Twee maanden na zijn verkiezing als voorzitter van het ANC (Afrikaans Nationaal Congres) op het partijcongres van december 2017 maakt Cyril Ramaphosa nu ook zijn ambitie waar om president te worden.
Analyse door Weizmann Hamilton, Workers and Socialist Party (WASP), Zuid Afrika
Zijn overwinning in de voorzittersverkiezingen van het ANC was helemaal niet duidelijk. Hierdoor leek het weinig waarschijnlijk dat hij zo snel na het partijcongres Jacob Zuma tot ontslag zou dwingen. Het presidentschap van Ramaphosa is gebaseerd op een 50-50 splitsing doorheen de topstructuren van het ANC.
Nog verrassender voor Ramaphosa was dat zijn promotie tot president het resultaat was van het verraad van Mpumalanga Premier David Mabuza, het machtigste lid van de Zuma-gezinde zogenaamde ‘Premier League.’ Deze alliantie van corruptie leiders had de provinciale congresverkiezingen gemanipuleerd waardoor de geloofwaardigheid van het nationaal congres ondermijnd was en eerder een parade van corrupte afgevaardigden werd.
Door zijn afgevaardigden in naam van de ‘eenheid’ te vragen om hun stem niet te geven aan de door Zuma aangestelde opvolger, zijn ex-vrouw Nkosazana Dlamini-Zuma, maakte Ramaphosa duidelijk dat hij kanshebber is voor de titel van de meest corrupte van de drie. Tegen de avond van 14 februari werd duidelijk dat de krachtsverhoudingen in het ANC na de overwinning van Ramaphosa op het partijcongres voldoende gewijzigd waren om Zuma finaal aan de kant te schuiven.
Vernedering
Het is de tweede keer op tien jaar tijd dat het ANC zijn voorzitter vernedert door hem zijn termijn niet te laten uitzitten. Het drama van het afzetten van Zuma is rijk aan ironie. Hij werd slachtoffer van hetzelfde proces waarmee hij ervoor zorgde dat Thabo Mbeki zijn termijn negen jaar geleden niet kon afmaken. Ook Mbeki werd afgezet.
Zuma en zijn omgeving waren zo gediscrediteerd dat zijn afzetting gesteund werd door zo goed als elke laag in de samenleving, waaronder de grote bedrijven. De tsunami van de publieke opinie was overweldigend voor het ANC. Hierdoor lieten voormalige bondgenoten van Zuma hem vallen zoals ratten die een zinkend schip verlaten.
Het regime van Zuma werd gekenmerkt door schandalen en kleptocratie. De regering werd een crimineel bedrijf gericht op de verrijking van zijn familie en zijn naaste medestanders. Er wordt geschat dat hierdoor 100 miljard Rand (7 miljard euro) aan publieke middelen is verloren gegaan. Onder Zuma kwam de economie in ademnood. 55% van de bevolking leeft in armoede, negen miljoen mensen zijn werkloos en 15 miljoen mensen gaan elke nacht met honger slapen. De economie kende twee recessies.
Splitsingen
Onder Zuma kende het ANC twee afsplitsingen: het Volkscongres in 2008 en de Economische Vrijheidsstrijders in 2012. De Tripartite Alliantie van ANC, Communistische Partij en de vakbondsfederatie COSATU is alle geloofwaardigheid verloren.
COSATU heeft de 340.000 leden tellende metaalvakbond Nationale Union of Metal Workers uitgesloten toen die vakbond in 2013 besliste om het ANC niet te steunen in de verkiezingen van 2014.
Het politieke bankroet van COSATU en de Communistische Partij wordt helemaal duidelijk door het feit dat ze er alles aan gedaan hebben om campagne te voeren voor de miljardair Ramaphosa, een van de rijkste mannen in het land en de ‘slachter’ van de mijnwerkers van Marikana.
Het is begrijpelijke dat de overwinning van Ramaphosa door veel mensen werd verwelkomd, ook door werkenden. Ze hopen dat hij woord zal houden en zal ingaan tegen corruptie, de economie terug op gang zal brengen, jobs zal creëren, armoede bestrijden en de levensstandaard zal optrekken.
Sinds de verkiezing van Ramaphosa als ANC-voorzitter hebben politie-eenheden een actievere campagne tegen corruptie gevoerd. Er werden een aantal mensen opgepakt. Het volledige management van het elektriciteitsbedrijf Eskom werd vervangen. De openbare aanklagers staan onder druk om de corruptieklachten tegen Zuma te heropenen. Dit alles geeft de indruk dat het Ramaphosa menens is. Hij kan hierdoor rekenen op de hoop van alle delen van de samenleving.
Daarin zit meteen een tegenstrijdigheid vervat. De verwachtingen van de kapitalistische klasse en die van de werkende klasse kunnen niet met elkaar verenigd worden.
Miljardair
Ramaphosa is de kandidaat van de grote bedrijven. Zijn volledige loopbaan bestond uit voorbereiding op de rol die de kapitalistische heersende klasse voor hem beoogde en hij heeft zich enthousiast ter beschikking gesteld.
Hij heeft al in de jaren 1980, na de nederlaag van de mijnwerkersstaking in 1987 toen hij voorzitter van de vakbond van mijnwerkers was, nauwe banden aangegaan met de grote bedrijven. Dat gebeurde in de Urban Foundation, opgezet om de basis te leggen voor de ontwikkeling van een zwarte kapitalistische klasse toen de strategen van het kapitaal steeds meer gealarmeerd waren door het socialistisch bewustzijn dat zeker in COSATU een opgang kende.
Ramaphosa was verbitterd omdat hij over het hoofd werd gezien toen Mandela in de eerste regering na het einde van de apartheid een vicepresident aanstelde. Hij verliet de politiek en werd een zakenman die miljardair werd.
Hij komt nu aan de macht op een ogenblik dat alle financiële instanties harde besparingen eisen om een verdere neerwaartse herziening van de kredietwaardigheid van het land te vermijden. Gezien de staat van de wereldeconomie en het gebrek aan vraag in de nationale economie als gevolg van de enorme armoede, ziet het er niet naar uit dat de kapitalisten in eigen land zullen investeren en is er evenmin een uitweg op de wereldmarkt.
De hoop in Ramaphosa zal dan ook niet lang standhouden. Het is hierdoor niet uitgesloten dat Ramaphosa vervroegde verkiezingen zal uitroepen.
Het ontstaan van een nieuwe vakbondsfederatie, South African Federation of Trade Unions (Saftu), in 2017 was een belangrijke eerste stap om met de arbeidersklasse opnieuw een eigen politieke en klassenonafhankelijkheid te vestigen. Het debat in de vakbonden over het vestigen van een eigen arbeiderspartij moet nu dringend gevoerd worden en leiden tot een nieuwe partij. De leiding van Saftu kan aan het uitstel van deze kwestie een einde maken. Het kan een datum prikken voor de lancering van een nieuwe massale arbeiderspartij op een socialistisch programma waarmee de strijd in de wijken, onder jongeren en op de werkvloer kan verenigd worden.