De regering Rutte III staat voor een meervoudige crisis. Het neoliberale marktdenken is na veertig jaar versleten geraakt. Het was de kapitalistische oplossing voor de crisis van de jaren ’70. Toen waren de uitdagingen voor het kapitalisme de inflatie, de sterke positie van de arbeidersbeweging, de Koude Oorlog. De oplossingen van toen: grootscheepse bezuinigingen en het terugdringen van de arbeidersbeweging zijn de problemen van nu: de overheid geeft zo weinig uit dat het een rem is voor de economie. De werkenden verdienen te weinig om huisvesting te betalen en de economie aan de gang te houden.
door Pieter Brans, Amsterdam
Zelfs de overwinning van het kapitalisme in de Koude Oorlog is in zijn tegendeel verkeerd. China is (met Rusland) een tegenstrever van de VS en West-Europa geworden in plaats van een bron van goedkope arbeidskracht.
Het oppotten van het geld bij de banken en de rijken is nu een probleem en natuurlijk het klimaat. Internationale verhoudingen verslechteren. Voor al deze problemen heeft het kapitalisme geen oplossingen. Ook de Nederlandse regering staat met lege handen en kampt bovendien met uitvoeringsmoeilijkheden zoals in de belastingtoeslagen, de jeugdzorg, zelfs het uitgeven van rijbewijzen is een probleem.
De toverstaf uit het verleden werkt niet meer. Zelfs werkgevers vinden dat de flex is doorgeschoten, de landbouwsector (Nederland is de tweede grootste landbouwexporteur in de wereld!) verspreidt een ongehoorde hoeveelheid stikstof, het onderwijs is leeg bezuinigd, bij defensie ontploffen tweedehands granaten in de mortieren en verder gaan met privatisering kan niet meer… Er is zoveel aardgas uit de grond getrokken dat Groningen begint te verzakken, er zijn te veel kolencentrales gebouwd die nu dicht moeten vanwege de CO2 uitstoot.
Maar het kapitalisme internationaal en ook in Nederland, beschikt over één belangrijke troefkaart. Een soort van schoppenaas…er is geen politiek alternatief. Alle partijen houden het neoliberalisme overeind, soms met een wat groener randje, soms een rood lijntje. De SP, die als enige nog een geluid tegen het neoliberalisme laat horen, heeft keer op keer kansen gemist om een nieuw politiek alternatief voor de werkende klasse te worden. En dan zijn er nog de rechts-populistische partijen. Zij slagen erin van het anti-establishmentgevoel te profiteren, maar in feite zorgen zij met hun racisme er juist voor, dat een ééngemaakte strijd van werkenden, ongeacht afkomst, tegen de werkelijke tegenstanders (de regering en de rijken), moeilijker wordt.
Het gebrek aan een brede arbeiderspartij, democratisch georganiseerd, laat zich steeds duidelijker voelen. Het overal oplaaiende verzet tegen het regeringsbeleid heeft geen politieke stem. Op dit moment is er veel verzet vanuit werkers (m/v) vanuit de publieke sector, vooral onderwijs en gezondheidszorg. Maar ook in veel andere sectoren rommelt het. In de distributie sector, transport, banken en verzekeringsbedrijven, de bouw, overal staan de arbeidsvoorwaarden zwaar onder druk. Tekorten aan arbeidskrachten dreigen. Dat betekent dat ondanks het dempende effect van een economische teruggang, actievoeren in de komende tijd zal lonen.
Daarnaast zijn veel jongeren, scholieren en studenten actief geworden op het gebied van het klimaat. Met een gezamenlijk protest moet het lukken om de regering onder druk te zetten en uiteindelijk weg te krijgen. Weg met Rutte III. Op naar een socialistisch alternatief.