Er is nu ruim een maand verstreken sinds het begin van de militaire operaties in Oekraïne. De oorspronkelijke doelstellingen van het Kremlin – waaronder de snelle inname van steden als Marioepol en natuurlijk Kiev – zijn niet bereikt. Het leger verwachtte dat het de steun zou krijgen van ten minste een deel van de Oekraïense bevolking, maar na acht jaar oorlog in Oost-Oekraïne zijn zelfs de meeste etnische Russen en Russischtaligen die buiten de ”Volksrepublieken” Donetsk/Loegansk (DNR/LNR) wonen, geconsolideerd in de Oekraïense natie.
Dossier door Walter Chambers, gebaseerd op gesprekken met Russische socialisten van ISA
De menselijke kosten zijn onaanvaardbaar. De belegering van en bombardementen op steden als Marioepol zijn bedoeld om de burgerbevolking te terroriseren. Het zorgt er bovendien voor dat wanneer troepen rechtstreeks met elkaar in botsing komen, dit met bijzonder brutaal geweld gepaard gaat. Dit wordt nog verergerd door het gebruik van buitenlandse huurlingen – meestal extreemrechtse of getrainde huurlingen uit westerse landen om Oekraïne te steunen, of degenen die door het Kremlin uit Syrië zijn gemobiliseerd, of uit zijn eigen beruchte ‘Wagner-groep’.
Het aantal omgekomen soldaten bedraagt al meer dan tienduizend, het aantal burgerslachtoffers loopt in de duizenden. Huizen, scholen, ziekenhuizen, werkplaatsen, theaters zijn verwoest. Vijf miljoen mensen zijn uit hun huizen gevlucht, vooral naar Polen, Roemenië, Hongarije en elders, maar ook met tienduizenden naar Rusland.
Onderhandelingen in Turkije
Er leek een sprankje licht aan het eind van een lange tunnel toen er onderhandelingen in Turkije werden opgezet. De hoofden van de onderhandelingsteams gaven beide een positief oordeel over de vooruitgang. De Turkse president Erdogan opende de sessie, maar vertrok onmiddellijk om naar Oezbekistan te vliegen, wat aangeeft hoe de inter-imperialistische betrekkingen door de oorlog worden bijgesteld. Tasjkent heeft de Russische interventie niet gesteund, noch erkent het de onafhankelijkheid van de DNR/LNR.
Na de zitting kondigde het Russische leger een “grote vermindering van de militaire activiteit in de richting van Kiev en Tsjernigov” aan. Vladimir Medinski, hoofd van de Russische delegatie, zei dat Kiev ermee had ingestemd het NAVO-lidmaatschap af te wijzen, buiten alle blokken te blijven, kernwapens te weigeren, en een “neutrale staat” te worden. Dit betekende volgens Kiev dat zijn veiligheid door andere landen moet worden gegarandeerd. Dit zouden leden van de VN-Veiligheidsraad kunnen zijn, bijvoorbeeld de VS, China en Rusland, of landen als Turkije, Israël of Polen. Kiev stemde er ook mee in de komende 15 jaar onderhandelingen te voeren over de status van de Krim – er werd geen melding gemaakt van de status van de DNR/LNR. De Oekraïense delegatie bevestigde deze beweringen en voegde eraan toe dat de territoriale integriteit van het land niet onderhandelbaar is.
Russische troepen hergroeperen
Uit latere berichten blijkt dat er nog steeds raketten op Kiev worden afgevuurd en dat er nog steeds wordt gevochten, maar volgens het Russische leger zijn sommige Russische troepen uit het noorden van Kiev overgeplaatst, ook uit Tsjernobyl, om zich te concentreren op de gevechten in de regio’s Charkov, Loegansk en Donetsk.
Dit komt wellicht doordat de Wit-Russische president Loekasjenko, hoewel hij beloofd had vóór 21 maart troepen naar Oekraïne te sturen, dit nog steeds niet heeft gedaan. In Wit-Rusland is er grote weerstand tegen interventie. De chef van de generale staf heeft zijn functie neergelegd en soldaten hebben verklaard dat zij zich onmiddellijk zullen overgeven als zij worden gestuurd. In plaats daarvan zijn er berichten dat een aanzienlijk aantal Wit-Russen zich vrijwillig aanbiedt om Oekraïne te steunen, onder meer door spoorwegblokkades te organiseren.
Het gevechtsmoraal van de Russische troepen lijkt zeer laag te zijn. Hele groepen weigeren naar verluidt naar Oekraïne te gaan, en anderen weigeren, eenmaal daar, bevelen op te volgen. De troepen zijn slecht gevoed en hebben geen diesel om hun tanks van brandstof te voorzien. Veel voertuigen en vliegtuigen zijn vernietigd of buitgemaakt. Eenheden die zich uit het noorden van Kiev terugtrekken naar Wit-Rusland kunnen niet rechtstreeks naar Oost-Oekraïne worden gestuurd, en moeten aanzienlijk worden heruitgerust met, naar het schijnt, oud materieel, dat vaak niet naar behoren is onderhouden en dat uit de opslagplaatsen wordt gehaald. Een ander voorbeeld van vreedzaam verzet is dat de Russische troepen werden overgehaald de stad Slavoetytsj bij Tsjernobyl te verlaten nadat de inwoners eerder een betoging tegen hen hadden georganiseerd.
Vermiste minister van Defensie
Veelbetekenend is dat Sergej Sjoigoe, de Russische minister van Defensie, na twee weken van onverklaarbare afwezigheid is teruggekeerd op de tv-schermen. Hij kondigde aan dat de doelstellingen van de eerste maand waren bereikt – nu was het hoofddoel de “bevrijding” van Donbas. De oorlog in Donbas duurt nu al acht jaar – het deel dat onder controle van de pro-Russische regimes staat, is slechts gedeeltelijk uitgebreid na de laatste maand van hevige gevechten.
Deze verklaring, bovenop de positieve signalen die uit Turkije kwamen, werd in Rusland met woede ontvangen. Talkshows op de staatstelevisie die de hele maand hadden gepraat over nazi’s in Oekraïne en alle verachtelijke misdaden die zij hadden begaan, merkten plotseling dat de patriottische oorlogsstemming die zij hadden gecreëerd, niet zomaar kon worden uitgeschakeld – commentatoren spraken van verraad en vroegen waarom zij, als het veiligstellen van de DNR/LNR altijd het hoofddoel was geweest, Kiev ‘onder nazi-controle’ zouden laten! Typerend voor de reactie was die van Alexandr Prokhanov, redacteur van de extreemrechtse antisemitische regeringsgezinde krant Zavtra: “Gisteren was ik zelf in paniek. Vandaag voel ik me beter. De nacht ging gepaard met zware bombardementen op Oekraïense doelen in het hele land, van Lviv tot Donetsk.”
