Op 9 juli werd tijdens een bijzondere ondernemingsraad door de directie van Audi Brussels haar intentie tot herstructurering kenbaar gemaakt. Oorzaak is de overproductie van elektrische wagens en het eenzijdig inzetten van de directie op een duur model van een luxe elektrische wagen, de Audi Q8 e-tron. De directie zegt dat het de productie van dat model wil delokaliseren naar Mexico. De timing werd doelbewust gekozen in de zomer om weerstand te vermijden. Bovendien werden de wagens van de site gehaald zodat er tijdens onderhandelingen minder druk kan uitgeoefend worden door het personeel.
Door Alex (Linkse Socialistische Partij in Brussel)
We drukken onze solidariteit uit met alle mogelijk getroffen werknemers, bij Audi en bij onderaannemers.
Dit zou een zoveelste klap kunnen zijn waarbij kwalitatieve goedbetaalde jobs zouden verdwijnen. Dit jaar zouden het er 1400 zijn bij Audi zelf, maar zonder perspectief gaat dit naar een sluiting waarbij alle 3000 jobs bedreigd zijn. Daarenboven zijn er nog een hele reeks onderaannemers en ook indirecte jobs die zwaar getroffen zullen worden.
In 2023 bedroeg de winst van Audi (wereldwijd) nog 6,3 miljard euro (de winst na belastingen verschilt maar 20 miljoen…).
Daarenboven werd Audi ook in België rijkelijk bediend met subsidies. Het Algemeen Belgisch Vakverbond becijfert dit op 157,7 miljoen euro. Wat houdt de regering tegen om een fabriek, waarvoor betaald is met belastinggeld, open te houden om jobs te redden? Als Audi en de VW-groep geen toekomst zien voor deze vestiging, kunnen we hen beter aan de deur zetten. Een nationalisatie zou niet alleen jobs redden, maar ook de aanwezige kennis en productiecapaciteit. Met de aanwezige knowhow kan het personeel in samenwerking met vertegenwoordigers van de vakbonden en de gemeenschap in het algemeen een plan opstellen voor investeringen in groene mobiliteit en om het aanbod aan openbaar vervoer uit te breiden.
De recente ervaring met Van Hool leert ons dat een taskforce van de regering(en) strikt binnen een vast kader blijft: strooien met subsidies (die uiteindelijk de winst van aandeelhouders aan spekken), zoeken naar een overnemer (door opnieuw te wijzen op subsidies en belastingvoordelen waar een toekomstige overnemer van zal profiteren). Kortom beloven dat we allen zullen opdraaien voor hun toekomstige winsten. Vergelijkbare praktijken gebeuren ook in de buurlanden, vaak zelfs met meer middelen.
Het auto-onderdelen bedrijf GKN in Firenze toonde aan dat het ook anders kan. De arbeiders werden in 2021 op de hoogte gebracht werden dat ze allen ontslagen werden. Ook hier werden de publieke middelen royaal ingezet om de directie ervan te overtuigen om de vestiging te behouden. Het bedrijf had eerder 3 miljoen euro overheidssteun gekregen. De woede was groot. Na een algemene vergadering ging het personeel over tot een fabrieksbezetting. Die bezetting loopt tot vandaag verder. Er was een reconversie van de productie naar zonnepanelen en elektrische batterijen. Vanuit de fabriek, die onder controle van het personeel staat, onderhoudt een fabriekscomité een voortdurend contact met andere sociale bewegingen (klimaatactivisten, feministen, queers …).
Op de regering moeten we niet rekenen. Op de goede wil van de directie evenmin. Om te vermijden dat Audi Brussels eindigt als een sociaal drama, kan de strijd best van onderuit worden georganiseerd aangevuld met een brede solidariteitscampagne.
Zoals ACOD LRB Brussel in een uitstekende solidariteitsmotie schrijft: “Laten we niet vergeten dat onze regering in 2008 in staat was om de banken te nationaliseren om het financiële systeem en de rijkste mensen te redden. Vandaag moeten we vechten om Audi te nationaliseren, wat de enige manier is om jobs en de toekomst van de regio te redden.”
Er zijn enorm veel mobiliteitsnoden vandaag. Er zijn werkenden met een ervaring en productiecapaciteit in een fabriek die gemakkelijk kan omgevormd worden tot productie gericht op de noden van de bevolking.
Daarvoor moeten we echter buiten de logica van onderhandelen over vertrekpremies en sociale afbraak treden, wat kan door de strijd te organiseren en een krachtsverhouding op te bouwen. Zoals de ACOD LRB (vakbond van het personeel van de Lokale en Regionale Besturen) in een solidariteitsmotie stelt: “Onze arbeids- en loonvoorwaarden gaan er voortdurend op achteruit. Als de directie van Audi erin slaagt om dit plan door te drukken, zullen andere bedrijven en sectoren het slachtoffer worden van de eindeloze hebzucht van de grote aandeelhouders.”