Interview met Alain Mandiki over de presidentsverkiezingen in de Democratische Republiek Congo (DRC)
In december 2016 moesten presidentsverkiezingen plaatsvinden in de Democratische Republiek Congo (DRC). President Joseph Kabila kan geen kandidaat meer zijn en bleef de verkiezingen maar uitstellen. Onder druk moest hij uiteindelijk toegeven: zeven jaar na zijn betwiste verkiezingsoverwinning komen er verkiezingen voor een opvolger van de man die 18 jaar lang president was, waarvan twee verkozen mandaten. We spraken met Alain Mandiki over de inzet van deze verkiezingen, hij is militant van LSP en volgt de situatie in Congo op de voet.
Interview door Stéphane Delcros
Joseph Kabila werd in 2001 president. Welk bilan maak je van zijn bewind?
“Kabila wilde zich opwerpen als uitdrukking van de naoorlogse stabiliteit en een gunstig investeringsklimaat vestigen. In de plaats daarvan was er een terugkeer van volatiliteit, politieke en sociale instabiliteit. De president had vijf prioriteiten naar voor gebracht: de infrastructuur van (spoor)wegen, creatie van jobs, onderwijs, water- en elektriciteitsvoorzieningen en gezondheidszorg. Kabila liet in zijn afscheidstoespraak in augustus uitschijnen dat hij op die terreinen veel gerealiseerd had. De werkelijkheid ziet er anders uit en de grote meerderheid van de bevolking weet dat.
“Van 2010 tot 2015 was er een gemiddelde jaarlijkse groei van 7,7% van het BBP, wat het regime toeliet om een economische positie uit te bouwen. Maar de groei viel nadien sterk terug tot 2,4% in 2016. Dat kwam onder meer door de zwakke koers van de grondstoffenprijzen. De diepe economische crisis en de poging van Kabila om zich aan de macht vast te houden, zorgden er in dat jaar voor dat werkenden, jongeren en armen op straat kwamen om te protesteren.
“Kabila probeerde zijn macht te stabiliseren, onder meer door wisselende allianties met buitenlandse machten om zo de afnemende sociale basis in eigen land te compenseren. Maar het land raakte niet uit de sociaaleconomische problemen, wat nog versterkt werd door een algemene onveiligheid in Kasaï en Noord-Kivu. Daar zijn er permanent conflicten tussen gewapende groepen. De provincie Noord-Kivu wordt daarbovenop nog getroffen door een dodelijke Ebola-epidemie.”
Centraal Afrika brengt nochtans veel rijkdommen voort…
“Inderdaad, die potentieel enorm grote rijkdom, onder meer door de grond en wat in de ondergrond zit, staat in schril contrast met de weinige middelen van de staatskas. Het belangrijkste argument om de verkiezingen uit te stellen, was overigens de kost ervan. De autoriteiten hebben dit op 1 miljard Amerikaanse dollar geschat. Dat is ongetwijfeld een overdrijving, maar als je het vergelijkt met het totale budget van de overheid dat amper 5 miljard dollar bedraagt, dan krijg je een beeld van het niveau van publieke onderinvesteringen in alle domeinen van het leven in Congo.
“Dit heeft uiteraard alles te maken met hoe de rijkdom verdeeld wordt. Die verdeling gebeurt zo dat de meerderheid van de Congolezen er niets van krijgt.”
Zijn de problemen in Congo vooral het resultaat van slechte leiders? Hun corruptie en wanbeleid worden vaak benadrukt in de gevestigde media.
“Er is effectief sprake van corruptie en wanbeleid, maar dat verklaart niet alles. Je kan de situatie niet begrijpen zonder in te gaan op de logica van het kapitalistische systeem, een systeem dat pas enkele kruimels uitdeelt als het in zijn voortbestaan bedreigd is.
“Het economische beleid van de DRC wordt niet door dit land gecontroleerd. De economie is gericht op export van grondstoffen naar de wereldmarkt. Vervolgens koopt het land dure afgewerkte producten in geïndustrialiseerde landen. De grote multinationale bedrijven stapelen de rijkdommen op in de Congolese mijnbouw. Ondertussen leeft de bevolking die in de mijnen werkt in doffe ellende. De Congolese burgerij is afhankelijk van de export en doet er alles aan om een zo groot mogelijk deel van de taart bij de handel naar zich toe te trekken.”
Terug naar de politieke situatie: is het na eind 2016 niet rustiger geworden in het land?
“Zelfs de belangrijkste spelers in de Congolese crisis werden overrompeld door de volatiliteit. Er waren veel betogingen, de meesten werden bloedig onderdrukt. Er was de dood van Etienne Tshisekedi, een historische tegenstander van het regime. Jean-Pierre Bemba, een andere opposant, kwam terug in het spel nadat hij 10 jaar werd vastgehouden door het Internationaal Strafhof omdat hij vervolgd werd wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid. Bemba werd enkele maanden geleden echter vrijgesproken. In augustus tenslotte werd aangekondigd dat de verkiezingen dan toch zullen plaatsvinden en dat Joseph Kabila geen kandidaat is.”
Van waar die terugtrekking van Kabila?
