Artikel door Claus Ludwig SAV (CWI in Duitsland) PDF van dit artikel
Er begint een nieuwe fase in de oorlog in Syrië, nu president Recep Tayyip Erdogan bevel gaf aan Turkse troepen om de Koerdische regio Rojava in het noorden van Syrië aan te vallen en te bezetten. De eerste golf van troepen heeft de grens overgestoken. Dit ging gepaard met grootschalige luchtaanvallen waardoor de bevolking van de regio in een staat van grote paniek is geraakt. Dit gebeurt slechts drie dagen nadat Donald Trump in een telefoontje met Erdogan beloofde dat Amerikaanse troepen uit Noord-Oost Syrië worden terug getrokken.
Turkse eenheden, die in 2018 al zijn binnengevallen in Afrin, de geografisch geïsoleerde westelijke provincie van de Koerdische regio, kregen tijdens dit telefoontje met Trump in wezen groen licht om Rojava over te nemen.
Dit is het begin van de volgende fase van de oorlog tussen de wereldmachten en de regionale mogendheden, een oorlog die op Syrisch grondgebied wordt uitgevochten tegen een vreselijke prijs voor het Syrische volk.
De uitkomst is onzeker. President Erdogan zal gebruik maken van de verpletterende superioriteit van het Turkse leger, maar hij heeft herhaaldelijk bewezen een stuntelende strateeg te zijn. De Koerdische Volksbevrijdingseenheden (YPG) en Vrouwen Beschermingseenheden (YPJ) die momenteel de controle hebben over Rojava hebben niet het militaire potentieel om zich te verzetten tegen de Turkse tanks en luchtmacht. Hun bewezen heldenmoed, gemotiveerd door de verdediging van hun huizen, zal niet volstaan om de Turkse vuurkracht te weerstaan. Maar ondanks dit alles zal Erdogan niet in staat zijn om de regio te “pacificeren”. Zelfs als hij al vroeg bloedige overwinningen boekt, zal hij niet in staat zijn om zijn bewind af te dwingen zonder verder geweld. De Koerdische eenheden zullen, net als in Afrin, doorgaan met het voeren van een guerrillaoorlog.
Naarmate het verzet in Zuidoost-Turkije, Noord-Irak en Noord-Syrië toeneemt, zal het oorlogsgebied zich uitbreiden. Hoe langer het verzet tegen de invasie en de daaropvolgende guerrillastrijd duurt, des te sterker zal dit effect hebben op het Koerdische conflict in Turkije zelf. Het nieuwe verstoorde machtsevenwicht binnen Syrië zal nog verwarrender worden. De Amerikaanse regering stelde bij de terugtrekking van de troepen dat deze niet langer nodig zijn omdat het kalifaat van ‘Islamitische Staat’ verslagen is. Maar IS werd op de grond verslagen door Koerdische eenheden. Duizenden islamistische militanten en hun familieleden bevinden zich momenteel in Koerdische interneringskampen. De Turkse invasie kan ertoe leiden dat zij vrijkomen.
Een nederlaag voor de Koerdische strijdkrachten zal onmiddellijk een vacuüm creëren, waarin reactionaire islamistische krachten kunnen inbreken. Het Erdogan-regime heeft in het verleden IS-troepen rechtstreeks gebruikt om de bevolking te terroriseren. Nu worden islamistische milities in Afrin ingezet als grondtroepen onder controle van het Turkse leger. Maar of Erdogan nu rechtstreeks op de islamisten leunt of hen in bedwang probeert te houden – zij zullen zich hergroeperen met als doel Koerdistan te vernietigen.
Als Turkije zijn belofte nakomt om veel Syrische vluchtelingen – meestal van Arabische afkomst – van Turkije naar de Koerdische gebieden te verhuizen, zal het de weg vrijmaken voor nieuwe etnische uitzettingen en slachtingen. Deze oorlogsslachtoffers krijgen een nieuwe ‘thuis’ aangeboden, waaruit anderen eerst worden verdreven. Dit zal islamistische milities en allerlei soorten gangsters in staat stellen de herverdeling van invloedssferen en handelsroutes in eigen hand te nemen. Op basis hiervan kan IS of een vervolgorganisatie zelfs opnieuw een offensief tegen het Assad-regime starten.
