Home » Nederland » Vakbondsstrijd » Nederland. Hoe strijden tegen schijnzelfstandigheid?

Nederland. Hoe strijden tegen schijnzelfstandigheid?

Eén van de manieren waarop de ondernemers Nederland nog paradijselijker maken voor zichzelf is de invoering van ZZP’ers (Zelfstandigen Zonder Personeel, ook wel Zelfstandigen Zonder Poen). Dat ondernemers zichzelf aan andere ondernemers verhuren voor een leuk uurtarief, meestal honderden Euro’s per uur, is niets nieuws. Dat werknemers gedwongen worden voor een laag stukloon te werken, zonder voorzieningen voor werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en pensioen is strikt genomen ook niet nieuw. Dat gebeurde aan het eind van de 19e eeuw op grote schaal. Maar door de opkomst van de arbeidersbeweging na de Tweede Wereldoorlog waren deze praktijken tientallen jaren naar de achtergrond gedrukt. Sinds het eind van de jaren negentig werden werknemers met rechten vaak rechteloze ZZP’ers. Postbezorgers, werkers in de zorg en in de bouw, weten er van mee te praten. Nu het aantal ZZP’ers in de richting van het miljoen gaat, groeien de problemen.

Artikel door Pieter Brans, Amsterdam

Als de groei van het aantal ZZP’ers doorzet, gaan ze steeds meer concurreren. Dat drukt de prijzen. Nog fijner voor de ondernemers die ze in dienst nemen. De VVD gelooft zelfs in een land van ZZP’ers, want dan zijn “wij” allemaal “ondernemers”. Prachtig toch? Maar het betekent dat er steeds minder werknemers zijn. Dat leidt tot lagere inkomsten voor de staat en op de lange duur tot tekorten bij fondsen voor werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en pensioen: de bijdragen dalen. De belastingsubsidie voor ZZP’ers doet ook pijn bij kleine ondernemers die nu vaak zien dat een ZZP’er onder hun prijzen duikt, vooral in de bouw. Tot nu toe was de groei van de ZZP’ers alleen maar leuk, maar een keer gaat het geld kosten.

Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn! Daarom hebben de ondernemers nu een nieuwe list bedacht. Een basisverzekering voor iedereen. Dat klinkt altijd leuk. De zelfstandigen krijgen een basisverzekering voor verlies van inkomsten bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en als er langere tijd geen inkomsten zijn. Er zit ook een pensioenregelingetje in. Fijn, maar de volgende stap is deze: waarom zouden werknemers een betere regeling moeten hebben dan de ZZP’ers? Als zo’n basisverzekering goed genoeg is voor de ZZP’ers, dan is ie toch ook goed genoeg voor de werknemers? Met dat argument zullen alle sociale voorzieningen voor werkloosheid en arbeidsongeschiktheid worden losgekoppeld van het laatst verdiende loon en naar een minimum niveau worden gebracht.

Die stap is slecht voor werknemers, maar pakt natuurlijk gunstig uit voor de werkgevers. Zo’n ministelsel voor de sociale zekerheid is voor hen een stuk goedkoper. ZZP’ers lijken er op vooruit te gaan, zij krijgen toch een basisverzekering? Maar het haalt je de koekoek dat daar geen prijs voor betaald wordt. En die zit hem in het afschaffen of verlagen van de aftrek voor zelfstandigen bij de belastingen. In feite krijgen ZZP’ers een belastingsubsidie van ongeveer 10.000 Euro per jaar. Veel ZZP’ers hebben een laag inkomen en overleven alleen dank zij deze belastingaftrek. Nu al verdienen 500.000 minder dan 20.000 Euro per jaar…

Het pleidooi van FNV leider Ton Heerts voor het afschaffen van de zelfstandigenaftrek is verklaarbaar als een zet om de verschillen tussen werknemers en ZZP’ers te verkleinen. Het is waar dat dit belastingvoordeel weglekt naar de opdrachtgevers: de ZZP’er krijgt de aftrek, maar door de lage tarieven geeft hij/zij de aftrek weer door aan de opdrachtgevers. Toch speelt het voorstel om de zelfstandigenaftrek af te schaffen de ondernemers in de kaart: het maakt het gemakkelijk om de vakbond voor te stellen als “met de rug naar de toekomst” en alleen bezorgd om de positie van de werknemer. Het simpele feit blijft: hoe zwakker de vakbond, hoe beter voor de ondernemers. Hoewel ZZP’ers veel te winnen hebben bij organisatie en voor een deel ook gewoon verkapte werknemers zijn, krijgen zij door het voorstel niet het idee dat er voor hen bij de vakbond veel te winnen valt.

Feit is dat er zes miljoen werknemers zijn. En 800.000 ZZP’ers. Dat laatste is een verdubbeling van het aantal sinds 1996, dus zo wereldschokkend is de stijging van het aantal ZZP’ers nou ook weer niet. Van de ZZP’ers is volgens officiële schattingen een derde een onverzekerde schijnzelfstandige. De belastingaftrek van 10.000 Euro betekent dat veel ZZP’ers die allang onder water staan nog maar even doorgaan voor de aftrek. Maar ook ZZP’ers die nog wel wat te doen hebben, lukt het vaak niet om zich te verzekeren tegen ziekte en arbeidsongeschiktheid, laat staan dat ze kunnen sparen voor hun pensioen.