Ramzan Kadyrov, het brutale dictatoriale hoofd van de Tsjetsjeense republiek die door Poetin tot luitenant-generaal werd bevorderd, kondigde aan dat hij met zijn troepen naar Oekraïne ging om eindelijk Marioepol in te nemen, en “tot het einde te gaan door Kiev in te nemen.” Hoewel zijn soldaten de reputatie hebben stoottroepen te zijn, hebben degenen die reeds naar Oekraïne zijn gezonden naar verluidt zware verliezen geleden.
Echo’s van de oorlog elders
Minder dan drie maanden geleden arriveerden Russische troepen in Kazachstan om de regering te redden van een volksopstand. Officieel blijft de regering van Kazachstan echter neutraal, althans in de Russischtalige media in het land – in de Kazachstaans sprekende media is er veel sympathie voor Oekraïne en de regering heeft zich onder druk genoodzaakt gezien humanitaire hulp naar Oekraïne te sturen.
Nadat Rusland vorig weekend een deel van zijn ‘vredestroepen’ uit Armenië en Nagorno-Karabach had weggehaald om naar Oekraïne te sturen, veroverden Azerbeidzjaanse troepen met behulp van door Turkije geleverde drones een dorp in Nagorno-Karabach, waarbij drie doden vielen. Erdogan zegt nu dat de Azerbeidzjanen werden geprovoceerd, maar het kan niet worden uitgesloten dat dit een poging van Erdogan was om Rusland onder druk te zetten voor het begin van de onderhandelingen.
Intussen zijn troepen uit de pro-Russische, niet-erkende republiek Zuid-Ossetië in Georgië [een overblijfsel van de Russisch-Georgische oorlog van 2008] naar Oekraïne gestuurd en vorige week heeft het hoofd van de republiek gezegd dat hij zich wil afscheiden van Georgië om zich bij de Russische Federatie aan te sluiten. Japan heeft zijn woede geuit nadat Rusland zich vorige week had teruggetrokken uit de vredesonderhandelingen over de betwiste Koeril-eilanden voor de kust van Japan.
Proxy-oorlog als onderdeel van koude oorlog
Deze oorlog heeft de eerder door ISA geanalyseerde processen, waarvan de ontwikkeling van de nieuwe koude oorlog, voornamelijk tussen het Amerikaanse en het Chinese imperialisme, een belangrijk punt was, dramatisch versneld. Wij verwachtten in dit stadium niet dat de ‘koude’ oorlog rechtstreeks tussen de twee mogendheden ‘heet’ zou worden, maar wij verwachtten een toename van “proxy”-oorlogen. Nu wordt Oekraïne opgeofferd in dit conflict tussen imperialistische machten. De Russische troepen moeten onmiddellijk uit Oekraïne worden teruggetrokken. De NAVO moet worden ontbonden.
Het Westen, geleid door de regering-Biden, heeft de aanval van het Kremlin op Oekraïne aangegrepen om zijn oorlogszucht op te voeren. Door middel van hectische diplomatie is ervoor gezorgd dat alle westerse mogendheden tegen Rusland in het geweer zijn gekomen en sancties hebben toegepast. Er zijn bijna 6.000 verschillende maatregelen genomen, meer dan tegen enig ander land. 330 bedrijven die in totaal honderdduizenden, hoofdzakelijk jonge en vrouwelijke werknemers in dienst hebben, hebben zich uit Rusland teruggetrokken. Deze sancties zijn nadelig voor de gewone Russen, terwijl de oligarchen allemaal de tijd hebben gekregen om hun bezittingen te herschikken.
De inbeslagname van een paar luxejachten verhult niet dat de EU sinds het begin van de oorlog het geld dat het aan Rusland betaalt voor olie en gas heeft verviervoudigd tot 800 miljoen euro per dag. Het totaal van meer dan 200 miljard euro helpt de oligarchen te compenseren voor hun verliezen en financiert de militaire begroting.
Ondertussen wordt het dagelijks leven voor gewone Russen beschreven door Marina Ovsyannikova, die een anti-oorlogsaffiche tijdens het Russische TV-journaal liet zien: “Mijn invalide moeder kan niet de medicijnen kopen die ze nodig heeft. Mijn dochter kan haar virtuele kaart niet meer gebruiken om haar schoolmaaltijd te betalen. Er is geen suiker, bakolie of persoonlijke hygiëne in de schappen van de supermarkten.” Wat westerse bronnen niet melden is dat Marina ook heeft opgeroepen om de sancties te beëindigen.
De sancties die momenteel ten uitvoer worden gelegd zijn een daad van brute economische oorlogsvoering, die in de eerste plaats de Russische arbeidersklasse en de jeugd schaadt, maar bovendien het regime in staat stelt de situatie voor te stellen als zou het westen oorlog voeren tegen Rusland. De ‘communistische’ partij, die zoals altijd voorop loopt in oorlogszucht, organiseert autoparades ter ondersteuning van het leger in, zoals zij zeggen, de omstandigheden van “een belegerde vesting.”
Wij steunen elke actie van de arbeidersklasse, ook in Rusland, die gericht is op het stoppen van de wapenleveringen en de militaire conflicten op basis van internationale arbeiderssolidariteit, terwijl we ons verzetten tegen de destructieve en wraakzuchtige sancties die door de imperialistische mogendheden worden gebruikt als wapens in hun economische oorlog.
Processen in een stroomversnelling
Het was bijzonder opvallend dat, terwijl de Russische en Oekraïense onderhandelingsteams positieve signalen afgaven over de besprekingen, Biden als eerste ontkende dat er vooruitgang was geboekt.
Het meest blijvende gevolg van de oorlog is de dramatische toename van de militarisering. De VS, het VK en Rusland, altijd koplopers op het gebied van militaire uitgaven, dringen erop aan nog meer uit te geven. Landen die dichter bij Rusland staan – Polen, Roemenië, de Baltische staten – verhogen allemaal hun budget. Duitsland, Japan, Oostenrijk en Zweden, die zichzelf hebben voorgedaan als landen met een louter defensief of neutraal militair beleid, voeren nieuwe militaire begrotingen in met recorduitgaven. In Japan wordt, onder het voorwendsel van de toegenomen Russische agressie, de druk opgevoerd om een nucleair potentieel te ontwikkelen, dat onvermijdelijk bedoeld is om China te waarschuwen.
