De wrede Assad-dictatuur in Syrië, die al meer dan een halve eeuw aan de macht is, is gevallen. Duizenden politieke gevangenen hebben zich kunnen herenigen met hun familie, velen na jaren waarin ze dood gewaand werden. Miljoenen anderen die in eigen land ontheemd waren, verheugen zich nu op de hereniging met hun familie. De angst die zijn greep op de mensen verliest, is zichtbaar op straat in heel Syrië en in de diaspora.
Naarmate de euforie wegebt, zullen velen zich zorgen maken over wat de toekomst brengt, voorzichtig hopend dat de tragedie van de verpletterde Syrische revolutie nu voorbij is. Hoewel veel nog onduidelijk is, laat de geschiedenis zien dat hiervoor een beslissende wederopbouw van echte en gepolitiseerde arbeidersorganisaties nodig is als een massale kracht, versterkt met de lessen van 2011 en in staat om een echt alternatief te bieden voor de Hayat Tahrir al-Sham (HTS), alle reactionaire krachten en de imperialistische machten. Om een werkelijk vrije, democratische en rechtvaardige samenleving op te bouwen, is de eenheid van de werkende en arme massa’s van Syrië nodig om te strijden tegen alle vormen van sektarisme en onderdrukking. Dat is nodig om de revolutie tot het niveau te brengen waarop ook de economische dictatuur van het kapitalisme en zijn verschillende imperialistische vertegenwoordigers wordt omvergeworpen.
Het gehate regime van dictator Bashar al-Assad stortte spectaculair in toen de strijdkrachten van de coalitie onder leiding van de HTS door de steden Aleppo, Hama en Homs trokken voordat ze Damascus binnenvielen, in een bliksemoffensief dat amper elf dagen duurde. Onderweg leken de militaire troepen van het regime simpelweg in het niets te verdwijnen. In Damascus scandeerden menigten “Assad is weg, Homs is vrij”. Maar naast opluchting en jubelstemming zijn er ook angsten en zorgen onder delen van de Syrische bevolking over wat er nu gaat komen. De autonome gebieden van Syrisch Koerdistan worden nu al geteisterd door aanvallen gesteund door Turkije, en de houding van de nieuwe machthebbers tegenover Koerdische en vrouwenrechten zal een indicatie zijn van wat er in het verschiet ligt.
Op veel plaatsen lijken de gewapende oppositietroepen te zijn opgewacht door juichende aanhangers en ondervonden ze weinig tot geen civiele of militaire tegenstand. Toen ze Damascus binnenkwamen, bevrijdden ze de gevangenen in de beruchte militaire gevangenis Sednaya, het toneel van gruwelijke martelingen van aanhangers van de oppositie door de misdadigers van Assad. De Iraanse ambassade, die gezien wordt als een belangrijke steunpilaar van het regime, werd geplunderd, terwijl HTS-strijders het presidentiële paleis binnendrongen en zichzelf fotografeerden zittend achter het bureau van Assad.
Sommige van de miljoenen Syriërs die gedwongen waren naar het buitenland te vluchten om aan het wrede regime te ontsnappen, keren naar verluidt al terug. Tegelijkertijd maken rechtse en extreemrechtse krachten op cynische wijze gebruik van het moment om hun racistische agenda te bevorderen. Duitsland, Oostenrijk, Griekenland en Cyprus hebben asielaanvragen uit Syrië al opgeschort en er wordt gedreigd om vluchtelingen die al in Duitsland zijn uit te zetten. Syriërs en alle vluchtelingen moeten het vrijwillige recht krijgen om terug te keren of te blijven in hun nieuwe verblijfplaats met volledige rechten en zonder discriminatie.