Tegelijkertijd kan niet worden uitgesloten dat het Assad-regime de Turkse invasie zal uitbuiten en zijn troepen tegen het Koerdische gebied zal gebruiken om twee vliegen in één klap te slaan: door de omverwerping van het Koerdische zelfbestuur te versnellen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de door de Koerden gevangengenomen IS-strijders door het Assad-regime worden afgeslacht of gevangen genomen.
Medeplichtigheid van Europese leiders
Enkele dagen geleden heeft de Duitse bondspresident Steinmeier een bezoek gebracht aan Turkije. Hoewel hij waarschijnlijk zijn “zorgen” of “bekommernissen” heeft geuit over een Turkse invasie in Noord-Syrië, heeft hij niet geprobeerd Erdogan tegen te houden of te dreigen met enige actie. De Duitse regering gaf ook groen licht met een openbare maar tandeloze waarschuwing. Als Turkse eenheden Rojava binnenvallen, doen ze dat met behulp van Duitse technologie, tanks, vrachtwagens en automatische wapens die onder licentie worden geproduceerd. Duitse Tornado-vliegtuigen die door Duitse piloten van de luchtmacht worden gevlogen, opereerden tot 2017 vanaf de Turkse militaire luchthaven Incirlik en sindsdien vanuit Al-Asrak (Jordanië). Zij houden de situatie in het grensgebied in de gaten en beschermen zo de Turkse operaties, omdat hun inlichtingen worden verzameld om te worden gebruikt “tegen andere actoren” en “tegen terrorisme”. Turkije is natuurlijk een NAVO-partner.
Hoewel de Koerden in Europa actief zijn in protest tegen aanvallen op hun regio, hebben ze vaak geen bredere steun, bijvoorbeeld tegen het Erdogan-regime zelf. Maar als dit aspect, dat van de betrokkenheid van de Europese mogendheden en wapenbedrijven, naar voren zou komen en men zich realiseert hoeveel winst er werd gemaakt met de dood van mensen in Syrië, kan de basis van de protesten verbreed worden. Als die moedige Koerdische organisaties, die nu al bereid zijn om zich in Europa uit te spreken, een open oproep doen aan linkse organisaties, vakbonden en sociale bewegingen, dan kan dit bredere steun krijgen.
Tijdens de strijd om Kobane in 2014/15 waren de Koerdische eenheden van de YPG en YPJ zeer gemotiveerd en vastberaden, maar de Amerikaanse luchtsteun was van cruciaal belang voor hun succes. Door op deze manier met het Amerikaanse imperialisme samen te werken, kreeg de Koerdische beweging tactisch voordeel, maar kwam ze in een strategische impasse terecht. De Koerdische beweging deed dit ten koste van een deel van haar grootste troef, haar principiële positie om te strijden voor een multi-etnisch, multireligieus, democratisch Syrië, waarbij ze afstand deed van territoriale voordelen en onderdrukking.
Reactie van de VS
De verklaring van Trump over de terugtrekking van Amerikaanse troepen was niet alleen een schok voor het Koerdische volk, maar kreeg ook veel weerstand binnen de VS zelf, zelfs binnen de Republikeinse partij. Critici beschrijven het als een geschenk voor Rusland en Iran, omdat het hun bondgenootschap met Assad zal versterken. Er wordt nu gesuggereerd dat een deel van de Koerdische leiders naar Rusland kijkt om een soort overeenkomst met Assad te sluiten, wat zou betekenen dat de Koerdische autonomie wordt opgeofferd om verdere Turkse aanvallen te stoppen.
