Oorlog draagt alle slechtste aspecten van de samenleving met zich mee, maar juist daardoor wordt tegelijk de basis gelegd voor verandering en revolutie.
Door Kevin McLoughlin
In de vroege ontwikkeling van het kapitalisme hielden veel oorlogen verband met de ontwikkeling en eenwording van naties, zoals de oorlogen die de eenwording van Italië in de jaren 1850 tot stand brachten. Vanaf 1870 groeide het kapitalisme echter enorm tot het een mondiaal systeem van monopolistisch of imperialistisch kapitalisme werd, wat resulteerde in een intense concurrentie tussen de grootmachten om markten en grondstoffen. Deze concurrentie legde uiteindelijk de basis voor de Eerste Wereldoorlog in 1914.
De Tweede Wereldoorlog was een voortzetting van de eerste en de vernietiging als gevolg van die oorlog hielp de basis te leggen voor de naoorlogse hoogconjunctuur die halverwege de jaren zeventig eindigde. Dat was ook een tijd van nationale bevrijdingsoorlogen, waarbij mensen in landen in Afrika en Azië vochten om zich te bevrijden van koloniale overheersing.
Het winstsysteem
Wanneer kapitalistische mogendheden met hevige concurrentie worden geconfronteerd, worden zij door de logica van het winstsysteem “gedwongen” om te proberen meer uit hun werknemers te persen, maar ook om markten en grondstoffen van hun kapitalistische rivalen te veroveren of af te pakken. Ongeacht wat hun propaganda zegt, zolang er kapitalisme is, zal er oorlog zijn. Op dit moment zijn er bijna 40 verschillende conflicten of oorlogen gaande.
Het massale anti-oorlogssentiment in de wereld is zeer progressief. Maar pacifisme, hoe oprecht ook, is niet echt een effectief antwoord op oorlog. Als mensen door een vreemde mogendheid worden aangevallen, hebben zij het recht zichzelf te verdedigen en georganiseerd, onafhankelijk verzet van de arbeidersklasse tegen oorlog kan krachtig zijn. Pacifisme, of alleen maar vrede zoeken, werkt uiteindelijk niet omdat het kapitalistische systeem dan in stand blijft.
Oorlog gaat altijd gepaard met beweringen en propaganda. Elke oorlog moet individueel beoordeeld worden. Er is geen gids of handleiding die telkens gelijkloopt. De belangrijkste kwesties zijn wie er bij een oorlog betrokken is, welke motieven en belangen zij vertegenwoordigen, en hoe het de mensen van de arbeidersklasse zal treffen.
Inter-imperialistische oorlogen
De Eerste Wereldoorlog werd zogenaamd uitgevochten om de rechten van kleine naties te verdedigen, maar men had zich ertegen moeten verzetten, want de waarheid is dat het een volslagen reactionair inter-imperialistisch conflict was tussen verschillende kapitalistische mogendheden over wie de baas zou worden op deze planeet.
De Tweede Wereldoorlog was eveneens een inter-imperialistisch conflict en er had geen steun mogen worden gegeven aan de verschillende kapitalistische mogendheden die eraan deelnamen. Het fascistische karakter van de Duitse en Italiaanse regimes was echter een extra factor waarmee rekening moest worden gehouden. Begrijpelijkerwijs was de arbeidersklasse niet enthousiast voor de oorlog, maar verzette zij zich tegen het afschuwelijk antidemocratische en tegen de arbeidersklasse gerichte fascisme. De regimes in Italië en Duitsland maakten een einde aan alle democratische rechten in de samenleving en aan elke vorm van onafhankelijke organisatie van de werkende klasse, zoals vakbonden en partijen. Er kon echter geen vertrouwen worden gegeven aan de heersende klassen in de VS, Groot-Brittannië of Frankrijk in hun oorlogsinspanningen, die allen steun of bewondering voor Hitler hadden getoond voordat hij hun overheersing begon aan te vechten.
