In ons vorige artikel over de verkiezingen kwamen we tot de conclusie dat de uitslag van de verkiezingen alle kanten op kon en dat solide vakbondsactie voor hogere lonen, een hoger minimumloon (en dus uitkeringen) en andere verbeteringen de beste weg vooruit zou bieden in de Nederlandse situatie. Dat is nog steeds het geval. De verkiezingen werpen hun schaduwen vooruit op Prinsjesdag. Maar de armoedebestrijding (niet meer dan een stop op de groei), de verhoging van het minimumloon (een schamele 1,7%!), het weglaten van de verhoging van de benzineaccijns (profiteert vooral de VVD achterban met grote auto’s en grote pomprekeningen van) en het niet laten doorgaan van de tariefsverhogingen van het openbaar vervoer (het blijft pittig duur), hoewel allemaal welkom natuurlijk, veranderen niet echt veel aan de huidige situatie.
Sinds het vorige artikel is er wel het één en ander veranderd, wat ook te verwachten was. In BIJ1 is de lijsttrekker Sylvana Simons opgestapt (er is nu een andere) nadat verschillende vooraanstaande leden de partij en/of de kandidatenlijst hebben verlaten. Dat doet niet af aan het programma van BIJ1, maar het maakt het niet gemakkelijker om op deze partij te stemmen.
Bij de Partij voor de Dieren blijkt er een heftige ruzie te bestaan tussen lijsttrekker Ouwehand en het bestuur van de partij. Zo heftig, dat er een plan bestond om af te rekenen met het bestuur. Ook zou het “dwingende perfectionisme” van Ouwehand een factor zijn geweest. Het laatste woord is hier vast nog niet over gesproken, maar wat je als stemmer van de PvdD hebt aan een stem op deze partij wordt er niet duidelijker op.
En ten slotte: een stem op de ”Socialistische” Partij omdat deze als enige linkse partij nog overeind staat is na ook geen erg prettig stemadvies voor de leden van ROOD Socialistische Jongeren en een aantal kaderleden die de royementsbrief nog ergens in de bureaulade ligt, ook al heeft de partij inhoudelijk een aantal sterke punten, zoals de verhoging van het minimumloon en de nationalisatie van de energiesector, het onderwijs, de gezondheidszorg e.d. Stemmen op de SP zal waarschijnlijk niet kunnen vermijden dat het aantal zetels van negen nu terugloopt naar vier of drie en ook dat is geen prettig vooruitzicht natuurlijk.
In deze verwarrende situatie zullen de verkiezingen in ieder geval turbulent verlopen, maar de uitslag zal hoe dan ook geen echte oplossingen bieden. Rechts heeft het bij deze verkiezingen wat makkelijker: de VVD heeft zich aangesloten bij het PVV verlangen naar een Nederland zonder immigranten, de FvD (nauwelijks een factor meer) hunkert naar een groots verleden, de BBB verlangt terug naar de tijd dat het platteland nog probleemloos, knus en gezellig was.
Terug naar zo’n opgehemeld verleden is aantrekkelijker dan het alternatief dat sommige linkse partijen en voor een deel de klimaatbeweging naar voren brengen. Dat verhaal gaat vooral over wat er niet meer kan en wat er niet meer mag. Minder vliegen, minder vlees, minder stoken, eigenlijk alles minder maar wel een hoge rekening voor een elektrische auto, een warmtepomp, zonnecollectoren en isolatie van je huis. Het is doen of de ondergang. Zo’n verhaal kan natuurlijk niet tegen dat “heerlijke” verleden op…
De partij van Omtzigt heeft nog geen programma en geen kandidaten. Het Nieuw Sociaal Contract lijkt in sommige opzichten op het klassieke CDA: herstel van de betrouwbare overheid en het gemeenschapsdenken. Omtzigt stemde in de Tweede Kamer tegen het afschaffen van de verplichte vijf dagen bedenktijd bij abortus. Ook stemde hij tegen de verhoging van het minimumloon bij de Algemene Politieke Beschouwingen al was dat formeel omdat hij het niet met de dekking eens was. Hoop dat Omtzigt in het parlement een echte oppositiepartij gaat vormen, geeft het niet.
Moderne media leven van het signaleren van misstanden. Op het gebied van milieu (Chemours, Tata Steel), de genderverhoudingen (#metoo en ander grensoverschrijdend gedrag, racisme, bij de overheid (toeslagenschandaal, Groningen), misdaad (drugsmaffia), ouderenzorg (geen geld, geen personeel, het wordt allemaal minder omdat er zoveel bejaarden komen…), kinderopvang (veel te duur, geen personeel), gezondheidszorg (zorgpremie verdubbelt, de huisartsen kunnen het niet meer aan).