De Syrische ambassades in Istanboel, Athene en zelfs Moskou hebben de vlag van de oppositie uitgehangen. Buurlanden versterken hun grenzen. Het Libanese leger heeft militaire eenheden gestuurd om de noordelijke en oostelijke grenzen te ‘beschermen’, terwijl de Israëlische ‘Defence Forces’ troepen en tanks voorbij de bezette ‘bufferzone’ van de Golanhoogten hebben gestuurd, waarmee Israël voor het eerst sinds 1973 formeel Syrisch grondgebied betreedt. Volgens de Israëlische krant ‘Maariv’ heeft de IDF geschoten op het dorp Barika in de bufferzone om militanten weg te houden van de grens.
Assad verliet Damascus met een Russisch vliegtuig dat later op zeer lage hoogte werd gezien voordat het van de radar verdween, blijkbaar een manoeuvre om de ontsnapping te verhullen. Bronnen van het Russische regime bevestigen dat Assad en zijn familie in Moskou zijn en politiek asiel hebben gekregen.
De macht is volgens de verklaring van al-Julani, de commandant van de HTS, tijdelijk overgedragen aan de zittende premier al-Jalali die toezicht zal houden op alle staatsinstellingen tot de officiële overdracht. In de eerste uitzendingen op de Syrische TV kondigde de oppositie vrolijk aan dat “we de weddenschap hebben gewonnen en het criminele regime van Assad ten val hebben gebracht”. Maar ondanks alle retoriek over het bevrijden van het land van de heerschappij van Assad, lijkt het erop dat HTS nu al bereid is om samen te werken met een door Assad benoemde premier om te zorgen voor een ‘ordelijke’ overgang van de top. Dit zou een waarschuwing moeten zijn dat HTS liever niet toestaat dat het Syrische volk zijn eigen toekomst vormgeeft.
Al-Julani doet duidelijk zijn best om zich te profileren als een burgerlijke, voor het Westen aanvaardbare staatsman – met andere woorden, hij geeft aan dat hij een paar betrouwbare handen kan bieden voor het vestigen van een nieuwe orde binnen het kader van inter-imperialistische spanningen. Zijn retoriek van tolerantie voor alle etnische en religieuze groepen en “geen wraak” zou een welkome adempauze betekenen als dit in de praktijk wordt gebracht. Maar sommige tegenstrijdigheden die inherent zijn aan het manoeuvreren tussen imperialistische en regionale machten zijn al zichtbaar in de Turkse aanvallen op de autonome gebieden van Syrisch Koerdistan. En de staat van dienst van de HTS in de provincie Idlib wijst op het risico van een onderdrukkend, rechts en fundamentalistisch regime, tenzij de werkenden en armen zich organiseren om ervoor te zorgen dat dit niet gebeurt.
Wie was Assad?
De Ba’athpartij (de Arabische ‘Socialistische’ Ba’athpartij) kwam aan de macht als gevolg van de 8 maartrevolutie in 1963, die meer weg had van een militaire staatsgreep hoewel ze door het volk werd gesteund. Dit was een periode waarin de massa’s in veel landen in de wereld, waarvan de economieën waren geplunderd door decennia van imperialistische overheersing, naar revolutie streefden. Bij gebrek aan echt linkse massale revolutionaire krachten, grepen delen van het leger, steunend op de Sovjet-Unie, de macht. Het éénpartij- en politieregime dat daaruit ontstond, gebruikte de autoritaire methoden van de Sovjetbureaucratie om de controle te behouden, maar kreeg een zeker gezag door de nationalisatie van de economie en de verbetering van de levensstandaard.
De vader van Bashar al-Assad, Hafez al-Assad, die actief had deelgenomen aan de staatsgreep van 1963, was in 1966 een belangrijke voortrekker van een nieuwe staatsgreep binnen de heersende elite, en vervolgens van een derde in 1970 waardoor hij president werd. Hij leunde nog steeds op de Sovjet-Unie, maar was ‘pragmatischer’ in zijn relatie tot privébezit, ondermijnde de voordelen van staatsplanning en introduceerde sektarische verdeling langs religieuze lijnen in de staatsstructuur. Na zijn dood in 2000 werd hij opgevolgd door zijn zoon Bashar.
Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie in 1991 stelde Hafez Syrië open voor het mondiale kapitalisme, een proces dat onder Bashar werd opgevoerd. Privatisering van staatseigendommen, besparingen, massale werkloosheid en verschrikkelijke ongelijkheid, gecombineerd met een snelle accumulatie van rijkdom in de handen van de heersende familie en een kleine kring van aan het regime gelieerde elites, voedden het ongenoegen van de massa’s dat bijdroeg aan de opstand in Syrië in 2011, onderdeel van de golf van revolutionaire opstanden die zich verspreidde over Noord-Afrika en het Midden-Oosten.
Hoewel Bashar niet dezelfde mate van persoonlijk gezag genoot als zijn vader, behield hij in 2011 de loyaliteit van de belangrijkste instellingen van het regime, die een belangrijke rol speelden bij het hardhandig neerslaan van de opstand. Deze onderdrukking had steeds een sektarische component, met de inzet van door Alawieten gedomineerde troepen tegen overwegend soennitische oppositiegebieden.
Het ontbrak de revolutie van 2011 niet aan heldhaftige inzet of massale steun, hoewel die steun door de langdurige uitbuiting van sektarische verdeeldheid door het regime via angst en patronagenetwerken niet uniform was in de verschillende gemeenschappen. Maar een succesvolle afloop zou de omverwerping van het Assad-regime hebben vereist, de ontmanteling van al zijn repressieve instellingen, de verdrijving van alle imperialistische strijdkrachten uit Syrië en de vervanging van kapitalistische uitbuiting door socialistische planning, geleid door democratisch gekozen structuren die de arbeidersklasse en armen van alle etnische groepen, geslachten en geloofsovertuigingen verenigen.
Maar geen enkele politieke kracht, zelfs niet op kleine schaal, formuleerde een dergelijk programma. De vakbonden speelden op hun beurt geen rol van betekenis in de oppositie, omdat ze ofwel waren verpletterd, ofwel al tientallen jaren waren opgenomen in het staatsapparaat. De Syrische Algemene Federatie van Vakbonden, het belangrijkste ‘vakbondsorgaan’ van het land, functioneerde als een arm van het regime, waardoor het potentieel van de arbeidersbeweging om een onafhankelijke rol te spelen in de opstand werd gesmoord.
In plaats daarvan bleef de macht in handen van de corrupte elite rond Assad. Het land zonk weg in een burgeroorlog, met de interventie van verschillende imperialistische (Turkse, Amerikaanse, Russische, Iraanse en andere) en religieuze krachten die toekeken terwijl het regime bruut geweld gebruikte tegen de massa’s, inclusief het gebruik van chemische wapens. De oorlog eiste meer dan een half miljoen doden en leidde tot de grootste vluchtelingencrisis in de geschiedenis: meer dan 13 miljoen Syriërs – ruim de helft van de vooroorlogse bevolking – zijn gedwongen ontheemd, intern of in het buitenland.
Aanvankelijk werd het ‘Vrije Syrische Leger’ (FSA) gevormd door een deel van overgelopen legerofficieren die sympathiseerden met de oppositie. Vanaf het begin ontbrak het aan een eenduidige commandostructuur en leek het meer op een losse verzameling van verschillende gewapende groepen dan op een gecentraliseerd leger. Het riep op tot de omverwerping van Assad en de overgang naar een democratisch pluralistisch regime. Het gebruikte guerrillatactieken om het regime te ondermijnen en vertrouwde op de hulp van westerse en regionale mogendheden om zijn campagnes uit te voeren. Het westen had echter zijn eigen belangen.
