Home » Artikelen » Klimaat: om aan een catastrofe te ontsnappen, moeten we uit de markt stappen

Klimaat: om aan een catastrofe te ontsnappen, moeten we uit de markt stappen

Eind november was er in Bakoe een zoveelste klimaattop: COP29. Er waren meer lobbyisten van de fossiele brandstoffensector dan klimaatactivisten. Gastland Azerbeidzjan is een van de tien grootste olie- en gasproducerende landen ter wereld. Het voorzitterschap van de conferentie werd toevertrouwd aan Mukhtar Babayev, een topman van de Staatsoliemaatschappij van Azerbeidzjan. Het is genoeg om je de haren uit het hoofd te trekken.

door Constantin (Luik) uit maandblad De Linkse Socialist

Anarchie in de productie 

De situatie is nochtans bijzonder ernstig. Het gaat niet om ‘verstoringen’ van het klimaat, het kapitalisme stort ons regelrecht in een complete afgrond. Als we de existentiële crisis van de klimaatverandering willen overleven, moeten we ons organiseren en een einde maken aan dit ecocidale systeem.

Een van de fundamentele redenen waarom het kapitalistische systeem volledig machteloos staat tegenover de klimaatcrisis is dat, in tegenstelling tot wat veel burgerlijke economen ons willen doen geloven, markten verre van een toonbeeld van efficiëntie zijn. Integendeel, markten hebben vaak de neiging om totaal absurde situaties te creëren, die leiden tot de verspilling van natuurlijke hulpbronnen en tot de massale vernietiging van goederen.

Deze inefficiëntie van markten werd al aan het licht gebracht door de revolutionair Friedrich Engels aan het einde van de 19e eeuw. Kapitalisme is een systeem dat gebaseerd is op marktproductie, d.w.z. de productie van goederen en diensten die verkocht worden op een markt met als doel winst te maken. Maar dit type productie, waarbij iedereen met elkaar concurreert, werkt chaos in de hand.

Zoals Engels het zo mooi zegt: “Iedere op warenproductie berustende maatschappij heeft het eigenaardige, dat daarin de producenten de heerschappij over hun eigen maatschappelijke betrekkingen hebben verloren. Ieder produceert voor zichzelf met zijn toevallige productiemiddelen en voor zijn individuele ruilbehoefte. Niemand weet hoeveel er van zijn artikel op de markt komt, hoeveel er in het algemeen van gebruikt wordt. Niemand weet of er aan zijn individueel product werkelijk behoefte bestaat, of hij er zijn kosten zal uithalen, ja zelfs of het in het algemeen te verkopen zal zijn. Er heerst anarchie in de maatschappelijke productie.” (F. Engels, Anti-Dühring, 1877)

Een schoolvoorbeeld: de elektriciteitsmarkt

Een van de meest opvallende voorbeelden van dit fenomeen is waarschijnlijk de elektriciteitsmarkt en de kwestie van hernieuwbare energiebronnen. Volgens het Internationaal Energieagentschap moeten er tot 2028 elk jaar voor 450 gigawatt aan zonnepanelen worden geïnstalleerd om te voldoen aan de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs op COP 21, die de opwarming van de aarde wil beperken tot 1,5° Celsius. Tevens zouden er voldoende windmolenparken moeten komen om in dezelfde periode het productieniveau met 135 gigawatt per jaar te verhogen. Hiertoe zou er tot 2030 jaarlijks 1.000 miljard euro moeten geïnvesteerd worden in hernieuwbare energie. De werkelijke investeringen zijn echter nog niet eens opgelopen tot 500 miljard.

Hoe komt dit? Alvast niet omdat hernieuwbare energie duurder is dan fossiele brandstoffen. Volgens het Internationaal Agentschap voor hernieuwbare energie (IRENA) is het tegenovergestelde waar. De kosten voor de productie van elektriciteit uit steenkool of gas zouden tussen de 60 en 250 dollar per megawattuur liggen. Ter vergelijking: de prijzen voor fotovoltaïsche energie lagen in 2023 tussen 24 en 96 dollar/MWh.

