Home » Artikelen » Turkije: Studenten van Boğaziçi universiteit in actie tegen aanstelling rector

Turkije: Studenten van Boğaziçi universiteit in actie tegen aanstelling rector

Erdogans benoeming van een rector aan de Boğaziçi-universiteit in Istanbul heeft geleid tot verzet van studenten. Het regime trad hard op tegen de studenten met aanhoudingen en arrestaties. Er waren solidariteitsacties met de protesten, die werden versterkt door de algemene ontevredenheid over het regime. De studentenprotesten gaan in verschillende vormen door.

Door Sosyalist Alternatif (ISA in Turkije)

In Turkije zijn universiteiten belangrijk als plaatsen waar jongeren worden gepolitiseerd. Het AK regime voert echter een beleid dat erop gericht is controle te krijgen over de verschillende instellingen in de samenleving. Zo staat de rechterlijke macht nu volledig onder controle van Erdogan, die zelfs uitspraken van het Constitutionele Hof terzijde kan schuiven als deze hem niet bevallen. Momenteel staat meer dan 90% van de media onder directe of indirecte controle van Erdogan. Hetzelfde geldt voor de universiteiten. De Boğaziçi-universiteit kan in dit verband, vanuit het oogpunt van het regime, worden omschreven als het laatste bastion dat moet worden veroverd.

Daarom werd het besluit van Erdogan om per decreet een nieuwe rector voor de universiteit aan te stellen begin januari door heel wat organisaties en groepen verworpen. Zij stellen: “We willen onze rector zelf kiezen” en gebruiken de slogan “Wij willen geen voogd-rector”, een verwijzing naar bijna alle gekozen burgemeesters van de Democratische Volkspartij (HDP), die vorig jaar per decreet werden afgezet en vervangen door zogenaamde “voogden”.

Universiteit in handboeien

Op de eerste dag van de protesten kwam het tot een confrontatie tussen studenten en de politie voor de ingang van de universiteit. Het regime van Erdogan viel de democratische eisen van de studenten aan en de politie bond de metalen hekken met handboeien vast om te voorkomen dat de studenten de campus zouden betreden. Niets kan het repressieve karakter van het regime beter illustreren dan dit moment. Het publiek interpreteerde deze beelden precies zo en op de repressie werd met grote verontwaardiging gereageerd.

De minister van Binnenlandse Zaken beschuldigde de studenten ervan lid te zijn van een terroristische organisatie, Erdogan beweerde dat zij terroristen waren. Bahçeli, de leider van de ultranationalistische partij MHP en de feitelijke coalitiepartner, ging nog verder en noemde de studenten “de slang waarvan de kop moet worden vermorzeld.”

Tegelijkertijd werd een lastercampagne tegen de studenten gelanceerd om de protesten in diskrediet te brengen. Met name LGBTQ+-mensen die aan de protesten deelnamen, werden door het regime aangevallen. Er werd een propagandacampagne gelanceerd op basis van de beschuldiging van een “aanval op religieuze waarden”, waarbij gebruik werd gemaakt van een incident waarbij studenten op een tentoonstelling een afbeelding van de Kaaba, een religieus symbool van de islam, naast een regenboogvlag toonden. Als gevolg van deze actie werden vijf studenten gearresteerd. Eén werd later vrijgelaten, twee kregen huisarrest en twee studenten werden in hechtenis genomen. De club van LGBTQ+-studenten aan de universiteit werd gesloten en verboden door het universiteitsbestuur.

“We zullen niet naar beneden kijken – we zullen niet buigen”

De studenten werden tijdens hun detentie blootgesteld aan politiegeweld. In een video die op sociale media werd geplaatst, beval een politieagent de studenten, toen ze naar het detentievoertuig werden gebracht, om naar beneden te kijken, dat wil zeggen, te buigen. Dit gaf aanleiding tot de slogan “We zullen niet naar beneden kijken – We zullen niet buigen”, die zeer snel viraal ging op de sociale media. Er werden solidariteitsacties georganiseerd in steden als Ankara, İzmir, Samsun en in vele andere steden en universiteiten. Deze acties werden echter door de politie de kop ingedrukt voordat ze konden beginnen.

