Voor automatische prijscompensatie en voor een hoger minimumloon!
De dertien jaar van Mark Rutte hebben niets dan ellende opgeleverd. Verarming, sociale achteruitgang, zorg en onderwijs naar de knoppen, milieu naar de kloten, slappe economie, gas gepompt bij het leven tot het niet meer ging… Iedereen kan de dossiers opnoemen waar de rook nog steeds uitkomt: Groningen, stikstof, de toeslagenaffaire, de woningnood, Corona en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Hij zei voor van alles en nog wat sorry. Maar dat klonk altijd zo of het niet ging over fouten van hemzelf, maar die van anderen. Rutte bewoog altijd mee met de brandjes die hij vaak zelf had aangesticht, maar hij bluste ze nooit. Premier Rutte, nu schrijven we dus ex-premier Rutte had één sterke kant. Hij wist altijd politiek overeind te blijven, daarin trouw gesteund door zijn VVD. Met zijn aftreden is ook die enige en laatste deugd gesneuveld.
Reactie op de val van het vierde kabinet Rutte
Wat was de oorzaak van de val van deze keizer van dit wankelende Rome? Behalve al die zaken die hopeloos mis zijn gegaan onder zijn bewind, is er die met Mark Rutte vast verbonden neiging om zijn politieke partners leeg te zuigen. Na het eerste kabinet Rutte, het kabinet dat het gedoogkabinet ging heten, bleef Geert Wilders, tja, hoe kun je het anders zeggen, verwilderd achter.
Enthousiast begonnen de deelnemende partijen aan Rutte II. Het motto was “Bruggen slaan”, weet u nog wel? Naar de samenleving of zoiets. Het kabinet bleef de hele zittingsduur overeind, maar ten koste van de PvdA die na het kabinet en de verkiezingen uitgeput in de touwen bleef hangen.
Herinnert U zich nog de doelstellingen van Rutte III? Eén daarvan was het herstellen van het vertrouwen van de burgers. Dit kabinet viel over de toeslagenaffaire… Wiebes viel om, maar Rutte veerde terug.
Rutte IV werd, totaal onverwacht, de laatste ronde. De verkiezingswinst van D66 in 2017 liep erop leeg, het CDA verdween zo goed als van de politieke kaart door de stikstofaffaire. Dit kabinet kreeg niets voor elkaar, behalve “sorry” zeggen. Tegen het sombere decor van beton en donker geverfd metaal van het tijdelijke kamergebouw, vroeger het ministerie van Buitenlandse Zaken, kreeg Rutte IV een soort van “sudden death”. Maar een politiek onverwacht snel overlijden trof ook premier en onbetwist VVD leider Rutte. Ook de politieke dood maakt soms onverwachte slachtoffers…
Misschien dat ons eenvoudige burgers later nog inzicht wordt gegund in wat Mark Rutte van vrijdagavond 7 juli, toen hij er zichtbaar nog zin in had, tot maandagochtend 10 juli van gedachten deed veranderen. Was het druk uit de VVD, met verwijzing naar het feit dat andere partijen en de peilingen hem niet meer wilden? Was het het vooruitzicht van een grotere baan in de wereld zoals Secretaris Generaal van de door Poetin gereanimeerde NAVO? Voorlopig blijft het speculeren.
Feit is dat politiek Nederland in verwarring achterbleef. De coalitiepartijen zijn beschadigd, maar de VVD heeft ook het verlies van de boven alle twijfel verheven lijsttrekker te incasseren. De premierbonus is in één weekend verloren.
Het kostte nogal wat moeite om een nieuwe lijsttrekker van de VVD te vinden. Er waren meer afhakers dan nieuwe kandidaten. Uiteindelijk is Dilan Yesilgöz het geworden en zij lijkt ook de steun van de partijtop te hebben. Er klinken warme en waarderende woorden. Zij wil Nederland sterker en weerbaarder maken. Sophie Hermans vindt het stoer. Heel mooi, warme harten allemaal, iedereen blij, maar wat is de politieke inhoud van haar kandidatuur? Daar is helemaal niets over bekend.
Met de andere partijen is het niet veel beter. D66 en CDA moeten op zoek naar een nieuwe lijsttrekker, PvdA en GL moeten er ook maar uit zien te komen, rechts is groot en verheugt zich al op kansen voor rechts beleid, maar probeer maar eens om eenheid te scheppen tussen VVD, BBB, PVV, Ja21, FvD enz. Het gevaar van rechts en extreemrechts moeten we niet onderschatten, maar de verdeeldheid is enorm. De SP aan de andere kant heeft in ieder geval wel de toezegging dat Marijnissen van Caroline van der Plas mag aanschuiven in een door de BBB geleid kabinet. Tel uit je winst…
De stemming van het ogenblik peilend, maakte TV-actualiteitenrubriek “Eenvandaag” bekend dat de meest populaire combinatie die van BBB met lijsttrekker Omtzigt zou zijn. Er is alleen een probleem. Omtzigt is niet eens lid van de BBB. En dat is niet het enige. Gaat de BBB een complete nieuwe ministersploeg leveren? En wie zijn de ander politieke partners dan? Concurrent VVD? Kun je Nederland regeren op basis van peilingen? Omtzigt heeft duidelijk gemaakt dat hij geen lijsttrekker wordt bij de BBB en dat hij nadenkt over een nieuwe politieke partij. Natuurlijk is het mogelijk om die op te richten, maar waar staat die nieuwe politieke partij dan voor, behalve voor beter bestuur?
