De generatie van vandaag groeit op in een situatie van crisis. Als ze volwassen worden, wachten hen uitzichtloze banen, torenhoge schulden en een escalerende klimaatramp. Na 18 maanden isolatie is de Covid-19 pandemie nog steeds niet verdwenen. Miljoenen mensen vragen zich ongetwijfeld af of het wel mogelijk is om een betere toekomst af te dwingen. Het antwoord op die vraag is een ondubbelzinnig ja. Maar we moeten er dan wel voor vechten.
Dossier door Grace Fors (Socialist Alternative, ISA in de VS)
Hoe zijn we hier gekomen?
Onder het kapitalisme is de maatschappij verdeeld in twee grote klassen: de kapitalistische heersende klasse en de arbeidersklasse. De eerstgenoemde, bestaande uit de bazen, CEO’s, leidinggevenden en de ultra-rijken, zijn uitsluitend bezig met het maximaliseren van de winst. Hun zorgen gaan over hoe de kosten te drukken, waar naar olie te boren, voor welke wetten te lobbyen die het gunstigst zullen zijn voor hun belangen, en in wezen, waar kapitaal te investeren om het hoogste rendement te krijgen.
Aan de andere kant staat de arbeidersklasse, die de maatschappij draaiende houdt, het legioen mensen dat overleeft van een loon uit arbeid. De vragen waarmee wij worstelen zijn heel anders. Hoe kan ik deze maand mijn rekeningen betalen? Wat doe ik als mijn huur omhoog gaat, of als ik met mijn kind naar de dokter moet? Moet ik een tweede job nemen om eten op tafel te krijgen?
De relatie tussen de arbeidersklasse en de heersende klasse onder het kapitalisme is er één van cynische wederzijdse afhankelijkheid. Om goederen en diensten te produceren, hebben kapitalisten arbeiders nodig. Willen zij echter winst maken, dan moeten zij lagere lonen betalen dan de waarde die de arbeider produceert. Ondertussen moeten mensen uit de arbeidersklasse werken voor een loon om zich behoeften als voedsel en onderdak te kunnen veroorloven. Die behoeften raken alleen maar verder buiten bereik naarmate de kapitalisten, grote bedrijven, banken en huisbazen ernaar streven de prijzen te verhogen van de dingen die we nodig hebben om te overleven (terwijl ze ons allemaal minder betalen).
Deze spanning tussen arbeider en baas die het dagelijks leven van gewone mensen kleurt, wordt vervolgens gekoppeld aan de talrijke gevolgen van de kapitalistische heerschappij in de samenleving: door fossiele brandstoffen veroorzaakte klimaatcatastrofen, onderdrukking en economische crises. Op deze manier is niet alleen de relatie tussen arbeider en baas uitbuitend, maar ook die tussen het kapitalisme en de hele maatschappij in bredere zin.
Volgens de theorie van Marx en Engels over historisch materialisme zijn klassenverschillen tussen onderdrukkers en onderdrukten in de loop van de geschiedenis voortgekomen uit economische verhoudingen. Overal waar klassen tegenover elkaar stonden, zijn zij met elkaar in botsing gekomen, en deze botsingen zijn de motor van historische ontwikkelingen. Op bepaalde momenten bereiken de ononderbroken gevechten tussen de klassen hun breekpunt. Een fundamentele verandering van sociale, politieke en economische verhoudingen wordt alleen mogelijk gemaakt door revolutie.
“De geschiedenis van alle tot nu toe bestaande samenlevingen is de geschiedenis van klassenstrijd.” (Marx in Het Communistisch Manifest)
Klassenstrijd is al aan de orde van de dag sinds het begin van het kapitalisme. Het is een onontkoombare realiteit. De heersende klasse voert elke dag een klassenstrijd om de controle over het functioneren van de maatschappij te behouden. De arbeidersklasse kan echter ook een strijd voeren in haar eigen belang. Sterker nog, de arbeidersklasse die terugvecht als een verenigde klasse is de enige beproefde methode om overwinningen te behalen.
