Op 14 augustus stortte een strook van ongeveer 200 meter lang van de brug Morandi op de A10 van Genua naar Ventimiglia in. Het ging om een stuk brug boven een woonwijk van de stad Genua.
Door Giuliano Brunetti, Resistenze Internazionali (CWI in Italië)
Bij de ramp kwamen 43 mensen om, naast tientallen gewonden waaronder enkele ernstige gewonden. Het instortingsgevaar voor de rest van de brug dwongen het stadsbestuur van Genua om over te gaan tot de evacuatie van huizen in de wijk Fillak. Meer dan 600 mensen moesten hun huis verlaten.
Om een idee te geven van de emotionele dimensie van de tragedie: jaarlijks rijden er gemiddeld 25 miljoen auto’s over dat stuk snelweg. Het is een erg grote brug die in 1967 werd opgericht als symbool van de Italiaanse economische groei. De brug vormde de belangrijkste verbinding tussen Genua en het westen van Ligurië, in een stad die nauw ingesloten zit tussen de zee en de Alpen.
Het naburige viaduct Polcevera was eveneens de belangrijkste doorgang van en naar Frankrijk. Iedereen in Genua en vele anderen hebben meermaals over de brug Morandi gereden. Deze verschrikkelijke tragedie heeft een volledige stad en een heel land in schok achtergelaten. Er kwam heel veel solidariteit met de slachtoffers vanuit heel Genua en de rest van Italië. Zo schrapte het gemeentebestuur van Napels de geplande festiviteiten midden augustus uit solidariteit met de slachtoffers. Er wordt zelfs gezegd dat de start van het voetbalseizoen mogelijk wat zal opschuiven. Iedereen vraagt zich af hoe dit mogelijk is in een land waar twee millennia geleden bruggen en aquaducten gebouwd werden door de oude Romeinen die vandaag nog steeds overeind staan, terwijl deze imposante brug die eeuwen moest meegaan van de ene dag op de andere instort.
Op de dag van de begrafenis van de slachtoffers, worden nog steeds brokstukken opgeruimd. Resistenze Internazionali betuigt solidariteit met de familie en vrienden van de slachtoffers van deze ramp waarin vooral gewone werkenden werden getroffen. Onder de doden zijn er wegenwerkers, personeelsleden van gemeentebedrijven zoals AMIU (waaronder een jonge werkende met een contract van korte duur) en ASTER, naast jongeren en families die op weg naar het strand waren.
Privatiseringen, winst en kapitalisme verantwoordelijk
Deze ramp kon en moest vermeden worden. De ineenstorting van de brug en de rampzalige gevolgen voor het leven van honderden mensen is enkel en alleen toe te schrijven aan de winsthonger van private bedrijven en het crimineel beleid van de privatisering van het Italiaanse snelwegennet. Private burgers en specifiek de familie Benetton, één van de ergste van het Italiaanse kapitalisme, konden hun stempel drukken op de Italiaanse snelwegen.
We moeten klaar en duidelijk zijn: de ineenstorting van deze brug is niet het resultaat van een onvoorspelbare of onvermijdbare gebeurtenis. Het is niet het resultaat van overstromingen of een blikseminslag, maar wel van een specifieke politieke keuze: de beslissing om het beheer van de Italiaanse snelwegen over te laten aan de private sector. Die verbergt de belangen en verantwoordelijkheden in een systeem van holdings en onderaannemers die beschermd worden door wetten die speciaal voor hen geschreven werden.
De privatisering van de Italiaanse snelwegen gebeurde door de zogenaamde ‘centrumlinkse’ regering van Massimo D’Alema in 1999. Maar om helemaal eerlijk te zijn, moeten we opmerken dat de privatiseringsdrang in de jaren 1980 begon en doorgevoerd werd door zowel ‘centrum rechts’ als ‘centrum links’, met een piek op het ogenblik dat ‘centrum links’ aan de macht was.
Als onderdeel van deze privatiseringsgolf werd 6.500 kilometer aan snelwegen uitbesteed aan private bedrijven die in ruil voor de betaling van een jaarlijkse symbolische bijdrage grote winsten konden boeken door tol te heffen, terwijl er niet geïnvesteerd werd in onderhoud. De onderhoudskosten gaan regelrecht in tegen het belangrijkste belang van kapitalisten in deze economie: de maximalisatie van winsten tegen elke prijs, zelfs indien het ingaat tegen de algemene belangen van de samenleving.
In 2000 verkreeg de familie Benetton de controle over de grootste concessiehouder, Autostrade per l’Italia, dat verantwoordelijk is voor het beheer van het grootste deel van de snelwegen, waaronder de brug Morandi. Deze concessiehouder is in handen van Atlantia SpA, een holding die voor 30% in handen is van de familie Benetton. Atlantia beheert en controleert snelwegen en luchthavens doorheen de wereld met miljardeninvesteringen in India, Brazilië, Frankrijk en sinds dit jaar ook in Spanje door de aankoop van aandelen in Abertis Infraestructuras, dat tol op Spaanse snelwegen beheert. Het grote bedrijf haalde op een jaar tijd 1,7 miljard euro inkomsten uit tol alleen. Het is dus zeker geen bedrijf in crisis.
