De snelle gebeurtenissen in het door crisis geteisterde Sri Lanka hebben op zaterdag 9 juli een nieuwe wending genomen. Honderdduizenden mensen trokken naar de hoofdstad Colombo voor een dag van grote protesten die oorspronkelijk waren begonnen door de jonge activisten die de centrale protestplaats bij Galle Face Green bezetten. Het hoogtepunt van het protest zaterdag was de massale bestorming van de ambtswoning van president Gotabaya Rajapaksa, waardoor deze gedwongen werd het paleis te ontvluchten. s Avonds kondigde hij aan dat hij zou aftreden, waarmee hij in de praktijk bracht wat de massa’s op straat al hadden bereikt. Op veel plaatsen in de stad klonken feestelijk gejuich bij de aankondiging van dit nieuws.
Artikel door Serge Jordan, Internationaal Socialistisch Alternatief (ISA)
Veel Tamil-families in Sri Lanka en daarbuiten zullen ongetwijfeld emotioneel opgelucht en bijzonder blij zijn bij het roemloze politieke einde van deze bloeddorstige dictator, die met zijn familie verantwoordelijk was voor oorlogsmisdaden, martelingen en het uitmoorden van Tamils op genocidale schaal. Veel autocraten en kapitalistische heersers over de hele wereld zullen daarentegen met een gereserveerd gevoel van paniek naar de gebeurtenissen in Sri Lanka kijken, omdat de economische, sociale en politieke storm op het eiland hen een spiegel voorhoudt van wat komen gaat in veel andere landen die worden geteisterd door de nieuwe fase van crisis van het mondiale kapitalisme.
Beelden van honderden demonstranten die door verschillende rijen politiebarricades braken en het gebouw binnendrongen, met vlaggen over de daken zwaaiden en zelfs een duik namen in het zwembad van de president, waren wereldwijd in alle nieuwsuitzendingen te zien. Dit kwam niet echt als een verrassing. De bevolking heeft al maandenlang te kampen met urenlange stroomonderbrekingen en ondraaglijk lange rijen voor eerste levensbehoeften, en dit in zware hitte. Tegelijk bleef een erg kleine laag van corrupte politici en miljonairs, belichaamd door Gotabaya zelf, genieten van een luxueuze levensstijl.
De straten rond het presidentiële gebouw werden ingenomen door een zee van demonstranten, die hun woede uitten over de heersende oplichters die de immense meerderheid van de bevolking van het land in een steeds erger wordende cyclus van economisch lijden hebben gestort. Het gebrek aan brandstof en het daaruit voortvloeiende verbod op particuliere voertuigen en de bijna-ineenstorting van het openbaar vervoer weerhielden de mensen er niet van om van kilometers ver, ook van buiten Colombo en uit afgelegen delen van het land, naar het protest te reizen. Halverwege de middag berichtte een correspondent van Al Jazeera: “Tienduizenden Sri Lankanen stromen nog steeds Colombo binnen… Mensen bestormden treinstations en dwongen medewerkers letterlijk om hen op treinen te zetten en naar Colombo te brengen. Ze zeggen dat ze hun land terugnemen.”
Overweldigd door het grote aantal en de vastberadenheid van de betogers, waren de pogingen van de veiligheids-, politie- en legertroepen om de protesterende menigte tegen te houden, laat staan te verjagen, hopeloos. Er werd melding gemaakt van geïsoleerde gevallen waarbij de staatstroepen sympathiseerden met het protest en zich er zelfs bij aansloten. Een video van een politieagent die zijn motorfiets parkeert, zijn helm neergooit en slogans ter ondersteuning van de betoging roept, is op de sociale media viraal gegaan.
De politie had aanvankelijk vrijdagavond een avondklok ingesteld in de hoofdstad en verschillende andere steden in afwachting van de aangekondigde protestdag. Het annuleerde deze avondklok de volgende ochtend na bezwaren van politici uit de oppositie en van de Orde van advocaten van Sri Lanka. Ook de door de regering gevraagde verbodsbepalingen tegen het protest werden door het Hooggerechtshof afgewezen. Dit wijst op verdeeldheid onder de verschillende vleugels van het establishment over de vraag hoe te reageren op de enorme druk van onderaf en op een protestdag die steeds meer aan momentum won in de aanloop ernaar.
Na de gebeurtenissen van zaterdag riep de Amerikaanse ambassadeur in Sri Lanka de politie van het eiland op om de betogers “ruimte” te geven. Delen van de heersende klasse vrezen dat een hardhandig optreden van de staat in dit stadium de vlam van de revolutie kan doen ontbranden – misschien zelfs splitsingen teweeg kan brengen in de lagere rangen van het leger en de politie, die zelf onderworpen zijn aan de gevolgen van het rampzalige economische beleid van het verrotte en in diskrediet geraakte regime dat zij officieel moeten beschermen.