Vanaf de jaren 1830 streden slavenopstanden tegen de eigenaars van de plantages, waarmee de basis werd gelegd voor de vastberaden strijd tegen kapitalisme en racisme die nu, bijna twee eeuwen later, nog steeds wordt gevoerd. In de textielfabrieken van New England begonnen tienermeisjes die in de fabrieken met gevaarlijke machines werkten, stakingsacties te voeren tegen onveilige omstandigheden en tegen loonsverlagingen. Deze stakingen resulteerden in de eerste voorlopers van de moderne vakbonden.
Gedurende de ontwikkeling van het industrieel kapitalisme in de VS bereikte strijd zoals deze enorme hoogtepunten. In de jaren 1880 voerde een machtige arbeidersbeweging de strijd voor de 8-urige werkdag en het weekend, door middel van gedurfde stakingsacties en massale opstanden. In sommige gevallen namen ze hele steden over. In de jaren dertig leidde de Communistische Partij een succesvolle strijd voor werkloosheidsuitkeringen en tegen uithuiszettingen. Een enorme golf van groeiende vakbonden, massale stakingen en campagnes dwongen de goedkeuring af van belangrijke New Deal-bepalingen zoals de National Labor Relations Act en de sociale zekerheid.
In 1934 hielden vrachtwagenchauffeurs uit Minneapolis bij Teamsters Local 574, geleid door socialisten, een massale staking die uitgroeide tot een hevige klassenstrijd. Vrachtwagenchauffeurs en socialistische leiders mobiliseerden alle arbeiders en de hele gemeenschap in de strijd. Na drie maanden van opbouw van de beweging wonnen ze het recht van de vakbond om alle arbeiders in de industrie te vertegenwoordigen, versloegen ze de status quo in Minneapolis, en brachten ze organisatie in de vervoersector in het hele land op gang. In de volgende vijf jaar vervijfvoudigde het aantal Teamster-leden in het hele land. Bovendien was deze staking in 1934 één van de monumentale doorbraken in de jaren 1930 die een nieuwe militante arbeidersbeweging na de depressie inluidden, eenvoudigweg door de rest van de wereld te laten zien wat mogelijk was door klassenstrijd.
Er zijn natuurlijk ook recente voorbeelden van wat de strijd van de arbeidersklasse kan winnen. In februari 2018 legden duizenden leraren en personeelsleden van het onderwijs in West Virginia het werk neer. Tegen het advies van de wet en zelfs van hun vakbondsleiding in, waren de leerkrachten ervan overtuigd dat ze het schoolsysteem in de hele staat konden stilleggen. Protesten van duizenden leraren, ouders, studenten en leden van de gemeenschap overspoelden het stadion van de hoofdstad. Het protest ging door tot de inwilliging van de eisen. Dat gebeurde uiteindelijk: de Republikeinse regering moest een loonsverhoging van 5% toekennen aan al het personeel van de publieke sector. De kracht van de arbeidersklasse zit in vastberaden collectieve actie.
“Als de arbeiders georganiseerd zijn, hoeven ze hun handen maar in hun zakken te steken om de kapitalisten angst aan te jagen.” (Big Bill’ Haywood, Industrial Workers of the World).
Strijd van de werkende klasse loont. Het is de sleutel tot het behalen van overwinningen voor de overgrote meerderheid van de samenleving, en zoals Marx aangaf, is het de motor van de historische vooruitgang. Om te voorzien in onze basisbehoeften, maar ook om sociale bevrijding en klimaatrechtvaardigheid te bekomen, is er nood aan organisatie en strijd.
Behoort klassenstrijd tot het verleden?
Het is soms moeilijk voor te stellen dat de harde klassenstrijd uit het verleden – met massabijeenkomsten met duizenden mensen, militante stakersposten, algemene stakingen – in de context van vandaag kan plaatsvinden. De reden hiervoor is opzettelijk.
Toen de kapitalistische klasse aan het eind van de jaren zeventig begon over te stappen op het neoliberalisme, begon een lange en intense periode van oorlogvoering tegen arbeiders en onze organisaties. Dit hielp de heersende klasse niet alleen de winstgevendheid van haar in verval verkerende systeem te herstellen, maar verborg ook de geschiedenis van de strijd van de arbeidersklasse. Als die geschiedenis nieuw leven ingeblazen wordt, is het een bedreiging voor de kapitalistische klasse.