Maar noch de regionale machten, noch de Amerikaanse imperialisten noch het Rusland van Poetin kunnen echte bondgenoten zijn. Voor het Amerikaanse imperialisme was hun bondgenootschap met de Koerden slechts een tactische maatregel, niet voor strategische belangen. Als gevolg daarvan was het duidelijk dat eerder vroeg dan laat die steun voor de YPG/YPJ-eenheden zou worden opgegeven om de strategische lange termijn belangen van het Amerikaanse imperialisme te dienen. Uiteindelijk kunnen de Koerden hun democratische rechten alleen veiligstellen door te strijden in alliantie met de onderdrukten en andere uitgebuite naties in de regio voor gemeenschappelijke belangen en vooral tegen de kapitalistische machten die niet bereid zijn om hun politieke en economische rechten te waarborgen.
Jarenlange sektarische conflicten en oorlogen hebben er echter toe geleid dat de nationale en religieuze verschillen zeer groot zijn. Het is noodzakelijk om een begin te maken met het zeer moeilijke en soms politiek gevoelige werk om deze scheidslijnen te overwinnen en een werkelijk multi-etnische kracht in de regio op te bouwen.
De gezamenlijke verovering van de soennitische stad Raqqa door de YPG en de Amerikaanse strijdkrachten heeft niet bijgedragen aan deze belangrijke strategische taak, maar heeft de Koerdische beweging teruggeworpen. Vanuit militair oogpunt zou men kunnen stellen dat het noodzakelijk was om bepaalde door Arabieren bewoonde gebieden over te nemen om een defensieve zone rond Rojava te creëren. Maar Raqqa, een duidelijk soennitische Arabische stad, ligt ver van de Koerdische nederzettingsgebieden. Ook daar verwelkomde een deel van de bevolking het einde van het IS-terrorisme – dit had de basis kunnen leggen voor een zekere eenheid met de Koerdische bevolking. In plaats daarvan zijn veel burgers omgekomen tijdens de Amerikaanse bombardementen op de stad. Nieuwe wonden werden opengereten, nieuwe haat gezaaid. Het gevaar bestaat nu dat de eenheden van YPG en YPJ, anders dan in 2014, niet zullen worden gezien als een bevrijdingsmacht, maar als een van de etnisch gedefinieerde milities in de Syrische oorlog, die bereid zijn zich in hun eigen belang te verenigen met andere krachten en daarbij verantwoordelijkheid nemen voor meer dood en terreur in het land.
De situatie in het Midden-Oosten kan alleen veranderen als er een multi-etnische, socialistische beweging van onderdrukten van alle landen wordt opgebouwd. De Koerdische beweging kan hier een belangrijke rol spelen, vanwege haar geografische ligging, haar socialistische wortels en vanwege haar verzet tegen etnische verdeeldheid en voor gelijkwaardig democratisch zelfbestuur. Maar het heeft een weloverwogen strategie nodig om Turkse, Arabische en Iraanse arbeiders en boeren te bereiken. Het heeft een programma nodig om de eenheid van werkende en onderdrukte mensen te bevorderen. Daarom moet het volledig onafhankelijk zijn van de kapitalistische klasse en elke alliantie met de criminele bendes van de heersende elites afwijzen.
In het donkere uur van de Turkse invasie zijn er gebeurtenissen zoals de massale sociale protesten in Irak en de staking van leraren in Jordanië, die een ander perspectief voor de regio laten zien. De Koerdische beweging zou er goed aan doen om te kijken naar haar eigen ervaringen, naar de manier waarop vrouwen hebben gevochten, naar de manier waarop zij het milieu verdedigt en naar de ondersteuning van directe democratie – en om verder te kijken dan de Koerdische horizon. Het moet duidelijk zijn dat er geen vooruitgang mogelijk is op basis van het kapitalisme in het Midden-Oosten, gemeenschappelijke klassenstrijd over nationale en religieuze grenzen heen is de sleutel: gemeenschappelijke strijd voor de omverwerping van alle regimes, voor een vrijwillige socialistische federatie van het Midden-Oosten.