De familie-Benetton, de grootste aandeelhouder van Atlantia, investeert in verschillende sectoren en doet er alles aan om de winsten op te drijven. Het verband tussen deze familie en de bedrijven in Bangladesh waarvoor de slachtoffers van de Rana Plaza tragedie in Dhaka in april 2013 werkten, werd eerder aangetoond. Bij die tragedie stortte een gebouw van acht verdiepingen in waarbij meer dan 1000 textielarbeiders omkwamen.
In Argentinië is deze familie betrokken bij de privatisering van landbouwgrond in Patagonia en in de ‘verdwijning’ van Mapuche-activist Santiago Maldonado in 2017. Deze activist stond jarenlang vooraan in de strijd voor het behoud van de grond.
Als antwoord op het gerucht dat de concessie voor het beheer voor de snelwegen vervroegd kan ingetrokken worden (in plaats van de afgesproken termijn tot 2042 uit te doen), stelde het bedrijf meteen dat het in dat geval de betaling zal eisen van de restwaarde van de concessie. Een eerste schatting heeft het over 20 miljard euro.
We hebben dus te maken met een familie van cynische kapitalisten die er alles aan doen om winsten te boeken. Het probleem beperkt zich niet tot de Benettons, maar omvat het hele systeem dat het beheer van infrastructuur aan de private sector toevertrouwt zodat de privé met de winsten gaat lopen terwijl de verliezen voor de gemeenschap zijn.
Woede onder slachtoffers en publieke opinie
Op zaterdag werd een staatsbegrafenis gehouden voor de slachtoffers van de tragedie. Heel wat families weigerden deel uit te maken van deze staatsbegrafenis. De moeder van één van de slachtoffers klaagde de “processie van politici” aan. De moeder van een ander slachtoffer stelde: “De staat heeft dit allemaal veroorzaakt en nu is het een komen en gaan van politici. Ze zouden zich beter niet vertonen.” De vader van een overleden jongen schreef op Facebook: “We willen geen begrafenisshow, maar een ceremonie bij ons, in onze kerk van Torre del Greco. Het is persoonlijk lijden, we hebben daar geen catwalk voor nodig. Vanaf vandaag begint onze oorlog voor gerechtigheid, voor de waarheid: dit mag nooit meer gebeuren.”
Het feit dat zoveel gezinnen een staatsbegrafenis weigerden, is opvallend en een uitdrukking van de kloof tussen gewone mensen, instellingen en de politieke elite die verantwoordelijk wordt geacht voor de tragedie. De staatsbegrafenis vond plaats in een surrealistische sfeer. De hele stad lag plat met winkels en restaurants die de deuren sloten uit respect voor de slachtoffers en uit rouw. De hoogwaardigheidsbekleders namen ondertussen deel aan een ceremonie. President Sergio Mattarella was er, net zoals premier Giuseppe Conte en de vicepremiers Salvini en Di Maio. Sommige journalisten hadden het over applaus voor de regeringsvertegenwoordigers, maar het applaus was eigenlijk voor de brandweerlieden, de civiele bescherming en het zorgpersoneel dat dagenlang werkte in het puin van de brug.
Als er geen openlijke vijandigheid was tegen de politici van de regering, kwam dit door hun belofte van “gerechtigheid” en door de beslissing van de minister van Infrastructuur, Toninelli, om een procedure op te starten om de concessie aan de Atlantia-groep op te zeggen. Het gevoel na de ramp toont de kracht van de afkeer tegen het establishment, een afkeer die leidde tot de vorming van een regering waarin velen hoop op wraak en verandering plaatsten.
Het verschil tussen de woorden van de regeringsverantwoordelijken en de reële solidariteit van onderuit door tienduizenden burgers van Genua was echter opmerkelijk. De instorting van de brug leidt tot een debat in de Italiaanse samenleving. Dit heeft en zal grote sociale en politieke gevolgen hebben. Voor veel gewone mensen is dit het definitieve einde van enig vertrouwen in de instellingen. Velen vragen zich af: ‘als we de ‘experts’ en technici die verantwoordelijk zijn voor het beheer van een veelgebruikte brug al niet meer kunnen vertrouwen, wat en wie kunnen we dan wel nog vertrouwen?’
Politieke elite in de touwen – voor de nationalisatie zonder compensatie van de snelwegen
De instorting van de brug bracht de grote politieke partijen in de moeilijkheden. Zo moest de Vijfsterrenbeweging artikels van zijn website halen waarin geschreven werd over het ‘sprookje’ van een mogelijke instorting van de brug Morandi. Tegelijk raakte bekend dat de Benettons financiële steun gaven aan de verkiezingscampagnes van zowel de vorige regerende Democratische Partij als de rechtse Lega van Salvini, de vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken. Huidig premier Conte werkte voorheen als advocaat en trad op voor Aiscat, de instantie voor Italiaanse wegen en tunnels.