Burgerlijke media geven daar nooit een goede verklaring voor. Gehint wordt naar kwade opzet (slechte mensen), machtshonger (nog slechtere mensen) en verborgen agenda’s (duistere plannen voor de toekomst). Veel problemen komen regelmatig weer even oppervlakkig in het nieuws terug als een soort hypes, zonder ooit te worden opgelost. Een deel van de journalisten heeft genoeg van dit oppervlakkige gedoe en graaft dieper: onderzoeksjournalistiek. Die verklaren veel dingen beter, maar het versterkt het gevoel van diepe politieke crisis. Er is geen perspectief op economische of politieke verbetering, niet voor de arbeidersklasse, maar ook niet voor zogenaamde middengroepen. Men is misschien blij dat de schade van de afgelopen periode beperkt is gebleven, maar iedereen is bang dat dat niet zo blijft en wantrouwt de toekomst.
Als je een thermometer in de samenleving steekt zie je dat het wantrouwen een koortsachtig hoog niveau heeft bereikt. Sommige mensen stikken zowat in wantrouwen, maar verder dan symbolische actie (een omgekeerde vlaggetje) komen ze niet. Het werkt verlammend. Door het ontbreken van klassenbewustzijn, klassenorganisaties (vakbonden, politieke partijen woningcorporaties voor de arbeiders) is er weinig tegenwicht in de maatschappij. Ook mensen uit de arbeidersklasse raken daardoor gevoelig voor dit soort stemmingswisselingen.
Al deze verwikkelingen en complicaties leiden af van het belangrijkste punt.
Hoe kan de arbeidersbeweging zijn stempel op de verkiezingen drukken?
De werkende bevolking kan, in al haar diversiteit, met jongeren, vrouwen en LGBTQI+ mensen op kop, slechts op zichzelf rekenen om hun eisen en zorgen op tafel te leggen en te verdedigen. Ze kan een actieve rol spelen en haar stempel actief op de verkiezingscampagne en het publieke debat drukken indien ze de strijd van de afgelopen maanden naar een versnelling hoger brengt. Zo kan ze haar eisen in het maatschappelijk debat opleggen dat in de media, op de werkvloer, in de huiskamers en op school wordt gevoerd. Als de werkende bevolking dit niet zelf doet, zullen anderen het in haar naam doen, met alle gevolgen van dien. Extreemrechts is er alvast volleerd in. Maar ook anderen kunnen in dit vacuüm stappen.
Het neoliberalisme heeft na veertig jaar dominantie van de maatschappij een sociaal kerkhof gemaakt. Daar kan geen gelijkheid groeien, en dus is het belangrijk dat ook de jongeren en de bewegingen tegen onderdrukking met hun specifieke eisen van zich laten horen in aanloop naar de verkiezingen. Dergelijke bewegingen kunnen de stem voor linkse versterken en de noodzakelijke krachtsverhouding opbouwen binnen de maatschappij om onze eisen ook af te dwingen. Het budgettaire keurslijf dat de komende tijd weer naar voren geschoven wordt (nieuwe bezuinigingen) moet afgewezen worden. De steun voor eisen naar een meer verregaande herverdeling van de rijkdom door een taks op vermogen is zeer groot. Het komt neer op het opeisen van een groter deel van de door de werkenden zelf geproduceerde rijkdom.
Een burgerlijk parlement zal een dergelijke eisen echter niet zomaar verwezenlijken. Bovendien zijn er immense achterpoortjes en blijven de grootste kapitalen in Nederland nog steeds onzichtbaar door het ontbreken van een vermogensregistratie. Een bijkomende eis moet dan ook de nationalisatie van de financiële en belangrijkste economische sectoren zijn onder democratische controle van de gemeenschap om kapitaalvlucht te voorkomen.
Het realiseren van eisen als automatische prijscompensatie, een minimumloon van 16 Euro per maand, een kortere werkweek, gratis onderwijs en gezondheidszorg, betaalbare woningen voor iedereen en de strijd voor een beter milieu, zal in de eerste plaats een brede mobilisatie vergen die de arbeiders- en milieubeweging dichter bij elkaar brengt. De strijd voor deze eisen valt niet los te zien van het gevecht voor een socialistisch programma en een socialistische maatschappij waarin de arbeidersklasse de productie op een democratische manier inricht en beheert. Dat zou niet alle problemen in één klap oplossen, maar een basis geven om die problemen echt aan te pakken.
Een programma van vergaande hervormingen en stappen naar het socialisme bespreken en populariseren naar aanloop van de verkiezingen, het onderdeel maken van de OR-verkiezingen in de bedrijven, van discussies in de scholen en campussen, maakt deel uit van de klassenstrijd.
Het zal de werkende klasse in al haar geledingen meer bewust maken van haar bijzondere rol in de samenleving en de voorwaarden creëren om de strijd te beginnen voeren voor een maatschappij naar haar model en in haar belang.