In sommige wijken van Istanboel hebben mensen een aantal dagen ‘s avonds buiten met potten en pannen lawaai te maken, een traditie die tijdens de Gezi-protesten van 2013 is ontstaan. Tot nu toe zijn 560 mensen die deelnamen aan de protesten vastgezet, en meer dan 100 mensen werden alleen vrijgelaten op voorwaarde van gerechtelijk toezicht. Momenteel zijn meer dan 25 mensen veroordeeld tot huisarrest, en zitten negen studenten nog in hechtenis.

De opkomst van de slogan “Wij zullen niet neerkijken” was een keerpunt in deze protesten. Het gaat verder dan de eigenlijke kwestie die de aanleiding vormde en toont aan dat het protest kan uitgroeien tot een uiting van algemene ontevredenheid over dit regime.

Een nieuwe Gezi?

De gebeurtenissen hebben bij velen – niet in het minst binnen het regime zelf – herinneringen opgeroepen aan 2013. Toen trad de politie op dezelfde brutale manier op tegen activisten die de bomen in het Gezi-park wilden beschermen. Dit ontketende de grootste spontane protesten in de geschiedenis van het land: de Gezi-protesten. Sindsdien is er echter veel veranderd.

Enerzijds heeft het regime de oorlog in Syrië, de aanvallen op de Koerdische strijders, de couppoging van 2016 en de daaropvolgende noodtoestand gebruikt om de presidentiële macht van Erdogan uit te breiden, waardoor verregaande aanvallen op de democratische rechten mogelijk werden en de repressie werd opgevoerd. Al deze factoren maken het ontstaan van een dergelijke beweging gecompliceerder.

Aan de andere kant zijn er de steeds diepere economische crisis en de hoge inflatie, die de sociale basis van Erdogans regime aantasten. Verkiezingsnederlagen in een aantal steden, diverse corruptieschandalen, conflicten binnen de regerende “Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling” (AK Partij) zelf, en de slechte aanpak van de Coronapandemie hebben allemaal destabiliserende gevolgen voor het regime. Dat is een gevaarlijke combinatie voor de heersende elite, en Erdogan is zich daar terdege van bewust.

Zelfs na de brutale aanvallen van de politie gaan de protesten op de universiteitscampus door en blijft de situatie gespannen. Dit toont dat het regime niet veel anders heeft dan repressie heeft om te regeren. Het toont bovendien hoe diep de ontevredenheid en de woede zitten. En die groeit in verschillende geledingen van de samenleving, met name onder jongeren waar het regime dramatisch aan steun heeft ingeboet, onder vrouwen die vaak proberen te protesteren tegen de seksistische aanvallen van het regime, en natuurlijk onder arbeiders die proberen voor hun rechten op te komen.

2020 begon met de dreiging van een staking door metaalarbeiders, die pas werd afgeblazen nadat een akkoord was bereikt. In de loop van het jaar waren er verschillende kleinere stakingen en protesten van arbeiders die ontslagen werden, hoewel dit tijdens de Corona-crisis illegaal zou zijn. Het jaar eindigde met protesten van supermarktpersoneel, en zelfs onder voetbalclubs met een staking van 60 seconden in december. 2021 begon met stakingen en diverse kleinere protesten bij Amana Foods, van bouwvakkers op de Galataport-werf in Istanbul, en bouwvakkers in het Istanbul Finance Center, die hun kantine bestormden uit protest tegen de slechte kwaliteit van het eten.

De inflatie vreet aan de lonen, de dreiging van baanverlies is aan de orde van de dag, gedwongen ‘onbetaald verlof’ maakt de mensen boos en wanhopig. De situatie is verre van gemakkelijk, maar Erdogan is zich ervan bewust dat er een vulkaan van ongenoegen aan het groeien is.

Scroll To Top