De interventie van Iran om het regime te versterken, samen met de financiële en militaire steun van soennitische regimes zoals Saoedi-Arabië en Qatar, en ook Turkije, aan islamistische gewapende groepen, vergrootte de sektarische verdeeldheid in het land terwijl het Vrije Syrische Leger zijn positie zag verzwakken. De burgeroorlog ontaardde meer en meer in een multilateraal conflict tussen verschillende milities die de belangen van concurrerende imperialistische machten ondersteunden en/of onder controle stonden van religieuze fundamentalisten.
De militaire interventie van Rusland die in september 2015 begon, was ogenschijnlijk bedoeld om Islamitische Staat (Daesh) te helpen bestrijden, maar was in de eerste plaats gericht tegen de strijdkrachten van het Vrije Syrische Leger die door het Amerikaanse imperialisme werden gesteund, en speelde de fundamentele rol van het ondersteunen van het regime van Assad. Zonder Russische en Iraanse steun zou het Ba’athistische regime al lang geleden zijn ingestort.
Volgens een analyse in de publicatie “Syria Direct” bevindt de economie zich sinds 2011 in een vrije val. Het Syrische pond heeft 99,64% van zijn waarde ten opzichte van de dollar verloren en de ineenstorting is de afgelopen jaren geëscaleerd. Het kost nu meer om een bankbiljet te drukken dan dat het biljet het eigenlijk waard is. Tot 90% van de bevolking leeft in armoede en is doorgaans afhankelijk van geld dat wordt overgemaakt door familieleden die in het buitenland werken om te overleven. Het onmenselijke beleid van westerse regeringen met betrekking tot vluchtelingen uit Syrië heeft niets gedaan om de bevolking te helpen, terwijl het effect van westerse sancties Assad alleen maar heeft geholpen om een hecht netwerk van corrupte trawanten op te bouwen rond zijn binnenste cirkel.
Wat verklaart de snelle overwinning van HTS?
De snelle overwinning van HTS kan niet worden verklaard door louter binnenlandse factoren. Terwijl de ogen van de wereld gericht waren op Gaza en Oekraïne, bleef het effect van deze conflicten op de dramatische verzwakking van de positie van Assad bijna onopgemerkt.
Hezbollah speelde een belangrijke rol in de steun aan het Assad-regime. Het deed dit deels uit eigenbelang, maar ook namens het Iraanse regime, in het conflict met de troepen van Daesh. Nu Hezbollah ernstige militaire klappen heeft gekregen van de IDF, waardoor het leiderschap is onthoofd en veel van zijn uitrusting is verloren, was het niet in staat om Assad te steunen zoals in het verleden.
Tegelijkertijd trok het Kremlin zijn troepen terug uit Syrië en verplaatste ze naar Oost-Oekraïne en Koersk omdat het daar problemen ondervond. Assad moest het dus stellen zonder de steun van twee belangrijke componenten van zijn militaire macht, zonder welke hij enkele jaren geleden al zou zijn afgezet. De herhaalde luchtaanvallen van Israël op Iraanse installaties in Syrië droegen verder bij aan de vermindering van het vermogen van Iran om de troepen van Assad te ondersteunen.
Het lijkt erop dat de VS niet werden verrast door dit snelle succes. Het Turkse regime greep de kans die werd geboden door de zwakte van Hezbollah en Rusland aan om de HTS onder druk te zetten om verder op te rukken. Gedeeltelijk deed het dit om het Syrische regime te verzwakken en onder druk te zetten na het vastlopen van hun normalisatiebesprekingen, om de gedwongen repatriëring van miljoenen Syrische vluchtelingen naar Syrië uit te voeren, en waarschijnlijk het belangrijkste, om verdere actie te kunnen ondernemen tegen de autonome regio’s van Syrisch Koerdistan in het noorden.