Ontslagen
In de nasleep van deze explosieve ontwikkelingen was premier Ranil Wickremesinghe, die zelf naar een veilige en geheime locatie was overgebracht, de eerste die formeel zijn ontslag aankondigde. Wickremesinghe was minder dan twee maanden geleden door de gehate president uitgekozen om diens oudere broer Mahinda te vervangen, die na een soortgelijke, explosieve massabeweging was afgezet. Dit is dus de tweede premier die ten val wordt gebracht door de volksopstand, die eerder dit jaar begon als reactie op de aanhoudende economische ineenstorting die het eiland in zijn greep houdt.
De halfslachtige hoop van de heersende klasse dat met de benoeming van Wickremesinghe het massale verzet zou temperen en haar barbaarse besparingsplannen min of meer ongehinderd zouden kunnen worden doorgevoerd, werd zaterdag op formidabele wijze van antwoord gediend. Overigens is de privéwoning van de ex-premier zelf door betogers in brand gestoken. Onder Wickremesinghe’s leiding is de crisis alleen maar erger geworden, en het was slechts een kwestie van tijd voordat een nieuw breekpunt zou worden bereikt.
Onmiddellijk na de bestorming van Gotabaya’s woning hadden minstens 16 parlementsleden van zijn eigen Sri Lanka Podujana Peramuna-partij (SLPP) al om zijn onmiddellijke aftreden gevraagd, in een wanhopige poging om zich te distantiëren van een leider die zij tot op het laatste moment hadden gesteund. Een voormalig adviseur van de Rajapaksa’s vatte de stemming in de heersende kringen als volgt samen: “In zekere zin is de president al weg, het maakt niet uit wat hij zegt – hij is nu irrelevant geworden.” Enkele uren na het aftreden van de regeringsleider werd Gotabaya’s voornemen om de macht over te dragen publiekelijk aangekondigd door parlementsvoorzitter Mahinda Yapa Abeywardena. Op het moment dat dit artikel wordt geschreven, is nog steeds niet bekend waar Gotabaya zich bevindt, hoewel videobeelden lieten zien hoe hij met een deel van zijn familie haastig aan boord van een marineschip ging.
Voor een beweging waarvan de duidelijkste eis was vervat in de populaire slogan “Gota ga naar huis” en de noodzaak om de president omver te werpen, is de centrale vraag verschoven naar wat er nu zal en moet gebeuren. Alle inspanningen van de belangrijkste oppositiepartijen zijn erop gericht een regering van zogenaamde ‘eenheid’ te smeden met alle in het parlement vertegenwoordigde partijen. De woede van de massa’s gaat echter veel verder dan de Rajapaksa-clan, voor velen moet het volledige politieke establishment en het systeem erachter aangepakt worden. Dit is volkomen terecht aangezien geen van de parlementaire oppositiepartijen een fundamenteel andere economische koers heeft bepleit dan die van de Rajapakasa’s en hun opeenvolgende regeringen. Geen van hen – of het nu de Samagi Jana Balawegaya (SJB), de Janatha Vimukthi Peramuna (JVP) of de Tamil National Alliance (TNA) is – maakte principieel bezwaar tegen de centrale strategie van het aftredende kabinet, namelijk bedelen om meer geld van het IMF in ruil voor een meedogenloos besparingsprogramma dat het leven van arme en werkende mensen nog verder afbreekt.
De jongeren, de arbeidersklasse en de verarmde massa’s van Sri Lanka hebben blijk gegeven van een enorme revolutionaire energie en potentieel. Ze doen dit al maandenlang, ondanks de extreme ontberingen die dagelijks op hun schouders worden gelegd. Ze hebben eens te meer laten zien dat het hun eigen massamobilisatie en -organisatie is, en niets anders, die de heersende klasse tot toegevingen kan dwingen. Ze moeten hun strijd nu niet stoppen, maar net opvoeren. De rotsvaste kracht van de algemene staking en de “Hartal” (totale stillegging) in april en mei heeft aangetoond dat de vakbonden en de arbeidersklasse in het algemeen een beslissende rol te spelen hebben bij het tot stand brengen van een dergelijke escalatie.