“Het heeft te maken met de sfeer in het land sinds het begin van de crisis en de toenemende druk, zowel buitelandse als binnenlandse. De herhaalde betogingen en stakingsacties met villes-mortes, waarbij alle handelszaken en diensten dicht blijven, hebben ongetwijfeld een grote rol gespeeld.
“Kabila had alles voorbereid zodat hij een poging kon doen om de macht te behouden. Hij had zijn meerderheid in het parlement vergroot, de administratieve organisatie van de provincies hertekend, maatregelen genomen om de broodprijs te controleren en zo probeerde hij de sociale druk van de straat te verminderen. Hij voerde ook verschillende hervormingen van zijn repressie-apparaat door en schoof de belangrijkste mogelijke opvolgers aan de kant, vooral Moïse Katumbi en Jean-Pierre Bemba.
“Maar desondanks is Kabila niet in staat om op te komen. Hij heeft een stroman moeten aanduiden: Emmanuel Ramazani Shadary. Kabila hoopt hem te kunnen controleren zodat hij zijn eigen economische positie kan verdedigen. Maar het is niet zeker dat er geen kink in de kabel komt.
“De acties en strijd op straat hebben veel offers geëist en werden vaak bloedig onderdrukt door het regime. Maar de acties hadden wel degelijk resultaat. Er zitten nog honderden activisten in de gevangenis en er vielen tientallen doden bij betogingen en belangrijke figuren uit de burgerbewegingen werden vermoord. Zo werd Luc Nkulula vermoord: een leider van LUCHA (Strijd voor verandering), één van de bewegingen die de betogingen de voorbije jaren organiseerden.”
Is er een alternatief op de kliek rond Kabila?
“De belangrijkste oppositiefiguren bieden de bevolking niet bepaald veel hoop. Ze waren allemaal ooit betrokken bij de macht. Geen enkele van deze partijen verdedigt een programma waarmee de meerderheid van de bevolking de economische macht over het land in eigen handen kan nemen.”
Vormen andere spelers, zoals LUCHA, een alternatief?
“Ik wil eerst nog iets zeggen over de rol van de katholieke kerk de afgelopen jaren. De toenemende sociale onrust heeft de leiding van de kerk meermaals onder druk gezet. De kerkelijke leiding probeert haar positie van eerste godsdienst in het land te behouden en meteen ook die van de grootste middenveldorganisatie.
“Acties en burgerbewegingen, zoals LUCHA, hebben de kerk ertoe gebracht om aan het sociaal verzet deel te nemen, vooral om te vermijden dat de eigen positie zou ondermijnd raken. De kerk probeerde de woede te richten op beperktere eisen, voor ‘meer democratie’ bijvoorbeeld.
“LUCHA is een kleine organisatie, maar heeft een aanzienlijk potentieel. Het organiseert vooral opgeleide jongeren en verdedigt vooral democratische eisen, maar ook sociaaleconomische, onder meer voor een beter beheer van de openbare diensten. Het is niet de enige burgerbeweging die opgezet werd in verzet tegen het regime van Kabila. Het feit dat deze bewegingen bestaan en aanwezig zijn onder een steeds grotere laag van de samenleving, wijst op het failliet van het bewind van de president.”
LUCHA is niet de enige organisatie van dit type in Afrika. Er is ook het voorbeeld van Balai Citoyen (Cibal) in Burkina Faso dat een grote rol speelde in het omverwerpen van president Blaise Compaoré eind 2014.
“LUCHA doet inderdaad denken aan gelijkaardige bewegingen die de afgelopen jaren opdoken in Afrika. Er was niet alleen Cibal maar ook Y’en a marre in Senegal en Togo Debout. Deze organisaties staan niet voor dezelfde eisen en methoden. Ze hebben ook niet dezelfde sociale basis in de samenleving. Maar ze delen wel de wil om zich te organiseren en de strijd van onderuit te coördineren met programmapunten die verder gaan dan wat doorgaans verdedigd wordt door de officiële oppositie.
“Ze delen helaas ook een gebrek aan bereidheid om de macht uit te dagen om die zelf in handen te nemen. Nochtans kunnen ze politieke instrumenten worden die staan voor een programma van maatschappijverandering. Zonder dergelijk programma zal het ‘oude regime’ zich steeds herstellen, ondanks overwinningen. Dit zagen we in Burkina Faso. De machtsvraag niet stellen, betekent dat deze in handen van de kliek rond Kabila wordt gelaten of wordt overgelaten aan andere delen van de Congolese elite. De strijd en de druk van onderuit hebben geleid tot het vertrek van Kabila. Dat is erg positief. Maar het volstaat niet om de verwachtingen die door de bewegingen gewekt zijn in te lossen.
“Er zal een coherenter en consistenter politiek instrument nodig zijn dat de werkenden, jongeren en boeren organiseert om hun belangen te verdedigen, maar tegelijk opkomt voor een ander systeem. Een samenleving met een democratisch geplande economie kan een einde maken aan de ellende en de Congolese rijkdommen inzetten voor de volledige bevolking.”
Lees meer over Congo via https://nl.socialisme.be/tag/congo