Op het moment van schrijven worden vanuit Manbij hevige gevechten gemeld tussen het door Turkije gesteunde SNA (Syrisch Nationaal Leger, dat zelf bestaat uit verschillende fracties waarvan sommigen zeer dicht bij het Turkse regime staan en ook elders, waaronder in Azerbeidzjan, Libië en Niger, voor Turkse militaire belangen hebben gevochten) en lokale Koerdische milities. Volgens het onafhankelijke communicatienetwerk “Bianet” wordt de SNA gesteund door “uitgebreide grondbeschietingen door de Turkse strijdkrachten”. De hernieuwde en hartverscheurende kwetsbaarheid van de Koerden, angstvallig gevolgd door miljoenen die vrezen dat Kobane het volgende doelwit zal zijn, onderstreept eens te meer de vergiftigde kelk van het vertrouwen op gemanoeuvreer tussen concurrerende imperialistische machten.
Het regime van Assad bleek ook niet meer dan een lege huls te zijn. Er zijn veel berichten over zijn leger dat gewoon de wapens neerlegde toen HTS oprukte, en toen het in Damascus aankwam probeerde de legerleiding niet eens om weerstand te bieden. Het Syrische leger liet de uitrusting gewoon achter – HTS-strijders namen foto’s zittend in de cockpits van achtergelaten gevechtsvliegtuigen. Elders zijn soldaten te zien die in burgerkleding over de weg lopen terwijl hun legeruniformen gewoon op hopen op de grond liggen.
Assad vond zo weinig steun onder de bevolking, zowel bondgenoten als tegenstanders, dat hij in de laatste dagen geïsoleerd kwam te staan. Hij vroeg de Russen om hulp, maar die zeiden dat ze daar geen middelen voor hadden. Ondanks publieke beloften van steun aan het bewind van Assad door het Iraanse regime, was dat tegen vrijdag 6 december begonnen met het evacueren van zijn militaire troepen van de grond, inclusief hooggeplaatste commandanten van de Quds Force. Ze lieten Assad effectief aan zijn lot over. Blijkbaar benaderde hij Trump indirect voor hulp, maar Trump keerde hem de rug toe. Hij bood aan om te onderhandelen met de HTS, maar zij zagen geen noodzaak. Zelfs in de Alawitische stad Qardaha, de thuisstad van de familie al-Assad, haalden menigten standbeelden van zijn vader neer.
Wat is Hayat Tahrir al-Sham?
Hayat Tahrir al-Sham (Organisatie voor de bevrijding van de Levant) is meer een paraplu van gewapende milities. De leider Abu Mohammed al-Julani was een aanhanger van Daesh in de periode na 2011, belast met het opzetten van Jabhat al-Nusra om te vechten voor de oprichting van een islamitische staat in Syrië. Volgens Al-Jazeera splitste al-Julani zich toen af van Daesh, zwoer trouw aan Al Qaida om vervolgens in 2017 Al Qaida af te wijzen en HTS op te richten. Dit ging gepaard met een verandering van doelen, van vechten om een kalifaat te vestigen naar het “bevrijden” van Syrië van de heerschappij van Assad en het opzetten van een nationale islamitische republiek.
HTS werd een serieuze kracht, een van de sterkste milities die in Syrië vechten, na de herovering van Aleppo in 2016 door de troepen van Assad met de steun van de Russische luchtmacht. Veel oppositiestrijders die Aleppo ontvluchtten, kwamen terecht in Idlib, dat in 2017 effectief onder controle stond van HTS met naar verluidt 30.000 strijders. Deze controle zorgde voor een economische basis voor HTS, aangezien veel olie van het land door deze regio naar de belangrijkste haven van Latakia stroomt. Een van de belangrijkste grensovergangen met Turkije stond onder controle van HTS.
De HTS leidde de regering (de zogenaamde “Syrische Heilsregering”) en zorgde voor diensten als scholen en gezondheidszorg, maar ook voor de distributie van hulp terwijl het Assad-regime zijn afschuwelijke bombardementen voortzette. Honderdduizenden Syriërs waren naar de regio gevlucht in een wanhopige poging om Turkije te bereiken, maar vonden de grens gesloten. Ze leven in vluchtelingenkampen, meestal zonder elektriciteit, in wanhopige omstandigheden. Een inwoner merkt ironisch op: “Mensen zijn hier gelijk – iedereen deelt armoede, gebrek aan voedsel en gebrek aan werk.”
