie. De nieuwe wetten zetten de deur open voor grote bedrijven en dreigen de weinige inkomsten van de boeren verder onder druk te zetten. “We zullen onze grond en ons inkomen verliezen als grote bedrijven de prijzen bepalen,” merken ze op. Het gemiddelde jaarinkomen van boerenfamilies in meer dan de helft van de Indische staten bedroeg slechts 20.000 Rupees (225 euro) in 2016. Eens de markt geliberaliseerd is, zal de vaste minimumprijs (“Minimum Support Price”, MSP) ongetwijfeld verdwijnen. De regering ontkent dat dit het plan is, maar daar wordt weinig geloof aan gehecht.
Het boerenprotest vindt plaats in het noorden van India, waaronder in staten waar de BJP sterk staat. Bij de nationale verkiezingen van 2019 haalde de BJP 58% in Haryana en Rajasthan. In Punjab is dat minder door het historisch wantrouwen van de Sikh-bevolking tegenover de hindoe-nationalisten. De door Congress geleide deelstaatregeringen van Rajasthan en Punjab steunen het protest, vooral vanuit politieke berekeningen en niet op basis van een alternatief op de vrijemarktpolitiek van de BJP. In Haryana staat de alliantie tussen BJP en de lokale partij JPP onder spanning. Ook elders is er grote druk op alliantiepartners van de BJP. Zelfs indien dit vooral op niveau van de staten is, ondermijnt het de positie van de BJP in de centrale regering. Het platteland was essentieel voor de uitbreiding van de kiesbasis voor de BJP bij de eerste overwinning in 2014. Deze protestbeweging vormt de grootste uitdaging voor de regering-Modi onder de boeren sinds zes jaar. Het toont dat het tij begint te keren.
Het protest is bijzonder goed voorbereid: de boeren kunnen de actie in Delhi naar eigen zeggen maanden volhouden. Het protest werd beantwoord met traangas en het waterkanon, maar dat houdt de boeren niet tegen. Er zijn kampen opgezet aan toegangswegen naar Delhi met eigen bevoorradingsketens. Daarnaast zijn er lokale acties van boeren in verschillende steden, met een bereidheid om ook naar Delhi te trekken. De krant The Hindu bracht verslag uit van zo’n actie in Badbad (Punjab). De lokale boerenleider Parvinder Singh Makkan wees onder meer op het belang van de vrouwencomités die dagelijks eten voorzien voor honderden activisten. “We doen dagelijks aankondigingen via een luidspreker in het dorp over wat nodig is inzake voedsel, gebaseerd op het aantal mensen op de protestactie. Er was nooit een dag tekort aan voedsel of iets anders. De betrokkenheid van vrouwen was essentieel in het versterken van dit protest.”
Eén van de vrouwen in Badbar geeft uitdrukking aan het algemeen gevoel: “Ik heb het vertrouwen in de regering verloren. Ze hebben een mes in onze rug geplant met die nieuwe wetten die niet in ons belang zijn. Ik zal strijden, zelfs al kost het mijn leven. Delhi zal naar ons moeten luisteren, we zullen hen doen luisteren.”
De acties werden wekenlang voorbereid tot in de kleinste dorpen en zijn zo georganiseerd dat ze lange tijd kunnen duren. De arbeidersbeweging kan daaruit leren, zowel inzake voorbereiding als actiemethoden die niet beperkt zijn tot één dag. Om de boeren tot actie aan te zetten en naar Delhi te trekken, moesten ze overtuigd zijn dat het ernstig was. Het belang van een strijdplan is daar essentieel in.
Daarnaast blijft de vraag hoe de Indische boeren kunnen gered worden. Het stoppen van de liberalisering van de landbouw is natuurlijk de eerste eis. Maar wat erna? Ook voor deze nieuwe wetten zaten de boeren tot over hun oren in de schulden en groeide de afhankelijkheid van grote bedrijven met een economische ontwikkeling die grotendeels aan het platteland voorbijging. De fragiele positie van de landbouw wordt bovendien verder bedreigd door de gevolgen van klimaatverandering.
Een kwijtschelding van de schulden zou een nuttige stap zijn, maar betekent onder het kapitalisme slechts het heropstarten van de schuldenopbouw. Om de wurggreep van de banken te stoppen, moeten deze onteigend worden en in handen van de gemeenschap komen, niet om als overheidsbanken de neoliberale logica te volgen, maar om onder controle van de werkenden en boeren te vertrekken van de noden van de meerderheid van de bevolking. Zo wordt controle van de boeren op kredietbanken voor de landbouw mogelijk.
Daarnaast moeten grote bedrijven in de sector genationaliseerd worden zodat het volledige voedingsproces de belangen van de boeren en de consumenten dient. Doorheen het boerenprotest wordt de mogelijkheid tot samenwerking aangetoond, dit kan een aanzet vormen voor boerencomités en zelfs vrijwillige coöperatieven die het leven en het werk van de boerenfamilies gemakkelijker maken. Deze eisen veronderstellen systeemverandering.
Zoals Trotski opmerkte in ‘Waarheen gaat Frankrijk’: “Geen van deze maatregelen is haalbaar onder de heerschappij van de burgerij. Een magere liefdadigheid zal de boer niet redden, hij heeft geen baat bij palliatieve zorg. Hij heeft moedige revolutionaire maatregelen nodig. De boer zal ze begrijpen, goedkeuren en steunen, als de arbeider hem een serieus voorstel doet om gezamenlijk om de macht te strijden.”
