Drie maanden na de parlementsverkiezingen van 4 maart heeft Italië weer een regering. Op 1 juni werd de geel-groene regering officieel aangesteld. De regering wordt geleid door de advocaat Giuseppe Conte en twee vicepremiers – de politieke leider van de Vijfsterrenbeweging Luigi di Maio en die van de Lega, Metteo Salvini. De vertrouwensstemming zal de komende dagen plaatsvinden in Senaat en Kamer. Met enkele kleine verschuivingen is dit dezelfde regering die vorige week door president Sergio Mattarella werd verworpen.
De weigering van de president om Paolo Savona als minister van Financiën aan te stellen, werd omzeild door Savona aan te stellen als minister zonder portefeuille maar met een mandaat voor lokale bestuurskwesties. De delicate positie van Financiën zal opgenomen worden door professor Giovanni Tria, een euroscepticus die dicht bij de Lega staat en aangesteld werd op advies van dezelfde Savona.
Het voorstel om Savona aan te stellen, leidde vorige week tot een hele reeks afwijzende reacties door Europese regeringen en zelfs tot enige paniek op de internationale markten. Mattarella stond onder druk van deze markten om een ‘verantwoordelijke’ benadering aan te nemen. Hij maakte gebruik van zijn presidentiële macht om de vorming tegen te houden van een regering die al dan niet terecht als fundamenteel eurosceptisch werd gezien.
Paolo Savono lag onder vuur bij de Europese ministeries van Financiën, de beurzen en de ratingagentschappen. Hij werd gezien als iemand die in staat is om zich niets aan te trekken van de EU. Paolo Savono is 82 jaar oud en heeft een lange loopbaan als vertegenwoordiger van het establishment en de grote banken achter zich. Hij was minister onder Ciampi, manager bij BNL, oprichter van de private universiteit van werkgeversfederatie Confindustria, … Kortom, het is iemand die van het establishment en de grote Italiaanse burgerij komt. Maar toch wordt hij gezien als iemand die zich onder druk tegen de Europese Unie en de euro zelf kan keren.
De controverse rond Savona wijst op bezorgdheid en angst over de mogelijkheid van een economisch beleid dat Italië op enkele weken tijd uit de muntunie kan halen. De schandalige tussenkomst van Mattarella toonde de diepte van de angst en de zenuwachtigheid over de toekomst bij een groot deel van de Italiaanse en de Europese heersende klassen.
Er is een machtsstrijd tussen vertegenwoordigers van het Italiaanse kapitalisme. De sectoren die vooral voor de binnenlandse markt produceren en gebukt gaan onder globalisering, willen de door Brussel opgelegde beperkingen doorbreken. Anderzijds zijn er grote exportgerichte bedrijven die verbonden zijn met het internationaal kapitaal en van daaruit een grotere integratie van nationale economieën willen. De president kwam tussen namens het Italiaanse establishment dat in de verkiezingen een zware opdoffer kreeg met tegenvallende resultaten voor de Democratische Partij (PD) en Forza Italia.
De suggestie van Savona als minister van Financiën leidde tot een wespennest, wat veel zegt over de gezondheid van de economie en het kredietstelsel in het land. Italië kent enorme economische problemen met een van de hoogste publieke schulden ter wereld, een langdurig uitblijven van echte groei, een werkloosheidsgraad van 11% en een bijzonder instabiel bankensysteem. Hiermee bedreigt het de volledige munt en economie van het oude continent.
Nieuwe regering
De nieuwe regering onder leiding van Giuseppe Conte zal in de feiten geleid worden door Salvini (Lega) en Di Maio (Vijfsterrenbeweging). Zij zullen elk proberen om belangrijke onderdelen van hun kiesprogramma te realiseren. Di Maio wil als minister van Werk maatregelen doorvoeren waardoor de laagste inkomens erop vooruit gaan, mogelijk zal hij zelfs het volledig plan van een burgerinkomen proberen door te voeren. Salvini wordt minister van Binnenlandse Zaken. Hij verklaarde: “Het mooie leven van illegale migranten is voorbij.” Een dag na deze racistische verklaring werd de Malinese landarbeider en vakbondslid Sacko Soumayla vermoord. Hij werd in het gezicht geschoten toen hij planken verzamelde voor zijn geïmproviseerde woning in een krottenwijk.
Het is een indicatie van het klimaat in het land. Matteo Salvini verklaarde dat alle mensen-zonder-papieren – het gaat om 500.000 mensen – het land zullen uitgezet worden. Hij is niet de enige minister met erg rechtse standpunten. De nieuwe minister van gezinnen, Veronese, is een katholieke extremistische advocaat van de Lega. Hij denkt onder meer dat homoseksualiteit een gevaar voor de samenleving is en houdt er seksistische en anti-abortusstandpunten op na.
In deze ‘regering van verandering’ zit ook de advocaat Buongiorno, een voormalige vertrouweling en advocaat van de rechtse premier Andreotti. Hij wordt minister van Publieke Administratie. Moavero Milanesi, een voormalige minister in de regeringen Monti en Letta, en ook lange tijd een Europese topfiguur, wordt minister van Buitenlandse Zaken. Zijn collega op onderwijs wordt Marco Bussetti, een vroegere leraar fysica op een private school. Het ministerie van leefmilieu wordt geleid door een generaal van de Carabinieri, Sergio Costa.
Het nieuwe “gezicht van verandering” is dus een regering die duidelijk rechts gepositioneerd staat en enkele technische figuren heeft aangetrokken om de “goede naam van de instellingen” te garanderen. Er zitten fascisten van de Lega in naast figuren uit de oude Eerste Republiek. Dit zal geen stabiliteit brengen.
Veel Italianen hebben tegen het establishment en voor populistische partijen gestemd. Het maakt dat deze regering onvermijdelijk zal botsen op de verwachtingen van werkenden en jongeren. De repressie die tegen activisten, syndicalisten, migranten en vrouwen zal gevoerd worden, moet leiden tot sterke reacties. De afwezigheid van een geloofwaardige klassenoppositie tegen deze regering zal de behoefte aan een nieuwe arbeiderspartij op de agenda zetten. Resistenze Internazionale zal hierin een actieve rol spelen.