7 oktober was een dag van historisch belang voor de werkende klasse, de antifascistische beweging en de sociale bewegingen in Griekenland. Het proces tegen Gouden Dageraad (GD) kwam tot een einde en de neonazistische organisatie werd veroordeeld voor wat het is: een criminele bende fascistische schurken en moordenaars. Voor de antifascistische beweging was het vonnis een rechtvaardiging voor een strijd die al jaren – en zelfs decennia lang – aan de gang is. Voor de tienduizenden werkenden en jongeren die zich buiten de rechtbank verzamelden was het een moment van grote vreugde – van gejuich en gezang maar ook van tranen.
Dossier door Andros Payiatsos, Xekinima – ISA in Griekenland
Voor de conservatieven en reactionairen was het een moment van verdriet. Dit kwam goed tot uiting in het gedrag van de oproerpolitie (die bekend staat om haar banden met uiterst rechts en GD zelf) die slechts enkele seconden na de bekendmaking van het vonnis een aanval met waterkanonnen en traangas inzette tegen het massaprotest, zonder enige provocatie (op een paar kleine halflege plastic waterflessen na die door de betogers naar hen werden gegooid). Ze jaagden de betogers een kilometer verder.
Op het protest buiten de rechtbank op de ochtend van woensdag 7 oktober waren er 30 tot 40.000 mensen. Het was de grootste antifascistische betoging van de laatste drie decennia, nog groter dan de acties direct na de moord op Pavlos Fyssas in september 2013.
De echte doelen van de heersende klasse
Het proces begon 5,5 jaar geleden. Het heeft 454 rechtszittingen doorlopen en tot het einde, de laatste dag van het proces, was de uitkomst onduidelijk.
Vanaf het begin was het duidelijk dat de heersende klasse en de staat de moorddadige rol van GD probeerden te bagatelliseren. De moord op Pavlos Fyssas (een antifascistische zanger) werd in eerste instantie door de media voorgesteld… als een ruzie tussen rivaliserende voetbalfans!
Toen de realiteit van de politieke motieven achter de moord niet langer verborgen kon worden, moest de staat actie ondernemen en GD voor de rechter slepen. Maar vanaf het begin was de hele poging van de politie, de rechterlijke macht, de media, enz. om de moord voor te stellen als gevolg van de daden van één onverantwoordelijk persoon: Rupakias. GD mocht haar politieke activiteiten voortzetten ondanks het verpletterende bewijs van haar moorddadige rol.
De door de heersende klasse gecontroleerde media – kranten, radio en tv – gedroegen zich in de loop van de afgelopen jaren alsof er geen proces plaatsvond, alsof er geen neonazistische organisatie werd berecht!
Ten slotte stelde de openbare aanklager in december (2019) voor om, met uitzondering van de moordenaar Rupakias, de rest van de 68 beschuldigde leiders en het kader van de neonazistische organisatie vrij te laten en “niet schuldig” te verklaren! De openbaar aanklager beweerde dat de leiding van GD niet verantwoordelijk was voor de acties van Rupakias en dat GD geen criminele organisatie was!
In de loop van het proces was het bewijs over het karakter van GD zich echter aan het opstapelen. De leiding was betrokken bij talrijke misdaden. De zaak van Sahzat Lukman, een 27-jarige handarbeider uit Pakistan, die in januari 2013 door GD-militanten was vermoord, kreeg veel publiciteit. De moordenaars, GD-leden, werden veroordeeld en gevangen gezet. Gouden Dageraad lanceerde regelmatig moorddadige aanvallen op migranten met behulp van messen, ijzeren staven, enz. Sommige van de aanvallen, zelfs in het commerciële centrum van Athene, werden op video vastgelegd door voorbijgangers. Niemand weet hoeveel migranten daadwerkelijk werden gedood door GD.
Talrijke video’s en foto’s leverden onbetwistbaar bewijs over het karakter van de organisatie – haar gewapende vleugel, haar militaire training, haar nazi-ideologie en -symbolen, haar moorddadige aanvallen niet alleen tegen migranten maar ook tegen vakbondsmensen, linkse en holebi-activisten, anarchisten, enz.