De verwarring is enorm. Maar het is niet onze bedoeling U daarmee achter te laten. Laten we eens wat dieper kijken naar het waarom en de weg vooruit bepalen. Om de verwarring in de Nederlandse politiek te begrijpen is het nodig om even wat dieper te kijken naar wat er in dit land aan de hand is. Feit is dat de heersende klasse, de heersende elite, diep verdeeld is over de toekomst.
Natuurlijk bestaan er altijd tegenstellingen tussen delen van de heersende klasse. Die kunnen hoog oplopen. Er zijn bourgeois die hun geld op de oude manier verdienen en er zijn ondernemers die naar nieuwe methodes zoeken. Sommige ondernemers verdienen hun geld in het buitenland, andere in het binnenland. Er zijn ondernemers die onder druk van de arbeidersbeweging en omdat ze grote winsten maken hun arbeiders beter betalen en er zijn ondernemers die hun arbeiders nog veel meer uitbuiten. De belangen van grote ondernemingen zoals Shell en Unilever liggen anders dan die van de bakker en het café om de hoek.
Om al die belangen te wegen, om te zorgen dat iedereen aan zijn trekken komt, om te zorgen dat het kapitalisme niet uit zijn evenwicht raakt en kan voortbestaan is er het centraal organiserend comité van de bourgeoisie: de regering. Die staat aan het hoofd van de burgerlijke overheid die de samenleving kan regeren doordat ze beschikt over het monopolie over geweld (leger en politie) en de regels maakt en oplegt aan de samenleving (de overheid, het staatsapparaat, de bureaucratie).
Zo zorgen de ondernemers dat zij de heerschappij over de maatschappij blijven uitoefenen. De allerbelangrijkste taak van de staat is natuurlijk om de arbeiders eronder te houden, al moet ze soms tolereren dat er arbeiderspartijen ontstaan in de politiek. Tegelijk kan de staat ook niet anders dan sommige ondernemers die te ver van de regels afwijken en daardoor het systeem in zijn geheel ondermijnen met tegenzin tot de orde roepen (uiteraard de drugsmaffia, maar ook ondernemers die het niet zo nauw nemen met veiligheid op het werk. Of hele sectoren die misbruik maken van de wanhoop van mensen zonder papieren…).
De noodzaak om sterke arbeiderspartijen binnen de touwen van het kapitalisme te houden is op dit moment niet aanwezig. Eind 19e eeuw ontstonden sterke arbeiderspartijen in landen als Engeland, Duitsland en Frankrijk, in Nederland wat later. De staat zorgde normaal gesproken dat de massapartijen van de arbeiders, zoals de SDAP en later de PvdA in Nederland was, binnen de perken van het kapitalisme bleven en vooral actief waren in het burgerlijke parlement, niet daarbuiten. Na de val van de Sovjet-Unie hielden massapartijen van de arbeiders een volledige uitverkoop aan het kapitalisme en lieten hun arbeidersachterban aan zijn lot over.
Met de georganiseerde macht van de arbeiders heeft het kapitalisme op dit moment dus geen problemen. Er bestaat nog wel een massaorganisatie van de werkers, de vakbeweging, maar de leiding werkt binnen de lijntjes van het kapitalisme, heel zelden daar buiten.
Op dit moment heeft de heersende klasse, de bourgeoisie, vooral te maken met de tegenstelling tussen ondernemers die inzien dat het kapitalisme richting een catastrofe gaat als er niet duurzamer geproduceerd wordt (D66, GL en de PvdA) en de ondernemers die met een blinddoek op voor de korte termijn winst blijven produceren en zich vast houden aan conservatieve waarden (VVD en CDA). Ook zijn er tegenstellingen tussen burgerlijke partijen die onder druk van de publieke opinie zich vriendelijker opstellen tegenover migranten, vrouwen en tussengenders en burgerlijke partijen die seksisme, racisme en lgbtq-phobia gebruiken.
Kleinere ondernemers die zich van de nieuwe tijd niets aan willen of kunnen trekken vind je ook bij Ja21 en FvD, boeren die weinig keuze zien dan doorgaan met veeteelt, akkerbouw en stikstofuitstoot hebben met BBB nu hun eigen partij. De boeren zijn door grote landbouwbedrijven (veevoer, pesticiden e.d.) voor hun kar gespannen door de oprichting van BBB (zie ons eerdere artikel daarover).
De spanningen tussen deze twee groepen ondernemers zijn nu zo hoog opgelopen dat ze niet gemakkelijk meer tot een onderling vergelijk kunnen komen. Daar komt bij dat sommige groepen ondernemingen grote behoefte hebben aan flinke porties migranten als goedkope arbeidskrachten (landbouw, horeca) maar dat ligt bij anderen natuurlijk weer gevoelig. Ook zijn er groeiende tegenstellingen tussen bijvoorbeeld stikstof producerende ondernemingen zoals de bouw, wegenbouw en de boeren.