De HTS heeft de regio bestuurd als een autoritaire islamitische staat. Journalisten van de oppositie worden gearresteerd en de praktijk van “vermiste personen” is wijdverspreid. Van vrouwen wordt verwacht dat ze de hijab dragen, ze worden niet toegelaten tot belangrijke vakken aan de universiteit en op scholen zijn ze gescheiden op basis van gender. Maar de herinnering aan de opstand van 2011 blijft sterk en leidt tot verzet. Zoals een vrouw uitlegde “de Syrische revolutie doorbrak taboes”. Nog in september organiseerden vrouwen in Idlib demonstraties tegen het veiligheidsbeleid en de repressie door de HTS en eisten ze de verwijdering van haar leider al-Julani.
Imperialistische gieren cirkelen boven Syrië
Ondanks het feit dat ze overrompeld waren door de snelle opmars van de HTS, een organisatie die de VS, het VK, de EU, Rusland, Turkije en anderen als een ‘terroristische organisatie’ voorstelden, heroverwogen ze heel snel hun benadering rond Syrië. Ze deden dit niet om de massa’s te helpen hun situatie te verbeteren, maar om te pakken wat ze kunnen. Hypocriete regeringen zoals die van Groot-Brittannië haasten zich om het label “terrorist” te laten vallen.
Iran heeft een belangrijke strategische partner verloren. Veel van de hulp aan Hezbollah verliep via Syrië, een sleutelelement van ‘de as van verzet’ waarvan Iran hoopte dat die zich zou verzetten tegen het westerse imperialisme in de regio. Rusland heeft een belangrijke bondgenoot in het Midden-Oosten verloren, een regering die het de afgelopen jaren in wezen tegen de val had beschermd. Tardis, in het noorden van Syrië, is Ruslands belangrijkste overzeese marinebasis, die niet alleen wordt gebruikt om Assads luchtaanvallen op de oppositie te ondersteunen, maar ook om de invloed van de NAVO in het Middellandse Zeegebied uit te dagen. Ook de luchtmachtbasis in Hmeymin was van cruciaal belang als transportknooppunt ter ondersteuning van de operaties van Russische (inclusief Wagner) troepen in de Sahel en elders in Afrika. Al dagenlang trekt Rusland nu schepen en vliegtuigen terug en zelfs als het Kremlin erin slaagt om tot een akkoord te komen met de nieuwe regering, heeft het een enorme klap gekregen voor zijn prestige.
Terwijl de ogen van de wereld gericht waren op de inname van Damascus, berekende de VS hoe ze konden profiteren van wat Biden een “risicomoment” en een “historische kans” noemde. Ze gebruikten het weekend om een vloot bommenwerpers te sturen om 75 Daesh-doelen aan te vallen. Maar terwijl Trump al snel in hoofdletters tweette dat “Dit niet onze strijd is. Laat het uitspelen. Raak er niet bij betrokken”, is het duidelijk dat de VS haar strategie drastisch moet heroverwegen. Volgens de Atlantic Council “is de Amerikaanse benadering van Syrië van de afgelopen tien jaar – Assad en zijn Iraanse beschermheren tolereren, hyperfocussen op Islamitische Staat, humanitaire hulp bieden maar politieke en militaire hulp aan de oppositie stopzetten, onbeperkte steun geven aan de YPG/PKK – ingestort. Washington en Jeruzalem zullen met een coherente en constructieve aanpak moeten komen voor de nieuwe leiding in Damascus.”