De NAVO – een imperialistische agressor
De sterke illusies in Oekraïne dat het Westen/NAVO het land tegen de Russische agressie zou verdedigen, zijn minder geworden nu de NAVO heeft geweigerd rechtstreeks in te grijpen. Sinds de ineenstorting van de Sovjet-Unie heeft de NAVO zich niet alleen over Oost-Europa uitgebreid, maar ook agressieve acties op touw gezet tijdens de ‘oorlog tegen het terrorisme’ met oorlogen in Irak, Syrië, Jemen, Libië en het brute bombardement op onder meer Belgrado. De NAVO negeert het lijden van de burgerbevolking, heeft als taak de belangen van het VS/Westerse imperialisme te bevorderen en heeft tot nu toe geweigerd Oekraïne militair te verdedigen om te voorkomen dat een direct conflict tussen de NAVO en Rusland een geheel Europees conflict wordt.
Het is in deze context dat de NAVO momenteel weigert om een “no-fly zone” boven Oekraïne te overwegen. De “no fly zones” boven Irak kosten 1 miljard dollar per jaar om in stand te houden en omvatten 300.000 vluchten van NAVO-vliegtuigen. Een dergelijke dekking voor Oekraïne zou veel complexer zijn, met de betrokkenheid van enkele honderden vliegtuigen, en zou leiden tot een directe confrontatie met Russische vliegtuigen. Als het uiteindelijk toch gebeurt, zou dit leiden tot een uitbreiding van de oorlog die “Europees” zou worden.
Hoe zit het dan met de Oekraïense “neutraliteit”? David Arakhamia, hoofd van het onderhandelingsteam voor Oekraïne, heeft duidelijk gemaakt wat hij bedoelt met “neutraliteit”. Hij spreekt van een “Oekraïense NAVO” waarbij artikel 5 van de NAVO van toepassing zou worden: als één lid aangevallen wordt, is dit een aanval op alle leden. Zelfs de meest oorlogszuchtige aanhangers van Oekraïne, zoals de Britse regering, aarzelen echter om een dergelijke verbintenis aan te gaan. Alleen Duitsland heeft tot nu toe een akkoord voorgesteld, maar heeft dit beperkt tot niet-militaire garanties.
Oekraïense onafhankelijkheid
De Russische acties na de onderhandelingen lijken te bevestigen dat Rusland een grootscheepse campagne begint om heel de Donbas en de zuidkust langs de Zwarte Zee te veroveren. In Cherson, de enige stad van betekenis die het heeft bezet, dwingt het de mensen om de roebel te gebruiken en stelt het een referendum voor om een “Volksrepubliek Cherson” op te richten. Wat er ook wordt besproken tijdens de onderhandelingen en wat er uiteindelijk ook wordt overeengekomen, het is duidelijk dat het Russische leger de tijd zal gebruiken om te veroveren wat het kan, en vervolgens, wanneer het conflict is beëindigd, de situatie zal bevriezen om het regime in Kiev verder onder druk te zetten. Op die manier zal elk akkoord dat nu wordt bereikt het conflict alleen maar uitstellen tot een nieuwe oorlog uitbreekt.
De Oekraïense regering beweert dat eerdere overeenkomsten om haar veiligheid te garanderen niet hebben gewerkt omdat ze slecht geformuleerd waren. Misschien zal er nu een overeenkomst worden geschreven die de neutraliteit van Oekraïne in de juiste juridische vorm garandeert. Maar de onafhankelijkheid van Oekraïne zal nog steeds terzijde worden geschoven, wat er ook in een overeenkomst staat, afhankelijk van de relatie tussen de verschillende imperialistische machten en wat op dat moment hun belangen dient. Met andere woorden, men mag niet vertrouwen op de beloften van welke imperialistische staat dan ook dat zij Oekraïne in de toekomst zullen beschermen. De enige garantie voor vrede en de onafhankelijkheid van Oekraïne zal gebaseerd zijn op de bereidheid van de Oekraïense arbeiders om zich te verzetten tegen imperialistische agressie en zich te ontdoen van hun eigen oorlogsstokers, een beweging van de Russische arbeidersklasse om een einde te maken aan het Poetin-regime en het kapitalisme in Rusland, gekoppeld aan internationale solidariteit van de arbeidersklasse.
Economische oorlog
In plaats van een direct militair conflict met Rusland te vermijden, is de “economische oorlog” van het westerse imperialisme een snelle escalatie van het proces van ontkoppeling van de wereldeconomie dat we hebben geanalyseerd. De elfde grootste economie ter wereld, de derde grootste olieproducent, de tweede grootste gasproducent en de grootste tarweproducent wordt uit de wereldeconomie gezet. Dit zal niet gebeuren zonder een ingrijpende verstoring van de wereldmarkten, waardoor een snelle herstructurering van de toeleveringsketens nodig is. Escalerende energiekosten die de inflatie aanwakkeren, zullen ervoor zorgen dat de grote economieën opnieuw in een recessie terechtkomen, terwijl niet mag worden vergeten dat één van de belangrijkste oorzaken van de zogenaamde ‘Arabische lente’ de snelle stijging van de broodprijzen was.
Door deze situatie is China in het brandpunt van de belangstelling komen te staan. Slechts enkele weken voordat Poetin zijn oorlog begon, had hij een ontmoeting met Xi Jinping en bereikte hij een overeenkomst “zonder grenzen”, door sommige commentatoren omschreven als het sterkste partnerschap tussen de twee landen sinds de breuk tussen China en de Sovjet-Unie in de jaren zestig. Nu beweert Xi Jinping dat Poetin zijn volledige plannen niet heeft onthuld, en andere leden van de Chinese heersende kring beweren dat Xi op zijn beurt de volledige details van de overeenkomst niet met hen heeft gedeeld.
Als de interventie in Oekraïne volgens plan was verlopen, met een snelle overwinning voor Rusland, zou dit China hebben aangemoedigd om zijn aanspraken op Taiwan door te drukken. Als gevolg van die aanspraken zijn Australië, Zuid-Korea en Japan hun militaire budgetten aan het opvoeren. De sancties tegen Rusland zijn evenzeer bedoeld als waarschuwing aan China voor wat het te wachten staat als het de belangen van de VS aanvalt. Dit is deels de reden waarom China zich als een neutrale macht heeft gepresenteerd en heeft opgeroepen tot onderhandelingen en het afbouwen van de spanningen in Oekraïne.
De huidige Russische oproepen aan China voor militaire en financiële hulp lijken te worden genegeerd. Er wordt zelfs gesuggereerd dat de Chinese Centrale Bank in de eerste dagen van de sancties, toen de roebel in waarde daalde, haar wisselkoerscorridor opzettelijk heeft verruimd om de druk op de roebel op te voeren en zo te trachten het Kremlin onder druk te zetten om niet te ver te gaan. Nu de oorlog zich voortsleept, groeit in China de twijfel over de levensvatbaarheid van een soortgelijke aanval op Taiwan – een eiland dat moeilijker binnen te vallen is. De Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken, Dmytro Koeleba, heeft China opgeroepen een “belangrijke rol” te spelen bij de pogingen om het conflict op te lossen.