Onder druk van de publieke opinie moest dezelfde Conte nu verklaren dat de concessie van de snelwegen aan de groep die ze nu beheert mogelijk zal ingetrokken worden. Dat had al lang moeten gebeurd zijn. Maar binnen de regels van de kapitalistische economie riskeert de staat daar een hoge boete voor te moeten betalen, waarmee de eigenaars van de concessie paradoxaal genoeg nog rijker zouden worden. Bovendien is het geen oplossing om het beheer van de ene grote kapitalistische groep gewoon over te dragen aan een andere. Dit zal geen einde maken aan de problemen van gebrekkig onderhoud, dure tol en private winsten.
Een recent onderzoek vlak voor de ramp gaf aan dat 81% van de Italianen voorstander is van de hernationalisatie van de snelwegen. Dat is wat er moet gebeuren. Het volledige netwerk moet zo snel mogelijk terug in publieke handen komen. Het netwerk moet uit de klauwen van private bedrijven gehaald worden en er moet meteen een onderzoek komen naar het onderhoud van alle infrastructuur, te beginnen met alle constructies van gewapend beton gebouwd in de jaren 1960.
Om te verhinderen dat de kost van de nationalisatie naar de gewone bevolking wordt doorgeschoven, mogelijk in de vorm van hogere tolheffingen, moet dit proces gebeuren zonder enige vorm van compensatie voor de oude operatoren van het snelwegennet.
De terechte kritiek op de privatisering en op de Benetton-groep moet ook gekoppeld worden aan een bredere kijk op de langdurige crisis van het kapitalisme in Italië en de gevolgen van het besparingsbeleid de afgelopen decennia. Waar er in 2007 nog 14 miljard euro in wegen werd geïnvesteerd, nam dit tegen 2015 al af tot 5 miljard euro. De Morandi-brug is sinds 2004 de 12de Italiaanse brug die instort.
In een poging om de woede van de publieke opinie na de instorting van de brug tegen de EU te richten, verklaarde Matteo Salvini van de Lega dat de instorting het gevolg was van het besparingsbeleid dat door Brussel wordt opgelegd.
Deze onhandige poging om gebruik te maken van de woede onder de Italiaanse bevolking om uit te halen naar de EU is er enerzijds op gericht om de directe en indirecte verantwoordelijkheid van zijn partij en zijn instabiele regering te verdoezelen. Anderzijds is het ook bedoeld om de aandacht af te leiden van de echte verantwoordelijken. Salvini wil dat de woede niet gericht is op kwesties als de concessies, privatiseringen of de hernationalisatie van de snelwegen. Zijn poging moet meteen verworpen worden. We aanvaarden niet dat een minister van Binnenlandse Zaken deze ramp probeert te misbruiken, terwijl hij op de avond van de ramp op Sicilië aan het feesten was in plaats van de stad te bezoeken. Salvini wist niet hoe hij ernstig moest reageren op de tragedie, maar blijft ondertussen wel interviews geven om uit te halen naar migranten. Op de dag van de staatsbegrafenis nam hij tijdens de ceremonie selfies met zijn aanhangers.
We moeten ingaan tegen de nationalistische pogingen van Salvini om de kritiek van het kapitalisme zelf en de Italiaanse heersende klasse weg te richten, door de verantwoordelijkheid door te schuiven naar het besparingsbeleid van de EU. De EU legt effectief een besparingsbeleid op, maar om dit beleid te stoppen zal er meer nodig zijn dan een breuk met de EU.
Enkel een structurele breuk met het kapitalisme en de wetten van dit systeem kunnen gelijkaardige rampen in de toekomst vermijden. Een socialistische samenleving gebaseerd op de kracht en zelforganisatie van de werkenden en gewone mensen, zou niet alleen de nodige middelen voorzien voor onderhoud en controle van infrastructuur, maar zou ook opteren voor de bouw van bruggen, wegen en snelwegen naargelang het sociale nut en de ecologische impact ervan en niet naargelang de winsten op korte termijn.
Om dergelijke rampen te vermijden en de slachtoffers van de instorting te respecteren, eist Resistenze Internazionali:
- Vestigen van een onafhankelijke onderzoekscommissie die los staat van de regering, met betrokkenheid van grote organisaties als vakbonden en wijkorganisaties, om na te gaan wie waarvoor verantwoordelijk was.
- Toekennen van compensatie voor de families van slachtoffers en mensen die geëvacueerd werden.
- Onmiddellijke controle van de veiligheid van alle risicovolle constructies, te beginnen met het vervangen van betonnen pijlers door ijzeren structuren.
- Intrekking zonder compensatie van de overheidsconcessie aan de groep Autostrade per l’Italia.
- Afschaffing van het staatsgeheim over alle overheidsconcessies.
- Afschaffing van tol op wegen.
- Hernationalisatie zonder compensatie voor bedrijven als Atlantia. Het Italiaanse wegennet moet onder controle en beheer van de werkenden in de sector en hun vertegenwoordigers geplaatst worden, met de nodige publieke middelen, als onderdeel van een omvattend transportplan.