Studenten en personeel van het hoger onderwijs protesteren tegen een nieuwe ronde van structurele bezuinigingen op de budgetten van het onderwijs. Deze bezuinigingsmaatregel, de zogenaamde ‘Doelmatigheidskorting’, is een bezuiniging van 183 miljoen euro. Daarmee wordt een publieke dienst verder ondermijnd die al bijna op de intensive care ligt. Het budget per student is met 25% gedaald sinds 2000. De minister lijkt niet bereid uit eigen vrije wil om meer te investeren in het onderwijs – de regering zal slechts haar beleid veranderen onder druk van de komende protesten.
Artikel door Aindriú
Arbeidsomstandigheden van docenten zijn leeromstandigheden van studenten
De rek is er uit – er is al veel te veel bezuinigd op het budget voor onderwijs. De bezuinigingen hebben een punt bereikt, waarop ze de basis van ons onderwijs bedreigen. Dit betekent een enorme verhoging van de werkdruk voor docenten, onderzoekers en ander personeel, en een achteruitgang van de kwaliteit voor studenten.
Verder zijn studenten sinds het afschaffen van de basisbeurs en het invoeren van het leenstelsel onder veel hogere druk komen te staan. Dit ontmoedigt vooral jongeren uit arbeidersgezinnen om door te studeren.
Universiteiten vechten om hun deel van de koek, maar die koek wordt steeds kleiner. De beslissing waar er bezuinigd wordt, wordt genomen door het bestuur van elke universiteit. Als een gevolg,hebben de protesten zich in verschillende bewegingen gemanifesteerd in de verschillende universiteitssteden,zoals de Humanities Rally in Amsterdam en Democratische Academie Groningen. Ze hebben eisen naar voren gebracht gebaseerd op de situatie in hun eigen universiteit.
Maar het is duidelijk dat we een gemeenschappelijk politiek doel hebben dat ons verenigt, namelijk verzet tegen de bezuinigingen, voor democratisering van de universiteiten en voor echte investeringen in het onderwijs. De lokale bewegingen van onderop zijn essentieel voor het succes van de beweging, maar om de regering, die meer geeft om efficiëntie en winst in plaats van om ons onderwijs en welbevinden, een echte slag toe te brengen, is een nationale coördinatie van de studentenbeweging nodig.
Aan het einde van juni was er een eerste nationale vergadering van de verschillende bewegingen in Utrecht, met als doel om de actiegroepen en studentenorganisaties onder één banier te verenigen. Dit is redelijk succesvol geweest, maar er is nog een lange weg te gaan en we hebben geen tijd te verliezen! Deze bewegingen worden nu gesteund door de LSVB, de landelijke studentenvakbond, die nu lijkt te beseffen dat er meer directe actie nodig is rond deze kwestie.
WO-in Actie, een actiegroep van medewerkers in het wetenschappelijk onderwijs, bindt de strijd aan met de regering door een actieweek te organiseren (24-28 september). Zij eisen dat de rijksbijdrage aan het wetenschappelijk onderwijs weer teruggebracht wordt tot het niveau van het jaar 2000. Daarnaast hebben PO-in Actie en andere lerarenvakbonden nog steeds niet hun eisen volledig binnengehaald (1,4 miljard om het lerarentekort en de enorme werkdruk aan te kunnen pakken).
De verschillende bewegingen waren relatief ongelijksoortig en gescheiden van elkaar tot de Mars Voor Onderwijs in juni. Dit bood de kans voor activisten van alle bewegingen om de handen ineen te slaan. Het was een belangrijke fase in de ontwikkeling van de beweging voor onderwijs – het opbouwen van eenheid binnen de beweging. De nationale solidariteit tussen studenten docenten is essentieel als we een massabeweging willen opbouwen die in staat is de investeringen die we nodig hebben af te dwingen. Echter, deze beweging moet zichzelf geen beperkingen opleggen – Socialistisch Alternatief roept op, de eis te stellen dat overheidsinvesteringen in het onderwijs weer naar 7% van het BNP worden gebracht – een terugkeer naar het niveau van voor de golf van het neoliberalisme.
Deze eis heeft het potentieel om alle eerder genoemde bewegingen te verenigen, en we zijn samen veel sterker. Waar moet het geld vandaan komen? Welnu, als de regering de multinationals 2 miljard cadeau kan geven, dan kunnen ze zeker geld vinden voor het onderwijssysteem dat dit land haar arbeidskrachten levert!
Het kan moeilijk zijn om als student actief te worden – denk aan de zware studiedruk, de druk van meer dan 25 uurwerken om je huur te betalen en dan daar bovenop jezelf in de strijd vooronderwijs gooien. Maar de kwestie is: als wij het niet doen, zal niemand anders het doen! We vechten voor ons onderwijs!
Solidariteitsacties en de verbinding zoeken met arbeiders in andere sectoren
Een gecoördineerde algemene staking van studenten en docenten samen zou zeker de regering een harde slag toebrengen. Hoewel we daar nog niet zijn, is er wel degelijk een potentieel voor zo’n actie. Solidariteit met andere lerarengroepen en arbeiders in het algemeen is ook belangrijk. Er zijn mogelijkheden voor solidariteitsacties in de komende weken:
– op 12 september zullen de basisschoolleraren regionaal gaan staken, met een demonstratie in Rotterdam (11.30 uur, Wilhelminaplein)
– op 19 september houdt het actiecomité ‘Wegmetruttedrie’, georganiseerd door vakbondsactivisten, een protest om 11.00 uur op het Binnenhof in Den Haag. We roepen studenten op aan deze acties deel te nemen.
Onze eisen:
Om te beginnen is het nodig dat er veel meer middelen voor onderwijs beschikbaar komen, en dat alle bezuinigingen worden geschrapt.
– Een goede stap vooruit zou zijn als er weer 7% van het BNP in het onderwijs geïnvesteerd zou worden, en wel vanuit overheidsgelden;
– Om hoger onderwijs echt toegankelijk te maken voor alle jongeren, zouden collegegelden moeten worden afgeschaft, en boeken en ander studiemateriaal gratis moeten worden;
– Er zou een studieloon ingevoerd moeten worden dat de werkelijke kosten voor levensonderhous dekt, zodat jongeren uit armere gezinnen een echte keus hebben tussen gaan werken of doorstuderen;
– En het is nodig dat er massaal geïnvesteerd wordt in betaalbare huisvesting, om het enorme huisvestingstekort onder studenten op te lossen.
Het gaat niet alleen om bezuinigingen op de budgetten voor de geesteswetenschappen, om het personeel en hun gezinnen. Dit gaat om de toekomst van de hele Nederlandse arbeidersklasse. Op Prinsjesdag zal er geen begroting komen die aan onze eisen tegemoet zal komen. Het gaat er om, niet het idee te accepteren dat studenten en arbeiders alles moeten slikken terwijl de bedrijven obscene recordwinsten maken.