Revolutionair socialist Leon Trotski vatte de aanpak samen die arbeiders en socialisten zouden moeten kiezen: “Het gevoel van de massa’s is dat het nodig is om zichzelf te verdedigen. We moeten zeggen: ‘Roosevelt en Wilkie [de toenmalige president van de Verenigde Staten en zijn Republikeinse tegenstander] zeggen dat het nodig is het land te verdedigen; goed! Alleen moet het ons land zijn, niet dat van de zestig families en hun Wall Street.” Trotski schetste een programma over hoe de arbeidersklasse de macht kon grijpen en hun eigen oorlog tegen het nazisme kon voeren: “Laten we opkomen voor een vredesprogramma, zal de arbeider antwoorden, maar Hitler wil geen vrede. Daarom zeggen wij: we zullen de Verenigde Staten verdedigen met een arbeidersleger, met arbeidersofficieren, met een arbeidersregering.” Dezelfde benadering werd gehanteerd door revolutionaire socialisten bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in Groot-Brittannië.
In die tijd betoogde Trotski, zonder op enigerlei wijze het stalinistische dictatoriale regime te steunen, ook terecht dat arbeiders en socialisten zich moesten verzetten tegen een oorlog tegen de Sovjet-Unie door welke kapitalistische mogendheid dan ook en zich moesten inzetten voor de verdediging van de Sovjet-Unie. Het doel van zo’n oorlog zou immers bestaan uit de vernietiging van de nog bestaande gesocialiseerde en geplande economie, wat voor de kapitalisten een bedreiging vormde voor het voortbestaan van hun eigen systeem. Trotski zei: “Wij zullen de taak om Stalin omver te werpen niet aan Hitler overlaten, dat is onze taak.”
Oorlogen van nationale bevrijding
Tussen 1954 en 1962 voerde het Algerijnse volk een succesvolle en heldhaftige oorlog om het onderdrukkende Franse imperialisme uit het land te verdrijven. Dergelijke oorlogen van nationale bevrijding moeten gesteund worden door arbeiders en socialisten, zonder steun te geven aan de kapitalistische krachten in het onderdrukte land, die steevast in hun eigen belang wilden regeren.
De noodzaak van een onafhankelijk standpunt van de arbeidersklasse dat strijdt voor socialistische verandering als kernonderdeel van elke anti-imperialistische of anti-oorlogsstrijd is gebleken uit het feit dat de kapitalistische ‘onafhankelijkheid’ van het imperialisme voor de meerderheid van de bevolking in deze landen geen verandering bracht in het feit dat ze moesten worstelen om te overleven. Bovendien is de greep van het imperialisme op deze landen nu groter dan ooit, zij wordt alleen niet meer gevoerd via directe militaire en politieke bezetting, maar via controle over economische macht en grondstoffen.
Een systeem dat zijn grenzen heeft bereikt
Helaas staat oorlog op de agenda omdat het kapitalistische systeem opnieuw zijn grenzen heeft bereikt. Er kunnen inter-imperialistische conflicten ontstaan; oorlogen tussen imperialistische mogendheden en minder kapitalistische mogendheden; oorlogen tussen kapitalistische staten die met elkaar concurreren; of een mengeling van deze, en alle zullen hun eigen bijzondere facetten hebben, inclusief die welke verband houden met historische en nationale vraagstukken.
Geen van de kapitalistische staten vertegenwoordigt een weg vooruit en het heeft geen zin de kant te kiezen van het imperialisme of kapitalisme dat zogezegd een ‘minder kwaad’ is, als ze allemaal staan voor een afbouw van de rechten en perspectieven van de meerderheid van de bevolking. Meegaan in de kapitalistische logica betekent concurreren met mensen in andere landen in een doodlopende ‘race naar de bodem’ voor de werkende klasse. Er is een alternatief nodig voor het kapitalisme en de oorlogen die het voortbrengt. Er is niet alleen behoefte aan socialistische verandering op internationaal niveau, de materiële basis voor zo’n beweging van onderaf wordt steeds groter.