Vijftig jaar geleden, op 9 oktober 1967, werd de Argentijnse revolutionair Ernesto ‘Che’ Guevara vermoord. Hij is vooral bekend omwille van zijn rol in de Cubaanse Revolutie en blijft tot op vandaag één van de belangrijkste en meest inspirerende figuren in de geschiedenis van de revolutionaire linkerzijde. Zijn onverzettelijkheid en onwrikbaar geloof in de mogelijkheid en noodzaak van een socialistische omvorming van de maatschappij vormden ongetwijfeld zijn grootste politieke sterkte. De weg naar een socialistische samenleving was voor Che een discussiepunt waar hij zijn hele leven mee bezig was. De onduidelijkheid op dat vlak vormde wellicht zijn grootste politieke zwakte. Welke lessen kunnen we vandaag trekken uit zijn strijd?
Artikel door Jarmo (Antwerpen)
Symbool van strijd
Vijftig jaar na zijn dood blijft Che Guevara de gemoederen beroeren. Niet enkel in Latijns-Amerika, maar ook hier in Europa en elders in de wereld, kom je zijn gezicht nog steeds tegen op allerhande betogingen en acties. Jongeren die voor het eerst met strijd in aanraking komen, dragen T-shirts met zijn afbeelding erop. De Cubaanse Revolutie waarin hij een rol van onschatbare waarde speelde, is nog steeds een inspirerende historische gebeurtenis voor velen ter linkerzijde. Zijn gewelddadige dood in Bolivia heeft van hem een revolutionaire legende gemaakt, zeker nu het kapitalisme zich opnieuw in een doodlopend straatje bevindt en de roep naar een alternatief op dit systeem wereldwijd steeds luider klinkt.
Che Guevara werd een politiek activist nadat hij twee rondreizen door Latijns-Amerika had gemaakt. De armoede en uitzichtloosheid waarmee hij tijdens die reizen geconfronteerd werd, maakten hem vatbaar voor revolutionair socialisme. Vanuit zijn middenklasse-achtergrond en met een opleiding geneeskunde achter de rug, had hij makkelijk een veel comfortabeler leven kunnen leiden. Toch koos hij ervoor zijn achtergrond achter zich te laten en zijn leven volledig te wijden aan de strijd tegen kapitalisme en imperialisme. Dat draagt ongetwijfeld bij tot zijn legendarische status.
Maatschappijverandering
Che Guevara ging op zoek naar manieren om de samenleving te veranderen. Zijn vertrouwen in de verschillende Latijns-Amerikaanse communistische partijen was echter diep geschonden. Hij verweet hen conservatief en orthodox te zijn.
De ervaringen in Guatemala hadden eveneens een diepe impact op Che’s politieke ontwikkeling. Daar was een populaire regering aan de macht gekomen onder leiding van Jacobo Arbenz. Die voerde een aantal maatregelen door die rechtstreeks ingingen tegen de belangen van het Amerikaans imperialisme. Er was een beperkte landhervorming en zelfs een nationalisering van de United Fruit Company, één van de belangrijkste multinationals uit de VS in Latijns-Amerika.
Maar – net zoals in Chili 20 jaar later en in Venezuela vandaag – werd er niet met het kapitalisme en het grootgrondbezit gebroken. Dat gaf de reactie de tijd en de mogelijkheid om zich te organiseren en geduldig haar moment af te wachten. Met steun van de CIA werd een staatsgreep gepleegd waarna alle hervormingen werden teruggedraaid. Arbenz weigerde aanvankelijk zijn bevolking te bewapenen tegen de reactie en steunde onterecht op de loyauteit van de legerleiding aan de democratische grondwet.
Die houding komt voort uit een visie die stelt dat de arbeidersklasse de macht nog niet kan nemen als de belangrijkste burgerlijke hervormingen nog niet doorgevoerd zijn. Eerst zou er dus een fase moeten komen waarin de ‘progressieve’ burgerij de macht in handen heeft, vooraleer er over socialisme gesproken kan worden. Deze theorie heeft in de geschiedenis al vaker tot rampzalige gevolgen geleid, zeker in een periode waarin het kapitalisme in verval is en nationale burgerijen niet in staat zijn ook maar de minste progressieve hervorming door te voeren.