De oorlog versnelt ook de herschikking van andere imperialistische allianties. In hun zoektocht naar alternatieve energiebronnen zijn de VS onderhandelingen begonnen met Venezuela. De vrijlating van de Brits-Iraanse Nazanin Zaghari-Ratcliffe nadat het Verenigd Koninkrijk een langlopende schuld had afbetaald, vergemakkelijkt de hervatting van onderhandelingen om het Iraanse nucleaire programma te beperken in ruil voor de opheffing van de sancties. In de Europese Unie zijn niet alleen niet-NAVO-leden zoals Zweden, Finland, Ierland en Moldavië ertoe aangezet toe te treden, maar is ook het besluit tot oprichting van een snelle reactiemacht van de EU erdoor gedrukt.
Economische gevolgen
De Oekraïense economie, toch al één van de zwakste van Europa, had in 2021 een bbp dat nog niet was hersteld tot de piek van voor de crisis van 2008. Het IMF schat dat het bbp dit jaar met 35% zal dalen. Volgens de Oekraïense regering zal het jaren duren en minstens een half biljoen dollar kosten om alleen al de schade te herstellen die al is aangericht, geld dat zij als herstelbetalingen van Rusland eist.
De economische gevolgen op lange termijn in Rusland zullen afhangen van de uitkomst van de oorlog. De onmiddellijke gevolgen omvatten een voorspelde daling van het BBP met 6-20%, een daling van de inkomens met 7% en een groei van het aantal geregistreerde werklozen tot 7 à 8%. Dit laatste cijfer is zeer significant, aangezien in 2019, voordat de pandemie toesloeg, het werkloosheidscijfer minder dan 1% bedroeg, en eind 2021 minder dan 4%. Dit zijn officiële cijfers – de werkelijkheid is erger. Verwacht wordt dat de inflatie in de loop van het jaar 18-20% zal bedragen. Honderdduizenden – vooral jonge en vrouwelijke – mensen zullen hun baan zijn kwijtgeraakt nu westerse bedrijven zich uit de Russische markt terugtrekken.
De crisis heeft ook de meer traditionele industriële sectoren, zoals de automobielindustrie en de luchtvaart, getroffen. Medio maart waren slechts 4 van de 14 grootste autofabrikanten nog aan het produceren – ofwel had het westerse bedrijf zich teruggetrokken, ofwel was, zoals in het geval van de Russische Kamaz en AvtoVaz, de productie opgeschort omdat men niet in staat was halfgeleiders van de Taiwanese producent te kopen. Een soortgelijke situatie doet zich voor in de luchtvaartsector. Het aantal vluchten is drastisch teruggebracht. De luchthaven Sjeremetjevo heeft 40% van zijn personeel ontslagen. Het besluit van Airbus/Boeing om geen onderhoud meer te verlenen aan Russische vliegtuigen en het onvermogen van China om de nodige reserveonderdelen te produceren, betekenen dat deze sector nog enige tijd in een ernstige crisis zal verkeren. “Pobeda” (wat ‘overwinning’ betekent) – de budgetmaatschappij van Aeroflot, die werd opgericht naar aanleiding van de overname van de Krim – heeft haar vloot nu met 40% ingekrompen.
Van bijzonder belang is het afsluiten van sociale media op het internet. Deze moderne vorm van communicatie wordt niet alleen gebruikt voor persoonlijke en sociale interacties, maar is ook een essentieel zakelijk instrument voor het uitwisselen van informatie, het doen en leveren van bestellingen enz. De toegenomen censuur op het internet in Rusland heeft de economie sinds januari 2022 al 861 miljoen dollar gekost.
De regering zegt dat deze situatie “een kans biedt” om haar “import-substitutie”-programma te versterken. Dit is een defensief beleid dat gebaseerd is op het isoleren van de Russische economie van de wereldmarkt. In andere landen, met name Latijns-Amerika en Zuid-Azië in het pre-neoliberale tijdperk, leidde “importsubstitutie” tot sterk beschermde en inefficiënte sectoren. Stagnatie is al sinds 2014 het dominante kenmerk van de Russische economie. Alleen de afhankelijkheid van de export van energie en andere grondstoffen heeft een verdere daling van de economie voorkomen. Nu westerse landen proberen hun energie-import uit Rusland terug te dringen, zullen de kosten van dat beleid tot uiting komen in een verdere verlaging van de levensstandaard en in besparingen.
Hetzelfde geldt voor het voorstel om buitenlandse activa te “nationaliseren” en deze te bevoorraden met in het binnenland geproduceerde producten. “Nationalisatie” betekent in dit geval eenvoudigweg een overdracht van buitenlandse eigendom in de handen van binnenlands kapitaal. Het betekent niet, waar wij om vragen, publiek eigendom onder democratische arbeiderscontrole als onderdeel van een democratische planeconomie. Het nationalisatieplan van de regering is onuitvoerbaar, omdat de Russische managementvaardigheden niet geschikt zijn voor bedrijven als McDonald’s. Maar er zijn meer diepgewortelde problemen die verband houden met het lage technologische niveau van de Russische industrie. Het zal niet mogelijk zijn om eenvoudigweg hightech-chips die momenteel in Taiwan worden geproduceerd of vliegtuigonderdelen die nodig zijn voor Boeing- en Airbus-vliegtuigen te kopiëren en te produceren. Zelfs de in Rusland geproduceerde Sukhoi ‘Superjet’ zal moeilijkheden ondervinden aangezien de Franse fabrikant van de motoren zegt dat hij deze niet zal onderhouden.
De realiteit blijkt uit besprekingen waarover de oppositiekrant ‘Meduza.io’ bericht. Een regeringsbron “dicht bij een federale minister” zei: “[In de regering] zijn er vergaderingen met elke sector. Ze zeggen allemaal hetzelfde: we kunnen nog een paar maanden doorgaan met het gebruik van oude opslagplaatsen. Wat er daarna zal gebeuren als althans een aantal sancties niet wordt opgeheven, is niet duidelijk. Er zullen problemen zijn met de infrastructuur, problemen met het vervoer.”
Het Bonapartisme van Poetin
Wij omschrijven het Russische regime als “Bonapartistisch”, waarmee we een staat bedoelen waarin het kapitalisme (de oligarchen) de samenleving niet op harmonieuze wijze via de parlementaire democratie kan regeren. Het verheft zichzelf ‘boven’ de maatschappij, nauwelijks afhankelijk van verkiezingen en parlementaire stemmen, in plaats daarvan vertrouwend op de matrakken van de bureaucratie, de politie en het leger om op te treden als de “rechter arbiter” tussen de klassen, en de verschillende secties van de kapitalistische klasse zelf.