Het doel van de heersende klasse door middel van dit proces was heel duidelijk: GD controleren, de dynamiek ervan te verminderen en ernstig te verzwakken, maar niet om deze organisatie te vernietigen. Daar was een goede reden voor: ten tijde van de grote bewegingen van de Griekse arbeidersklasse tussen 2010 en 2013 tegen de Trojka en de Memoranda, speelde GD de rol van de sterke hand van de reactie tegen de beweging met behulp van haar paramilitaire krachten, door te doen wat de officiële staat niet had kunnen doen zonder de grenzen van de officiële parlementaire democratie en de grondwet te overtreden. In tijden van crisis en massale opstand zijn fascistische schurken altijd uiterst nuttig voor het systeem – niet in de laatste plaats om een radicaal politiek alternatief te bieden voor het stuiptrekken van de samenleving vanuit een rechts perspectief, om zo de groeiende steun voor een links-radicaal beleid te ondermijnen.
Links aangevallen, maar geen antwoord
Op het hoogtepunt van zijn kracht in 2013, toen Gouden Dageraad op rond de 14% in de peilingen stond (nadat het in de verkiezingen van 2012 7% haalde), was GD “de baas over de straten” van een aantal gebieden in Athene en andere grote steden, wat een reële bedreiging vormde voor heel links en voor de activisten van alle sociale bewegingen.
Ze hadden het lef om niet alleen individuen aan te vallen, maar ook officiële stands en kantoren, niet alleen van de antikapitalistische linkse partijen, maar ook van de linkse massapartijen: de communistische partij en SYRIZA.
Slechts enkele dagen voor de moord op Pavlos Fyssas had GD een groep vakbondsleden van de Communistische Partij (KKE) aangevallen op de dokken, in de volksbuurt Perama in Pireaus, en een aantal van hen met zeer ernstige verwondingen naar het ziekenhuis gestuurd. Alleen door puur geluk is er niemand gestorven. Bij de verkiezingen van juni 2012 had Gouden Dageraad alle linkse partijen die deelnamen aan de verkiezingen aangevallen. Dit kwam naast de talrijke aanvallen op migranten, zoals bijvoorbeeld de moorddadige aanval op een groep Egyptische vissers in juni 2012, die zeer prominent aanwezig was in de loop van het proces.
Toch heeft “officieel links”, met name KKE en SYRIZA, niets wezenlijks gedaan om GD tegen te houden. De Communistische Partij met haar lange wortels in de arbeidersklasse en de jongeren en haar duizenden zelfopofferende leden, had de macht om GD te verpletteren als het dat wilde. Er werd echter geen ernstige antifascistische strijd ontwikkeld.
Ze hebben nooit een serieuze antifascistische strijd ontwikkeld. Na de aanval op de syndicalisten in Perama organiseerden ze slechts een lokale betoging die meer deed denken aan een begrafenis dan aan militant antifascistisch verzet. SYRIZA onderschatte altijd het belang en de gevaren van de opkomst van GD – hun belangrijkste argument was dat het slechts een luchtbel was die snel zou doorprikt worden.
Wie heeft de antifascistische beweging opgebouwd?
In wezen is de antifascistische beweging dus opgebouwd door krachten van de antikapitalistische linkerzijde, waaronder Xekinima (ISA in Griekenland), en de familie van Pavlos Fyssas en in het bijzonder zijn moeder, Magda, die zich heeft ontwikkeld tot en nog steeds een belangrijk symbool is van de antifascistische en sociale strijd in Griekenland.
Xekinima was de eerste politieke organisatie die de oprichting van de “antifascistische coördinatie van Athene en Piraeus” voorstelde twee maanden voor de moord op Pavlos (in juni 2013). In de nasleep van de moord op Pavlos was de “Antifascistische Coördinatie” in 65 steden en gemeenten in Griekenland actief of verbonden met antifascistische comités.
Naarmate de tijd vorderde, kwam GD in een grotere en diepere crisis terecht. Het splitste in drie organisaties en verloor veel van zijn electorale steun. Bij de verkiezingen van 2019 slaagde het er niet in om het parlement in te gaan en dit verergerde de crisis nog verder. Gezien de crisis van GD vonden grote delen van de bevolking en de jongeren dat het fascistische gevaar geweken was. De antifascistische beweging maakte een periode van terugtrekking door en de meerderheid van de lokale comités werd opgedoekt. Gezien het sektarisme van de Griekse linkerzijde kwam de “antifascistische coördinatie” ook in een periode van ernstige moeilijkheden terecht – maar ze slaagde erin deze moeilijke periode te overleven, die gepaard ging met de algemene terugtrekking van de massabewegingen als gevolg van de capitulatie van SYRIZA na 2015.