Het ZZP’er zijn wordt opgeleukt met termen als “ondernemerschap”, “zelfstandigheid” en opgehemeld door media en politici, maar dit is voor een belangrijk deel een vorm van grootschalige oplichting. Het gaat hier voor het grootste deel niet om mensen die “zelf” “hun” problemen oplossen, maar om onderbetaalde arbeiders die met alle onzekerheid over werk en inkomen pensioenloos het sociaal moeras mogen indrijven wat de ondernemers betreft.

Net als bij de opbouw van de vakbeweging aan het begin van de 20e eeuw (de NVV is opgericht in 1905), is het belangrijk voor de vakbeweging om deze onderbetaalde en soms verarmde stukloners te bereiken en te organiseren voordat iedereen als “ondernemer” bij grote ketens hamburgers staat te bakken of pakketjes loopt te bezorgen voor een inkomen ver onder het toch al lage minimumloon. De vakbeweging moet deze mars in de richting van de van boven af georganiseerde armoede stoppen.

Daarvoor is een ander strategie nodig. Op dit moment is de strategie van de vakbeweging die van de beperkte defensie. Verdedig de belangen van de werknemers waar mogelijk. Sinds het uitbreken van de crisis is de strategie erop gericht de nadelige gevolgen (inkomensachteruitgang, baanverlies, minder sociale zekerheid) voor de werknemers een beetje in te perken in de hoop op betere economische tijden. Deze aanpak schiet volledig tekort. In de eerste plaats is de achteruitgang van de afgelopen jaren fors opgelopen. Een kwart van de werknemers heeft een flink lager inkomen dan voor de crisis. De werkloosheid is nog altijd massaal. Bovenop het officiële getal van 600.000 komen nog al die ZZP’ers die geen of veel te weinig werk hebben en ouderen die het op de arbeidsmarkt voor gezien houden.

Het sluiten van een sociaal akkoord met dit kabinet van schrapers een tijd geleden, ondermijnde het (vakbonds)verzet tegen de bezuinigingen. En de strategie van het beperken van de ellende leidt er gemakkelijk toe dat groepen tegenover elkaar worden gezet, zoals nu de ZZP’ers tegenover de werknemers over de kwestie van de zelfstandigenaftrek. De leiding van de vakbeweging hangt een strategie aan die successen frustreren en op den duur tot een leegloop bij de vakbeweging leidt. Vakbondsleden worden ouder…

De FNV moet op zoek naar een andere, offensieve aanpak. Het goede nieuws is dat nog altijd tegen de 20% van de Nederlandse werknemers lid is van een vakbond. Ook goed nieuws is dat er in verschillende sectoren (schoonmaak, distributie en elders) d.m.v. Amerikaans “organising” knappe resultaten zijn geboekt. En de jongerenorganisatie “Young and United” voert terecht flink actie tegen de belachelijk lage minimum jeugdlonen. In verschillende sectoren, zoals de Rijkssector en bij de politie is er actie tegen stagnatie en achteruitgang van de lonen. De actie voor de cao’s op het spoor zijn met redelijk succes bekroond. En er is veel meer dat de pers niet haalt om werknemers niet al te veel aan te moedigen.

Het succes van de acties maakt duidelijk dat de vakbeweging zij volle gewicht moet werpen achter de verbetering van de positie van jongeren en loonstijgingen die de inflatie te boven gaan. De stijging van de inflatie op dit moment maakt dat nog urgenter. Eerst compensatie van de gestegen prijzen en stijgende belastingen (het kabinet werkt aan een nieuw belastingplan…) en daar bovenop een loonsverhoging. Wat de jongeren betreft: sterkte verhoging en op den duur afschaffing van de minimum jeugdlonen. Jongeren krijgen geen jeugdkorting bij de boodschappen.

Het tweede element in de vakbondsstrategie moet zijn het terugdringen van de werkloosheid en de tegenstellingen tussen werknemers en ZZP’ers door middel van een werkweek van 32 uur met behoud van loon. Dat zou de vraag naar arbeid laten groeien en een deuk maken in de werkloosheidsaantallen en de ‘leegloop’ van ZZP’ers, beide groepen bevoordelen dus. Daarnaast kan de FNV werken aan het in vaste dienst nemen van ZZP’ers bij wie het “ondernemerschap” een schijnvertoning is. De eis van een 32 urenweek kan ook een bijdrage leveren aan het verminderen van de werkdruk.

De combinatie van hogere looneisen, een 32 urenweek met behoud van loon en verhoging van het minimum jeugdloon realiseer je niet zonder actie en strijd. Dat begrijpt iedereen. Maar de FNV is het instituut dat bij uitstek strijdervaring bezit en in staat is deze te organiseren. Daar is de vakbeweging sterk in. De strijd van jongeren is in staat anderen op sleeptouw te krijgen. De geslaagde 1 mei manifestatie was met 10.000 deelnemers en een duidelijke aanwezigheid van Young and United een goede aanzet! Het feit dat het economisch nu ietsje beter gaat is een goed moment om ervoor te zorgen dat de voordelen van de beperkte groei bij de werknemers terecht komt en niet in de zakken van de werkgevers verdwijnt. Staken en actie voeren zijn de sterkste wapens tegen de dictatuur van het marktbeleid en het opleggen van het ondernemersparadijs. Het is de beste manier om meer koopkracht en echte banen te realiseren.

Print Friendly, PDF & Email
Scroll To Top