Maar zoals Trotski in 1934 opmerkte: “Het uitzonderlijk praktisch belang van een theoretisch juiste oriëntatie komt nog meer als evidentie naar voor in een periode van verscherpte sociale conflicten, vlugge politieke veranderingen en plotse gewijzigde situaties. In zulke periodes wordt vlug gebruik gemaakt van politieke begrippen en politieke veralgemeningen, en het is noodzakelijk deze ofwel volledig te wijzigen, wat heel wat moeilijker is, ofwel te concretiseren, te verduidelijken of gedeeltelijk te corrigeren, wat heel wat moeilijker.” (Bonapartisme en Fascisme)
Het eerste decennium van Poetin’s bewind was er één van economische groei en de consolidatie van de nieuwe Russische kapitalistische staat. Zijn eerste taak was het terugdringen van de invloed van de “familie”, met inbegrip van de voornamelijk westers georiënteerde oligarchen die met Jeltsin geassocieerd werden. Oligarchen als Berezjovski, Chodorkovski en anderen kwamen in de gevangenis terecht of werden verbannen. Elementen van parlementaire democratie bestonden nog steeds – aan de Doema-verkiezingen van 2003 namen 23 partijen deel, waaronder verscheidene pro-westerse liberale partijen. Het was nog relatief gemakkelijk om protesten te organiseren.
In onze analyse uit die periode zeiden we: “Het bonapartisme van Poetin steunt niet alleen op de heersende klasse. Het gebruikt de grote inkomsten uit olie om de staatsbureaucratie op alle niveaus uit te breiden en te ondersteunen, waarvan de omvang vandaag in Rusland ongekend is. Agressief nationalisme en een koers die gericht is op de ontwikkeling van staatsbedrijven wordt gesteund door fascisten, nationalisten, aanhangers van een sterke staat en de communistische partij, die in deze fase de belangrijkste steunpilaar van Poetin vormen. Het wordt ook gebruikt om de arbeiders in de defensie-industrie te steunen. De gemiddelde groei van de inkomens van de bevolking met 10-15% per jaar bij een lage inflatie heeft hem de steun van de publieke opinie opgeleverd.”
De wereldwijde crisis van 2008 was een klap voor de Russische groei. In combinatie met de naweeën van de Russisch-Georgische oorlog begon de Westers-Russische samenwerking te slabakken. De NAVO zette haar uitbreiding naar 12 landen in Oost-Europa voort. Op dat moment was zelfs Poetin niet geheel tegen. Oeljanovsk, de stad aan de Wolga waar Lenin werd geboren, was tot 2014 een doorvoerbasis van de NAVO. En de Russische nationale veiligheidsstrategie sprak nog steeds van partnerschap met het Westen en de NAVO.
Maar het proces van de terugtrekking van de Russische economie uit de wereldmarkt was al begonnen – misschien al in 2000, toen de eerste staatsbedrijven werden opgericht. In december 2011 vonden frauduleuze verkiezingen plaats, die tot de Bolotny-protesten leidden. Vooral in Moskou mobiliseerden die protesten een deel van de stedelijke middenklasse, maar ook een aanzienlijk deel van de jonge arbeidersklasse en overheidspersoneel, in het bijzonder uit het onderwijs. Geleid door de overblijfselen van de neoliberale krachten uit de jaren negentig en de niet-parlementaire stalinisten in alliantie met uiterst rechts, culmineerden zij in de hardste repressie tot dan toe in het nieuwe kapitalistische Rusland.
Vervolgens verloren de liberaal-kapitalistische krachten die de protesten een doodlopend straatje ingestuurd hadden, aan invloed. Dit werd versterkt door de repressie, waaronder de moord op Boris Nemtsov in 2005. Geleidelijk aan werden de extreemrechtse krachten, die veel radicaler en gewelddadiger zijn dan in andere landen, buitenspel gezet door een combinatie van repressie en integratie in de instellingen van het heersende regime. Het duidelijkst blijkt dit uit figuren als de fascistische ideoloog Aleksandr Dugin, die nu adviseur is van leidende regeringsfiguren, en de extreemrechtse schrijver en huurling Zakhar Prilepin, die er prat op ging dat zijn huurlingengroep meer Oekraïners doodde dan enige andere in de DNR, en die nu een vooraanstaand lid is van de pro-Kremlinpartij ‘Rechtvaardig Rusland’.
Deze periode viel samen met de EuroMaidan in Oekraïne die in 2013 begon en waarbij het conflict tussen westerse en Russische belangen op straat uitbrak en culmineerde in het aan de macht komen van een rechtse pro-westerse regering in Kiev, de Russische overname van de Krim en het begin van de oorlog in Oost-Oekraïne. De patriottische golf die daarop in Rusland volgde, hielp de overgebleven liberale oppositie ten grave te dragen, en zorgde ervoor dat veel extreemrechtse aanhangers naar Oost-Oekraïne trokken om te vechten. Het regime leunde op de arbeidersklasse voor steun tegenover de Moskouse liberalen, die het de schuld gaf van de chaos in de eerste jaren van het herstel van het kapitalisme.
Er werden Westerse sancties tegen Rusland ingesteld. De reactie van het regime bestond uit meer economisch protectionisme, import-substitutie, nieuwe maatregelen om de oppositie te beperken om ervoor te zorgen dat de “verticale machtsstructuur” homogeen was – met andere woorden door de officiële parlementaire partijen te neutraliseren en oligarchen en andere figuren, die in de oppositie zaten, eruit te duwen. Verkiezingen werden formaliteiten, de druk op Oekraïne werd opgevoerd, de kloof tussen het Russische en het westerse kapitalisme werd breder, omdat veel bedrijven hun activiteiten terugschroefden. De hoogste piek die de Russische economie bereikte was in 2013. Sindsdien stagneert ze, of groeit ze nauwelijks.
Bonapartisme in het tijdperk van verval
Trotski sprak van verschillende fasen van het bonapartisme – die van het tijdperk van de burgerlijke opkomst, en die van het imperialistische verval. Het eerste decennium van Poetins bewind, waarin de Russische kapitalistische klasse met haar corruptie, oligarchen en afhankelijkheid van de verkoop van natuurlijke grondstoffen zelf niet sterk genoeg was om het Russische kapitalisme te consolideren, delegeerde die taak aan Bonaparte. Hoewel in dit decennium enige vooruitgang werd geboekt, kwam deze in het tweede decennium tot stilstand. Het derde decennium werd het Bonapartisme in het tijdperk van verval. Het begin van het decennium viel samen met een nieuwe, nog ergere wereldwijde economische crisis en het begin van de pandemie, die op hun beurt de polarisatie van de wereld in de verschillende imperialistische kampen, hoofdzakelijk VS en China, versneld hebben. Dit heeft vooral het kapitalisme in zijn zwakste schakel – het Russische regime – getroffen.