De Cubaanse Revolutie
Het bracht Che Guevara ertoe om zich aan te sluiten bij de 26 Juli-beweging van Fidel Castro. Dat was een militie die de gehate dictator Batista via guerrilla-oorlog van de macht wou verdrijven. Het was aanvankelijk een nationaal-burgerlijke groep, die landhervormingen wou doorvoeren en een dam wou opwerpen tegen de invloed van het Amerikaans imperialisme. Cuba was immers al lang een speeltuin van dat imperialisme geworden, met casino’s en bordelen die het straatbeeld domineerden terwijl de Cubaanse bevolking honger leed. Maar Che Guevara was wel al socialist. Hij speelde een levensbelangrijke rol in het verderzetten van de Cubaanse Revolutie de eerste jaren na de machtsovername. Ook het feit dat er met de Sovjet-Unie een reëel bestaand alternatief op het kapitalisme was en de boycot-politiek van de Verenigde Staten droegen daartoe bij. Het leidde ertoe dat er in Cuba wel een fundamentele breuk met het kapitalisme kwam en een geplande economie werd geïnstalleerd. Dat zorgde in sneltempo voor een enorme alfabetisering van het eiland, een sterk uitgebouwd openbaar gezondheidssysteem, grote investeringen in onderwijs en een stijging van de levensstandaard tot 75 jaar. Dat zijn verwezenlijkingen die enkel door een geplande economie tot stand gebracht kunnen worden.
Anderzijds was het bestuur van Cuba van bij het begin bureaucratisch georganiseerd, met weinig tot geen democratische rechten en al helemaal geen democratisch beheer van de economie en de samenleving. Dat heeft te maken met de manier waarop de revolutie is gevoerd; die elementen waren bij het begin van het revolutionair proces al aanwezig. In Cuba werd de macht niet door de georganiseerde arbeidersbeweging gegrepen, maar wel door een kleine groep guerilla-revolutionairen.
Onder andere door de agressieve reactie door de Cubaanse kapitalisten en het imperialisme en door het bestaan van de Sovjet-Unie, werd overgegaan tot socialistische maatregelen, maar het democratische aspect ontbrak. De regering werd samengesteld uit ministers die ex-guerillero’s waren. De werkende bevolking werd amper tot niet in het revolutionair proces betrokken, hoewel hun steun aan de revolutie een onmisbaar element was in het slagen van de revolutie.
Che Guevara was een groot tegenstander van die bureaucratische structuur. Na een bezoek achter het IJzeren Gordijn schold hij de lokale bureaucraten daar uit voor ‘paardenstront’. Het leidde ertoe dat hij zich afwendde van het Cubaanse regime en zijn revolutionaire activiteiten elders verderzette. Dat deed hij onder meer in Congo en Bolivia, waar hij uiteindelijk door de CIA vermoord werd.
Bij zijn dood werd in Che Guevara’s rugzak een boek van Trotski gevonden. Dat is niet toevallig, kort na zijn bezoek aan de Sovjet-Unie en zijn teleurstelling in het bureaucratische karakter van de Cubaanse regering. Wellicht was hij nog steeds op zoek naar manieren om zijn politieke ontwikkeling verder te verfijnen. Een goed begrip van het revolutionaire proces zou er ongetwijfeld toe geleid hebben dat hij had ingezien dat de arbeidersklasse de drijvende kracht achter socialistische revolutie is.
1917: de arbeidersklasse grijpt de macht
De arbeidersklasse heeft door haar economische positie en haar georganiseerd karakter de sleutel in handen om het kapitalisme omver te werpen. Dat was in 1917 al aangetoond door de bolsjewistische revolutie.
In Rusland werd het revolutionaire proces wel door de georganiseerde arbeidersklasse gevoerd, met de bolsjewieken aan haar hoofd. De bolsjewistische partij begreep dit aspect uitstekend. De geplande economie die na 1917 in Rusland werd gevestigd, had daardoor ook een ander karakter dan die in Cuba. Doorheen het proces hadden de arbeiders zich al georganiseerd in sovjets, democratische controle-organen die het beheer van de samenleving na de revolutie op zich namen. Dat zorgde ervoor dat er geen bureaucratische structuur was en de macht werd overgedragen aan de gehele werkende bevolking. Het was pas na de dood van Lenin dat een bureaucratische elite, ontstaan uit de geïsoleerde positie van de socialistische staat en de ontberingen die ermee gepaard gingen, ook in Rusland de macht uit handen van de arbeidersklasse kon nemen, onder leiding van Stalin.
50 jaar na de dood van Che Guevara en 100 jaar na de Russische Revolutie blijft dit één van de belangrijkste lessen die socialisten uit de geschiedenis moeten trekken. Een democratisch socialistische samenleving moet het werk zijn van de werkende bevolking zelf. In de huidige periode van een zieltogend kapitalisme en een herleving van interesse in socialistische ideeën, is dit een belangrijk aspect dat in elke discussie aanwezig moet zijn. Enkel zo zal de arbeidersklasse erin slagen het kapitalisme voor eens en voor altijd opzij te zetten, en een democratisch socialistische samenleving te installeren.