Algemene staking toont kracht arbeidersklasse
Voor de tweede keer dit jaar was er een sterke algemene staking in India. In januari namen 250 miljoen werkenden deel aan de eerste staking. Ondanks Covid-19 en ondanks repressie werd dat aantal op 26 november opnieuw behaald. De vakbonden verbonden hun staking uitdrukkelijk aan het boerenprotest, net zoals dit in januari gelinkt werd aan het massaprotest tegen de burgerschapswetten van de BJP-regering die discriminatie van vooral moslims moesten institutionaliseren. Het is duidelijk dat andere protestbewegingen de dynamiek van de vakbondsacties versterken en tegelijk ook een meer uitgesproken politiek karakter geven. Het volstaat niet om te onderhandelingen over het verzachten van neoliberale hervormingen van de arbeidsmarkt, er is strijd tegen het volledige systeem nodig en dat veronderstelt ook een politiek programma.
De directe aanleiding voor de staking zijn de geplande veranderingen in de organisatie van de arbeidsmarkt waarbij de bescherming van de werkenden wordt afgebouwd en waarbij nieuwe privatiseringen worden gepland. Tegen de achtergrond van economische onzekerheid is de dreiging van wat die ‘hervormingen’ betekenen des te concreter. Covid-19 en de economische krimp zorgen voor een humanitaire ramp met een explosie van werkloosheid, armoede en honger. De migrantenarbeiders die tijdens de lockdown eerder dit jaar in hongerkaravanen naar hun thuisstaten trokken, waren een zichtbare uitdrukking van die oprukkende ellende.
De wetten om de landbouw en de arbeidsmarkt te liberaliseren, zijn uiteraard met elkaar verbonden. Het is onderdeel van het BJP-beleid dat enkel de superrijken ten goede komt. Dat neoliberale beleid wordt met een hindoenationalistische saus overgoten om verdeeldheid te zaaien en de aandacht af te leiden. Eengemaakt protest is essentieel, ook om de nationalistische campagne te doorprikken.
De algemene staking van 26 november werd ondersteund door de vakbonden verbonden met de Communistische Partijen en die gelieerd aan Congress. De staking bevestigde de groeiende kracht van het arbeidersprotest: in januari 2019 waren er 180 miljoen stakers, in januari dit jaar 250 miljoen en nu, ondanks Covid-19, opnieuw 250 miljoen.
Tegelijk staat de BJP op het politieke terrein onder druk. Bij recente verkiezingen in Bihar verloor de BJP in percentage en kon de NDA-alliantie rond de BJP slechts nipt de controle over de deelstaat behouden. Opmerkelijk bij deze verkiezingen was ook de vooruitgang van de communistische partijen van 3 naar 16 zetels.
De vraag blijft echter welk programma links naar voren brengt als antwoord op de brede ongerustheid rond werkloosheid en economische ontwikkeling. Zullen de Communistische Partijen blijven rekenen op alliantiepartners zoals Congress, de partij die het neoliberale ‘hervormingsproces’ begin jaren 1990 op gang trok? Of gaan ze voor een offensieve benadering van verdere mobilisatie op alle terreinen: politiek, syndicaal, landbouwers om systeemverandering te populariseren en er een krachtsverhouding rond op te bouwen?
Strijdplan voor socialistische verandering nodig
Dat het mogelijk is om Modi in de verdrukking te duwen, maakt het massaprotest van de afgelopen weken duidelijk. De extreemrechtse hindoenationalisten zullen er echter alles aan doen om terug aan zet te komen. Dit omvat een gevaar op nog meer spanningen en verdeeldheid op basis van religie, kaste of rond de nationale kwestie. De arbeidersbeweging, de boerenbeweging en de linkerzijde moeten zich daarop voorbereiden.
Socialisten verdedigen de noodzaak van een strijdplan om het protest niet te beperken tot eenmalige gebeurtenissen. De boerenbeweging toont de kracht van een goed voorbereide protestgolf over langere termijn. Waarop wachten de vakbondsleiders om een even ambitieus en gedurfd actieplan op te stellen om de boerenstrijd te vervoegen? Een plan dat duidelijk maakt dat de strijd wordt opgevoerd tot geluisterd wordt. Om te beginnen zouden de vakbonden actief moeten deelnemen aan de oproep van de boeren voor een ‘bharat bandh’ (algemene staking) op 8 december. Ze moeten dit niet alleen in woorden doen, maar ook in daden als eerste stap richting samenwerking en eengemaakte mobilisatie van werkenden en boeren.
Het ongenoegen onder brede lagen van de bevolking is groot, maar voor een langdurige mobilisatie zal een alternatief op het gevoerde beleid nodig zijn. De neoliberale hervormingen afwijzen, is slechts een goed en noodzakelijk startpunt. In een periode van wereldwijde economische neergang en toenemende spanningen in het kader van de nieuwe koude oorlog, wordt steeds duidelijker dat het kapitalisme voor de Indische massa’s ellende en honger betekent. Er is nood aan een socialistische maatschappijverandering. Revolutionaire activisten moeten zich organiseren om de basis te leggen voor die socialistische verandering die zo broodnodig is op het Indische subcontinent!