Deze ‘klassenstrijd van bovenaf’ was succesvol en de gevolgen ervan zijn vandaag nog steeds voelbaar. De financiële crisis van 2008-2009 schudde de grondvesten van de neoliberale wereldorde door elkaar. Plotseling deed de wil van de arbeidersklasse zich weer gelden. De redding van Wall Street leidde tot de beweging Occupy Wall Street. De harde besparingen in de publieke sector van de republikeinse gouverneur van Wisconsin, Scott Walker, leidden tot een maandenlange opstand en bezetting van het Capitool van de staat in de slag om Wisconsin. Wereldwijd deden opstanden en revoluties de heersende klasse opschrikken. Hoewel deze bewegingen niet de revolutionaire overwinningen hebben opgeleverd die we nodig hebben, waren ze voorlopers van doorbraken zoals de verkiezing van Kshama Sawant in 2013, de campagnes van Bernie Sanders in 2016 en 2020, de #RedforEd lerarenstakingen, en de groei van socialistische organisaties zoals de Democratic Socialists of America. Nu heeft de ervaring van de pandemie voor velen de illusie dat het kapitalisme een levensvatbaar systeem is, definitief aan diggelen geslagen.
Meer en meer wordt de diepe onderliggende crisis van het politieke establishment zichtbaar. Miljoenen mensen zien hoe het economisch systeem in elkaar zit. Na een lange periode van terugtocht staan de werkende mensen op het punt terug te keren op het toneel. Het grootste obstakel voor de ontwikkeling van een echte strijd is echter de historisch lage organisatiegraad van de arbeidersklasse. Om overwinningen te boeken, is er nood aan een strijdbare arbeidersbeweging en een partij van de werkende klasse die los staat van de controle van het bedrijfsleven.
Om iets te winnen is klassenstrijd nodig
Op dit moment staat er enorm veel op het spel voor de mensheid. Het IPCC waarschuwt dat de aarde 1,1°C is opgewarmd sinds de industriële revolutie. Zelfs de stoutmoedigste voorstellen van de Democraten komen bij lange na niet in de buurt van wat nodig is om de klimaatspiraal te keren. Onze ambities beperken tot wat het politieke establishment, met zijn twee partijen van het grootkapitaal, aanvaardbaar vindt, is een nonstarter.
Er is geen weg naar 100% hernieuwbare energie zonder arbeiders en jongeren als drijvende kracht. Dit moet ook werknemers in vervuilende industrieën omvatten. Zolang deze arbeiders de bron zijn van de winsten van fossiele brandstoffen, zou een sterke arbeidersbeweging georganiseerd rond een gemeenschappelijke strategie voor duurzame banen en een rechtvaardige groene transitie, die de krachten bundelt met de klimaatjongeren, niet te stoppen zijn tegen de dreiging van de fossiele brandstoffensector.
Er is een sterk historisch precedent voor het optreden van de arbeidersklasse voor de planeet. Zo waren er begin 20e eeuw in de VS ‘antirook kruistochten’, vaak geleid door gewone moeders, die naar vervuilende fabrieken trokken. De United Steelworkers namen het op tegen Carnegie Steel in de nasleep van de dodelijke Donora Smog van 1948 waarbij tientallen doden vielen. De georganiseerde arbeiders waren een belangrijke factor om milieubeschermingswetten af te dwingen in de jaren zestig en zeventig. Op hun krachtigst heeft de arbeidersbeweging de strijd voor het milieu steeds opgenomen.
We moeten ons organiseren, in vakbonden om te strijden op onze werkplekken, en in een eigen politieke partij om als werkende mensen te strijden tegen de kapitalistische klasse als geheel. Dit is de enige oplossing voor de klimaatcrisis, en hetzelfde geldt voor al het andere dat we ooit hopen te winnen.
De kapitalistische klasse is niet van plan om buiten haar eigen belangen te handelen. Ze zijn niet geneigd om hun omgekochte politici belastingen te laten heffen op hun winsten. Snijden in politiebudgetten om gemeenschapsdiensten te financieren zou de instelling raken die ze nodig hebben om hun eigendom te beschermen, stakingen te breken en protestacties te brutaliseren. Zij zullen geen gegarandeerde huisvesting, gezondheidszorg en leefbare lonen dulden, omdat de financiële strijd van de werkende mensen de voornaamste manier van de bazen is om ons in laagbetaalde, uitbuitende jobs te dwingen.