Israël, dat de verantwoordelijkheid opeiste voor het helpen bij de val van Assad door de capaciteit van Hezbollah te vernietigen, heeft natuurlijk al van de gelegenheid gebruik gemaakt om zijn aanwezigheid in Syrië uit te breiden. Netanyahu heeft de IDF opdracht gegeven om verder op te rukken naar de bezette Golanhoogten en de Israëlische media hebben melding gemaakt van het bombarderen van wapendepots in Noord-Syrië en zelfs Damascus, wat volgens de Israëlische minister van Defensie Katz zal worden opgevoerd om “zware strategische wapens in heel Syrië te vernietigen”.
Dat het Israëlische regime zou proberen voordeel te halen uit de huidige situatie in Syrië komt niet als een verrassing. Maar om te beweren, zoals sommigen ter linkerzijde doen, dat de val van Assad, door het verzwakken van de zogenaamde ‘as van verzet’, een klap is voor de bevrijdingsstrijd van de Palestijnen, gaat volledig voorbij aan het feit dat de dictatuur van Assad nooit iets heeft gegeven om de Palestijnen. Net als vele andere staten in de regio heeft het Syrische regime de Palestijnse zaak cynisch gebruikt om de eigen despotische heerschappij te versterken. Terwijl het regime zich voordeed als een anti-imperialistische verdediger van Palestijnse rechten, onderdrukte het Palestijnse politieke organisaties, belegerde en bombardeerde het het vluchtelingenkamp Yarmouk tijdens de oorlog en werd machteloos toegekeken naar de voortdurende genocide in Gaza. De decennialange de facto wapenstilstand met Israël om de rust op de bezette Golanhoogte te bewaren, leverde zelfs ooit de lof op van Netanyahu zelf. In 2018 zei die: “We hebben al 40 jaar geen probleem meer met het Assad-regime”.
Turkije heeft zijn hand versterkt, zelfs tegen de belangen van de VS en zijn NAVO-partners in. Het is duidelijk dat ondanks het feit dat het de HTS als een terroristische organisatie bestempelt, het de organisatie aan wapens hielp en naar verluidt de opmars van de HTS aanmoedigde. Het maakt nu van de gelegenheid gebruik om zijn aanwezigheid in het noorden uit te breiden.
Dit is inderdaad een waarschuwing. HTS en de nu geallieerde milities hebben Assad dan wel verslagen en Damascus ingenomen, maar ze hebben niet de onvoorwaardelijke controle over heel Syrië. Op dit moment lijkt het erop dat de HTS niet actief op zoek is naar een aanval op de Volksverdedigingseenheden (YPG) en Vrouwenbeschermingseenheden (YPJ) die voornamelijk uit Koerdische militanten bestaan. Het probeert ‘respectabiliteit’ uit te stralen naar internationale, waaronder westerse, regeringen.
Het Syrische Nationale Leger staat echter dichter bij de agenda van Turkije, wat zou kunnen leiden tot een ‘werkverdeling’ tussen de twee gewapende groepen, of mogelijk conflicten tussen hen over hun respectieve strategieën. Met het Turkse volledige verzet tegen Koerdische autonomie is er een reëel gevaar, wat HTS vandaag ook zegt over dat dit een overwinning is “voor alle Syriërs”, van een nieuwe oorlogsfase met Turkije in het noordoosten om de YPG/YPJ te confronteren, die door de VS worden gesteund als hun belangrijkste troef in de strijd tegen Daesh.
In deze gevaarlijke situatie zijn de enige betrouwbare bondgenoten voor het Koerdische volk om hun moeizaam verworven autonomie, democratische, feministische en seculiere rechten te verdedigen, de werkende en arme massa’s in heel Syrië en de regio. Een oproep tot een echte, socialistische revolutie om zich te verzetten tegen alle elites die met een pistool regeren, als imperialistische marionetten of bezetters, inclusief de agressie van de racistische, genocidale Israëlische staat, heeft de potentie om opstanden van de werkende klasse te ontketenen.
