De bevolking van Myanmar (Birma) komt massaal op straat uit protest tegen de militaire staatsgreep in het land. Ondanks Covid-19 en ondanks repressie door de autoriteiten groeit deze beweging aan. Als de militairen dachten dat ze zomaar met hun staatsgreep zouden wegkomen, vergisten ze zich. Het protest kan beslissend zijn.
Door James Clement (ISA in Groot Brittannië) en Geert Cool (ISA België)
Het leger van Myanmar (de Tatmadaw) ging op 1 februari, de dag voor het aantreden van het nieuwe parlement, over tot een staatsgreep. De noodtoestand werd uitgeroepen, de resultaten van de parlementsverkiezingen van november 2020 ongeldig verklaard en leiders van de NLD (Nationale Liga voor de Democratie) van Aung San Suu Kyi werden opgepakt.
Deze staatsgreep komt op een belangrijk punt voor de gevestigde orde in Myanmar. De legerleiding zag zich de voorbije jaren verplicht om elementen van democratisering toe te laten, onder meer omdat het internationaal vele deuren opende en omdat een protestgolf in 2007 de interne stabiliteit bedreigde. Internationale regeringsleiders stonden in de rij om bij Aung San Suu Kyi op bezoek te gaan na haar vrijlating in 2010. Enkele dagen voor de coup gaf het IMF nog 350 miljoen dollar aan het land in de strijd tegen de Covid-19-pandemie. Voortrekkers van het protest vestigden hun hoop in verandering toen de NLD mee in de regering stapte. Dit leidde echter tot groeiende ontgoocheling. De NLD koos voor loyale samenwerking met de legerleiding. De loyauteit was niet wederzijds: zelfs nadat Aung San Suu Kyi tot in Den Haag de vervolging van de Rohinya-minderheid ging verdedigen, bleef de legerleiding wantrouwig.
De staatsgreep van 1 februari kwam er niet toevallig vlak voordat het nieuwe parlement zou starten. In november 2020 won de NLD van Aung San Suu Kyi een grote meerderheid van de zetels, zelfs indien het leger zichzelf automatisch een kwart van de zetels toekende. Hierdoor zou de NLD een grotere greep op de macht krijgen. De pensionering van Min Aung Hlaing, die in juli 65 wordt, zou bovendien een sterke man in de legerleiding weghalen.
Wellicht dacht de legerleiding dat het met de staatsgreep zou wegkomen, gezien de gezondheidscrisis in eigen land en de toenemende spanningen tussen China en de VS anderzijds. Dat er niet op internationale afkeuring moet gerekend worden, bleek uit de erg voorzichtige reacties van internationale instanties. Voor het Chinese regime is een militaire staatsgreep uiteraard geen probleem, voor zover het regime echter stabiel blijft. De Chinese ”Communistische” Partij (CCP) kan een massabeweging die dictators aan de kant schuift missen als kiespijn. De VS en andere internationale machten zijn terughoudend in hun reacties op de staatsgreep: ze willen het Chinese regime niet teveel ruimte laten in een land met belangrijke natuurlijke rijkdommen.
Het grootste probleem voor de legerleiding en de internationale grootmachten, in het bijzonder China, is het massaprotest. Er werd daar rekening mee gehouden: voortrekkers van zowel het monnikenprotest in 2007 als de opstand van 1988 werden op 1 februari meteen opgepakt. Maar wellicht dacht de legerleiding dat het nu niet zo ver zou komen. Dat de gezondheidscrisis geen absolute rem op bewegingen is, werd nochtans eerder al aangetoond in onder meer buurland Thailand. Als het protest verder ontwikkelt, zou de staatsgreep wel eens de zweep van de contrarevolutie kunnen geweest zijn die de revolutie vooruit brengt.
Waar het annuleren van de verkiezingsresultaten van 1990, toen de NLD in de nasleep van de massabeweging van 1988 won, na een beweging kwam, lijkt de huidige stap van de legerleiding net aanleiding te geven voor een nieuwe beweging. Daarmee wordt de strategie van Aung San Suu Kyi en de NLD-leiding ondermijnd. De afgelopen jaren volgden zij een strategie van loyale samenwerking met de legerleiding. Indien de massabeweging de machtsgreep van het leger stopt, wordt het moeilijk voor Aung San Suu Kyi om die koers gewoon verder te zetten. Enerzijds omdat de staatsgreep het falen van die samenwerking aantoont, anderzijds omdat een massabeweging steeds de neiging heeft om meer eisen te stellen. Een massabeweging stoppen met manoeuvres aan de top is moeilijk, zelfs indien die beweging weinig georganiseerd is en ondanks de ongetwijfeld tegenstrijdige elementen binnen de beweging.