Het is bijna vijf jaar geleden dat de eerste door Navalny opgeroepen protesten in heel Rusland tot 100.000 voornamelijk jongeren op de been brachten. Sindsdien hebben verschillende processen zich verdiept. De economie is blijven stagneren – de reële levensstandaard zal binnenkort een decennium lang elk jaar zijn gedaald. De repressieve wetten zijn geleidelijk aangescherpt. Met het uitbreken van de pandemie is dit proces snel toegenomen. Het regime heeft geen echte maatregelen genomen om degenen te beschermen wier inkomens onder COVID leden. Het bleef rustig toekijken terwijl een miljoen Russen meer het leven lieten dan normaal in die periode het geval zou zijn.
Nadat de oppositiepartijen op verschillende manieren uit de weg waren geruimd en alle onafhankelijke media onder druk waren gezet, vernauwde de kring rond Poetin zich tot een klein aantal ja-knikkers, die niet bereid waren zijn daden te bekritiseren, en dat uiteraard ook niet mochten. Zijn isolement werd grafisch aangetoond door zijn reeks ontmoetingen met buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders en zijn eigen ministers in de aanloop naar de oorlog, van wie hij gescheiden was door een lange tafel.
De toch al restrictieve wetten op protesten, die in het begin van de pandemie zelfs éénpersoonsacties nauwelijks tolereerden, zijn ondertussen zo aangescherpt dat het ondertekenen van petities, het oproepen tot protesten of het uiten van een alternatief standpunt, zelfs in de vorm van *** ***** [de woorden “geen oorlog” bevatten in het Russisch 3 en 5 letters] kan leiden tot ontslag, boetes of gevangenisstraf. Gezichtsherkenningstechnologie wordt op grote schaal gebruikt om oppositie te identificeren.
Nog voor de oorlog was dit een regime in crisis – geschokt door de protesten tegen corruptie en autoritarisme in Rusland. De opstanden in Wit-Rusland en Kazachstan waren dramatische voorbeelden van hoe snel schijnbaar autoritaire regimes tot op het bot kunnen worden geschokt. Wellicht even belangrijk is dat de aanval op Oekraïne de omvang van het vermeende “grenzeloze” bondgenootschap met China heeft blootgelegd. De oorlog is erin geslaagd het westerse imperialisme – VS en EU, maar ook steeds meer Japan tegenover Rusland – te consolideren en ondermijnt China’s recente pogingen om hen te verdelen. Binnen het Chinese regime zijn de spanningen tussen Xi Jinping en zijn “wolfskrijgers” enerzijds en degenen die een meer voorzichtige aanpak willen anderzijds, opener geworden. China was zeer terughoudend om Poetin openlijk te steunen in dit conflict, uit vrees dat de westerse sancties ook tegen China zullen worden opgevoerd.
Perspectieven voor de oorlog
Vóór de oorlog stelden we vast dat de ontevredenheid in de samenleving toenam, dat de economie stagneerde en dat de woede, ondanks de toegenomen repressie, zou kunnen blijven sudderen en toenemen, voordat zij op verschillende manieren in nieuwe golven van protest zou uitbreken. Dit blijft natuurlijk het algemene perspectief, hoe lang het zal duren voor het zich ontvouwt is moeilijker te voorspellen. Maar we mogen niet vergeten dat we sinds het begin van de pandemie de gebeurtenissen in Wit-Rusland, Kazachstan en Chabarovsk hebben meegemaakt.
Maar op korte termijn, de komende maanden, zal het verloop van de oorlog waarschijnlijk de overheersende factor zijn voor de vooruitzichten.
De eerste mogelijke uitkomst, waar het Kremlin op rekende, was een snelle interventie, de overname van Kiev en de vervanging van de regering Zelenski door een marionet. De ”volksrepublieken” in Donetsk en Lugansk (DNR en LNR), of waarschijnlijker de hele Donbas, zou dan in Rusland zijn opgenomen. Dat zou een zeer moeilijke situatie voor socialisten hebben gecreëerd – er zouden overwinningsparades zijn geweest, een golf van patriottisme en iedereen die zich uitsprak zou botsen op repressie en extreemrechtse aanvallen.
Een snelle overwinning is nu natuurlijk uitgesloten. Als we de oorlog als een zuiver militair conflict beschouwen, kan de nieuwe Russische tactiek van belegering en het bombarderen van steden de Oekraïense strijdkrachten uiteindelijk overwinnen. Maar natuurlijk verdedigen de Oekraïners hun huizen en hun land. Zelfs indien de Russische strijdkrachten er uiteindelijk in slagen Charkov, Kiev en andere steden in te nemen, zullen zij een langdurige en omvangrijke militaire aanwezigheid moeten handhaven en te maken krijgen met langdurig verzet van de bevolking. De oorlog in Vietnam, de bezetting door de Sovjet-Unie en vervolgens de imperialistische bezetting van Afghanistan door de VS zijn allemaal vergelijkbaar geweest, en in alle gevallen hebben de bezettingstroepen in de loop der jaren uiteindelijk een vernederende terugtocht moeten doen. In feite naderen de Russische strijdkrachten nu al het aantal dodelijke slachtoffers dat zij tijdens de tien jaar durende Sovjet-invasie van Afghanistan hebben geleden. Tijdens een langdurige oorlog zouden de stijging van de militaire uitgaven, de voortdurende achteruitgang van de economie en de verrotting van het politieke systeem leiden tot groeiende ontevredenheid onder de massa’s, die op een gegeven moment zou uitbreken in actief verzet.
Een grote ramp voor het Kremlin zou natuurlijk een serieus tegenoffensief van de Oekraïense strijdkrachten zijn, dat erin slaagt de Russische strijdkrachten, die reeds slecht uitgerust en gedemoraliseerd zijn, te dwingen zich terug te trekken. Dat zou natuurlijk op de een of andere manier leiden tot een grote politieke crisis in Rusland. Het is daarom waarschijnlijker dat, als dit als mogelijk wordt gezien, het Russische regime de onderhandelingen zal intensiveren in een poging een compromis te bereiken om gezichtsverlies te voorkomen. Zo’n compromis zou de terugtrekking tot de LNR/DNR kunnen zijn, een overeenkomst dat externe krachten kunnen optreden om de Oekraïense neutraliteit te garanderen, maar met Zelenski nog steeds aan de macht met versterkte steun. Ook dit zou in Rusland als een gedeeltelijke overwinning worden gepresenteerd, maar zou, vooral naarmate de werkelijke vernietiging van Oekraïne bekend wordt, in combinatie met de gevolgen van het isolement van de wereldmarkt, dienen als een verdere factor die de steun voor het regime ondermijnt.