En ten slotte staat het kapitalisme voor een aantal lastige technologische vragen. Welke technologieën zijn onder de huidige eigendomsverhoudingen het beste voor het opwekken van energie en transport? Elektriciteit, waterstof, hoe moet het met het elektriciteitsnet dat nu al bezwijkt onder de zonnepanelen, hoe gaan we het doen met de verwarming van onze woningen?
De winnende politieke ideologie die het in de jaren tachtig won van de verwarring van de jaren zeventig was het neoliberalisme: de markt loste alles op. Die ideeën zijn na zo’n jaar of 40 versleten: de overgang naar een andere economie vraagt om ingrijpen en regie van de overheid. Milieu, energietransitie, woningbouw, meer oorlogen: overal is grootschalig ingrijpen van de overheid noodzakelijk. Eén van de oorzaken van de val van Mark Rutte is dat hij daar niet aan kon wennen. En hij was niet de enige die er moeite mee heeft.
Het grote probleem is natuurlijk dat het kapitalisme, net zoals in de jaren zeventig, maar niet zomaar een setje ideeën heeft om van de plank te trekken. Het kapitalisme zal nooit spontaan omvallen, maar het ontbreekt wel aan een nieuwe politieke visie voor de toekomst. Ook daarom moeten we rekening houden met een langdurige periode van verwarring en touwtrekken.
Wat te doen? Zinloos om te wachten op de komende verkiezingen. Duurt nog een maand of vier, over het resultaat valt nog niets te zeggen (vier maanden is een lange tijd in de politiek). Over de formatie van een nieuw kabinet ook niet. Natuurlijk zijn er dan de nieuwe en sommige oude ego’s, maar wat wordt de politieke boodschap van de nieuwe coalitie? Het heeft geen zin om linkse partijen waarvan er een paar kleinere bestaan, bij elkaar te vegen. Dat gaat niet lukken voor deze verkiezingen. En het bij elkaar vegen van politieke zwaktes (en dat betreft zowel programma als grootte van de organisatie) levert ook niets op.
Wat kan de Nederlandse arbeidersbeweging, wat kunnen socialisten in Nederland doen in deze situatie? Zijn belangen door middel van stevige strijd voor automatische prijscompensatie en hogere lonen zo goed mogelijk verdedigen. Eisen dat de groeiende armoede (één miljoen volwassenen, 250.000 kinderen) bestreden wordt. En op andere terreinen, zoals arbeidsomstandigheden en werkcontracten zoveel mogelijk vooruitgang boeken, voortbouwend op de acties die recent gevoerd zijn. Het bod van 10% loonsverhoging bij Albert Heijn geeft aan dat er misschien nog wel meer te halen valt. En harder opkomen voor een hoger minimumloon. Dat werkt door in de uitkeringen. De Met de huidige inflatie is 15 euro per uur minimumloon het uiterste minimum. Het belangrijkste is dat actie daarvoor intensiever wordt.
Het kabinet mag dan demissionair zijn, de Tweede Kamer is het niet. De Tweede Kamer gaat in zijn huidige samenstelling de belangen van werkende mensen en werkende armen niet spontaan behartigen. Daar zal een sterke actiedruk voor nodig zijn. Dit is het moment voor de vakbeweging om met deze eisen ook de straat op te gaan! Terecht zei FNV voorzitter Elzinga dat we de mensen het komend jaar niet door het ijs kunnen laten zakken. Maar daarvoor zal brede actie nodig zijn.
Het is ook de beste voorbereiding op de verkiezingen en de periode daarna. Zeker is dat het aantal misstanden in de maatschappij er niet minder op wordt. Hoe de nieuwe Tweede Kamer er uit komt te zien blijft onzeker en wat voor nieuwe coalitie er ook komt, die gaat al die problemen niet opeens oplossen. Er zullen nieuwe problemen bij komen.
Ook is het nodig om te werken aan de opbouw van een nieuwe democratische arbeiderspartij om die strijd te versterken en in de politieke arena te tillen, zodat daar een einde komt aan het totaalmonopolie van burgerlijke partijen. De Nederlandse politiek kan niet langer zonder een partij die de belangen van de werkende klasse even hard bevecht als de kapitalistische partijen dat voor hun opdrachtgevers doen.
De oude politiek is na Rutte nog niet dood. En de nieuwe is nog niet geboren. Op de korte termijn is het zaak onze belangen zo hard mogelijk te verdedigen. Het gebrek aan arbeidskrachten en de verwarring bij de tegenstander vergroot onze kansen, als wij een duidelijke koers inslaan. Het socialisme is het enige antwoord op de verwarring die het kapitalisme nu kenmerkt. Jongeren zijn al aan het radicaliseren tegen het kapitalisme. Ervaringen met het stalinisme en de sociaal democratie zorgen vaak nog voor verwarring. Maar gedurende strijd kan die verwarring snel plaatsmaken voor een socialistisch bewustzijn.