Eens de massa’s in beweging zijn, zal de discussie over democratische rechten snel ook sociale eisen opwerpen. Beiden gaan uiteraard samen. Marxisten laten de discussie over democratie niet over aan de ‘liberale’ vleugels van de heersende klasse, maar nemen aan de strijd deel als de meest consequente democraten waarbij ze democratische eisen verbinden met de noodzaak van revolutionaire strijd voor socialistische verandering. Dat is niet waar de NLD voor staat, wat meteen ook de reden is waarom er de afgelopen jaren een groeiend ongenoegen was tegenover het gevoerde beleid en de koers van de NLD. Als de NLD de verkiezingen van november 2020 won, was dit vooral uit afkeer tegenover het leger. De NLD ligt bovendien moeilijk bij verschillende etnische minderheden in Myanmar, zoals die in de staten Shan en Kachin. In de staat Rakhine haalde de lokale etnische Arakan National Party meer stemmen dan de NLD, bij een opkomst van slechts 25%.
De staatsgreep en het beginnende massaprotest veranderen de situatie. Het is logisch dat veel betogers eerst en vooral de vrijlating van Aung San Suu Kyi en de NLD-leiders eisen. Ze zien in hen een instrument tegen het leger. Tegelijk moet de discussie echter gevoerd worden over hoe de legerleiding echt kan gestopt worden: de methode van Aung San Suu Kyi heeft duidelijk niet gewerkt. Haar politiek van samenwerking werd door de legerleiding als een teken van zwakte gezien. Zoals geweten, zet zwakheid aan tot agressie. Om succesvol te zijn, moet de beweging eigen instrumenten uitbouwen om zowel de beweging zelf te versterken als politieke en sociale eisen die eruit voortvloeien te formuleren en met een zo breed mogelijke betrokkenheid te verdedigen. Duizenden gezondheidswerkers gingen al over tot ”burgerlijke ongehoorzaamheid” in de vorm van stakingen. Ook in de kopermijnen en onder de ambtenaren beginnen stakingsacties.
De oproep om na het protest van onder meer dokters en leraars over te gaan tot een algemene staking biedt heel wat kansen, zeker indien er stakerscomités worden opgezet in alle werkplaatsen en in de wijken, met een coördinatie van deze stakerscomités die de basis kan vormen voor een constituerende vergadering.
Dit is dringend noodzakelijk, al was het in eerste instantie maar om het protest te beschermen tegen repressie en geweld door de autoriteiten. De steun voor de legerleiding is bijzonder beperkt, dat bleek al in de verkiezingen van november 2020 en het zal er met deze staatsgreep niet op verbeterd zijn. Een regime dat in het nauw gedreven is, kan rare bokkensprongen maken. Zeker als het gaat om een regime dat historisch bekend staat om zijn gekke bokkensprongen. Dit kan leiden tot een forse toename van geweld en repressie om het protest met bloed te stoppen. Het regime heeft de betogers al aangevallen met traangas, waterkannonnen en rubberkogels. Het internet en sociale media werden uitgeschakeld.
De massa’s van Myanmar toonden in het verleden reeds aan dat bloedige nederlagen gevolgd worden door nieuwe bewegingen: de ervaringen van 1988 zijn nog niet vergeten. Tegelijk moeten ook politieke lessen getrokken worden: verandering wordt niet bekomen door met de militairen samen te besturen of door hun voorwaarden te aanvaarden. Democratische hervormingen volstaan evenmin om de levensstandaard van de meerderheid van de bevolking te veranderen. Er is nood aan een programma van socialistische maatschappijverandering en de opbouw van een revolutionaire organisatie die deze noodzaak populariseert in georganiseerde en gecoördineerde stakerscomités.
Er kan geen vertrouwen zijn in de instellingen van het globale kapitalisme om een ”progressieve” rol te spelen. De hypocrisie van de ontwikkelde kapitalistische landen, evenals van blokken zoals ASEAN, ten aanzien van de mensenrechten is reeds duidelijk. Het is pas in de nasleep van de staatsgreep zelf en de instabiliteit die deze met zich meebracht dat het grote Japanse bedrijf Kirin en de Singaporese zakenman Lim Kaling publiekelijk hun financiële banden verbroken met de door het leger geleide joint venture van Myanmar.
De massabeweging tegen het regime in het naburige Thailand, die inspiratie haalde uit Hongkong en waarbij veel jongeren betrokken zijn, heeft ook een effect op het bewustzijn van de bevolking van Myanmar. In een recente analyse van de beweging in Thailand door leden van ISA wordt opgeroepen tot de oprichting van “een nieuwe, op strijd gebaseerde linkse partij om de samenleving te veranderen” door in te gaan tegen het leger en de grote bedrijven, maar ook de Thaise koninklijke familie. De beweging in Myanmar moet zich baseren op de werkende klasse, waaronder werkenden uit de speciale economische zones, om een solide basis te leggen voor de strijd van de onderdrukte massa’s in Myanmar en heel het continent.
Update: Ondertussen heeft het leger al vier demonstranten vermoord bij protesten. In 1988 werden zeker 5.000 tegenstanders van de Tatmadaw (het leger) vermoord. Het is goed mogelijk dat de huidige militaire junta opnieuw bereid is om massamoorden te plegen om vooral angst te zaaien.