De “Antifascistische Coördinatie” kon in wezen overleven dankzij de vastberaden inspanningen van Xekinima en enkele andere linkse organisaties die de noodzaak inzagen om het brede antifascistische front in leven te houden omdat het in de toekomst nodig zou zijn omdat GD en neofascisme nog lang niet tot de verleden tijd behoorden. Door de gerechtelijke procedures op de voet te volgen, konden we de werkelijke gevaren volledig begrijpen. De staat en de rechterlijke macht wilden dat Gouden Dageraad een zachte landing zou maken.
“Ze zijn niet onschuldig. Zet de nazi’s in de gevangenis”
In januari 2020 reageerden Xekinima en andere antifascistische activisten op het voorstel van de openbare aanklager (zoals hierboven vermeld, in december 2019) om GD “niet schuldig” te verklaren, door voor te stellen een nieuwe campagne te beginnen nu het proces zijn voltooiing naderde. Het doel was om zo goed mogelijk te mobiliseren om druk uit te oefenen op de staat en de rechters. De campagne kreeg de naam “Ze zijn niet onschuldig, zet de nazi’s in de gevangenis”.
Het begon goed, maar het werd onderbroken door de pandemie. Sinds eind augustus, na de zomervakantie en nadat de lockdown voorbij was, begon de campagne echter met een nieuwe dynamiek. Alles moest in het werk worden gesteld om de jury te dwingen “schuldig” te beslissen over de leiding van Gouden Dageraad. Als dit niet het geval zou zijn, zouden de neonazi’s worden aangemoedigd, ze zouden met meer vastberadenheid en durf terugkomen, ze zouden profiteren van de nieuwe economische crisis, ze zouden migranten en vluchtelingen opnieuw de schuld geven van de problemen, ze zouden ‘investeren’ in nationalisme gezien de spanningen in het oostelijke Middellandse Zeegebied, ze zouden opnieuw wanhopige verarmde elementen gebruiken om activisten en migranten aan te vallen – waarbij ze altijd de dekmantel van de politie hebben waarin extreemrechts enorm is geïnfiltreerd (bij de verkiezingen van juni 2012 stemde zo’n 50% van de politie op GD).
De campagne “Ze zijn niet onschuldig – zet de nazi’s in de gevangenis” sloeg in de samenleving aan. Het bereikte tienduizenden en verschillende groepen en individuen benaderden de campagne en zochten naar manieren om de campagne verder te ontwikkelen. Gemiddeld namen 15 groepen of individuen per dag contact op met de campagne in de weken voor het einde van het proces. De laatste dagen liep dit op tot gemiddeld 45. Het was duidelijk dat de samenleving het proces volgde, ondanks het absolute stilzwijgen van de massamedia, en tienduizenden activisten wilden de nazi’s in de gevangenis zien.
Een pan-democratisch front?
Op dat ogenblik kwam het establishment plots naar buiten om zich te tooien in de gewaden van het antifascisme. De politieke partijen, media en instanties probeerden zich het antifascisme toe te meten.
Het leidde op bijna ‘natuurlijke’ wijze tot het idee van een pan-democratisch front tegen het fascisme, een idee dat sterk gesteund werd door Syriza. Dit is iets wat onvermijdelijk is in vergelijkbare omstandigheden – onder de druk van de opkomende beweging wil de heersende klasse gezien worden als onderdeel van deze beweging, anders kan ze de controle verliezen, waarbij de massa haar werkelijke doelen begrijpt en zich tegen haar keert. Zo begonnen de grote partijen van het establishment, de rechtse Nieuwe Democratie (ND), de sociaaldemocratische partij KINAL (voormalig PASOK) en SYRIZA met elkaar te wedijveren over wie er meer antifascistisch zou zijn.
Dit was vooral arrogant, om niet te zeggen provocerend, van de kant van de ND, die in de periode vóór de moord op Pavlos openlijke banden had met GD en deze partij probeerde te overtuigen om zich meer aanvaardbaar voor te doen zodat een coalitie mogelijk werd om een linkse regering van Syriza te voorkomen. Toplui van ND voerden gesprekken met GD over hoe extreemrechts ermee zou wegkomen als het enkele militanten, waaronder Rupakias, zou laten vallen en de schuld zou geven voor de moord op Pavlos. Opnames van deze gesprekken werden openbaar gemaakt door GD.