Is er een weg vooruit?
Na de feestelijkheden over de omverwerping van de dictator zal de realiteit van het nieuwe regime zich beginnen af te tekenen. Elke poging om een autoritaire islamitische staat te vestigen, zoals de HTS heeft gedaan in Idlib, met grote beperkingen van de rechten van vrouwen en genderminderheden, zal waarschijnlijk op weerstand stuiten van een volk dat nu hoopvol uitkijkt naar een nieuwe toekomst na 54 jaar Assads dictatuur.
Intussen kan de ondergang van Assad de belangen en het prestige van het Iraanse regime een flinke klap toebrengen, terwijl het zijn imperialistische tegenstanders tot op zekere hoogte een hart onder de riem steekt. De opleving van protesten door leraren, studenten en gepensioneerden in Iran afgelopen weekend kan een teken zijn van een verschuiving in deze richting.
Bovendien kan de omverwerping van de wrede dictatuur, die voor velen tien dagen geleden nog ondenkbaar leek, de revolutionaire aspiraties van de werkende en onderdrukte massa’s tegen hun eigen autoritaire heersers in andere landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika nieuw leven inblazen en de geest van verzet tegen kolonialisme en imperialisme, die tot uiting komt in de sterke Palestijnse solidariteitsbeweging in de regio, verder versterken.
Zoals Oraib al Rantani, directeur van het in Amman gevestigde Al-Quds Centre for Political Studies, opmerkt in een artikel op Bloomberg: “De tweede Arabische Lente komt eraan, geen twijfel mogelijk, alle drijfveren zijn er nog steeds: armoede, corruptie, werkloosheid, politieke blokkade en tirannie”.
Tegelijkertijd kan het gemilitariseerde karakter van de omverwerping van Assad – door een gewapende groep zonder democratische controle aan de basis, in plaats van door de massale en actieve strijd van de arbeidersklasse en de onderdrukten – ook bijdragen aan een klimaat van angst en intimidatie, en betekent dit dat elke beweging van onderaf snel te maken kan krijgen met de militaire macht van deze groep. De HTS, zelf een coalitie van verschillende krachten, wordt geconfronteerd met toekomstige conflicten als verschillende belangen opduiken, andere reactionaire gewapende groeperingen strijden om controle en invloed, en als het nieuwe regime andere krachten zoals de Koerden probeert te verslaan. Deze toch al onstabiele mix wordt nog verergerd door de hebzuchtige inmenging van de imperialistische krachten die allemaal hun eigen belangen hebben, zonder rekening te houden met de gewone Syriërs.
Er is een nieuwe aanpak nodig om een echt democratische samenleving op te bouwen, een aanpak die gebaseerd is op de organisatie van de arbeidersklasse, de enige kracht die in staat is om de bevolking over nationale en etnische lijnen heen te verenigen, die in staat is om autoritarisme, onderdrukking, aanvallen op nationale rechten en de rechten van vrouwen en LGBTQ+ mensen te bestrijden. Zo’n strijdmacht zou ook de afschuwelijke economische situatie in Syrië aanpakken door de natuurlijke hulpbronnen van het land in publiek bezit te nemen. Dit vereist dat alle imperialistische machten uit het land worden verdreven en dat ze zich verzetten tegen hun controle en belangen, zoals de controle van de VS over grote delen van de olievelden. Met de rijkdommen van het land onder democratische publieke eigendom en controle zou het mogelijk zijn om een democratisch gecontroleerde planeconomie op te zetten en te streven naar een democratische socialistische federatie van het Midden-Oosten. Dit lijkt misschien nog ver weg, maar dat gold nog maar een weken geleden ook voor de val van Assad.
Een eerste stap zou kunnen bestaan uit het voortzetten van de massale uitbarstingen op de straten en pleinen en deze om te zetten in voortdurende manifestaties voor de wederopbouw van een Syrië dat vrij is van alle onderdrukking.