De prijs van elektriciteit wordt bepaald door wat bekend staat als de “merit order”. Eenvoudig gezegd is dit een manier om de volgorde van prioriteit te bepalen die aan verschillende energiebronnen wordt gegeven op basis van hun variabele kosten. In praktische termen betekent dit dat energiecentrales worden gesorteerd van degene die het minst tot degene die het meest kosten. Dit proces is heel eenvoudig wanneer één bedrijf eigenaar is van alle energiecentrales, zoals het geval was voor de richtlijnen die in 1996, 2003 en 2009 werden aangenomen om de energiesector te privatiseren.

Als het publieke monopolie vervangen wordt door de anarchie van vrije concurrentie, dan wordt de rangorde van verdienste bepaald door een markt. Om een merit order met een markt te verkrijgen, is de enige oplossing om de prijs van elektriciteit vast te stellen op het niveau van de duurste centrale die nodig is om aan de vraag te voldoen. Deze prijs heeft niets te maken met de werkelijke productiekosten van elektriciteit, die het gemiddelde zijn van de productiekosten van de verschillende centrales.

Daarom explodeerden de elektriciteitsprijzen in 2022 toen de gasprijs steeg. Ondanks het feit dat de gemiddelde productiekosten van elektriciteit helemaal niet waren veranderd, dreef het feit dat de gasprijzen de pan uit rezen alle prijzen omhoog, waardoor de energiemultinationals bijzonder grote winsten maakten op de kap van de hele bevolking.

Deze berekeningsmethode maakt de elektriciteitsmarkt bijzonder onstabiel, vooral als het gaat om hernieuwbare energie, die onderhevig is aan de effecten van schommelingen, in tegenstelling tot gas- of kolengestookte centrales. Windturbines werken niet zonder wind. Hoewel hernieuwbare energie minder kost dan fossiele brandstoffen, blijft het minder winstgevend. Het rendement op fossiele brandstoffen is 15% vergeleken met 6% voor hernieuwbare energie.

Het alternatief: ecologische en socialistische planning 

Dit illustreert perfect het falen van de markt. De absurditeit van de situatie is des te dramatischer omdat ze ons regelrecht naar onze ondergang leidt. Het is absoluut noodzakelijk om de verlammende irrationaliteit van de markt te doorbreken. In veel opzichten lijkt de oplossing voor de hand te liggen: als het privébezit van de productiemiddelen het probleem is, dan is de oplossing om ze te collectiviseren. Als het probleem de anarchie van de markt is, dan ligt de oplossing in een rationeel en democratisch geplande economie.

De markt is totaal irrationeel en ongeorganiseerd, maar tegelijk is het bijzondere dat marktproductie extreem georganiseerd is binnen elk afzonderlijk bedrijf om zo de productiviteit te maximaliseren. Het maakt dat een aantal elementen van planning die nodig zijn, vandaag al tot op zekere hoogte bestaan.

Supermarkten passen bijvoorbeeld al ‘real time’ planning toe voor producten die kunnen bederven: verkoopgegevens worden direct doorgestuurd langs de toeleveringsketens; de productie wordt op het moment zelf vertraagd of versneld. Als de economie gepland wordt, moet ze ook democratisch zijn. Een planeconomie heeft democratie net zo hard nodig als een lichaam zuurstof nodig heeft, zoals Trotski aangaf tegenover het bureaucratische gedrocht van het stalinisme. Daarom pleiten wij voor onteigening, zonder compensatie (tenzij op basis van bewezen behoefte), en nationalisatie van de energiesector, net als van alle belangrijke sectoren van de economie (financiën, farmaceutica, openbaar vervoer, enz.), onder de democratische controle en het beheer van de producenten, dat wil zeggen de werkende klasse.

De technologische middelen die we tot onze beschikking hebben zijn meer dan voldoende om ervoor te zorgen dat de productie in dienst staat van de behoeften en niet van de winsten. Maar daarvoor moeten we af van het kapitalisme, de hebzucht naar winst en de irrationaliteit en dictaten van de markt. Degenen die de planeet vernietigen zijn dezelfde die ons verpletteren op het aambeeld van de winst met de hamer van de loonstop en de inflatie. Angst voor het einde van de wereld en angst voor het einde van de maand, staan niet los van elkaar. Het gaat integendeel om één en dezelfde strijd, tegen hetzelfde systeem dat de natuur en de mens uitbuit: het kapitalisme.

 

Scroll To Top