We hebben maar twee opties: we kunnen de maatschappij in hun handen laten, of we kunnen de inherente kracht van onze klasse gebruiken om te grijpen wat rechtmatig van ons is.
De geschiedenis leert ons dat de enige rechten die we als arbeiders hebben niet die zijn welke door de staat of de grondwet worden toegekend, maar die welke arbeiders en massabewegingen voor zichzelf hebben afgedwongen door strijd.
Deze wereld is niet van ons, maar zou het wel kunnen zijn
Het niveau van rijkdom dat door de rijken wordt opgepot is historisch, en het kapitalistische systeem faalt volledig om een antwoord te bieden op de existentiële crises waar we vandaag mee te maken hebben – of het nu gaat om economische crisis, een dodelijke pandemie, of een verergerende klimaatramp veroorzaakt door de fossiele brandstofindustrie.
Het is begrijpelijk dat velen vandaag weinig vertrouwen hebben in wat een massabeweging zou kunnen bereiken, maar deze stemming staat ver van de realiteit.
We kunnen naar de acties van de kapitalisten zelf kijken om te zien hoe groot de dreiging is als de werkende klasse zich organiseert. Waarom geven kapitalisten miljoenen uit om stakingen de kop in te drukken? Waarom investeert Amazon in het ontwikkelen van heat maps om te traceren waar haar personeel wel eens zou samenkomen om een vakbond op te richten? Waarom geven ze miljoenen aan verkiezingscampagnes zodat bedrijfsvriendelijke politici worden gekozen? Als burgerlijke commentatoren in de Financial Times en zelfs de Washington Post, die eigendom is van Bezos, plots pleiten voor een meer “rechtvaardige verdeling” is dit enkel omdat ze het overleven van hun systeem verdedigen.
Werkende mensen kunnen hun rol in het creëren van alle winst gebruiken om toegevingen af te dwingen van de bazen. Zelfs zonder revolutionaire verandering, kan er veel gewonnen worden. Als arbeiders in de zorg staken voor Medicare for All en gesteund worden door massademonstraties en directe actie, zouden we het op de agenda kunnen zetten. Als jonge klimaatstakers de handen ineenslaan met arbeiders in vervuilende industrieën om groene banen te eisen, kunnen we zinvolle klimaatbescherming afdwingen. De belangrijkste reden waarom dit nu nog niet gebeurt, is het gebrek aan militante leiding van de werkende klasse. Socialisten vechten keihard om daar verandering in te brengen.
Zolang het kapitalisme bestaat, beschikte de rijke elite over een sterke krachtsverhouding om de werkenden en de armen aan te pakken. Onze bewegingen zullen op allerhande obstakels botsen die door de heersende elite worden opgeworpen. Zij zullen blijven proberen om onze bewegingen te verdelen, te onderdrukken of te recupereren. Ze doen dit omwille van de existentiële bedreiging die ervan uitgaat voor de heerschappij van de miljardairs. Een socialistische strategie is dan ook nodig om niet alleen stappen vooruit te zetten in de strijd tegen de bazen, maar om uiteindelijk het volledige systeem omver te werpen en te vervangen.
De arbeidersklasse van Seattle bestuurde de stad vijf dagen lang tijdens de algemene staking van 1919, en zag en voelde even wat het zou betekenen voor werkende mensen om de samenleving echt te besturen. De inspiratie hiervoor kwam van de Russische Revolutie van 1917, die aantoonde hoe revolutionaire ideeën de klassenstrijd tot onvoorstelbare hoogten kunnen verheffen.
De rol van socialisten in de klassenstrijd in bredere zin is om deze steeds dichter bij revolutionaire conclusies te brengen. Dit betekent niet alleen strijden voor de meest fundamentele eisen van de beweging, maar deze eisen verbreden en proberen de breedste lagen van de arbeidersklasse in de strijd te betrekken. Het betekent ook glasheldere lessen trekken uit vroegere overwinningen en nederlagen in de arbeidersbeweging.