Deze opties wijzen op de verdere ontwikkeling van bewegingen in de richting van een politieke revolutie, in dit stadium in de vorm van een kleurrevolutie, waarbij een deel van de heersende elite de massale ontevredenheid uitbuit om een ander deel omver te werpen. Het tijdschema zal afhangen van de gebeurtenissen: ofwel vertraagd door een patriottische golf na de ‘overwinning’, versneld door een nederlaag, ofwel vertraagd door een slepende oorlog of een door onderhandelingen tot stand gekomen regeling. In dat geval moeten de socialistische krachten klaar staan om energiek tussen te komen en een reëel alternatief te bieden voor de heersende elite.
Crisis van het Bonapartisme
Het bonapartisme is van nature een crisisregime – het bestaat juist omdat de kapitalistische klasse niet sterk en geconsolideerd genoeg is om een burgerlijke democratie in stand te houden. Het oefent zijn macht voornamelijk met geweld uit, het is een gendarme die het moet hebben van de matrak.
De hamvraag is nu of het regime aan de macht kan blijven als er een nederlaag wordt geleden, of als de oorlog wordt verlengd, of als de compromissen die tijdens de onderhandelingen zijn bereikt als onaanvaardbaar worden beschouwd. Kan Poetin uit zijn ambt worden gezet, en zo ja, wie zal hem vervangen? Op dit punt is er natuurlijk geen duidelijke informatie, maar veel geruchten wijzen erop dat er zich reële problemen ontwikkelen.
Regerende elite ongelukkig
Er is een ongekende golf van ontslagnemingen en vertrekken uit Rusland van prominente mediapersoonlijkheden, journalisten, zakenmensen, waaronder de directeur van Aeroflot, en nu zelfs Kremlin-adviseur en architect van het Russische kapitalisme Anatolij Tsjoebais. Het hoofd van de Centrale Bank heeft aan het begin van de maand haar ontslag aangeboden. Dit is het topje van de ijsberg van aanzienlijk verzet tegen de oorlog door de stedelijke middenklasse en zelfs een deel van de heersende elite, van wie velen de directe gevolgen voelen van de sancties tegen Rusland.
Anders dan in 2014 kan het Kremlin echter niet rekenen op een golf van patriottische steun onder de arbeidersklasse. De eerste slachtoffers van de sancties waren de stedelijke arbeiders, overwegend jong en overwegend vrouwelijk – degenen die werken in de IT, in fastfood, in de detailhandel en ook studenten. Honderdduizenden van hen zijn hun baan kwijtgeraakt, velen werden ontslagen of onderdrukt omdat zij zich tegen de oorlog hadden uitgesproken. Het is deze laag die de spontane protesten tegen de oorlog in de eerste weken aanjoeg.
We kunnen echter verwachten dat de meer ’traditionele’ arbeidersklasse, de mensen uit de autofabrieken, die op luchthavens werken en andere bedrijven die afhankelijk zijn van wereldwijde toeleveringsketens en handel, de juistheid van de oorlog in twijfel zullen trekken nu zij ontslagen worden of zonder werk komen te zitten als gevolg van de sancties. Hun woede en ontevredenheid zullen worden aangewakkerd door de escalerende prijzen.
Nu komen de doodskisten terug. Onafhankelijke mediabronnen in Boerjatië, de boeddhistische republiek met een miljoen inwoners aan de rand van het Bakailmeer, hebben reeds 45 soldaten uit de regio geïdentificeerd onder de doden. Ze denken dat er nog veel meer zijn. De zus van één van hen merkte op: “We zijn radeloos. Dit bloedvergieten moet ophouden. Onze jongens sterven. Hij wilde zijn team niet in de steek laten. Hij vond dat het zijn plicht was om te gaan. Onze familie heeft een andere mening dan de autoriteiten, maar wat kunnen we doen?”
Patriotten
Dus, is er een laag die de oorlog wel steunt? Natuurlijk. Opiniepeilingen (uitgevoerd door de staat) geven aan dat op dit moment de meerderheid de oorlog steunt. De laatste weken is dat gegroeid. Er is echter veel minder overtuigende steun dan in 2014. Dat bleek nog op een recent regeringsgezind pro-oorlogsconcert. Het werd bijgewoond door mensen die de oorlog echt steunen, waaronder natuurlijk uiterst rechts. Maar er waren ook veel staatsambtenaren, studenten enzovoort, die gedwongen of zelfs betaald werden om het concert bij te wonen, anderen die beweerden dat ze er alleen maar waren voor het gratis concert, en zelfs beweerden niet te weten dat het was om de oorlog te steunen. De steun voor de oorlog is groter onder het middenkader en de hogere managementniveaus in de staats- en commerciële structuren, onder de oudere bevolking en natuurlijk onder de veiligheidsdiensten, en op het platteland. Dit is echter geen stabiele laag van steun die snel zou kunnen verdwijnen als de gebeurtenissen een plotselinge omslag betekenen.
Meduza’s bronnen onthullen meer interessante details. Het kabinet van de president houdt zijn eigen opiniepeilingen waaruit blijkt dat de steun voor de oorlog zeer oppervlakkig is – in hun woorden verdeeld tussen “diva patriotten” die over de oorlog schreeuwen maar niet eens bereid zijn de straat op te gaan om steun te betuigen en dan degenen, die het Kremlin omschrijft als “vrouwen van 40+”, maar zodra het hen aangaat, in het bijzonder hun zonen, trekken zij hun steun in.
In reactie hierop hielden de spindoctors van het Kremlin een vergadering om te beslissen hoe zij met het nieuws moesten omgaan. Ze kwamen niet met een oplossing. Het probleem is volgens hen dat de oorlogspropaganda al zo ver is opgeklopt, dat elke terugtrekking leidt tot gezichtsverlies. Zoals een deelnemer zei: “De ketel van de trein is zo vol gestapeld met kolen dat de trein niet snel meer kan stoppen.” Het gevaar is, zoals zij het zien, dat het in Turkije voorgestelde compromis, of elke beëindiging van de oorlog die niet als een overwinning wordt gezien, samen met de verergerende economische crisis zal leiden tot een dramatische daling van de geloofwaardigheid van de regering. Zij maken zich vooral zorgen over de situatie in de grote steden, Moskou en Sint-Petersburg, waar volgens hun opiniepeilingen reeds een meerderheid tegen de oorlog gekant is.