Maar de massa’s moeten ook hun eigen revolutionaire alternatief ontwikkelen – in plaats van zich te laten kapen door een stelletje pro-kapitalistische politici zonder mandaat van de beweging en in hun plaats over de strijd willen beslissen. Dit kan worden voorbereid door het opbouwen van een nationaal netwerk van actiecomités in de werkplaatsen, universiteiten, steden en dorpen, als de organisatorische kern waaromheen een toekomstige regering, bestaande uit vertegenwoordigers van de arbeidersklasse en revolutionaire bevolking, het daglicht kan zien. Via dergelijke comités zou op democratische wijze een revolutionaire grondwetgevende vergadering kunnen worden gekozen die op dynamische wijze de aspiraties van arbeiders, arme boeren, revolutionaire jongeren en alle uiteenlopende en onderdrukte lagen van de bevolking van Sri Lanka weerspiegelt, en die aan hen verantwoording verschuldigd is. Zij zou moeten beginnen met het afschaffen van de autoritaire en chauvinistische, op het Singalese boeddhisme georiënteerde grondwet, en moeten debatteren over de maatregelen die nodig zijn om het huidige failliete politieke en economische systeem resoluut achter zich te laten.
Massale zelfverdediging moet bewust worden voorbereid omdat het gevaar van bloediger repressie, of zelfs van een militaire machtsovername, niet verdwenen is. De werkende klasse moet expliciete oproepen tot solidariteit richten aan de soldaten en de politie-agenten, om hen aan te sporen geen geweld te gebruiken tegen de volksbeweging.
Bij het uitstippelen van een duidelijker koers voor de beweging en bij de hernieuwde discussies die waarschijnlijk zullen ontstaan over hoe de toekomst na Rajapaksa eruit moet zien, mogen moeilijke kwesties niet uit de weg worden gegaan. Dat geldt ook voor de noodzakelijke erkenning van de vreselijk onderdrukkende en wrede behandeling die het in ongenade gevallen regime het Tamil-volk heeft aangedaan en over de noodzakelijke opname van de eisen van het Tamil-volk inzake oorlogsvergoedingen, gelijke rechten en werkelijke zelfbeschikking. De recente oproep van generaal Shavendra Silva, stafchef van de defensiestaf, aan alle burgers om “de strijdkrachten en de politie te steunen” weerspiegelt deels de nervositeit van de legertop voor een openbare invraagstelling van zijn bloedige verleden, zijn corruptie en zijn nauwe banden met de Rajapaksa’s. Een dergelijk onderzoek is effectief noodzakelijk. Behalve de Rajapaksa’s zelf, moeten alle misdadigers die in het leger dienen of met pensioen zijn en die verantwoordelijk zijn voor oorlogsmisdaden, voor het gerecht worden gebracht. De opbouw van een massale strijd om een einde te maken aan de militaire bezetting van het Tamil-noorden en -oosten moet worden aangemoedigd. De enorme investeringen in het leger moeten meteen stoppen en deze middelen moeten in sociale doeleinden gestopt worden. Deze en soortgelijke eisen zijn van cruciaal belang om de eenheid tussen Tamil- en Singalese arbeiders en jongeren op een solide basis te verankeren.
De bestorming van de presidentiële residentie door de massa’s in Colombo heeft een nieuw hoofdstuk geopend in de revolutionaire opstand in Sri Lanka. Het belang van deze gebeurtenissen zal op internationale schaal worden gevoeld. Een nieuwe overwinning is binnengehaald nu het boegbeeld van een corrupt, autoritair en chauvinistisch regime de deur is gewezen. Maar er liggen nog enorme uitdagingen in het verschiet, aangezien alle economische problemen waarmee de bevolking van Sri Lanka te kampen hebben, er nog steeds zijn. Geen van deze problemen kan binnen nationale en kapitalistische grenzen worden opgelost.
De massabeweging heeft nood aan een samenhangend programma van eisen die ingaan tegen de logica van winstbejag die eigen is aan het kapitalisme op zowel nationaal als internationaal niveau. Zo’n eisenprogramma kan beginnen met noodmaatregelen zoals het compromisloos afwijzen van elke schuldaflossing aan roofzuchtige internationale schuldeisers, prijsplafonds voor alle essentiële goederen, publieke controle over kapitaalstromen en de onmiddellijke onteigening van de rijkdom van de familie-Rajapaksa. Om het volledige systeem te bestrijden, moet de werkende klasse de productie en distributie van de belangrijkste economische activiteiten op het eiland overnemen met het oog op democratische socialistische planning.
De massa’s zullen een eigen partij moeten opbouwen om dat doel te bereiken. Ze mogen geen vertrouwen stellen in buitenlandse mogendheden en hun instellingen, die zich alleen door hun eigen economische en geopolitieke belangen laten leiden. De enige steun waarop ze kunnen rekenen, is die van de werkenden en armen in Zuid-Azië en de rest van de wereld, met name diegenen die ook getroffen worden door de voedsel- en energiecrisis en die voor hun verzet inspiratie vinden in de massale opstand in Sri Lanka.