Xekinima kwam tussen in de discussies binnen links en legde uit waarom de heersende klasse dit standpunt innam, wat de hypocrisie ervan was en waarom de antifascistische beweging geen front met het establishment mocht vormen. De organisatie en coördinatie van de strijd mogen we niet aan het establishment overlaten in naam van antifascisme.
Vakbonden steunen oproep voor protest op 7 oktober
Onder druk van de antifascistische beweging beslisten enkele vakbonden, voornamelijk in de publieke sector, tot een drie uur durende staking om het protest te ondersteunen. Maar ook daarvoor was het al duidelijk dat het protest op 7 oktober massaal zou zijn. Het is niet mogelijk om de werkelijke aantallen te schatten, maar op het moment van de bekendmaking van het vonnis waren er volgens verschillende schattingen tussen de 30.000 en 40.000 antifascisten op straat, en dit op een weekdag zonder algemene stakingsoproep.
Het vonnis werd rond 11.30 uur bekend gemaakt, dat was een half uur later dan het tijdstip waarop de stakingen zouden plaatsvinden. Vanaf de ochtend was er een continue stroom van mensen die naar het protest kwamen. Hoewel de aantallen niet te vergelijken waren met de dagen van de strijd tegen de memoranda, toen tot 1 miljoen mensen op één dag op straat kwamen, had de stemming iets van de anti-Trojka-mobilisaties: vastberaden en bijzonder baas.
Het vonnis dat ze schuldig bevonden werden, zorgde voor een sfeer van feestvreugde met gezang, gejuich, opgestoken vuisten en tranen. Dit duurde slechts 42 seconden: toen viel de oproerpolitie met waterkanonnen en traangas het protest aan. De minister van Binnenlandse Zaken zei na afloop belachelijk genoeg dat de politie reageerde op een aanval van 600 personen die 150 molotovcocktails (benzinebommen) naar de politie gooiden. Maar op alle video’s van de gebeurtenis zijn er slechts een paar halflege waterflessen te zien die naar de goed beschermde, zwaar bewapende en militair getrainde oproerpolitie werden gegooid.
Overwinning, maar zeker niet het einde van de strijd
Het resultaat van het proces is een belangrijke overwinning voor de antifascistische beweging en de werkende klasse. Het is het resultaat van de strijd van de antifascistische beweging, waarin Magda Fyssas, de moeder van Pavlos en een volksvrouw uit Piraeus, een grote rol speelde.
Deze strijd is nog niet helemaal voorbij. Op het ogenblik van schrijven waren de straffen nog niet bekend, maar waren er pogingen om de straffen te beperken. Met ‘goed gedrag’ (inclusief vrijwilligerswerk) kunnen straffen tot 2/5 van de oorspronkelijke duur worden teruggebracht. De neonazi’s zaten reeds 18 maanden in de cel meteen na hun arrestatie. De eersten kunnen binnen enkele jaren al terug op vrije voeten komen.
Bovendien is het waarschijnlijk dat Gouden Dageraad in beroep zal gaan tegen het vonnis van 7 oktober. Alles staat dus open – de grootste fout die de antifascistische beweging kan maken is om aan te nemen dat de strijd tegen Gouden Dageraad, laat staan de strijd tegen extreemrechts in het algemeen, voorbij is.
Antifascistische strijd moet zich tegen het kapitalistisch systeem richten
De Griekse samenleving in het algemeen en de arbeidersklasse in het bijzonder heeft het vonnis met enthousiasme begroet. Volgens een opiniepeiling (door in.gr, één van de gevestigde mediakanalen) steunt 83% van de bevolking de beslissing van de rechtbank. Even belangrijk is echter dat 76% van de bevolking denkt dat dit niet het einde is van het gevaar van het fascisme.
Dit weerspiegelt een zeer hoog politiek inzicht in de Griekse samenleving, in de werkende klasse en onder de jongeren. Marxisten zullen daar natuurlijk op voortbouwen.
Het is lang geleden dat er in de arbeidersbeweging en onder de jongeren het gevoel van een overwinning was. Elementen van de heropleving van de Griekse beweging hebben zich in de loop van de laatste 1 à 2 jaar ontwikkeld. De gebeurtenissen van 7 oktober geven het een extra impuls. Het besef van drie kwart van de Grieken dat het gevaar van het fascisme nog niet geweken is, biedt marxisten de kans om een antikapitalistisch en socialistisch bewustzijn te ontwikkelen, d.w.z. het idee dat we er geen einde aan kunnen maken als we de strijd tegen het fascisme niet verbinden met de strijd tegen het kapitalisme.