Zelfs toen het besluit tot de aanval werd genomen, was er duidelijk sprake van een gebrek aan vertrouwen in sommige regeringskringen, waarbij zelfs de suggestie werd gewekt dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken het besluit tot erkenning van de twee republieken voorbarig vond. De FSB (Russische veiligheidsdienst, opvolger van KGB) is naar verluidt in wanorde omdat zij de schuld op zich heeft genomen van verkeerde informatie over de stemming onder de Oekraïense bevolking, met het huisarrest van twee generaals naar verluidt. Er zijn aanhoudende suggesties dat de spanningen toenemen tussen Poetin en Shoigu, de minister van Defensie, de directeur van de FSB en de chef van de generale staf. Voor Poetin is het zeer gevaarlijk om in conflict te komen met de matrak die hij nodig heeft om te regeren. Naar verluidt is een aanzienlijk aantal hoge officieren, waaronder generaals, in Oekraïne gedood, anderen in de Nationale Garde zijn gearresteerd.
De stemming onder de oligarchen is moeilijker te beoordelen. Er wordt gesuggereerd dat een laag oligarchen en bankiers rond Poetin goed begrijpt dat als hij vertrekt, hun eigen posities in twijfel zullen worden getrokken, en dat ze daarom niet willen dat hij zich terugtrekt. Na een maand sluiting is de beurs van Moskou terug opengegaan. De aandelen daalden aanvankelijk met 2 tot 3%, maar er was geen sprake van een wanhopige ineenstorting. Tegelijkertijd heeft de roebel zijn oorspronkelijke waarde hersteld, ongetwijfeld opgepompt door de olie- en gasopbrengsten. Dit zal de voorstanders van de oorlog aanmoedigen.
Er is echter een laag van oligarchen die zich zorgen maakt. Abramovitsj heeft zich in de onderhandelingen in Turkije gemengd en schijnt als bemiddelaar te hebben gefungeerd. Andere berichten suggereren dat Peter Aven, president van Ruslands grootste particuliere bank AlfaBank en de mijn magnaat Alexander Masjkevitsj vorige week een ontmoeting hebben gehad om de mening uit te spreken dat de Russische oligarchen uiterst geïrriteerd zijn over het beleid van Poetin.
Volgens Oekraïense bronnen die verslag deden van deze bijeenkomst, zoeken vertegenwoordigers van het Russische bedrijfsleven naar manieren om de president, of de militaire figuren om hem heen, te beïnvloeden: “Maar dit wordt bemoeilijkt, omdat Poetin in strikt isolement verkeert en vrijwel niemand binnenlaat om hem te zien. Vooral de oligarchen die hij als onbetrouwbaar beschouwt. In feite is het Russische grootkapitaal al bereid tot radicale actie. Sommige oligarchen overwegen zelfs te betalen voor de fysieke verwijdering van Poetin.”
Maar deze rapporten moeten allemaal met een korreltje zout worden genomen. Noch de FSB of het leger, noch de oligarchen zijn bezorgd over het lot van Oekraïne, de mensen die lijden onder de Russische bommen, of de Russische ouders die rouwen om hun dode kroost. Zij maken zich alleen zorgen over hun positie in de heersende elite, hun eigen rijkdom en zullen op eigen houtje niets doen om die in gevaar te brengen. Alleen als de Russische interventie in Oekraïne aanzienlijke tegenslagen te verduren krijgt, of als zij van onderaf een groeiend verzet tegen de oorlog voelen, zullen ze zich gaan voorbereiden om hun eigen hachje te redden. Maar als ze gedwongen worden op te treden, is de vraag waarop we nog geen antwoord hebben, wat precies de aard van zo’n poging zal zijn. Zal het komen van hardliners binnen de veiligheidsdiensten, wat waarschijnlijk de voortzetting van harde repressie zou betekenen, of van een meer liberaal deel, wat een zekere versoepeling kan betekenen.
Perspectieven voor de anti-oorlogsbeweging
Wat zijn de vooruitzichten voor een anti-oorlogsbeweging? De aanvankelijke, voornamelijk spontane reactie op de oorlog, hoewel door een minderheid, was niettemin inspirerend. Het feit dat zovelen bereid waren hun stem te laten horen, wetende dat de prijs was dat zij zouden worden vastgehouden, gevangengezet, ontslagen, toont de woede aan die onder de oppervlakte leeft. Tegelijkertijd is de aanpak van de democratische en liberale oppositie, met inbegrip van Navalny, om mensen zonder enige voorbereiding en organisatie op te roepen tot protest, niet alleen onverantwoordelijk in de zin dat het velen blootstelt voor repressie, maar na een periode, wanneer de meest actieve betogers door repressie zijn uitgeschakeld, leidt het tot een neergang en zelfs demoralisatie van de beweging. Vanaf het allereerste begin hebben socialisten erop aangedrongen dat er een massale, georganiseerde protestbeweging moest worden opgebouwd, en dat de anti-oorlogsbeweging moest worden opgebouwd rond de werkplaatsen en de universiteiten.
Op dit moment heeft de anti-oorlogsbeweging zich teruggetrokken. Dit is onvermijdelijk, gezien het gebrek aan organisatie en de wijdverbreide repressie in de eerste fase, en de huidige fase van de oorlog, waarin het niet duidelijk is hoe de zaken zich zullen ontwikkelen. Daar komt nog bij dat de sancties die jongeren die het meest actief zouden zijn in het protest het hardst treffen, onder meer door verloren jobs, inkomens en hoge inflatie. Hierdoor moeten ze zich met hun onmiddellijke problemen bezighouden. Voor velen is het duidelijk geworden dat de oorlog niet kan worden gestopt door alleen maar spontaan de straat op te gaan, waar je geslagen, beboet en mogelijk gevangen gezet kunt worden.
Dit betekent niet dat er in een later stadium geen bredere, beter georganiseerde anti-oorlogsbeweging zal ontstaan. Als het Kremlin natuurlijk een overwinning kan claimen, of zelfs tijdens onderhandelingen een compromis kan sluiten dat ‘het gezicht redt’, maakt dat het minder waarschijnlijk dat zo’n beweging zich zal ontwikkelen. Maar als de oorlog een langdurige strijd wordt, met nederlagen voor de Russische troepen, vooral in combinatie met economische moeilijkheden, kunnen we de ontwikkeling van een meer duurzame beweging zien. Als er een staatsgreep wordt gepleegd, zou er zich ook heel snel een beweging kunnen ontwikkelen.
Maar we moeten ook lering trekken uit eerdere bewegingen tegen oorlog en regeringen, zoals die in Wit-Rusland en Kazachstan. Bewegingen die klassen overschrijdend zijn opgebouwd, zijn gedoemd te mislukken. Niet alleen ontbreekt het liberale opposities aan enig begrip van collectieve organisatie, hun geloof in het kapitalistische systeem betekent ook dat zij geen antwoorden kunnen geven om de oorzaken van oorlog en dictatuur weg te nemen.
Zij zijn niet in staat te begrijpen dat de enige manier om een eind te maken aan oorlog het gebruik is van methoden van de arbeidersklasse en met een socialistisch programma.